Brigitte Antolini hekelt Margi Geerlinks. FVD keert zich tegen hedendaagse kunst én pedofilie

Retweet door Brigitte Antolini van tweet Thierry Baudet, 1 maart 2023.

Raads- of kamerleden kunnen niet overal verstand van hebben. Zoals van kunst. Ze bewijzen keer op keer dat ze er geen snars van begrijpen. Maar ze doen net alsof dat wel zo is. Vooral uit rechtse hoek wordt neerbuigend over kunst gedaan. Onbegrip wordt overschreeuwd met kritiek op kunst. Kritiek die kant noch wal raakt. Rechts en vooral radicaal-rechts is tamelijk voorspelbaar in de afkeer van kunst. Ook omdat het goed scoort bij de kiezers, zo is de veronderstelling.

Over de politieke leider van FVD Thierry Baudet concludeerde ik in een commentaar van 10 mei 2018 met de titel ‘In zijn oordeel over hedendaagse kunst schittert Thierry Baudet in drukte, verwarring, misverstanden, onbegrip en denkfouten‘ dat hij niet het flauwste benul van hedendaagse kunst heeft, maar toch zo onbescheiden is om er uitspraken over te doen:

Baudet maakt van hedendaagse kunst een strijdpunt in de hoop zijn achterban ermee te vergroten. Daar is niks mis mee als dat zorgvuldig en met inachtneming van de feiten gebeurt.

Maar Baudet brengt het debat over hedendaagse kunst niet op een hoger peil, maar maakt er een karikatuur van. Door er een ratjetoe van te maken en alles te willen passen in zijn politieke wereldbeeld zoals dat door onder meer Roger Scruton is gevormd zet Baudet het debat over hedendaagse kunst op slot. Die kunst die reflecteert op de diversiteit en fragmentatie van de samenleving. 

Het lijkt er sterk op dat Baudet om politieke redenen de diversiteit en fragmentatie afwijst en zich gevolglijk keert tegen de boodschapper die hij zo rabiaat als brenger ven het slechte nieuws afschildert.

In het commentaar Thierry Baudet eigent zich ongenuanceerd oordeel over hedendaagse kunst toe‘ van 29 september 2017 concludeerde ik dat Baudet zijn voorbeelden nauwgezet napraat, maar daarin door de mand valt. Hij wordt niet meer dan een tovenaarsleerling die de receptuur niet begrijpt en niet kan wedijveren met zijn voorbeelden:

Als navolger van zijn voorbeelden Scruton, Fumaroli en Finkelkraut probeert Thierry Baudet een Frans debat naar de Nederlandse situatie te vertalen. Opvallend voor iemand die zegt te zweren bij de natiestaat. Hij doopt het ‘Breek het kunstkartel!’ met deimpliciete verwijzing naar het partijkartel dat taaleigen van het Forum voor Democratie is.

Maar Baudets oefening is die van een tovenaarsleerling die nog niet tot op de schouders van zijn voorbeelden heeft kunnen klimmen. Zijn betoog is een matige vertaling en mist de brille en diepgang van zijn voorbeelden.Baudet heeft te weinig kennis van hedendaagse kunst om zinvol te kunnen onderscheiden. Daar helpt het napraten van zijn voorbeelden niets aan.

Het brengt hem tot uitspraken over kunstenaars, esthetiek en kunstmarkt die niet alleen ongedifferentieerd zijn, maar ook niet geloofwaardig worden omdat ze duidelijk zijn ingegeven door een conservatieve culturele agenda die de kunst van de eigen tijd niet begrijpt.

FVD maakt in de aanloop naar de Provinciale Verkiezingen van 15 maart 2023 van hedendaagse kunst bewust een strijdpunt. Het viel te verwachten nu de partij zo is weggezakt in de peilingen. Het gaat om een foto van Margi Geerlinks van een halfnaakt meisje die een gehaakte borst voor de eigen linkerborst houdt. Het hangt in de fractiekamer van FVD.

In Haarlemmermeer is het FVD-raadslid Brigitte Antolini die via raadsvragenBetreft: Perverse “kunstwerken” minderjarigen’ van 20 februari 2023 een voorzet geeft die door Baudet op sociale media op 1 maart wordt ingeschoten. Wat Antolini op haar beurt weer deelt. Men verwijst bij FVD blijkbaar graag naar elkaar. Zo galmt het in de echo kamer van FVD.

De opzet is om hiermee de publiciteit te halen en het publiek te laten denken dat hedendaagse kunst weerzinwekkend en overbodig is, en FVD dat als enige partij aan de kaak stelt.

De afkeer van Baudets afkeer of onbegrip van hedendaagse kunst, dat blijkbaar door de kaderleden wordt gevolgd omdat men weet hoe de leider wil dat men denkt, wordt in dit geval gecombineerd met de aantijging dat het kunstwerk pervers is. Dus ontaard, zoals een begrip uit het 20ste eeuws Duitse bruine verleden luidt.

Baudet gaat nog verder dan Antolini in haar raadsvragen en suggereert in de tweet dat het om pedofilie gaat. Pedofilie én hedendaagse kunst bashen, FVD moet denken dat dit electoraal scoren voor open doel is.

Het enige echt interessante aspect aan deze kwestie is waarom de foto van Margi Geerlinks in de fractiekamer van FVD is opgehangen. Deze partij heeft daar duidelijk niet om gevraagd. Waarom kunnen partijen niet zelf kunst uit de gemeentelijke kunstcollectie kiezen om op te hangen in hun fractiekamer(s)? Dan hadden we deze stemmingmakerij van FVD tegen hedendaagse kunst én pedofilie niet gehad. Of in elk geval niet in deze vorm.

Schermafbeelding van artikelForum-raadslid Antolini wil af van ’weerzinwekkend kunstwerk’ in raadhuis Hoofddorp‘ in Haarlems Dagblad, 1 maart 2023.

Plasterk voegt zich opnieuw met Telegraaf-column in rechtse hetze tegen D66 en Sigrid Kaag

Schermafbeelding van deel artikel ‘Ronald Plasterk ziet D66 als bedreiging voor de democratie in Nederland’ van Mark Jongeneel op DDS, 20 januari 2023.

In het commentaarPlasterk voegt zich met Telegraaf-column in rechtse hetze tegen D66 en Sigrid Kaag‘ van 4 juli 2021 schreef ik over Telegraaf-columnist Ronald Plasterk:

Schermafbeelding van deel commentaar ‘Plasterk voegt zich met Telegraaf-column in rechtse hetze tegen D66 en Sigrid Kaag’ van 4 juli 2021.

Plasterk is losgeslagen van zijn sociaal-democratische ankers en in rechts vaarwater terecht gekomen. Daar is niks mis mee. Maar welke oude rekeningen heeft deze voormalige minister nog openstaan? Waarom uit hij zich herhaaldelijk negatief over D66 en partijleider Sigrid Kaag?

Zoals in zijn Telegraaf-column ‘Veruit de grootste bedreiging voor vrijheid van denken en vrijheid van meningsuiting is D66‘ van 19 januari 2023 (achter betaalmuur). Plasterk suggereert dat D66 een grotere bedreiging voor de democratie is dan FvD.

