Wat bedoelt columnist Jerry Goossens met ‘seculiere gelovigen’?

Schermafbeelding van deel columnNiet alleen christenen, maar ook seculiere gelovigen schrijven nu voor wanneer je croissantje mag kopen‘ van 20 april 2023 in de Gelderlander. Oorspronkelijk verschenen in het AD.

Wat bedoelt AD-columnist Jerry Goossens met ‘seculiere gelovigen’? Zijn columnNiet alleen christenen, maar ook seculiere gelovigen schrijven nu voor wanneer je croissantje mag kopen‘ van 20 april 2023 gaat over de besluitvorming in de Zeister politiek over de zondagssluiting van winkels. Goossens wil op zondag een croissantje kopen.

Met ‘seculiere gelovigen’ verwijst Goossens naar raadsleden van SP, GroenLinks en PvdA die een monsterverbond over de zondagssluiting zouden hebben gesloten met christelijke partijen. Wat wil de columnist zeggen met de term ‘seculiere gelovigen‘ die hij misprijzend gebruikt? Ik kom er op terug.

In de Zeister gemeenteraad hebben de christelijke partijen CDA en CU/SGP in totaal 5 van de 33 zetels. Het college bestaat uit GroenLinks (7), VVD (6), D66 (6) en CU/SGP (2). Getalsmatig is de laatste partij niet nodig voor een meerderheid. 

SP en PvdA zitten niet in het college. Dus het is onduidelijk hoe partijen die niet in het college zitten een monsterverbond zouden kunnen sluiten met de grootste christelijke partij CDA die evenmin in het college zit. Wat is hier volgens Goossens aan de hand? 

De zogenaamde ‘seculiere gelovigen‘ van SP, GroenLinks en PvdA zouden het christelijke sentiment over de zondagssluiting aan een meerderheid helpen. Maar dat klopt niet, want CDA, CU/SGP, GroenLinks, SP en PvdA hebben met 14 zetels in de raad geen meerderheid. 

Nog in 2011 probeerden VVD, D66 en GroenLinks op zondag de winkels open te hebben, maar dat lukte niet omdat een motie van deze partijen niet werd aangenomen, terwijl ze toen in de raad een meerderheid van 17 van de 33 zetels hadden. Lieten deze partijen zich intimideren door christelijke partijpolitiek en christelijke maatschappelijke druk onder het mom van ‘consuminderen‘ waar GroenLinks voor zou pleiten? In 2015 lukte het wel. Winkels mogen open zijn van 12.00 tot 18.00 uur. Tot chagrijn van orthodoxe christenen die in gedachten teruggaan naar de verzuiling van voor de jaren 1960.

Er lijkt in het in meerderheid politiek vrijzinnig stemmende Zeist waar christelijke partijen gedecimeerd zijn iets te spelen waar Goossens op duidt, maar dat hij niet uitwerkt. Een minderheid legt de meerderheid haar wil op. Dat tekent de schizofrenie van Zeist. 

Die Zeister gespletenheid en de macht van het christendom maakte ik eind jaren 1970 aan den lijve mee toen ik in Zeist woonde en me bij burgerbevolking uit wilde laten schrijven als ‘Nederlands Hervormd‘. De toenmalige GPV’er Gert Schutte was plaatsvervangend gemeentesecretaris. Het kostte me veel moeite en administratief gedoe voordat de uitschrijving lukte. Alsof een stille macht het verhinderde.

Goossens’ column snijdt een interessant onderwerp aan van een verdeeld Zeist dat zoekt naar identiteit tussen geloof en vrijzinnigheid. Op het snijvlak van Randstad en Bible Belt. Er is in Zeist, zoals in heel Nederland een vrijzinnige meerderheid en een christelijke minderheid. De politieke invloed van christelijke partijen is afgekalfd, maar maatschappelijke invloed ijlt na. Vraag is hoe ‘linkse’ (niet-christelijke) politiek daar mee omgaat.

De term ‘seculiere gelovigen‘ is een onmogelijke kwadratuur van de cirkel. Verwijst het naar de politieke filosofie van het secularisme of naar het synoniem ‘wereldlijk‘ voor seculier?

Dat laatste suggereert een tegenstelling met christenen van CDA en CU/SGP die niet-wereldlijk ofwel profaan (niet-kerkelijk) zouden zijn. Maar dat pleit weer voor de opvatting ‘secularisme‘ omdat raadsleden van SP, GroenLinks en PvdA kerkelijk kunnen zijn. Het gaat er immers om wat hun politieke overtuiging is die ze uitdragen. In Nederland functioneert iedereen inclusief de gelovigen onder de politieke filosofie van het secularisme. Ook degenen die het secularisme in woord en geschrift afwijzen.

Goossens lanceert met ‘seculiere gelovigen‘ een term waar hij de betekenis niet van lijkt te doorgronden. Het klinkt aardig en roept een gevoel van misprijzen en dubbelzinnigheid op, en kan voldoende zijn in een column die op een breed publiek gericht is, maar bij nader inzien is de term een voorbeeld van op z’n best woordovertolligheid en op z’n slechtst nietszeggendheid.

