Referendum Commissie geeft subsidie voor Oekraïne-referendum. Hoe serieus is dat?

vr

De Referendum Commissie deelt namens de overheid subsidies uit aan rechtspersonen en particulieren om campagne te voeren over de associatie-overeenkomst van de EU met Oekraïne waar op 6 april een referendum over plaatsvindt. Een ruif  voor scharrelaars in politieke marketing om rijkelijk uit te eten. Opzet van die subsidies is om het publieke debat op peil te brengen en de afstand tussen politiek en burger te verkleinen.

Het omgekeerde gebeurt. Het peil van de campagne wordt zoals uit enkele voorbeelden in de publiciteit blijkt er eerder lager dan hoger op. Ze zijn mogelijk niet representatief, maar wel bepalend voor de beeldvorming. Zoals Raspoetin BV dat € 47.973 krijgt voor ‘Het laten vervaardigen, transporteren en door studenten laten verspreiden van toiletrollen bedrukt met argumenten tegen/ de nadelen van toetreding van Oekraïne tot de EU.’ Of ‘Vereniging Vrede en Recht’ dat € 41.780 subsidie ontvangt voor een stedentour met een bus. Door de toon en inhoud van de campagne wordt de afstand tussen politiek en burger eerder vergroot dan verkleind.

Zoals uit bovenstaand voorbeeld blijkt is de Vereniging Vrede en Recht niet in staat om in begrijpelijk en correct Nederlands te verwoorden wat het met de subsidie wil bereiken. Het argument dat wordt gegeven om tegen te stemmen is: ‘de internationaal geldverkwistingen door de associatieovereenkomst met Oekraïne’. Wat is ‘internationaal geldverkwistingen’ en wat is het Nederlands belang bij ‘internationaal geldverkwistingen’? Nog een: ‘onze handen vol met onze eigen schulden saneringen’. Er valt werkelijk geen touw aan het betoog van Vereniging Vrede en Recht vast te knopen met een stemadvies om tegen te stemmen dat uit de lucht komt vallen omdat het niet met zinnige, begrijpelijke en toepasselijke argumenten onderbouwd wordt.

Webmagazine Retecool ontpopt zich ook in de stellingname over de associatie-overeenkomst als tegenhanger van GeenStijl. Die laatste is onderdeel van de Telegraaf Media Groep en neemt samen met De Telegraaf EU-kritische standpunten in. Het al sinds 2000 bestaande Retecool stelt zich nog steeds dwars en weinig voorspelbaar op, en ook anarchistischer en libertijnser zoals past bij oprichter Hubert Roth. In elk geval niet zoals GeenStijl door de partijpolitiek op afstand te volgen. In het itemOEKRAÏNE REFERENDUM: SUBSIDIE IS ALTIJD HANDIG VOOR JE EIGEN AGENDA’ hekelt Retecool de subsidie aan Vereniging Vrede en Recht van de Referendum Commissie: ‘Prompt had Peter een blinde vlek, want campagne voeren begreep hij wel, maar dat die campagne dan wel voor het Oekraïne Referendum bedoeld was, is hem blijkbaar even ontschoten.’

Retecool doelt op Peter Vlug die de € 41.780 subsidie die bedoeld is voor de campagne over het Oekraïne-referendum niet daaraan besteed, maar aan de profilering van zijn politieke partij ‘Vrede en Recht’. Retecool vermoedt trouwens niet dat Vlug de subsidie zal kunnen verantwoorden. Maar een artikel in De Stentor roept vragen op hoe serieus de Referendum Commissie is. Woordvoerder Frank Wassenaar zegt geen probleem te zien in de aanwending van de subsidie door Vrede en Recht: ‘Het is toch logisch dat als een partij bijvoorbeeld een debat over dit referendum organiseert, dat ze dan ook partijposters ophangen. Het publiek heeft er toch ook recht op om te weten wie het organiseert en vanuit welke optiek. Het zou raar zijn als dat geheel anoniem gebeurde’. Dat gaat er echter aan voorbij dat Vrede en Recht meer doet dan de eigen organisatie inzetten om publiciteit te maken voor een standpunt. Het zet het referendum als middel in om publiciteit te maken voor de eigen politieke partij. Dat is nogal een verschil. Het valt te hopen dat de Referendum Commissie bij de verantwoording serieus kijkt of Vrede en Recht en anderen de verkregen subsidie goed hebben besteed.

rc

Foto 1: Schermafbeelding van deel ‘Oekraïne Associatieverdrag van ‘Vereniging Vrede en Recht’.