Van Plasterk is bekend dat hij als minister publiciteitsgeil was. Nu zoekt hij in rechtse kringen publiciteit. Verslaafd aan aandacht, terwijl zijn politieke carrière is geëindigd. Hij wil spreken als pundit die nog steeds serieus wordt genomen en relevant is voor het politieke debat. Mijn reactie bij bovenstaand artikel van DDS:

Plasterk slaat de plank mis als hij D66 wil verbinden met linkse politiek. Want D66 is geen linkse partij. Zoals Plasterk zelf evenmin nog een links denkend ex-politicus is. 

Op Plasterks argumenten valt wat af te dingen. Een democratie die zich weerbaar opstelt moet uit zelfbehoud partijen die de democratie praktisch omver willen werpen kunnen verbieden. Men kan niet van een democratie vragen dat die zelfmoord pleegt door geen actie te ondernemen tegen partijen die de democratie willen begraven. 

Vraag is of TK-kamerleden van FvD Pepijn van Houwelingen en Gideon van Meijeren een gedachtenspel spelen en alleen uit zijn op publicitaire aandacht of werkelijk als doel het einde van de democratie hebben. Als ze op hun grensoverschrijdend gedrag, zoals het bedreigen van mede-kamerleden, aangesproken worden verdedigen ze zich vaak door ironie of de afzwakking van hun gedrag. 

Het debat over de weerbaarheid van de democratie moet in een open samenleving gevoerd kunnen worden. Partijen moeten verboden kunnen worden als ondubbelzinnig aangetoond kan worden dat ze bewust de democratie ten grave willen dragen. Maar dat verbod moet door de hogere rechtscolleges uitgevaardigd worden en niet door concurrerende politieke partijen die bij zo’n verbod eigenbelang kunnen hebben. 

Dat is geen makkelijk debat omdat kamerleden van politieke partijen zowel de taak hebben om de regering te controleren als niet buiten de regels van de rechtsstaat mogen treden. Van Houwelingen en Van Meijeren zoeken bewust de grens op en schieten er af en toe overheen. Maar wat zegt dat en roept welke tegenreactie op? 

Het gedrag van deze FvD’ers kan provocerend worden genoemd. Hoe serieus kunnen we deze kamerleden nemen die niet echt uitkomen voor hun mening en deel uitmaken van een partij waarvan de partijleider zegt dat hij het zelf ook niet meer weet? 

Wanneer is het middel om partijen te verbieden erger dan de kwaal? Dat weten we niet. Maar in een weerbare democratie die niet naïef of te betuttelend wil zijn moet dat debat gevoerd kunnen worden. Het is daarom goed dat dit onderwerp bespreekbaar wordt gemaakt. Meer dan dat is het niet. 

Plasterk blaast het op en blaast er zichzelf mee op.

Kwestie Arib is kapstok voor ongenoegen over centrumpolitiek

De kwestie Khadija Arib is simpel. Over deze PvdA-ster gaan al jarenlang verhalen over grensoverschrijdend gedrag jegens kamerpersoneel. Wie zegt dat niet te hebben geweten heeft zitten slapen of liegt.

Of die verhalen waar zijn moet worden uitgezocht. Het is een raadsel waarom dat nu pas in een onderzoek gebeurt, want ze was voorzitter van januari 2016 tot april 2021. Een verklaring kan de corona-pandemie zijn die vele procedures heeft vertraagd.

Van Arib tekent zich uit berichten een profiel af van een goede voorzitter om kamerdebatten te leiden en de orde te handhaven. maar tevens een niet aangenaam individu dat achter de schermen niet alleen het kamerpersoneel intimideerde, maar ook een slechte manager was.

In de zichtbare aspecten van haar functie als Kamervoorzitter was ze goed en in de voor het publiek onzichtbare aspecten was ze slecht. Dat laatste in de zin van gemeen, kwaadaardig en onplezierig.

Positieve beeldvorming leidde bij Arib tot zelfoverschatting. Ze dacht afgelopen week brede steun in kamer en publieke opinie te kunnen krijgen voor haar positie en opende de aanval op de huidige Kamervoorzitter Vera Bergkamp (D66). Maar die steun viel tegen en was anders dan ze ingeschat had. De Telegraaf staat in de campagnestand en roept openlijk om Bergkamps aftreden.

Het was een afleiding van Arib om Bergkamp erbij te betrekken in een poging om de zaak waar het om draait, namelijk het onheus bejegenen van ambtenaren, naar de achtergrond te verdringen.

Arib kreeg aanvankelijk geen steun van haar eigen partij en na de aanvankelijke steun in de vooral rechtse media krijgt nu langzaam de nuancering waar het in de kwestie Arib in de kern om draait de overhand: het handelen van Arib als peoplemanager.

Dat hoeft niet meer onderzocht te worden omdat Arib afscheid heeft genomen als kamerlid. Ze ontneemt zo de kamer de mogelijkheid om haar ter verantwoording te roepen. Overigens zet het kamerbestuur, het presidium het onderzoek naar Aribs grensoverschrijdend gedrag voort. Want voor ambtenaren die zich slachtoffer voelen wordt deze kwestie niet beëindigd door weg te lopen.

Aribs voortijdig opstappen was tegen al haar oproepen aan kamerleden in omdat ze er steeds op hamerde dat kamerleden hun termijn af moeten maken. Arib doet nu wat ze anderen verweet.

Bergkamp die niet goed is in het handhaven van de orde in debatten heeft zoals blijkt niks met de kwestie Arib te maken. Dat probeerde Arib er van te maken. Als afleiding voor een onderzoek naar haar eigen fouten.

Rechtse media sprongen gretig op deze kwestie en volgden de agenda van Arib. Simpelweg omdat ze garen kunnen spinnen bij een tweestrijd Arib-Bergkamp. Ze hebben immers een bloedhekel aan D66. Dat gaat niet meer om Arib of Bergkamp, maar om het bashen van links en centrum.

Ook de oppositie links (SP, PvdD) en rechts (BBB, Omtzigt) van de PvdA nam de talking points van Arib over en viel onder verwijzing naar het opkomen voor de democratie in een brief Bergkamp aan.

De absurditeit én de aanval op Bergkamp is goed te zien in onderstaande tweet. Voormalig VVD-kamerlid Ton Elias roept godbetert op om Kees van der Staaij Kamervoorzitter te maken. Deze steile conservatieve christen is notabene lid van de SGP dat van Nederland een theocratie wil maken.

Tweet van NPO Radio 1, 30 september 2022.

Zoals de commentator in het fragment van WNL zegt over Arib: ‘ze oogstte de afgelopen dagen wat lof van verschillende kanten, maar nu klinken er ook andere geluiden door zoals van de ambtenaren in de kamer’.

Arjen Lubach verwoordde in zijn show van 3 oktober 2022 dat ‘andere geluid’ in een item over Arib. Hij stript de afleidingen van deze kwestie waarachter Arib het probeerde te verbergen en toont dat rechts de kwestie voor eigen doeleinden kaapt. Het andere geluid stelt het onderzoek naar Aribs grensoverschrijdend gedrag als Kamervoorzitter centraal. Dat past in een democratie waarin niemand boven de wet staat. Ook Khadija Arib niet.