Antwoord aan Achraf El Johari: Eis voor gebedsruimte op school hoeft niet te kunnen

Schermafbeelding van deel opinie-artikel ‘De gebedsruimte op school moet kunnen in Nederland‘ van Achraf El Johari in NRC, 3 april 2023.

Reactie op de FB-pagina van Achraf El Johari bij bovengenoemde opinie:

Nederlands secularisme betekent dat alle godsdiensten en levensbeschouwingen voor de wet gelijk zijn, en door de staat gegarandeerd zijn. Dat is de politieke filosofie van het secularisme. 

Tegelijk hebben onderwijsinstellingen de ruimte om in ‘eigen kring‘ en binnen de wet te opereren volgens de eigen beginselen. Het inrichten van een stilteruimte kan daar in strijd mee zijn. 

Het is te beperkt gedacht om dat een ‘gebedsruimte‘ te noemen. Waarom zou een humanistische of neutraal-openbare onderwijsinstelling verplicht ruimte moeten bieden aan religieuze studenten voor het uitoefenen van hun religieuze plichten? 

Wat is dat eigenlijk voor godsdienst die dat op hoge poten eist? Men kan zo’n eis opvatten als een stadium in de emancipatie, maar ook als poging tot expansie en verkondiging. Niet in het minst tegenover andere religieuze minderheden en levensbeschouwingen die in de praktijk van de stilteruimte opzij worden geduwd. 

Bedenk dat een meerderheid van de Nederlandse bevolking aangeeft geen godsdienst aan te hangen. Dat geldt nog in meerdere mate voor jongeren. De discussie over ‘gebedsruimte’ is in zekere zin een achterhoedegevecht. 

Het is een misvatting, een verkeerde voorstelling van zaken en zelfs misleiding om te spreken over het ‘bemoeilijken’ van het leven van studenten indien er geen stilteruimte op een onderwijsinstelling wordt ingericht. Dat is onterechte framing. Dat suggereert dat ze door een bestuur van een onderwijsinstelling bewust gedwarsboomd worden. Maar zoals gezegd, dat hoeft niet. Dat kan ook volgen uit het gedachtengoed van de onderwijsinstelling.

De Nederlandse seculiere traditie betekent diversiteit, vrijheid in ‘eigen kring’ en tolerantie van een meerderheid jegens minderheden. De niet-godsdienstige meerderheid is tolerant jegens de godsdienstige minderheden. Ook waar het de bekostiging van het bijzonder onderwijs betreft die een politiek compromis en weeffout is die al meer dan een eeuw bestaat. 

De Nederlandse seculiere traditie houdt in dat besturen van onderwijsinstellingen niet eenzijdig gedwongen kunnen worden om een ‘gebedsruimte‘ voor studenten en medewerkers van een specifieke godsdienst in te richten. Dat is geen diversiteit die verschillen probeert te overbruggen, maar evangelisatie die het omgekeerde nastreeft.

In Nederland biedt het secularisme aan moslims de garantie om hun geloof te praktiseren

Onderstaande reactie plaatste ik bij de videoHet effect van secularisme op de moslims‘.

Dit is een pleidooi dat al jaren door Geert Wilders wordt verkondigd. Namelijk dat de islam niet zozeer een godsdienst is, maar een ideologie. Ofwel, een ideeënleer of totaalvisie die politiek is gericht. Het is onduidelijk wat de spreker wil beweren.

Het is onjuist zoals de spreker beweert dat het secularisme zoals dat in Nederland bestaat zegt ‘dat de islam niets meer te maken heeft met politiek‘. Dat zegt het secularisme helemaal niet.  

Het is juist omgekeerd. Het secularisme garandeert onder de rechtsstaat de vrijheid van alle burgers om naar eigen keuze een godsdienst of levensovertuiging te kiezen inclusief alle ideeën die daar bij horen. 

Het secularisme maakt geen onderscheid tussen religies en levensovertuigingen en verbiedt burgers op geen enkele manier om zich met politiek te verbinden. Dat is de vrijheid van de burger.  

Alleen, om mee te kunnen draaien in het politieke domein waar talloze uiteenlopende richtingen samenkomen is het voor burgers nodig om te schakelen naar een abstractieniveau waar de dogmatiek van een bepaalde godsdienst niet de voorwaarden bepaalt.

Het is zo dat in Nederland een minderheidsreligie als de islam anderen niet haar ideeën anderen kan opleggen. Dat kan een meerderheidsreligie die Nederland niet meer heeft trouwens ook niet. Dat essentiële punt mist de spreker. Gelovigen mogen ideeën die inherent aan hun godsdienst zijn in vrijheid in eigen kring praktiseren. 