Foto 2: Schermafbeelding van overzichtStand van zaken afhandeling subsidieaanvragen per 26 februari 2016’ van de Referendum Commissie.

Michael Hayden: Amerikaanse krijgsmacht zou Trump negeren

Generaal Michael Hayden is oud-chef van NSA en CIA, en iemand die zich doorgaans opstelt als hardliner in de publiciteit. Als gepensioneerde generaal verdedigt hij in de vermomming van deskundige het standpunt van de strijdkrachten en de veiligheidsindustrie. Net als in Nederland zoals Medialogica van Argos TV in een reportage berichtte waar ‘sommige deskundigen verbonden zijn aan beveiligingsbedrijven en de wapenindustrie’. Bij Hayden is het niet anders zoals Glenn Greenwald in 2013 in een artikel uiteenzette: ‘Hayden is a partner in the Chertoff Group, a private entity that makes more and more money by increasing the fear levels of the US public and engineering massive government security contracts for their clients.

Die Hayden dus die net als de Nederlandse Dick Berlijn zich anders voordoet dan hij is. Of de media vergeten die andere belangen te melden. Door continu het publiek angst aan te jagen probeert Hayden de uitgaven voor defensie te verantwoorden. Het maakt zijn uitlating over een mogelijke president Trump die door de top van de Amerikaanse krijgsmacht genegeerd zou worden er des te opvallender op. Bill Maher noemt dat een staatsgreep, een coup, wat Hayden wegwimpelt. Een conservatieve hardliner als lobbyist voor de veiligheids- en wapenindustrie laat weten dat zelfs hem de opstelling van Trump te gortig is. Het progressieve publiek reageert dol van enthousiasme. De angst richt zich op de nieuwe, gemeenschappelijke vijand: Donald Trump.

Grayson Perry in het Bonnefantenmuseum te Maastricht. Opening naar samenwerking met werkplaatsen?

De Engelse kunstenaar Grayson Perry heeft een solotentoonstelling in het Bonnefantenmuseum Maastricht. Tot 5 juni 2016 is ‘Hold Your Beliefs Lightly’ te zien. De toelichting schetst in een keurige tweedeling diens thema’s: ‘religie & mythologie, identiteit & gender, kunst & kunstwereld, klasse & consumentisme, conflict & oorlog. Deze thema’s staan centraal voor het werk van Perry en vormen het klankbord van zijn leven.’ Dat klinkt vele malen zwaarder dan uit het verslag blijkt. Waar blijven humor & parodie?

Vraag is hoe Perry zich verhoudt tot ooit als truttig beschouwde materialen keramiek en textiel. Heeft hij die helpen opwaarderen tot sexy, of is hij meegelift op de hernieuwde populariteit ervan? Na de tentoonstelling Ceramix dat met Franse partners werd ontwikkeld is het accent van het Bonnefanten op keramiek opvallend. Dat roept dezelfde vraag op als bij Perry: helpt het keramiek opwaarderen of lift het mee op de toenemende populariteit ervan? Het wachten is op een samenwerking met sundaymorning@ekwc in Oisterwijk voor een definitief antwoord. Of met het lab van het Textielmuseum in Tilburg voor de textiel. Op afstand gewenst door de politiek. Musea kunnen meer samenwerken met werkplaatsen en ontwikkelinstellingen dan ze nu doen.

Salaheddine Benchikhi komt in interview met Dibi uit de kast als anti-democraat en verdediger apartheid

De toelichting bij de video luidt: ‘Salaheddine interviewt voor het eerst Tofik Dibi volledig in zijn rol als Moslim en Marokkaan. Waar hij normaal gesproken alleen ondervraagt wordt door de Nederlandse media, is dit unieke interview een inkijk in zijn thuiswereld.’ Maar het interview geeft vooral een inkijk in Salaheddines denkwereld. Het is een ontluisterend en onthullend interview waarin deze ‘schrijver en tv-maker‘ standpunten inneemt die niet zouden misstaan voor een woordvoerder van een apartheidsregime. Hij zet moslims en Marokkaanse Nederlanders die hij ‘Marokkanen’ noemt apart. Tofik Dibi blijft bewonderenswaardig rustig.