Met haar gambiet heeft Arib zich binnen een week mat gezet. De rechtse pers pruttelt nog door in de hunkering naar Bergkamps scalp en het verdacht maken van de centrumpolitiek. Duidelijk is dat de kwestie Arib over meer gaat dan de kwestie Arib. Het is een kapstok voor het eigen ongenoegen. Wat daar zoal hangt, zegt vooral iets over dat ongenoegen.

GeenStijl: ‘CHAOS IN TWEEDE KAMER – Kabinet loopt weg bij complotgewauwel BAUDET’

FvD van Thierry Baudet was vandaag tijdens de Algemene Beschouwingen in de Tweede Kamer de enige politieke partij die ondubbelzinnig Poetin en zijn invasie van Oekraïne steunde. Baudets adviseur John Laughland ontkent geen verlengstuk van het Kremlin te zijn. Maar er zijn aanwijzingen om dat wel te veronderstellen.

Baudet heeft recht op zijn mening, maar maakt het persoonlijk door zijn pijlen op vice-premier Kaag te richten. Dat mag niet. Ook na een waarschuwing van de Kamervoorzitter wauwelt hij verder, om het in de woorden van GeenStijl te zeggen.

Daarop schorst Kamervoorzitter Bergkamp het debat, nadat het kabinet was weggelopen. Kaag laat Baudets suggestie dat ze een spion is omdat ze aan het zogenaamde ‘spionnen-college’, zoals Baudet zegt, St. Anthony’s College in Oxford heeft gestudeerd niet over haar kant gaan. Ze verlaat de kamer, gevolgd door alle andere kabinetsleden.

Het beschimpen van Kaag via schuld door associatie is flinterdun. Maar waarschijnlijk voldoende en exact de bedoeling van FvD om er fragmenten voor filmpjes op sociale media uit te peuren. Missie geslaagd. Baudet ziet de Tweede Kamer niet als plek om serieuze oppositie tegen het kabinet te voeren, maar als plek om de eigen publiciteit te voeden. En als hij aanwezig is speelt hij graag de paljas.

Hoe moeten we deze episode nu inschatten? Vooral als een blamage voor het Nederlandse parlement. Baudet laat zich kennen als een politicus die hij het niet meer weet en de weg kwijt is. Dat geeft hij zelf toe. Het is niet dat Baudet de waarheid zegt die hij ‘van de elite’ niet mag zeggen en waar hij tot zijn onnoemelijk chagrijn niet tot toegelaten is.

Baudet handelt in persoonlijke aanvallen omdat politieke soap hem het meeste publiciteit oplevert. Daarbij kost het weinig voorbereiding en huiswerk. Drama en emotie zijn de middelen waarmee Baudet in het parlement opereert. Een politicus is hij nooit geweest en heeft hij ook nooit in zichzelf gezien. We moeten ons afvragen of hij een verdienstelijk toneelspeler is.

VOLT manoeuvreert zich in een Catch-22 situatie in de kwestie Nilüfer Gündoğan

Schermafbeelding van deel verklaringVolt schorst Kamerlid Gündoğan: vragen en antwoorden‘ op site van Volt Nederland van 14 februari 2022.

Je zou er bijna een gecombineerde actie van D66 en radicaal-rechts in zien om Volt-kamerlid Nilüfer Gündoğan te schorsen. Dat heeft het bestuur van Volt op z’n ongelukkige manier gedaan dat het ermee vooral in eigen voet schiet. Hoe kunnen kiezers vertrouwen hebben in een partij die zo handelt? De concurrenten van Volt spinnen er garen bij. De rechtse pers smult.

Tegelijk ondermijnt deze schorsing het vertrouwen in de landelijke politiek omdat het voedsel geeft aan complotdenkers die de centrumpolitiek het liefst tot de grond toe willen afbreken. Volt helpt hen daarbij een handje.

Neem de volgende zinnen in een verklaring van 14 februari 2022 van Volt over deze kwestie: ‘In dit onderzoek werd duidelijk dat melders zich onveilig voelen, omdat zij als fractielid ten opzichte van hen een machtspositie heeft. Nadat het bureau vanwege de aard van de meldingen had aangegeven het onderzoek uit te breiden, besloten wij om Nilüfer Gündoğan als fractielid te schorsen‘.

De hele samenleving bestaat uit een sociaal en economisch netwerk van machtsposities. De vader, de moeder, de onderwijzer, de leraar, de politieagent, de sergeant, de baas, de burgemeester, de bankier, de schuldsaneerder, de huisarts, de museumdirecteur, de minister, de cursusleider.

Noem maar op, machtsposities vormen de orde, Machtsposities schragen de samenleving. Daarom klinkt het verwijt van Volt niet sterk dat kamerlid Nilüfer Gündoğan een machtspositie heeft. Tja, uiteraard heeft een kamerlid een machtspositie. Wat is daar bijzonder aan?

Als Nilüfer Gündoğan wordt vervangen door een ander kamerlid, dan heeft dat nieuwe kamerlid ook een machtspositie tegenover de vrijwilligers en medewerkers van de partij. Er verandert niets.

In de verklaring gebruikt Volt een cirkelredenering. Die komt op het volgende neer: ‘Omdat het bureau aangeeft het onderzoek uit te breiden vanwege de aard van de meldingen besloot Volt om Gündoğan te schorsen’. Dat is niet specifiek en algemeen. Het kan over elke persoon in elk onderzoek gezegd worden. Wat de aard van de meldingen zijn maakt Volt niet duidelijk. Door tegenstrijdigheden die met elkaar strijdig zijn heeft Volt zich in een Catch-22 situatie gemanoeuvreerd.

Schermafbeelding van deel berichtVolt-Kamerlid Gündogan houdt zetel, ook als sprake is van ongewenst gedrag‘ op Nu.nl, 15 februari 2022.

Het kan best dat Nilüfer Gündoğan een bitch, een kreng, een serpent is die gedrag vertoont dat een naaste medewerker verlamt of als bedreigend ervaart. Dat komt voor bij mensen in machtsposities die niet goed met die macht weten om te gaan. Maar dan moet dit gedrag wel aangetoond worden.

Voor een organisatie is het oorbaar om betreffende persoon die misbruik van de machtspositie maakt eerst intern te waarschuwen. Die stap is blijkbaar overgeslagen. Gündoğan wordt nu publiekelijk beschadigd zonder dat ze zich kan verweren.

De paradox is dat nu vooral de partij die haar op een zijspoor probeert te zetten beschadigd wordt: Volt. Dat lijkt geen gemenigheid, maar naïviteit en onbeholpenheid. Een politieke partij die deze zelfbeschadiging niet vooraf voorziet, manoeuvreert zich in een verloren positie. Dat geeft te denken over het leiderschap van Volt.

Het is zaak voor een politieke partij die continu voor het voetlicht van de publiciteit optreedt om onregelmatigheden tijdig te signaleren, intern te benoemen en op te lossen zonder dat het onbeheersbaar wordt. Daar is Volt tot nu toe niet in geslaagd.

Baudet praat nog steeds onzin over Oekraïne. Zelfs als stoorzender valt hij niet serieus te nemen

Schermafbeelding van deel artikelFilmpje! Thierry Baudet over Oekraïne en Rusland: ‘Oorlog? Een rookgordijn voor revolutionaire agenda’ van Michael van der Galien op DDS, 4 februari 2022.

