Wat is het NMvW van plan met het Afrika Museum Berg en Dal tot 2025?

Schermafbeelding van deel toelichting tentoonstelling ‘Helende Kracht‘ in het Afrika Museum.

Update 22 juni 2023: Het Afrika Museum kondigt de tentoonstelling ‘In Schitterend Licht’ aan die op 30 juni 2023 opent. Een presentatie van moderne en hedendaagse kunst met als gastcconservator de Nigeriaan Azu Nwagbogu die ook verbonden is aan Buro Stedelijk in Amsterdam. Uitgangspunt is de collectie die door het Afrika Museum van de Congregatie is aangekocht. Onduidelijk is hoeveel kennis Nwagbogu van deze collectie heeft en ongenoemd blijft welke conservator van het NMvW aan deze tentoonstelling heeft meegewerkt.

De vorige tentoonstelling sloot op 21 mei 2023.. Tot wanneer ‘In Schitterend Licht’ is te zien wordt evenmin genoemd.

Wie het tentoonstellingsprogramma op de eigen NMvW-site vergelijkt van de drie musea van het NMvW (Afrika Museum Berg en Dal, Museum Volkenkunde Leiden en Tropenmuseum Amsterdam) en het tegen het NMvW aanhangende, maar niet officiële fusiepartner Wereldmuseum Rotterdam komt tot een opvallende constatering. Of een moeilijk te beantwoorden vraag.

Namelijk dat bij het Afrika Museum de laatste wisseltentoonstelling sluit op 21 mei 2023. Overigens is dat de tentoonstelling Helende Kracht die in 2019 al te zien was bij Museum Volkenkunde. Ik gaf er toen een bijtend commentaar op. Ik word niet snel kwaad, maar de onkunde en onnozelheid deden me pijn. Ik vergeleek het met kwakzalverij.

Het is verbijsterend dat vier jaar later een tentoonstelling met dezelfde titel door het NMvW in het Afrika Museum is geplaatst. Of dat met aanpassingen is doet er niet toe. Het doet denken aan de oude routine van films die na première in een premièretheater na enkele jaren in de buurtbioscoop te zien zijn. Het Afrika Museum is de buurtbioscoop van het NMvW.

Draai het perspectief om en kijk wat er niet te zien is in het Afrika Museum. Waarom vinden er geen interessante tentoonstellingen met hedendaagse activistische kunstenaars plaats? Haal ze uit de VS en Canada, Afrikaanse landen of uit Europa. Geef ze opdracht om in dialoog te gaan met de collectie. Maar dat gebeurt niet.

David Hammons’s “Oh say can you see,” from 2017, photographed at the artist’s studio in Yonkers.© David Hammons; photograph by Peter Butler for The New Yorker.

Het NMvW toont doorgaans slappe thema tentoonstellingen die in andere Nederlandse musea al beter zijn gemaakt. De reden waarom is op dit blog al meermalen gegeven: het mag van de directie van het NMvW sinds 2017 niet meer om de kunst gaan. Kunst zou besmet zijn. Koloniaal. Wit. Elitair. Te gelaagd. Met kans op een ‘verkeerde’ of complexe identiteit.

Zo ontstaat binnen de tentoonstellingen van het NMvW geen dialoog, laat staan tegenspraak. Het NMvW komt niet meer uit de eigen linksige comfortzone en roept geen tegengeluid op. Het koestert het eigen gelijk. Om met Wim Beeren te spreken: het NMvW gaat mentaal niet buiten de perken. Dat idee van achtergestelde identiteit is de enige insteek, zonder dat het echt ter discussie kan worden gesteld. Dat leidt tot saaie oppervlakkige tentoonstellingen.

De Amerikaans-Russische schrijver Vladimir Nabokov verfoeide de ideeënromans van Dostojevski. Over ‘De bezetenen‘ zei hij: ‘Je hebt het gevoel dat hij zijn personages niet fysiek voor zich ziet, dat het maar marionetten zijn, merkwaardige, fascinerende marionetten die worden meegevoerd in de voortgaande stroom van ideeën van de auteur‘. Welnu, het NMvW is een ideeënmuseum waar het niet om de kunstobjecten gaat, maar om de ideeën alleen.