Eerst blijft de mogelijkheid open dat Salaheddine provoceert en het anders bedoelt dan het lijkt. Dus het niet serieus meent en satire bedrijft door mateloze overdrijving. Er komt echter geen omslag en het blijkt geen provocatie, maar een bloedserieus bedoelde confrontatie met Dibi. Salaheddine meent het als hij moslims en ‘Marokkanen’ apart wil zetten in de Nederlandse samenleving. Hiermee maakt hij zich tot een spiegelbeeld van Geert Wilders en streeft door te hameren op identiteit precies hetzelfde na als de PVV. Hij verraadt zich met zijn stellingname jegens Tofik Dibi als een tegenstander van de open, pluriforme samenleving.

In een column in De Volkskrant zegt Jonathan van het Reve: ‘Benchikhi vindt dat Dibi zijn ‘zonde’ had moeten bedekken, want zo moet dat in de islam. Je kunt toch niet met je vríénd bij je opa op bezoek? ‘Dat hoort toch nooit te kunnen? Gewoon eerlijk. Los van wat je voelt. Effe serieus, wij zijn toch geen Nederlanders? We zijn toch gewoon moslim? Kom op Tofik! Ook los van je geaardheid. Er zijn ook dingen waar ik misschien een zwak voor heb, maar ik zou absoluut niet willen dat dat gemeengoed zou worden in mijn cultuur. Snap je wat ik bedoel?’ Salaheddine meent ook: ‘En bovendien, heteroseksualiteit is toch de norm binnen de islam?

Voor allen die een open, pluriforme samenleving nastreven valt niet te begrijpen wat Salaheddine Benchikhi  bedoelt. Hij ontspoort in het interview door Dibi ter verantwoording te roepen en hem op te zadelen met zijn eigen cultuurkritiek en ernstig gebrek aan relativeringsvermogen en satire. De programmamaker die in 2014 voor de progressieve VPRO een zesdelige serie in New York maakte huldigt een conservatief standpunt. De slotsom van het interview kan niet anders zijn dan dat niet Dibi vanwege de ‘Marokkaanse’ identiteit de kast terug in geworsteld moet worden als homoseksueel, maar Salaheddine uit de kast komt als anti-democraat.

Dit geeft te denken over het politieke en rechtsstatelijke besef van Salaheddine. Het standpunt dat hij vertegenwoordigt door religie en cultuur te vermengen en daarin een behoudend standpunt in te nemen is niet nieuw in de Marokkaanse diaspora. Dat is vaak behoudender dan in het land van herkomst. Maar zoals Van het Reve zegt, het geeft wel te denken als iemand als Salaheddine van wie beter verwacht zou kunnen worden het huldigt: ‘Hij is geen salafistische haatimam, geen eerste-generatie gastarbeider die niet beter weet. Hij is een succesvolle, intelligente dertiger, die schrijft en televisie maakt voor de Publieke Omroep.

Nederland is niet trots op Hans de Boer. Een voorbeeld van belangenverstrengeling

Voorzitter van VNO-NCW zegt trots te zijn op Nederland. Maar kan Nederland trots zijn op Hans de Boer? Dat is de vraag. Volgens een bericht in NRC verdiende De Boer een miljoen in stilte. Belangenverstrengeling van het zuiverste water volgens hoogleraar Hans van den Heuvel. Het komt erop neer dat hij als zakenpartner van het Vakcollege deelde in de verkoop aan het ministerie van Onderwijs en hierbij 1 miljoen euro opstreek en dat verzweeg. Terwijl hij voorzitter van het VNO-NCW was. Het ministerie wist dat niet. Is het een wonder dat het vertrouwen in mooipratende types als Hans de Boer afneemt? Maar het grootste raadsel is waarom een werkgeversorganisatie iemand als Hans de Boer meent te kunnen benoemen als voorzitter en daarmee enig gezag in de samenleving meent te kunnen afdwingen. Dat kan het niet. Als het bericht in NRC klopt dan is Hans de Boer een poseur, een mooiprater en vooral een arrogante kletsmajoor. Nederland kan niet trots zijn op Hans de Boer. Nederland schaamt zich voor types als De Boer. Nederland verdient beter dan Hans de Boer.