Fracties in de Tweede Kamer hebben specialisten die verantwoordelijk zijn voor bepaalde dossiers. Zo kunnen ze zich specialiseren en het beleid in de sectoren die in hun portefeuille zitten bijhouden. Bijvoorbeeld internationale betrekkingen en buitenlandse zaken. Zo zit Simone Kerseboom namens FvD in de vaste kamercommissie Buitenlandse Zaken. Geopolitiek lijkt niet haar expertise. Kamervragen stelt ze hoofdzakelijk over aan COVID-19 gerelateerde aspecten. 

Thierry Baudet is lid van geen enkele vaste kamercommissie. Het is onduidelijk waarom dat zo is. Vermoedelijk schiet Baudet liever vanuit de heup buiten de kamer. Van Baudet bestaat het idee dat hij zijn kamerwerk niet serieus neemt omdat hij de Tweede Kamer niet serieus neemt. Volgens hem immers een nepparlement. Dus waarom zou hij in een nepcommissie gaan zitten? 

De mediastrategie van Baudet is om zich hoofdzakelijk via eigen sociale media te uiten. De reden is duidelijk, dan krijgt hij geen tegenspraak. Baudet gaat het debat uit de weg. Hij gebruikt zijn optredens in de kamer niet om daar invloed uit te oefenen, maar om door te plakken en knippen in filmpjes die van zijn optredens worden gemaakt de beeldvorming over hem en zijn partij te sturen. 

Die Alleingang is een strategie die tot op zekere hoogte werkt. Ermee spreekt hij mensen in het land aan die ontvankelijk zijn voor kritiek op de regering, de Nederlandse overheid, de EU, de Navo of op het leven zelf. Hiermee geeft FvD met haar 5 zetels wel de poging op om invloed uit te oefenen. Door coalities te smeden en meerderheden te zoeken voor kernpunten van de partij. Dat streven is FvD voorbij. 

Naast de mediastrategie komt dat voort uit de gebrekkige organisatie van FvD en de radicalisering waarmee de partij sinds enkele jaren in de Tweede Kamer de meest extremistische partij is geworden. De partij neemt zulke extreme standpunten in dat het niet alleen de democratie en de nationale rechtsstaat voorbij is, maar ook dat het geen medestanders voor eigen standpunten kan vinden. Op incidenteel de PVV na dat weliswaar radicale standpunten inneemt over islam, immigratie en integratie, maar op andere onderwerpen in tegenstelling tot FvD binnen de contouren van democratie en rechtsstaat blijft.  

Al eerder was duidelijk dat Baudet geen verstand heeft van Oekraïne en Rusland-politiek. Hij kent zijn feiten niet en slingert uitsluitend ongefundeerde meningen de publiciteit in om er met knippen en plakken een filmpje op de eigen sociale media mee te kunnen maken. Een hoger doel heeft hij niet.

In een commentaar van november 2015 schreef ik het volgende: ‘Het is eerbaar dat Baudet zich verzet tegen de supranationale EU die volgens hem niet verenigbaar is met de natiestaat. Maar dat hij vervolgens allerlei onwaarheden over Oekraïne debiteert om zijn gelijk te halen, maakt hem ongeloofwaardig. Baudet zou zich beter uitspreken over zaken waarvan hij verstand heeft. De EU verdient wel wat impulsen om te hervormen. Over Oekraïne vertelt hij vooral onzin. Dat zand in de machine gooien is waarschijnlijk ontzettend aardig voor de achterban van Baudet, maar een waarheid is er niet mee gediend‘.

Ook bij het huidige conflict met oplopende spanningen aan de grenzen van Oekraïne door Russische troepenopbouw geeft Baudet duidelijk te kennen dat hij de feiten laat volgen uit zijn mening, en niet andersom.

Stel je voor dat Duitsland voorjaar 1940 136.000 militairen aan de Nederlandse grens had verzameld en een Nederlands kamerlid zou zeggen dat Nederland dat haar grondgebied verdedigde de agressor was en Europa aan de rand van oorlog bracht? Zou volgens die logica Nederland zich niet mogen verdedigen tegen een dreigende invasie? Volgens Baudet niet.

Het is niet alleen dat Baudet anderen tegenspreekt, maar hij spreekt ook voortdurend zichzelf tegen. Hij verandert continu van mening over allerlei onderwerpen. Baudet laat zich sturen als een strandbal op de golven. Naargelang de wind en de stroming dobbert hij dan weer de ene en dan weer de andere kant uit. Maar zijn stellingname over EU en de Russische Federatie is consistent. In Baudets visie moet de EU worden verzwakt en de Russische Federatie als grote tegenstrever van de EU worden gesteund. 

Het is ongepast dat parlementariërs zich bezighouden met de binnenlandse politiek van andere landen. Maar het is niet alleen ongepast als Baudet Oekraïne ‘met klem adviseert’ om een neutrale staat te worden als Finland en Oostenrijk, het is om meerdere redenen onzin om dat te beweren. Want president Poetin wil niet dat Oekraïne een neutrale staat of bufferstaat wordt, hij probeert door militaire dreiging, intimidatie en ondermijning de volledige zeggenschap over dat land te krijgen. Voor minder gaat hij niet.

De vergelijking met het kleine Finland dat in tegenstelling tot Oekraïne geen deel uitmaakt van de Russische wereld, ofwel Russkiy mir getuigt van gebrek aan historisch besef en realiteitszin. Finland en Oostenrijk zijn trouwens niet neutraal, maar op het Westen gericht en lid van de EU. Dus ook in dat opzicht slaat Baudet de plank mis. 

Baudet heeft zich al eerder laten kennen als een imitator van oud-president Trump. Maar terwijl over Trump uit gelekte interne berichten steeds duidelijker wordt dat hij de complottheorieën over vervalste verkiezingen (‘The Big Lie’) en COVID-19 zelf niet gelooft, maar alleen om politieke redenen gebruikt om zijn medestanders en partij in de greep te houden is het van Baudet nog niet zo duidelijk of hij gelooft in de complottheorieën die hij verkondigt.

Uit de media kan Baudet weten dat de door Trump benoemde Republikein Chris Krebs die verantwoordelijk was voor het verloop en de digitale beveiliging van de presidentsverkiezingen van 2020 verklaarde dat zijn land nog nooit zulke veilige verkiezingen had gekend. Maar Baudet beweert blijkbaar graag het omgekeerde omdat hij denkt met een dwarse mening electoraal te kunnen scoren. Ook als dat ten koste van de feiten gaat.

Baudet kletst uit zijn nek over onderwerpen waar hij geen verstand van heeft. Het leidt tot niets omdat hij dat zo potsierlijk doet dat alleen extremistische hardliners die toch al op zijn lijn zitten hem daarin volgen. Baudet heeft zich buiten de hoofdstroom van de Nederlandse politiek gemanoeuvreerd. Hij valt zelfs niet meer serieus te nemen als stoorzender. Radicaal-rechtse media als DDS apen hem na. Maar ook dat blijft preken voor eigen parochie.