Het lijkt alsof het NMvW een leertraject om ideeën uit te werken is geworden voor tot nu toe achtergestelde groepen die een kans krijgen. Prima, maar een museum dat jaarlijks meer dan 18 miljoen euro overheidssubsidie verteert moet meer zijn dan een stageplaats, goede bedoelingen en ideeën. De museale lat ligt te laag. Dat heeft sinds 2017 ongestoord kunnen groeien omdat er geen echt toezicht of controle is op het museale beleid.

De concrete vraag is waarom het programma van wisseltentoonstellingen van het Afrika Museum volgens eigen informatie van het NMvW stopt op 21 mei 2023. Volkenkunde loopt met de wisseltentoonstelling Indonesische Bronzen door tot 31 december 2023, Tropenmuseum met Diva’s tot 3 maart 2024 en Plastic Cruch tot 1 september 2024 en het Wereldmuseum met Hair Power tot januari 2024. Er is dus een aanzienlijk verschil tussen het Afrika Museum en de andere drie musea.

Feit is dat de paters van de Congregatie van de Heilige Geest die eigenaar zijn van de gebouwen en gronden van het huidige Afrika Museum en een groot deel van de collectie, wat door het NMvW juridisch wordt aangevochten, per 1 januari 2025 de huurovereenkomst met het NMvW hebben opgezegd. De reden is dat de paters ongelukkig zijn met het beleid van het NMvW.

Op 28 maart 2023 presenteerde het NMvW op een perspresentatie het Afrika Museum als Wereldmuseum Berg en Dal. Het NMvW heeft eerder gezegd dat het in de omgeving van Nijmegen een nieuw Afrika Museum wil vestigen omdat de paters de huur per 2025 hebben opgezegd. Het NMvW heeft het voornemen om de collectie van de Congregatie die het zich toe wil eigenen op een nieuwe locatie een plek te geven. Zoals nu bekend gebeurt dit vermoedelijk onder de naam Wereldmuseum Berg en Dal.

Die ontwikkeling verklaart nog niet dat het NMvW volgens eigen informatie in het Afrika Museum in Berg en Dal geen wisseltentoonstellingen meer programmeert na 21 mei 2023. Tot 1 januari 2025 is nog een periode van 19 maanden. Wat is het NMvW tot 1 januari 2025 met het Afrika Museum in Berg en Dal van plan?

PS 28 juni 2023. Het geschil tussen het NMvW en de Congregatie gaat niet op de laatste plaats om de 1,5 miljoen euro die via de BIS aan de locatie Berg en Dal van het Afrika Museum toevalt. Dat is grotendeels, zeg voor ongeveer 60% bedoeld voor personeels- en onderhoudskosten en dergelijke.

Wie de voor het Afrika Museum op deze locatie geoormerkte BIS-gelden ontvangt heeft dus de directe verantwoordelijkheid voor personeel en onderhoud. Als het NMvW het personeel ontslaat en het onderhoud van het Afrika Museum staakt en de Congregatie dat op enig moment voor 1 januari 2025 overneemt, dan is het logisch dat de BIS-gelden voor die periode naar de Congregatie gaan voor personeels- en onderhoudskosten.

Maar de intentie van het NMvW om in Nijmegen een nieuw basaal Afrika Museum op te tuigen onder de naam Wereldmuseum verraadt de strategie van het NMvW om de BIS-gelden op te blijven strijken en de Congregatie met de kosten op te zadelen en zo een nieuwe start van een nieuw Afrika Museum te frustreren.