Sluiting Onterfd Goed roept vooral vragen op over opportunisme gemeentes die ontzamelden

De Stichting Onterfd Goed In Eindhoven stopt ermee en houdt uitverkoop. De reden die gegeven wordt is dat de kosten te hoog waren. Of de opbrengsten te laag. Het bedrijfsmodel dat opereerde zonder subsidie blijkt achteraf niet te hebben geklopt. Dat is jammer, maar de vraag is of dit niet te voorzien was. De stichting bemiddelde in de verkoop van delen van kunstcollecties van gemeentes en musea die werden ontzameld en op de markt werden gebracht. Onder meer zo’n 5000 kunstwerken van de gemeente Utrecht.

Een en ander geeft te denken over de professionaliteit van de stichting en de levensvatbaarheid van het bedrijfsmodel als blijkt dat ‘de inkoop bij de meeste collectie hoger was dan de opbrengst’ zoals Omroep Brabant in het verslag optekent. Het beeld ontstaat dat gemeentes de Stichting Onterfd Goed hebben gebruikt waarvan vanaf het begin duidelijk was dat het niet tegen haar taak opgewassen was en met een verkeerd bedrijfsmodel de markt op werd gestuurd. Het opportunisme van de gemeentes weegt zwaarder dan het falen van de Stichting Onterfd Goed die gebruikt werd als afvalputje van een falend gemeentelijk collectiebeleid.

Wat te doen als het referendum kloof tussen politiek en burger vergroot?

3a36037r

In 2005 ging ik stemmen, op 6 april ga ik ook naar het stem-lokaal, maar inmiddels weet ik niet meer of ik wel voorstander ben van referenda. In plaats van bij te dragen aan het overbruggen van de kloof tussen burgers en politici lijken ze die kloof juist te accentueren: het referendum als middel om te laten zien hoe diep het volk de politiek wantrouwt. Ik vrees dat een gloedvol betoog van een politicus voor een ja tegen het associatieverdrag daar geen verandering in kan brengen. Dat is argument versus emotie. Het verdiept het wantrouwen.’ Aldus Aukje van Roessel in een artikel voor De Groene dat grenzen van de democratie verkent.

Uiteindelijk probleem van een referendum is de introductie van oneigenlijke argumenten. Zo gaat het de initiatiefnemers van GeenPeil zoals ze zelf meermalen hebben aangegeven helemaal niet om de associatie-overeenkomst van de EU met Oekraïne, maar om de EU die ze een halt toe willen roepen. Partijen die in 2015 in de Tweede Kamer tegen de associatie stemden waren PVV, SP, GrBvK en Partij voor de Dieren. Deze rechts- en links-radicalen die in de Nederlandse politiek vertegenwoordigd zijn hebben hun eigen redenen om zich door een tegenstem tegen de associatie te positioneren. In politiek zijn alle middelen toegestaan, maar als dat leidt tot oneigenlijke argumenten dan verstoort dat zowel het politieke proces als het instrument referendum.

Net als Van Roessel zet ik vraagtekens bij de opstelling van Meer Democratie van Nescio Dubbelboer dat ooit zei te gaan voor de vernieuwing van het politieke bestel. Als voorstander van het referendum schaarde het zich achter het initiatief van Geen Peil voor een Oekraïne-referendum. Ik vond dat een inschattingsfout. Dit verweet ik Meer Democratie in een open brief van 18 augustus 2015: ‘In Meer Democratie  meende ik een nieuwe manier van democratie te hebben gevonden die onder meer de particratie en de Oerlemanse Eenpartijstaat probeert te corrigeren door het helpen verleggen van de grenzen van de politiek. Zodat burgers meer macht krijgen en de macht van de politieke partijen verminderd wordt. Ik meende dat Meer Democratie ver afstond van de partijpolitiek, maar ik vrees me vergist te hebben. Meer Democratie probeert nu zelfs m’n aandacht te vestigen op een politiek initiatief van GeenStijl dat haaks staat op het idee van democratie zoals ik dat voor me zie. En waarvan ik dacht dat Meer Democratie dat ook zo zag.

Meer Democratie trapte in de valkuil van het populisme, de roep om directe democratie en de vermomming van anti-politiek als politiek, zonder de gevolgen daarvan te overzien en de voor- en nadelen zorgvuldig af te wegen. Zoals Van Roessel formuleert over Dubbelboer: ‘Toen de Volkskrant hem vroeg of de initiatiefnemers van GeenPeil met hun referendum over het associatieverdrag met Oekraïne de democratie redden, zoals zijzelf beweren, zei hij de kreet weliswaar wat pathetisch te vinden, maar deze wel te onderschrijven. Referenda zetten aan tot gesprek, creëren volgens hem draagvlak. (..) Het is die achterliggende houding, schijt aan de politiek, die zorgen baart. En die komen boven op de zorgen over de gevolgen van een nee voor de invloed van de Russische president Poetin, op Oekraïne, de EU en het Midden-Oosten.