Baudet is de spookrijder van de Nederlandse politiek. Hij blijft beweren dat iedereen het bij het verkeerde eind heeft en hij de enige aan de goede kant van de weg is. Dat grenst aan zelfoverschatting, narcisme en gebrek aan interesse voor het politieke handwerk. Baudet blijft eerder voer voor psychologen, dan voor politicologen of buitenlandexperts.

De stille dood van het kunstbeleid. Waarom haalt de politiek de begrippen kunst en cultuur mentaal, beleidsmatig en budgettair niet uit elkaar?

Paragraaf ‘Cultuur‘ als standpunt van de VVD.

I. Robbert Dijkgraaf is de beoogde minister van OCW. Het ligt in de rede dat zijn beleidsterreinen Hoger Onderwijs, Wetenschap en Wetenschappelijk Onderzoek zullen zijn. Maar de verdeling van de beleidsterreinen op dit departement zijn nog niet bekend. 

Daarnaast komen er op dit departement een minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs en een staatssecretaris Cultuur en Media. Die laatste functie wordt opnieuw ingevoerd (na Aad Nuis, Rick van der Ploeg, Cees van Leeuwen, Medy van der Laan) nadat die in 2007 was afgeschaft. Het is dus niet waarschijnlijk dat Dijkgraaf de eerst verantwoordelijke bewindspersoon voor Cultuur wordt. 

Interessanter is de vraag of D66 een kunstenaar tot staatssecretaris Cultuur en Media maakt. 

II. Het is verhullend om bij dit staatssecretariaat over Cultuur te praten terwijl Kunst wordt bedoeld. Cultuur omvat het bloemencorso, het carnaval, de braderie, het buurtfeest, het oliebollenkraam, de lokale sportwedstrijd en allerlei verbindende aspecten in de samenleving.

Kunst heeft andere functies, doelen en bestaansredenen dan Cultuur, hoewel er overlap bestaat. Waarom blijft de politiek zo aan de verhullende paraplu-term Cultuur hangen? Wat is de logica daarvoor? Waarom maakt de politiek geen knip tussen Kunst en Cultuur? Nu wordt Kunst achter of in de Cultuur verstopt. Ook budgettair. 

Het zou duidelijker zijn voor zowel Kunst als Cultuur om ze ‘mentaal’ en beleidsmatig te scheiden en bij verschillende departementen onder te brengen zoals dat trouwens voorheen het geval was.

Dan zouden we weer kunnen spreken over een Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen zoals dat van 1918 tot 1965 bestond en een Ministerie van Cultuur, Recreatie, Identiteit en Maatschappelijk Werk (CRIM) zoals dat in de voorganger CRM van 1965 tot 1982 bestond. 

Het is interessant voor auteurs, onderzoekers en kritische geesten om te beredeneren wat de sociale en politieke overwegingen waren in de jaren 1960 tot 1980 om Kunst en Cultuur op een hoop te gooien. En wat de politieke en sociale overwegingen zijn in 2021/2022 om die hoop te laten bestaan.

III. De VVD is de kwade genius van het kunstbeleid. Al in de jaren 1950 spraken vertegenwoordigers van de VVD neerbuigend over kunst. VVD-kamerlid Thierry Aartsen zette deze traditie binnen deze partij voort en had vanaf 2018 cultuur (o.a. Erfgoedinspectie, Bibliotheek en letterenbeleid, monumenten), Media, Arbeidsomstandigheden, Inspectie & toezicht in zijn portefeuille.

Wat de VVD onder ‘Cultuur’ of ‘Kunst’ verstaat wordt uit bovenstaande cultuurparagraaf niet duidelijk. Van een politieke partij die dat onderscheid niet maakt en beide begrippen door elkaar heen gebruikt valt te vrezen dat het niet wil dat wij weten wat het verschil tussen kunst en cultuur is. Het is waarschijnlijk dat de VVD om politieke redenen bewust beide begrippen door elkaar heen gebruikt om onduidelijkheid te zaaien en de Kunst te knechten.

Zo is het volstrekt onbegrijpelijk wat er in de tweede alinea staat. De zinnen hangen als los zand aan elkaar zonder dat er een oorzakelijk verband tussen bestaat: ‘Wij vinden dat kunst en cultuur toegankelijk horen te zijn voor iedereen. Subsidies moeten dus niet alleen naar Amsterdam gaan, maar verspreid worden over het hele land. De overheid stelt zich daarbij neutraal op, want volkscultuur is ook cultuur. Zo kunnen bijvoorbeeld festivals ook in aanmerking komen voor subsidie‘. Wat is het verband tussen een neutrale overheid die overigens per definitie niet bestaat en volkscultuur? Bedoelt de VVD met cultuur (=kunst) en met volkscultuur (= cultuur)? Want cultuur is altijd volkscultuur. Hoe dan ook zorgt de VVD in deze cultuurparagraaf voor onduidelijkheid en goochelt het met de begrippen Kunst en Cultuur die het verhullend gebruikt.

IV. Cultuur is de weerslag van de samenleving. De waarde van kunst is dat het zich deels ontworsteld heeft aan de macht, weerstand biedt aan onderwerping en haaks op de samenleving staat. Het heeft voor kunstenaars die de kunst instromen een vrijplaats bevochten.

Kunstenaars staan niet zozeer op de schouders van een traditie zoals in de Renaissance over de Grieken werd gezegd, maar op de schouders van een toevallige bundeling van omstandigheden die lang geleden genoeg opgestart is om nu stand te kunnen houden. Of af te worden gebroken door de politiek.

Dat tekent de paradox van kunst die cultuur niet heeft. Kunst moet ver genoeg van politieke en maatschappelijke krachten blijven om er vrij en onbevreesd op te kunnen spiegelen, maar moet ook weer niet te veel afstand nemen om ‘voor eigen bestwil’ in een reservaat te eindigen. Kunst valt op te vatten als aanscherping en verbijzondering van cultuur. Het verbindende aspect is bijkomend in kunst. Door kunst ook dat aspect toe te meten wordt kunst een functie opgelegd die er niet de kern van is, maar er om oneigenlijke, politieke redenen opgeplakt wordt.

V. Wat de VVD met kunst wil wordt uit de beschrijving duidelijk. De VVD gunt het kunst niet om een vrijplaats te zijn. De VVD wil die vrijplaats afbreken. De VVD wil kunst maken tot weerslag van de samenleving, goochelt daarom met de begrippen kunst en cultuur, en zaait bewust verwarring. De VVD heeft in de cultuurparagraaf niet het lef om kunst frontaal aan te vallen, maar probeert de functies en doelen ervan slinks te smoren in begripsverwarring. Namelijk door kunst te vervangen door het bredere en met de samenleving samenvallende begrip cultuur. Zodat kunst van scherpte en autonomie ontdaan wordt.

Zo is de missie van de VVD geslaagd, zonder dat we doorhebben dat de kunst in het beleid doelbewust van haar scherpte wordt ontdaan. Een progressieve partij als D66 vindt het vermoedelijk op dit moment niet de moeite waard of mist de macht om daar tegenin te gaan en een speciale positie voor Kunst op te eisen. Zo wordt Kunst indirect getemd en vervangen door en verborgen achter het begrip Cultuur. Noodgedwongen neemt D66 genoegen met een staatssecretaris van Cultuur.