Het ministerie van OCW en de Raad voor Cultuur zouden een bemiddelende, constructieve rol kunnen spelen in het geschil tussen het NMvW en de Congregatie, maar tot nu toe zijn ze eenzijdig op de hand van het NMvW. Dat heeft te maken met beeldvorming. De Congregatie is met nu al een Afrikaanse overste en naar verwachting een bestuur dat in 2024 uitsluitend uit Afrikanen bestaat een ‘zwartere’ organisatie dan het NMvW. Bij OCW en Raad voor Cultuur bestaat echter door de marketing van het NMvW het beeld dat dat andersom is.

Vraag is ook of er in de museumsector naast het Missiemuseum in Steyl ruimte is voor het Afrika Museum als missiemuseum dat deel uitmaakt van de BIS. Ook na 2025. Het antwoord op die vraag heeft deels te maken met de mentale blik van de beoordelaars van subsidie.

I van Icarus

Dit stukje verscheen eerder op George Knight Kort op 7 februari 2013.

Pieter Brueghel de Oudere, Landschap met de val van Icarus. Omstreeks 1558. Credits: Museum voor Schone Kunsten, Brussel.

I is de 9de letter. Grafisch een fallische pilaar met een punt. Die het zaakje afmaakt. Dat individu en immensiteit samenhangen zou het cijfer 1 tonen. Icarus komt met hoogmoed voor de val. Zijn plons in zee vanuit de lucht zegt dat intelligentie onderdoet voor intuïtie. Is dat een fabeltje om het denken te stoppen? Zo zouden de goden ons idioten een lesje leren.

Na Pieter Brueghel laat fotograaf Lewis Hine (1874-1940) mensen vliegen. In een iconisch beeld van werk aan de winkel in het opbouwen van de samenleving. Met kracht, inzet en vastberadenheid. Empire State Building illustreert wat een samenleving is. Hine kiest voor de mens en laat de goden voor wat ze zijn. Op m’n beurt kies ik voor dat humanisme.

hine_icarus
Lewis Hine, Icarus atop Empire State BuildingNew York, 1931. Credits: The Estate of Lewis Hine.

The Satanic Temple viert tienjarig bestaan in Boston. Dat roept reacties op van gevestigde christelijke organisaties

Van 28 tot 30 april 2023 (Walpurgis Night) houdt TST (The Satanic Temple) een bijeenkomst in Boston ter gelegenheid van het 10-jarig bestaan. TST is geen organisatie die Satan vereert, zoals The Church of Satan, maar volgens eigen zeggen: ‘reject tyrannical authority’. TST heeft het zichzelf nodeloos moeilijk gemaakt door een naam te kiezen die verwarring schept met een ander bestaande religieus-Satanistische organisatie, TST is officieel een religieuze organisatie volgens de Amerikaanse Belastingdienst. TST ontkent naast het bestaan van Satan ook het bestaan van God.

TST wordt door sommige gevestigde religieuze organisaties geframed als satire. Zoals dat in Nederland gebeurt met de Kerk van het Vliegend Spaghettimonster die juridisch en politiek wordt uitgesloten van de religiemarkt. TST stelt zich onder meer teweer tegen religieuze anti-abortus activisten en wordt daarom door vooral traditionele religieuze organisaties als progressief gezien.

Tegenstanders van TST proberen zich met hun tegengeluid te profileren tijdens de driedaagse SatanCon conventie in Boston. Zoals het aartsbisdom van het katholieke Boston dat oproept tot intens debat. Dat is een minimalistisch antwoord.

Verder gaat het evangelische Revive Boston met Jaymz Sideras die in oorlogsmetaforen lijkt te handelen en van een opleving van het christelijk geloof in de VS spreekt, terwijl volgens onderzoek van Pew het omgekeerde het geval is. Steeds meer Amerikanen identificeren zich niet als christen. Mede door de felle oorlogstaal en het aanschurken tegen voormalig president Trump. Revive Boston houdt een driedaagse tegenconventie in Boston.