Hoe kan de kloof tussen de politiek en de burger dan wel overbrugd worden? Voorwaarde is om partijen en groeperingen die niet uitgaan van het algemeen belang en buiten de kaders van het parlement treden niet teveel macht te geven. De wetgeving en het politieke proces moeten zo ingericht worden dat dit onmogelijk is. Het is daarom merkwaardig dat de initiatiefnemers van de Referendumwet in de wetgeving niet hebben weten te voorkomen dat een referendum op oneigenlijke gronden gebruikt wordt, zoals nu bij het Oekraïne-referendum gebeurt door het initiatief van GeenPeil. De wetgevers zijn vergeten een noodrem in te bouwen.

De oplossing ligt niet in de richting van een herwaardering van de partijpolitiek, maar in een afwaardering ervan. De uitweg is de machtsdeling met de burger en het terugdringen van de macht van de politieke partijen die als nadeel hebben dat ze hun continuïteit dienen. Burgers zijn divers in verscheidenheid, hoogopgeleid en deskundig en staan wanneer ze serieus worden genomen niet haaks op het algemeen belang. Schoppen door GeenPeil tegen de politiek is hoe dan ook een schijnoplossing die de politiek ondermijnt en niet opwaardeert.

Foto: ‘Arizona. Grand Canyon, photographer suspended on climber’s rope’, 1908.

Berkvens-Stevelinck: ‘Bewijzen dat God bestaat is ongelooflijk vaak geprobeerd, maar gelukt is het nooit.’ Hoe zou dat nou komen?

media_xl_3624138

In een artikel van Leonie Breebaart voor Trouw zegt emeritus hoogleraar Europese cultuur Christiane Berkvens-Stevelinck: ‘Bewijzen dat God bestaat is ongelooflijk vaak geprobeerd, maar gelukt is het nooit’. Het is exact om die reden dat geloof geloof wordt genoemd, en geen bewijs. Miljoenen mensen geloven dat God bestaat, maar kunnen het niet bewijzen. In plaats van dat ontbrekende bewijs dat ze niet kunnen leveren komen ze met allerlei verklaringen over wat hun geloof is: de ervaring van iets groters, iets dat de kosmos bij elkaar houdt of de verwijzing door het geloof naar iets anders. Op zijn best kan het bestaan van God dus door indirect en ondersteunend bewijs geleverd worden, maar niet overtuigend bewezen worden.

Christiane Berkvens-Stevelinck klinkt sympathiek in haar geloof, maar het artikel ademt een abstracte sfeer uit. Want godsdienst is meer dat theologie en zingeving, geloof en troost. Godsdienst is ook machtsvorming van religieuze instellingen en uitsluiting van andersdenkenden. Zelfs in haar verlichte opvatting van religie die de fundamentele verschillen niet tussen gelovigen en ongelovigen, maar tussen zij die zich tolerant opstellen en de fundamentalisten legt. Praten over godsdienst en geloof zonder het apparatus van de religieuze instellingen met de kerkleiders met hun eigenbelang en de politieke en maatschappelijke belangen van de organisatie erin te betrekken oogt wereldvreemd en schiet tekort. Godsdienst is immers meer dan geloof in God alleen. Hoe theologische denkers als mevrouw Berkvens-Stevelinck ook zo graag het tegendeel beweren.

Foto: Afbeelding bij artikel ‘Hoe weet je eigenlijk of God bestaat?’ in Trouw, 25 februari 2016. Credits: Jenna Arts.

Petitie tegen Wilders op sociale media toont noodzaak van media-educatie aan

pet

Net zoals mensen een vaar- of rijbewijs moeten halen voordat ze er met hun boot of auto op uittrekken, zou je wensen dat ze een cursus volgen dat ze afsluiten met een examen voordat ze zich op sociale media mogen begeven. Het doel is hun kennis en vaardigheid te verhogen dat dit de kwaliteit van hun uitingen zo ten goede komt dat ze er zelf, hun directe omgeving en de samenleving ook iets aan hebben. Zodat het meer wordt dan een uiting van ongenoegen. Ikzelf heb het voorrecht aan een universiteit afgestudeerd te zijn met een studie media- en filmtheorie, daarnaast een bijvak communicatiewetenschappen, cursussen argumentatieleer en informatie-analyse te hebben gevolgd en werkzaam te zijn geweest als eindredacteur bij een tijdschrift.