VI. Wat ooit als emancipatiebeweging in de jaren 1960 begon is 50 jaar later geëindigd in een wisseltruc waardoor de Kunst verdwijnt. Zonder dat iemand het merkt en er een punt van maakt. Dat is de stille dood van het kunstbeleid. Maar taal doet ertoe. Het is de hoogste tijd om ons er bewust van te worden en er iets aan te veranderen. Laat dat onze garantie voor de toekomst zijn.

Moties roepen op om geen diplomatieke afvaardiging naar WK Voetbal Qatar en Winterspelen China te sturen. Regering weigert en kiest stelling tegenover kamer

Schermafbeelding van deel artikelKabinet ziet boycot van WK voetbal in Qatar niet zitten‘ in De Telegraaf, 18 november 2021.

De regering-Biden overweegt om vanwege de mensenrechten geen diplomatieke afvaardiging naar de komende Olympische Winterspelen in China te sturen. Aldus een bericht van Politico van 18 november 2021. Dit speelt tegen de achtergrond van een relatie tussen de VS en China die tijdens de regering Trump verslechterd is. De Winterspelen vinden vanaf 4 februari 2022 plaats in Peking.

De regering Biden spreekt over ‘de genocide op religieuze minderheden in Xinjiang’. Het Canadese Lagerhuis steunde in februari 2021 een motie die zegt dat de behandeling van de Oeigoeren genocide is. De Nederlandse regering noemde het toen geen genocide, maar ‘grootschalige mensenrechtenschendingen tegen Oeigoeren‘.

Dat zou Nederland ook kunnen doen door geen ministers, premier of staatshoofd die deel van de regering uitmaakt te sturen naar de Winterspelen in China.

Hetzelfde is een optie voor het WK Voetbal in Qatar. Wel sporters sturen, maar geen diplomatieke afvaardiging namens Nederland. In februari 2021 nam een meerderheid van de Tweede Kamer een motie van SP-Kamerlid Sadet Karabulut aan met alleen VVD, CDA en FVD tegen die oproept om geen diplomatieke afvaardiging naar Qatar te sturen, aldus een bericht in De Telegraaf. Het gaat niet om een boycot, want dan zou Nederland geen sporters sturen, maar om het niet sturen van een diplomatieke afvaardiging.

In antwoord op een vervolgmotie van maart 2021 antwoordde het kabinet op 21 mei 2021 dat dit nog niet aan de orde was omdat Nederland zich nog niet had gekwalificeerd en dat pas in november 2021 duidelijk werd. Welnu, deze week heeft het Nederlandse elftal zich door een zege op Noorwegen geplaatst voor het WK in Qatar.

De schendingen van de mensenrechten in China zijn veel groter dan in Qatar en vinden op industriële schaal. Van de andere kant is de economische en politieke macht van China groter dan van Qatar.

Pas op 18 november 2021 dienden D66, GL en CU een motie in die de regering oproept om vanwege de mensenrechten geen diplomatieke afvaardiging naar de Winterspelen in China te sturen. Beide moties lijken samen te hangen.

Motie van het lid Sjoerdsma c.s. over geen regeringsafvaardiging naar de Olympische Winterspelen sturen. Ingediend 18 november 2021.

Of de motie van Sjoerdsma c.s. over China wordt aangenomen staat nog niet vast, maar is wel waarschijnlijk. Dan is het echter nog niet zeker of de regering die motie uitvoert. Het weigert evenmin de motie van Sadet Karabulut over Qatar uit te voeren. Toenmalig minister van Buitenlandse Zaken Stef Blok kondigde dat in zijn antwoord van mei 2021 aan.

Dit is des te merkwaardiger omdat het over het functioneren van de regering gaat en de grenzen die daar aan gesteld worden door de Kamer. Het Kamer heeft daarover het laatste woord, maar de demissionaire minister van Buitenlandse Zaken Ben Knapen (CDA) legt in navolging van Blok en na plaatsing van het Nederlands elftal de motie Karabulut naast zich neer en noemt volgen het bericht in De Telegraaf het uitvoeren ervan een symbolisch gebaar. Dat gaat dus over moderne slavernij van arbeidsmigranten. Hij verantwoordt dat zo: ‘Ik vind het te kort door de bocht om nu als een soort protestgebaar te zeggen, ‘we blijven weg’.

Dat is op zijn beurt te kort door de bocht van minister Knapen. Hij geeft zowel een verkeerde beschrijving van de situatie in Qatar als een misleidende beschrijving van de motie Karabulut. Die roept niet op dat ‘we‘ wegblijven, maar ‘geen afvaardiging van de regering te sturen naar het WK in Qatar en hierover in overleg te gaan met andere landen‘. De motie roept niet op dat de sporters wegblijven.

SP-Kamerlid Jasper van Dijk vindt het naast zich neerleggen van de motie Karabulut schoffering van de Tweede Kamer. Van Dijk: ‘Het zou zeer ongepast zijn als onze koning gezellig in een skybox gaat staan borrelen met de autoriteiten van Qatar. Zo lang werknemers worden uitgebuit moeten we dat voorkomen.’

Dat is een echo en voorafschaduwing van de kritiek die koning Willem-Alexander in februari 2014 kreeg toen hij tegen alle protesten in vanwege de schending van de homorechten door het Kremlin van het kabinet de Winterspelen in Sochi mocht bezoeken en met president Poetin een biertje dronk. Anders landen schaalden toen hun diplomatieke afvaardiging af, maar Nederland weigerde dat. Het RD formuleerde dat toen in een subliem redactioneel zo: ‘Het gedrag van onze koning in Sotsji was niet wijs en niet waardig‘. De kans bestaat dat de koning dat in Qatar of Peking herhaalt.

Om koning Willem-Alexander tegen zijn eigen hysterie te beschermen is het alleen al gewenst om de beide moties over Qatar en China (mits die aangenomen wordt) uit te voeren. Zodat hij zich niet net als in Sochi 2014 opnieuw aan kan stellen als een kleine jongen en controversiële bestuurders van het ontvangende land legitimeert door ze te ontmoeten en een persmoment te gunnen voor hun propaganda. Dat komt naast de afkeuring over de behandeling van minderheden en arbeidsmigranten en de toepassing van de mensenrechten in beide landen.

Het kabinet doet er verstandig aan om in Europees verband te opereren en steun te zoeken voor het niet sturen van een diplomatieke afvaardiging naar de Winterspelen in China en het Wereldkampioenschap Voetbal in Qatar. Het gaat om de sport en daarom is het gewenst dat sporters en sportbestuurders de aandacht krijgen zonder dat een staatshoofd, premier of minister daar pontificaal voor gaat staan.

Er zijn voldoende mogelijkheden, plekken en gremia om de diplomatieke relaties met beide landen te onderhouden. Dat hoeft niet tijdens een sporttoernooi te gebeuren. Minister Knapen mist de essentie als hij zegt dat het wegblijven van de regering een symbolisch gebaar is. Het is andersom, de diplomatieke afvaardiging naar zo’n sporttoernooi is een symbolisch gebaar.

Petitie ‘Vrijspraak voor Julian Assange’ is gedateerd en onvolledig

Schermafbeelding van deel petitieVrijspraak voor Julian Assange‘ van Robert Bos op Petities.nl.