De bovenste video toont een interview in september 2022 met het Bostonse gemeenteraadslid Annissa Essaibi George door de juridische adviseur van TST Crown Law als onderdeel van de door TST verloren rechtszaak The Satanic Temple Inc. Vs. Stad Boston. Het gaat om de selectie van de oproep of invocation bij het begin van een raadsvergadering. George geeft toe niks te weten van de achtergrond van TST en meent dat discriminatie van geloof niet bestaat, omdat discriminatie alleen ras/etniciteit betreft. Dat is een standpunt dat TST op het eigen YouTube-kanaal deelt.

Paul Cliteur neemt ON in bescherming door te wijzen op de desinformatie van het EO-geloof

Schermafbeelding van deel artikelPaul Cliteur: “EO-geloof kan je ook desinformatie noemen”‘ op spreekbuis.nl, 28 april 2023.

Cliteur praat naast de kern van de zaak. Hij maakt een valse vergelijking. Het gaat er niet om of ON een identiteit heeft, maar dat het zich herhaaldelijk niet heeft gehouden aan de afspraken die het heeft gemaakt met de publieke omroep. 

Dat is een afspraak. ON krijgt gratis zendtijd en subsidie onder de voorwaarde dat het opereert binnen de kaders van de publieke omroep. Maar ON treedt daar bewust buiten. 

Enkel en alleen daarom wordt ON op de vingers getikt en dreigt het de publieke omroep te moeten verlaten. Erg is dat niet, want het kan elders een doorstart maken. 

Als Cliteur lid van een sportclub zou zijn, dan begrijpt hij ook dat de afspraak is dat iedereen zich aan de regels houdt. Als mensen eigen regels gaan maken, dan wordt het chaos. Als Cliteur daarbij een rode, aluminium of zwarte pet opzet om zijn identiteit te benadrukken, dan doet dat er niet toe. Het gaat om het nakomen van de afspraken over de regels. 

Er zijn argumenten om het christendom een haard van desinformatie te noemen. Het schetst een onjuist bestaan van het eigen ontstaan en leidt daar vervolgens van alles uit af. Maar dat mag volgens de godsdienstvrijheid. Want iedereen mag onzin prediken. Of doen alsof het normaal is om een petje, vergiet, stuk textiel of hoofddeksel op te zetten. Onze samenleving heeft afgesproken om dat te accepteren en daar geen vragen bij te stellen.

Identiteit is een hedendaags modewoord waar veel ongenoegen, zelfbewustzijn, slachtofferschap of onzin op wordt geprojecteerd. Iedereen verstaat er wat anders onder. De een verdedigt er bestaande belangen mee, de ander valt die er juist mee aan. 

Omdat identiteit een vaag begrip is dat op vele niveau’s en voor vele aspecten gebruikt kan worden, zorgt het vooral voor misverstand. Dat is vermoedelijk van voorbijgaande aard. Nu kan Cliteur het gebruiken om verwarring te zaaien over de ware aard van ON die hij vergeefs probeert te vertroebelen door de EO erbij te halen.

Gedachten bij twee foto’s tijdens de ‘Exposition coloniale’ (1931)

Agence Rol ‘9-8-31, Exposition coloniale, banquet des anciens combattants résidant aux colonies [au centre M. Doumer et le sultan du Maroc], 1931. Collectie: Bibliothèque Nationale de France.

Het ziet er daar aan tafel niet spontaan uit. De man of liever gezegd jongen met de kaftan is de Marokkaanse sultan, de latere koning Mohammed V. Pas na de onafhankelijkheid van Marokko in 1956 werd hij een jaar later koning. Hij lijkt zich slecht op z’n gemak te voelen.

Aan de linkerhand van de sultan zit de Franse president Paul Doumer die nog maar drie maanden president was en in 1932 bij een aanlag zou worden gedood. Doumer was nog geen jaar president.

Ter ere van de oudstrijders uit de Franse koloniën die in de Eerste Wereldoorlog streden wordt dit banket gehouden tijdens de koloniale tentoonstelling in het Parijse Bois de Vincennes.

Agence Rol, ‘22/7/31, M. Doumer visite le pavillon indochinois à l’Exposition coloniale‘, 1931. Collectie: Bibliothèque Nationale de France.