Media-educatie is de blinde vlek van de Nederlandse sociale media. Gebruikers hebben meestal geen idee van de basisregels van de journalistiek (Code van Bordeaux), de beginselen van de argumentatieleer (Model van Toulmin) en de logica, de beginselen van de film-, media-, en televisietheorie en -geschiedenis, de beginselen van de narratologie (vertelwijze), de beginselen van de communicatieleer en de informatie-analyse. Aangevuld met elementaire historische kennis, historisch besef, politieke en juridische kennis, talenkennis en algemene ontwikkeling. Zo’n cursus kan niet teveel eisen, het gaat om het bijbrengen van elementaire kennis van genoemde vakgebieden in de hoop dat het niveau van de uitingen op sociale media ietwat toeneemt.

Media-educatie heeft meerdere doelstellingen. Het leert passief de omgang met media en het begrijpen en op waarde schatten van informatie die op ons aankomt en ons vaak overvalt en dreigt te laten verdrinken door de veelheid. Hoe kunnen we het kaf van het koren scheiden? Het leert actief om wat men op sociale media wil vertellen in een passende vorm te gieten. En het leert om daarbij verder te kijken dan onze neus lang is met als doel om maatschappelijk zinvol te opereren. Zodat de burgerzin toeneemt. Een effect van media-educatie is dat het publieke debat op een hoger peil wordt gebracht en de hufterigheid wordt teruggebracht. Vaak een gevolg van zich buitengesloten voelen en uit onmacht gewoonweg niet de juiste bewoordingen weten te vinden voor wat men wil zeggen. Uit gebrek aan nuancering grijpt men dan naar te zware bewoordingen.

De afgelopen 24 uur werd ik op sociale media nog uitgemaakt voor dromer en arrogante ignorant. Wat opvalt is dat zo’n verwijt het hoofdargument wordt en de argumentatie zo goed als vervangt. Hoofdzaak lijkt het ook niet om de ander te willen overtuigen, maar om buiten te sluiten en af te serveren door twijfel te zaaien over diens motivatie. Dat heeft nog weinig met een open debat te maken. Maar alles met een gesloten wereldbeeld. Media-educatie in het basisonderwijs en in het vervolgonderwijs kan dat wereldbeeld helpen openen.

Bovenstaande petitie is een voorbeeld van een ondermaatse uiting op sociale media. Het is in strijd met de regels van een elementaire media-educatie. Zo staat bij de constatering dat Wilders in 1991 een Israëlisch paspoort bezat, maar bij de inleiding dat hij dat nog steeds heeft. Dat spreekt elkaar tegen. Wilders heeft geen Israëlisch paspoort. Dat Wilders zeer loyaal is aan Israël is overvloedig beschreven, zoals hier, maar dat hij in de eerste plaats loyaal zou zijn aan Israël is nooit aangetoond. Het is gebaseerd op geruchten. Omdat de aannames van de argumentatie niet kloppen, mist de conclusie dat Wilders staatsgevaarlijk is elke grond.

Dit zou allemaal niets om het lijf hebben, als dit soort broddelwerk de zinvolle kritiek op Wilders niet in de weg zou staan. Maar deze verbeeldingen versterken eerder de positie van Wilders dan dat ze die verzwakken. Een cursus media-educatie zou petitionaris Frank Zweers kunnen helpen om een goede petitie tegen Wilders op te stellen. Die ik graag zou ondertekenen omdat ik Geert Wilders als een gevaar voor de democratie zie.

Foto: Schermafbeelding van petitieWilders het land uit’ op petities.nl.

Rapport Bellingcat verkleint cirkel van verdachten neerhalen MH17

4 mei 2016: Op BBC 2 werd op 3 mei de documentaire The Conspiracy Files uitgezonden dat stuk voor stuk de complottheorieën over het neerstorten van de MH17 ontzenuwde. Wat recht overeind staat is dat een BUK van Russische makelij vanuit het door de pro-Russische separatisten gecontroleerd gebied met medewerking van materiaal en personeel van de Russische krijgsmacht de MH17 heeft neergehaald. Dat is in lijn met de bevindingen van de Onderzoeksraad voor Veiligheid. Nieuwe feiten biedt de documentaire niet, het zet de oude overtuigend op een rijtje. Bellingcat kwam gisterenavond wel met nieuwe feiten in een artikel over de identificatie van de TELAR raket lanceerder. Feiten wijzen steeds specifieker naar de Russische krijgsmacht. 