Ik ben het oneens met de petitie Vrijspraak voor Julian Assange. Ik vind dat de onderbouwing niet klopt en het uitgangspunt van de petitie fout is dat Assange een journalist is.

Wat de petitie vergeet is dat Julian Assange een ontwikkeling heeft doorgemaakt. Wat is er sinds 2012 veranderd? Het lijkt er sterk op dat Assange is geradicaliseerd. Wie hem op en gegeven moment hartstochtelijk verdedigden zijn daar een aanwijzing voor: complotdenker Alex Jones van Infowars, Sean Hannity van Fox News, UKIP-voorman en Brexiteer Nigel Farage en de Russische propagandazender RT. Dat is niet een gezelschap dat zweert bij democratie en rechtsstaat, maar juist het standpunt ondersteunt dat ‘media de vijand van de staat’ zijn. Dat roept de vraag op of Assange zelf wel een journalist is zoals hij claimt.

Over Assange bestaat sinds midden 2013 de controverse of hij een agent van Russische inlichtingendiensten is. Op zijn minst bestaat de verdenking dat hij er nauw mee heeft samengewerkt in de presidentscampagne van 2016 die Trump het presidentschap bracht. Roger Stone zou de tussenpersoon tussen het Kremlin en Trumps campagneteam zijn geweest.

Noam Chomsky geloofde in een gesprek met BBC’s Newsnight van mei 2017 niet dat aanklachten tegen Assange wegens een Zweedse verkrachtingszaak hout sneden. Daar heeft hij vermoedelijk gelijk in. In vele commentaren is in de jaren 2012-2014 op dit blog een lans gebroken voor Assange, zoals hier. Mijn toenmalige pro-Assange opstelling resulteerde in 2012 zelfs in kamervragen. Maar toen moest de Trump campagne en de Russische beïnvloeding via sociale media nog komen. Daarom is het perspectief van die Zweedse zaak niet actueel.

De vraag is hoe Assange beoordeeld moet worden. Is hij een journalist, een politieke activist of een ingelijfde medewerker van een ‘buitenlandse’ inlichtingendienst? En wat betekent dat dan voor zijn juridische positie?

Het heeft ermee te maken waar men de grens van de weerbare democratie legt. Bij gebleken of dreigende ondermijning is het aanvaardbaar dat counterintelligence diensten actie ondernemen om dat te beëindigen. Ze zijn immers bezig hun eigen democratie te beschermen. Dus als Assange deel van een operatie is om de Amerikaanse democratie en het electorale systeem te ondermijnen, dan kan hij verwachten dat er tegen hem wordt opgetreden door de zich aangevallen voelende instituties. 

Wat als achteraf blijkt dat hij eerst (zeg van 2010 – 2013) binnen de democratische spelregels een rol speelde die toentertijd in de Amerikaanse propaganda verkeerd werd voorgesteld als ondermijnend? De financieel-economische blokkade van WikiLeaks via druk van de regering Obama op PayPal en andere bedrijven maakte Assange afhankelijk van externe steun. Terwijl zijn steun daarvoor van kleine donoren kwam.

Wat als Assange uiteindelijk daadwerkelijk de ondemocratische, ondermijnende rol ging spelen die hem daarvoor abusievelijk door de Amerikaanse regering was toegekend? Waarbij zijn psyche door de omstandigheden pathologische trekjes ging vertonen en de self fulfilling prophecy uitkwam. Kan die omslag nog gereconstrueerd worden? 

Wie is er dan het meest schuldig, Assange, de Amerikaanse regering of de Russen die hem tegen de VS hebben opgezet? Of is dat gedeelde schuld?

John Schindler wees er in 2013 in een analyse op dat WikiLeaks via Israel Shamir waarschijnlijk geïnfiltreerd was door de Russische inlichtendienst. Dat verklaarde de opstelling van Wikileaks in de campagne van 2016 die volledig in lijn was met de opstelling van het Kremlin. De ‘progressieve’ Assange kwalificeerde tijdens de campagne de Democratische Hillary Clinton als kwalijker dan de Republikeinse Donald Trump. Daarmee probeerde Assange progressieve Democratische, pro-Bernie Sanders kiezers te ontmoedigen om te gaan stemmen. Achteraf kan dat alleen maar begrepen worden vanuit het idee van een georkestreerde campagne om verschillende doelgroepen in de richting van Trump en weg van de Democraten te laten bewegen.

Verdient Assange juridische bescherming of heeft hij door vanaf 2013/2014 samen te spannen met het Kremlin zijn rechten verspeeld? Hoe dan ook is hij afgelopen 8 jaar door zijn activistische opstelling en handelswijze terechtgekomen in het kruisvuur tussen Kremlin en Witte Huis.

De internationale petitieDefend press freedom, defend Julian Assange‘ uit 2019 heeft drie gebreken. 1) Niet alle steunverklaringen zijn recent en sommige ervan gaan terug tot voor 2013/2014 toen Assange nog opereerde als journalist. Dat gaat voorbij aan zijn latere politieke verandering en radicalisering. 2) De supporters eisen niet allen hetzelfde. De een vraagt erom om Assange niet uit te leveren aan de VS, de ander vraagt om vrijlating. 3) De toon van de meeste steunverklaringen is een anti-Trump sentiment dat een pro-Assange opstelling grotendeels lijkt te bepalen. Acht maanden presidentschap van Joe Biden heeft de opstelling van de VS niet veranderd.

Als Assange in een kerker in Virginia verdwijnt, waar het trouwens nog niet naar uitziet, dan kan op zijn minst worden gezegd dat hij door zijn pro-Kremlin opstelling de Amerikanen alle munitie heeft gegeven om hem in handen te krijgen. Assange verdient het om berecht te worden voor zijn daden, maar een eerlijk proces zit er vermoedelijk niet in. Wie hoog spel speelt en verliest, heeft blijkbaar dat recht verspeeld. Dat is de harde praktijk van de strijd tussen landen. Wie niet oppast wordt daarin vermalen. Assange heeft hoog spel gespeeld en verloren. Dat kan hij alleen zichzelf verwijten.

De petitie ‘Vrijspraak voor Julian Assange’ slaat de plank mis door uit te gaan van de aanname dat Julian Assange een journalist is. Of hij een goede journalist was wat de petitie claimt is een aanname binnen een aanname. Van Assange kan aan de hand van de feiten gezegd worden dat hij tot 2013/2014 functioneerde als journalist, maar daarna niet meer.

Het is ondanks alle bovenstaande overwegingen toch begrijpelijk dat organisaties op het gebied van journalistiek en mensenrechten het opnemen voor Assange. Zeker tegen de achtergrond van boeman Trump die in 2019 het grotere kwaad was. Maar onbegrijpelijk is dat ze daarbij de draai die Assange in 2013/2014 gemaakt heeft niet noemen en zich uitsluitend richten op de eerdere periode. Ze eisen een zorgvuldige en schappelijk behandeling van Assange, maar onderbouwen hun eis zelf niet zorgvuldig en schappelijk. Daarmee beschadigen ze vooral hun eigen geloofwaardigheid en uiteindelijk ook Assange’s zaak door zo aantoonbaar eenzijdig te zijn en niet zijn negatieve kanten te noemen.