In de ‘Exposition coloniale‘ komt zoals de titel doet verwachten het Franse kolonialisme tot uiting. Zo werd de macht en grandeur van Frankrijk verbeeld. Ondergeschikten draaien met tegenzin mee in de tredmolen alsof dat de normale gang van zaken is. Dat beeld kantelde zo’n 20 jaar later. Maar in 1931 hebben de hotemetoten het nog voor het zeggen.

Nacht 7: Mackó-buffet is moderniteit van socialistische horeca (1959)

Sándor Bauer, Magyarország, Budapest VIII. Rákóczi út 9., Puskin utca sarok, Mackó büfé, 1959. Collectie: Fortepan.

Er lijkt tegenspraak tussen de bovenste foto en de beschrijving bij de onderste wat betreft het karakteristiek van dit type buffet (vertaald):

Mackó (teddybeer) buffetten zijn een nieuw hoogtepunt geworden in de socialistische horeca. Ze zijn ontstaan ​​uit de combinatie van buffetten en delicatessenzaken. De winkels lieten staand verbruik en afhalen toe. In hun ontwerp en uitrusting is moderniteit hun kenmerkende eigenschap - schreef de publicatie Hotels en restaurants die begin jaren zestig werd gepubliceerd, waarin ook werd gemeld dat zes van dergelijke buffetten in Boedapest werden geopend. Misschien wel de bekendste was die in Kígyó Street (ook een banketbakkerij), maar er waren er nog meer in Nagymező Street, József Boulevard, Széna Square, Váci Street en op Ferihegy Airport. Vier andere winkels waren Bistro Mackó, waar je kon aanschuiven en in showkeukens bereide barbecuegerechten serveerden. De populariteit van de Mézes Mackó (Honingteddybeer) was naast de heerlijke koffie gemaakt door een Italiaans koffiezetapparaat, te danken aan de koude buffetgerechten (waaronder casino-eieren en allerlei aspic-specialiteiten).

Op de bovenste foto van dit Mackó-buffet staan vier stoeltjes. Zijn die bedoeld om even op te zitten bij het afhalen? Voor een lange zit zijn ze niet comfortabel. Op de wand links naast de toonbank is nog net het logo van de teddybeer zichtbaar. In een anders gespiegelde foto van dezelfde ruimte is dat beter te zien.

De omschrijving: ‘In hun ontwerp en uitrusting is moderniteit hun kenmerkende eigenschap‘ slaat de spijker op de kop. Dat is moderniteit van achter het IJzeren Gordijn in 1959. Het is trouwens de vraag of het uitdragen van ‘moderniteit’ een bewuste keuze was of terloops tot stand kwam door knippen en plakken uit westerse voorbeelden.

Zo ontstond in Hongarije in de jaren 1950 de mengvorm ‘socialistische horeca‘ met een Italiaans koffiezetapparaat, West-Europese keukenapperatuur en neonverlichting, een mozaïekvloer en koude buffetgerechten. En wie weet, stuurse bediening.

Het doet qua inrichting denken aan de Utrechtse IJssalon Venezia die is gesloten, maar in 2021 in het Zaanse dorp in het Openluchtmuseum opnieuw is opgebouwd. Dat geeft aan dat deze ‘moderniteit’ inmiddels cultureel erfgoed is. In een artikel voor het Vakblad IJS wordt gesproken over ‘de ijssalon in jaren zestig-stijl‘. Dat is te laat gedateerd. Het neon was van 1946. Laten we het houden op de stijl van de jaren 1950.

Koningsdag 2023 in Rotterdam. Monarchistische overmoed of overrompeling?

Tweet van Het Woonprotest, 24 april 2023.

Begint op koningsdag de revolutie in Rotterdam? Waarschijnlijk niet, maar als de revolutie ergens begint, dan is het in Rotterdam. De meest revolutionaire stad van het land.