De Oekraïense nieuwssite Ukraine Today doet verslag van het rapport van het onderzoekscollectief Bellincat over de MH17 dat vandaag werd gepubliceerd. Dat borduurt voort op het rapportOrigin of the Separatists’ Buk’ van november 2014. Daarin werd al gewezen op de vermoedelijke daders, namelijk de Russische 53ste Luchtverdedigingsraketbrigade uit Kursk. Het nieuwe rapport werkt de aanname uit dat de Buk-M1 installatie niet zonder medewerking van Russische militairen bediend wordt. Zo’n Buk-installatie bestaat uit in totaal 11 voertuigen en vraagt een hoop training en ervaring om te bedienen en is een duur en machtig wapen dat niet zomaar uit handen wordt gegeven. Onwaarschijnlijk is dat separatisten de MH17 in hun eentje neerschoten.

Zwakte en sterkte van de bewijsvoering is dat het niet om één foto, geluidsfragment of getuigenis gaat, maar om het samenstel van allerlei soorten aanwijzingen dat tot een plausibel scenario leidt. Het gaat dus om de waarschijnlijkheid van allerlei veronderstellingen die met elkaar tot een dwingende conclusie leiden die echter niet voor 100% sluitend is. Dat zou alleen bereikt kunnen worden als Bellingcat als een vlieg op de muur aanwezig was geweest bij de besluitvorming over het transport van de Buk van de commandanten van de 53ste Luchtverdedigingsraketbrigade uit Kursk. Bellingcat maakt aannemelijk, maar levert geen smoking gun.

Ondersteunend voor het feit dat Bellingcat met dit scenario op het goede spoor zit is dat sinds juli 2014 geen andere scenario’s hebben standgehouden. In de Russische informatieoorlog zijn vanuit het ministerie van Defensie, de media en Buk-wapenfabrikant Almaz-Antey allerlei scenario’s gelanceerd waarvan echter geen enkele consistent en geloofwaardig bleek te zijn. Als de Russen met hun omvangrijke inlichtingsdiensten bewijs hadden dat de Oekraïense of Westerse krijgsmacht betrokken waren geweest bij het neerhalen van de MH17, dan valt niet in te zien waarom ze die kennis achterwege zouden laten in de publiciteit of bij de Russische inbreng voor het rapport van de Nederlandse Onderzoeksraad voor Veiligheid of het JIT.

De paradox is dat de Russen voortdurend beweren niet betrokken te zijn bij het neerschieten van de MH17, maar in hun gedrag al sinds 17 juli 2014 betrokkenheid vertonen. Ze geven steeds hun mening, hun politieke inschatting, hun politieke druk, hun scenario’s over het gebeurde, hun interpretatie en eisen hun plek aan tafel op bij het onderzoek naar de oorzaak en de schuld. Zonder dat er Russische slachtoffers, een Russisch vliegtuig, Russisch grondgebied en naar eigen zeggen Russische wapens en militairen bij betrokken waren.

Het rapport kan beslissend zijn voor het aanduiden van de verantwoordelijken en de uitvoerders (Russische luitenant en sergeant) van het tweede bataljon van de 53ste Luchtverdedigingsraketbrigade die de MH17 neerschoten op 17 juli 2014. Het rapport maakt aannemelijk hoe het gegaan zou kunnen zijn. Wat zeker niet wil zeggen dat de daders ooit uitgeleverd zullen worden aan een Nederlandse of internationale rechtbank om zich te verantwoorden. Het rapport besteedt ook volop aandacht aan de commandostructuur van het Russische leger, en komt via commandanten van de 53ste Luchtverdedigingsraketbrigade, het 20ste Leger en het Westerse Militaire District uit aan de top. Bij de minister van Defensie Sergei Shoygu en opperbevelhebber president Vladimir Putin. Maar bewijs ontbreekt dat zij direct betrokken zijn bij het neerhalen van de MH17. Dat Shoygu en Putin verantwoordelijk zijn voor de bezetting van de Krim en de interventie in Oost-Oekraïne leidt geen twijfel. De commandostructuur is op z’n hoogst bijkomstig bewijs dat de schuldvraag ondersteunt.