Malaise in alle politieke partijen van Nederland

Person wearing a mask made by W.T. Benda, 1925. Collectie: Library of Congress.

Hoe kan het toch dat de Nederlandse politieke partijen hun potentieel niet benutten en het zo slecht doen? Zowel in strategisch als organisatorisch opzicht. Wat is er aan de hand met de Nederlandse politiek partijen? Niemand weet er nog enthousiasme voor op te brengen.

Opvallend is dat geen enkel deel van het politieke spectrum zich aan de malaise onttrekt. Links, rechts en centrum blunderen op hun eigen karakteristieke wijze. Hoe valt dat te verklaren?

Links zit zonder ideeën en bevindt zich in een geestelijk niemandsland. Maar ook strategisch opereert links onverstandig. Het vertrek van GL-kamerlid Bart Snels spreekt boekdelen. Hij was tegen hechte samenwerking of zelfs fusie met de PvdA. Snels koerste af op een kabinet VVD, D66, CDA en GL zoals Jos Heymans voor RTL Nieuws betoogt, maar kreeg hiervoor geen steun binnen zijn partij. Partijleider Jesse Klaver radicaliseerde en zette zich hiermee buitenspel.

Binnen de SP lijkt het omgekeerde te spelen. De partijleiding gaat de meer radicale elementen die lid zijn van de jongerenorganisatie ROOD of het ideeënplatform Marxistisch Forum uit de partij zetten. Niet als individuen, maar als groep. Met als gevolg dat lokale afdelingen zoals Utrecht uit elkaar dreigen te vallen. Chris Aalberts voor TPO die bekend staat als Baudet-watcher herkent in de chaos en het ondemocratisch gedrag van de partijleiding van de SP het patroon dat hij kent van FvD.

De PvdA is de partij met de minste ideeën omdat de partij gewoonweg niet weet wat de eigen identiteit is, waar het zich bevindt en welke kant het op moet gaan. Partijleider Ploumen is inspiratieloos en koos de vlucht vooruit in samenwerking met GL om een idee van daadkracht te suggereren. GL en SP hebben nog een zeker profiel in respectievelijk duurzaamheid en zorg, maar zelfs dat unieke verkooppunt mist de PvdA.

Rechts is negatief, radicaliseert en fragmenteert. FvD weet met partijleider Baudet niet te kiezen tussen het inzetten op partijpolitiek of op metapolitiek. Dat laatste betekent in navolging van het Franse en Duitse Nieuw Rechts van de jaren 1960 en 1970 het willen beïnvloeden van de cultuur en de publieke opinie zonder partijpolitieke activiteiten. De tragiek van partijleider Thierry Baudet lijkt dat hij zowel de intellectuele bagage mist om succesvol metapolitiek te bedrijven als het talent voor het politieke handwerk ontbeert. Daarom blijft hij sinds zijn Uil van Minerva-toespraak in 2019 waar hij duidelijk inzette op metapolitiek zwalken tussen de twee posities zonder dat zijn partij hem nog begrijpt en kan volgen.

De PVV is redelijk stabiel en relatief onkwetsbaar omdat het een partijorganisatie mist. Maar dat laatste wat een sterkte lijkt is tevens een zwakte omdat het een grens aan de groei stelt. In de schaduw van partijleider Geert Wilders kan niemand groeien. Hij speelt op veilig en lijkt door zijn voorzichtige aanpak minder te radicaliseren dan de andere rechtse partijen, maar Wilders’ professionalisme heeft als nadeel dat het resulteert in korte termijn denken en de partij een strategie voor de toekomst mist.

Rechtse splinters als JA21 met Joost Eerdmans en Wybren van Haga’s BVNL hebben onvoldoende aantrekkingskracht voor de kiezer. Het opportunisme van de leiders die van partij naar partij hoppen is zelfs voor de rechtse kiezer ongeloofwaardig. Types als Van Haga en Eerdmans zijn voorbeelden van baantjesjagers. Het opportunisme strookt niet met hun aanschoppen tegen de politiek omdat hun CV daar haaks op staat.

In het Centrum presteert de VVD goed dankzij de electorale aantrekkingskracht en positie van premier Mark Rutte. dat is overigens de achilleshiel van de VVD. Hoe gaat het verder na Rutte? Rutte heeft veel in moeten leveren aan statuur. De vlotheid van Rutte om zowel met links als rechts te kunnen samenwerken heeft twee nadelen. Het wordt steeds meer uitgelegd als oppervlakkigheid, gebrek aan ideeën en zelfs het ontbreken van politieke ruggengraat. Dat werd duidelijk toen in de formatie onder druk van het CDA de samenwerking met links, zonder dat het tot gesprekken kwam, werd geblokkeerd. Zo is in de beeldvorming de vlotte flexibiliteit van Rutte veranderd in stugheid.

Het CDA verkeert in chaos en in een identiteitscrisis. Een teken daarvan is dat kamerlid Pieter Omtzigt uit de partij is gestapt. Partijleider Hoekstra komt over als bekwaam, maar ook als kil, afstandelijk en weinig christelijk. Hij lijkt geen handige politicus die steun kan werven voor de standpunten van zijn partij. Is het wel zo duidelijk dat de partij naar het midden koerst en afstand heeft genomen van de rechtse koers van vorige partijleiders? De kiezersgunst toont een dramatische teruggang.

D66 had in Rob Jetten een bekwame partijleider, maar de partij wilde meer en koos voor Sigrid Kaag omdat die hoger zou kunnen stijgen. Tot en met het premierschap zoals de partij dacht. Maar Kaag is geen handige politicus en het team dat haar omringt lijkt te veel te willen. D66 denkt van zichzelf dat het groter en invloedrijker is dan het echt is. Eén goede verkiezingsuitslag is te weinig en moet niet overmoedig, maar nederig maken om het resultaat te kunnen verzilveren. Daarbij komt dat D66 een partij is die voor veel kiezers een tweede keuze is. Als de partij aan momentum verliest, dan daalt het ook gelijk flink omdat de partij geen sterk gedachtengoed heeft dat als een buffer voldoende kiezers kan vasthouden.

Inuit met masker.

Dit overzicht over links, rechts en centrum leidt tot de conclusie dat de Nederlandse politieke partijen slecht in vorm zijn en eigenlijk allen in zekere mate in een identiteitscrisis verkeren. Ze leven niet naar de kompas van hun politieke gedachtengoed of hebben dat nooit gedaan en al geruime tijd ingewisseld voor opiniepanels die de koers bepalen. Dat leidt tot een ratjetoe aan opzetjes die niet met elkaar samenhangen. Dat is niet het programma van een politieke partij die de macht wil delen om eigen ideeën te realiseren, maar het staketsel van een marketingbureau. Fragmentatie heeft geleid tot 19 partijen of afsplitsingen in de Tweede Kamer en dat leidt weer tot het hard bestrijden van concurrenten die vechten om schaarse zetels.

Als partijleiders het zelfvertrouwen missen om samen te werken en door hun partij ertoe worden gedwongen om steeds maar weer de eigen positie in de marketing te benadrukken, dan is politiek geen politiek meer, maar het zonder op adem te kunnen komen presenteren van een lege huls waarvan de inhoud ontbreekt. De schijn is het idee geworden.