Het getuigt van overmoed van de monarchisten om in 2023 koningsdag in Rotterdam te vieren. Waarom daar? Uit jaarlijkse opinieonderzoeken van Ipsos in opdracht van de NOS blijkt dat de populariteit van koning Willem-Alexander van jaar tot jaar daalt.

Zijn rapportcijfer is 6,5 en nog slechts 46% heeft veel vertrouwen in hem als staatshoofd. Het gebrek aan vertrouwen in hem neemt weliswaar toe, maar nog steeds spreekt 46% sterk vertrouwen in hem uit tegen 18% geen of weinig vertrouwen. Dat laatste cijfer van 18% ontbrekend vertrouwen begint geleidelijk te duiden op een tweedeling in de samenleving.

Die dalende trend valt te verklaren uit het feit dat koning Willem-Alexander aantoonbaar niet enthousiast is over Nederland. Op hun beurt kunnen Nederlanders dan niet enthousiast over hem zijn. Dat inzicht sijpelt steeds meer door in de publieke opinie en vertaalt zich in de opinieonderzoeken.

Als men stelt dat Nederland recht heeft op een staatshoofd dat volledig gaat voor de functie en er zin en interesse in heeft om die functie te vervullen, dan is Willem-Alexander een mismatch. Als staatshoofd is hij niet de optimale keuze. Republikeinen betogen dat de kans op een mismatch kleiner is als er uit alle Nederlanders op democratische wijze een president gekozen wordt die er wel zin in heeft.

Schermafbeelding van deel artikelZwart dragen als tegendemonstratie Koningsdag: ‘Een viering van de kloof tussen arm en rijk’ van Open Rotterdam, 24 april 2023.

Diverse groepen Rotterdammers roepen op om uit protest op koningsdag zwart te dragen. Dat kan opgevat worden als tegenhanger van het monarchistische wit. De tegenstand tegen de monarchie is gefragmenteerd, hoewel er voor het eerst sinds jaren een professioneel opererende Republikeinse lobbygroep is die de oppositie tegen de monarchie kan bundelen: De Republikein. Of het ontstaan van een alternatief voor de monarchie de cijfers beïnvloedt is niet onderzocht.

Ongehoord Nederland dreigt uit het publieke bestel te verdwijnen

Schermafbeelding van deel artikelNPO wil dat vergunning Ongehoord Nederland wordt ingetrokken na derde boete‘ van de NOS, 24 april 2023.

Ongehoord Nederland zoekt bewust de grens op om er overheen te gaan. Want dat valt op. Met journalistiek heeft dat niks te maken, wel met retoriek.

Het is van tweeën een. Of Ongehoord Nederland draait mee in het systeem van de publieke omroep met alle afspraken en subsidies. Of Ongehoord Nederland draait niet mee en gaat de eigen weg buiten dat systeem. 

Maar het kan niet om de subsidies en zendtijd te aanvaarden en niet de afspraken die daar mee samengaan. Dat is geen volwassen gedrag. 

Een weerbaar publiek omroepbestel dat voor zichzelf opkomt kan geen deelnemers hebben die dat bestel om zeep willen helpen. 

Ongehoord Nederland kan buiten het publieke bestel de eigen weg gaan. Zonder steun van overheid en publieke omroep die het belastert. Ongehoord Nederland moet beseffen dat het schijnheilig en niet duurzaam is om van twee walletjes tegelijk te willen eten. 

Ongehoord Nederland moet beseffen wat het is en wat het geworden is. En daar de gevolgen uit trekken.

Belang van weer, weersvoorspelling en ‘raspoetitsa’ bij het Oekraïense tegenoffensief

Raspoetitsa is het sleutelwoord om te begrijpen wanneer het Oekraïense tegenoffensief kan beginnen. Het klinkt overal in analyses. Dat woord verwijst naar de periode in herfst en lente dat onverharde wegen door modder onbegaanbaar zijn. De raspoetitsa in de lente is het hevigst.

Zo dringt zich een gelijkenis op met D-day, de invasie vanuit Zuid-Engeland naar Normandië in juni 1944. Toen speelden meteorologen, onder wie opperbevelhebber Eisenhowers meteoroloog kolonel James Stagg een belangrijke rol in de planning van de operatie. De Duitsers werden verrast door een pauze in de storm.

Denk ook aan Napoleon en Hitler die door overmoed en slechte voorbereiding hun troepen lieten verrassen door de Russische winter. Dat bracht hun offensief tot stand.

In een scriptie uit 2005 schetst Mark Butler vanuit Amerikaans perspectief voor de postacademische marine opleiding in Monterey een overzicht van het belang van weersvoorspellingen op militaire operaties. En het belang van een goede meteorologische dienst.

Butler concludeert dat in 24% van de door hem onderzochte operaties er een wijziging optrad door weersvoorspelling. Dat kan afstel, uitstel, gebruik van andere wapens of een mindere of grotere inzet van wapens inhouden.

Bij de marine kan een ruwe zee of storm een reden zijn om een militaire operatie te wijzigen. Het kunnen ook windsnelheid, bewolking en zicht zijn die tot wijzigingen leiden.

De weersvoorspelling van het einde van de raspoetitsa in Oost- en Zuid-Oekraïne die het begin van het Oekraïense tegenoffensief mogelijk maakt is betrekkelijk eenvoudig omdat met betrekkelijk weinig data rekening gehouden moet worden en er data van eerdere jaren zijn die een patroon laten zien waar lente 2023 zich toe verhoudt.

Een berekening én weervoorspelling voor de komende twee weken over regenval, temperatuur, zon en wind leidt dan per regio tot een startdatum waarop de operatie kan worden begonnen.

Er is eenstemmigheid over dat de raspoetitsa in het warmere Zuid-Oekraïne ongeveer twee weken eerder voorbij is dan in Oost-Oekraïne. Zodat daar de onverharde wegen beter begaanbaar zijn.

Vanwege het verrassingseffect, een afleidingseffect en grootschalige inzet om met tanks snel door te stoten is het niet aannemelijk dat dit geen gezamenlijke operatie wordt. Wel kan er bij de planning rekening mee gehouden worden dat in Zuid-Oekraïne eerder zwaardere (wat gewicht betreft) wapensystemen ingezet kunnen worden dan in Oost-Oekraïne.

Omdat Russische militaire meteorologen dezelfde berekeningen kunnen maken en tot dezelfde conclusies komen over de invloed van het weer op het Oekraïense tegenoffensief kan het voor het Oekraïense leger van strategisch belang zijn om af te wijken van de conclusies van de eigen meteorologen. Om voor een verrassing te zorgen.

Kritiek op de Russische generale staf luidt dat het te veel inzet op de aanval en te weinig op de verdediging. Zodat als het zover komt het Russische bezettingsleger geen goed antwoord zal hebben op een splijtend Oekraïens offensief. Dat heeft met het weer niks te maken. Of het moet zijn dat de Russische generale staf teveel redeneert vanuit de eigen Russische praktijk en dat niet goed vertaalt naar de Oekraïense situatie.

Bij het artikel ‘Het wordt tijd om het eens niet over woke en identiteit te hebben’ met Paul Goossens

Schermafbeelding van deel artikel ‘Het wordt tijd om het eens niet over woke en identiteit te hebben’ in De standaard, 22 april 2023.

Interessant interview in De Standaard met journalist, econoom en auteur Paul Goossens naar aanleiding van het verschijnen van zijn boekDe ongelijkheidsmachine. Een verborgen Europese geschiedenis‘ dat wordt gepubliceerd door Uitgeverij Epo. Ik heb het nog niet gelezen.

Mij triggerde het begin van het artikel dat zegt: ‘Ook al maakt de samenleving zich druk over identiteit en woke, de werkelijke problemen hebben volgens Paul Goossens nog altijd te maken met scheve sociaal-economische verhoudingen. (…) Het ergert hem mateloos dat er nu al jarenlang over identitaire kwesties wordt gesproken, terwijl de dingen die er écht toe doen ondergesneeuwd­ raken. Ongelijkheid, dus. Koopkracht, ook. De verhouding tussen arbeid­ en kapitaal.’

Dit thema van identiteit komt niet aan de orde in het interview. Het is jammer dat beide interviewers niet ter sprake brengen waarom Goossens het er niet over wil hebben. Dat blijkt indirect wel uit de rest van het interview, maar het was wenselijk geweest om Goossens uit te laten leggen wat de negatieve invloed op de samenleving van dat debat over identiteit is. De 80-jarige Goossens is zijn eigen tijdscapsule die oude verworvenheden verwoordt waar je van zou wensen dat ze eigentijds doorklonken. Maar hij is onheilspellend uniek in zijn analyse.

Dat debat over identiteit ergert mij ook. Niet omdat het in samenhang met vragen over emancipatie niet gevoerd moet worden, maar omdat het het zicht ontneemt op ‘werkelijke problemen‘ en sociaal-economische ongelijkheid. Die problemen worden in de publieke opinie verdrongen door een mistig en improductief debat over identiteit.

Anders gezegd, iedereen in een economisch achtergestelde positie heeft er meer aan dat de sociaal-economische ongelijkheid wordt verkleind, dan dat er een sociaal-cultureel debat wordt gevoerd over zondebokken, slachtoffers en cultuurverschillen.

Met het identiteitsdebat is de economische macht gediend. Hoe meer debat over identiteit, hoe minder het debat over sociaal-economische ongelijkheid wordt gevoerd, en hoe meer welkom de zittende orde dat gehakketak over woke en identiteit is.

Maar het is nog erger dan hier wordt samengevat. Want sociaal-democratische partijen kunnen dan in de EU niet sterk hebben geopereerd, maar nationaal hebben ze het contact met hun achterban verloren. Mede door het accent te leggen op identiteit en de oude kernwaarden los te laten.

Juist door te veel in te zetten op identiteit en immigratie en te weinig op het traditionele sociaal-democratische gedachtegoed van gelijkheid, solidariteit en sociale rechtvaardigheid hebben de Europese sociaal-democratische partijen sinds omstreeks 2000 hun identiteit verloren. Dat is de paradox, de sociaal-democratie heeft haar identiteit verloren door in te zetten op identiteit. Het lijkt alsof ze blind in de val zijn getrapt van de sociaal-economische macht. Zonder ideologische veren hebben ze zich machteloos laten maken.

Identiteitspolitiek is iets om je aan te ergeren, maar daarmee is het nog niet uit de wereld. Het is zelfs een succesvolle afleiding om eigen gebreken te verhullen of carrière te maken.

Een zwarte museumdirecteur kiest met identiteitspolitiek de aanval tegen een wit publiek om niet op zijn ontbrekend professionalisme bevraagd te worden. Een radicaal-rechtse politicus kiest met vragen over moslims en immigranten de aanval door niet bevraagd te worden over de gatenkaas van zijn programma. Een radicale prediker kiest een vijandbeeld om de eigen kring bij elkaar te houden.

Identiteitspolitiek werkt als wondermiddel voor sociaal-economische ongelijkheid. Het laat onderbedeelden tegen hun eigenbelang in handelen. Voor degenen die er een beroep op doen is het een lift naar omhoog om snel een positie te veroveren en tegenstrevers met een ‘foute’ identiteit en verwijtbaar gedrag uit te laten schakelen.

Bestuurders hebben geen idee hoe ze om moeten gaan met identiteitspolitiek, zodat niet alleen dat woke-isme -dat akelig onbepaald blijft en weer rechtse tegenkrachten oproept- voortwoekert. Maar wat kwalijker is, er niks wordt gedaan om sociaal-economische ongelijkheid te verkleinen en de macht van de zittende orde ter discussie te stellen. Niemand is eigenaar van ‘werkelijke problemen‘.