Die gerichtheid van het secularisme op de islam zou merkwaardig zijn omdat in Nederland volgens cijfers van het CBS 95% van de inwoners verklaart zich niet te laten inspireren door de islam. Het zou historisch, maatschappelijk en religieus ongerijmd zijn als het Nederlandse secularisme zich op de islam zou richten. Dat is ook te veel eer voor zo’n minderheidsreligie. Ook het ooit belangrijke christendom heeft in Nederland die positie niet. 

Nogmaals, een bepaalde godsdienst kan eigen ideeën niet aan anderen opleggen. Evangelisatie mag als het om informeren gaat, maar niet als het dwang omvat. De bescherming om dat te voorkomen is de garantie van het secularisme. Dat is profijtelijk voor Nederland dat uitsluitend bestaat uit minderheidsgroepen.

Er lijken maat twee categorieën niet blij te zijn met het secularisme. Dat zijn orthodoxe protestanten die de klok terug willen draaien naar een situatie dat het calvinisme de Nederlandse staatsgodsdienst was en de calvinistische kerkleiders aanzienlijke wereldse macht hadden. En dat zijn godsdiensten als de islam die streven naar alleenheerschappij.

Het gaat er voor gelovigen die in Nederland iets meer dan 40% van de bevolking uitmaken niet om om de politieke of economische doeleinden van hun godsdienst te verwezenlijken, maar om in harmonie met hun overtuiging in de pluriforme samenleving te leven. Religieuze opinieleiders die dat ontkennen of een verkeerd beeld van de filosofie van het secularisme geven, zouden beter moeten weten.

MuslimSkeptic geeft verkeerd beeld van secularisme

De in Texas geboren Daniel Haqiqatjou geeft een verkeerd beeld van het secularisme. Het moet nu toch onderhand aan iedere geïnteresseerde bekend zijn dat secularisme noch pro-atheïstisch noch anti-religieus is. Secularisme is neutraal.

Of deze zelfbenoemde islam-prediker een fundamenteel gebrek aan kennis heeft over filosofie, staatsinrichting en de samenleving in het algemeen of vanuit zijn islamitische propaganda bewust leugens verloopt is de vraag die zijn woorden oproepen.

Als prediker informeert hij de gelovigen in zijn eigen kring verkeerd en zet hij ze tegen het secularisme op. Het klinkt op het eerste gezicht wellicht echt wat hij zegt, maar bij nader inzien is het vals en een verzinsel dat hij uit zijn eigen duim zuigt. Mogelijk is hij op zijn beurt door andere, oudere predikers op het verkeerde been gezet.

In India wordt secularisme omarmt door aanhangers van de islam en verworpen door hindoes. Dat is het verschil in perspectief jegens het secularisme tussen een minderheids- en een meerderheidsreligie. De minderheid klampt zich eraan vast en de meerderheid verwerpt het omdat het 100% zeggenschap wil en geen andere godsdiensten duldt.

Secularisme biedt meer mogelijkheden voor meer religies dan religie zelf doet. Orthodoxe gelovigen doen graag geloven dat secularisme religie om zeep wil helpen en hetzelfde is als atheïsme, maar het omgekeerde is waar. Secularisme steunt religies juridisch, rechtsstatelijk en maatschappelijk.

De narigheid van sociale media is dat een amateur-theoloog als Daniel Haqiqatjou met zijn onwaarheid over atheïsme en secularisme ongestraft en zonder tegengesproken te worden zijn desinformatie in eigen kring kan verspreiden. De gelovigen die naar hem luisteren gaan door herhaling zijn nepnieuws geloven. Er is geen toezichthouder die deze video verwijdert of een waarschuwing bij de onjuiste beweringen plaatst.

Dat wringt des te meer omdat de lat voor religieuze beweringen extra laag ligt vanwege de vrijheid van godsdienst én ontbrekende toetsing van de beweringen die nooit onwaar zijn omdat ze door vaagheid en de verwijzing naar een imaginaire wereld niet zijn te weerleggen. Godsdienst is het domein van de fantasie en de zinsbegoocheling. Dat is gratis scoren voor fantasten.

Godsdienst is een vrijplaats voor beunhazen, opportunisten, geldwolven, kanslozen, oplichters en kwakzalvers. Godsdienst is een walhalla voor types als Daniel Haqiqatjou van wie er duizenden zijn om carrière te maken via sociale media en zich een rol aan te meten die door gelovigen met respect wordt behandeld.

Haqiqatjou en soortgenoten imiteren de uiterlijkheden van religieuze rituelen en gebruiken, maar nemen een loopje met de innerlijke waarde ervan. Hun valse pretentie doet de ware gelovige pijn.

Still uit videoWhat is secularism?

Halsema gaat voorbij aan scheiding van kerk en staat en probeert religieuze organisaties voor haar beleid te ronselen. Kritiek op haar slaat ook de plank mis

Schermafbeelding van deel artikelMoskeebestuurders woedend op Halsema om verzoek steunverklaring lhbtq-gemeenschap‘ van Bas Soetenhorst in Het Parool, 16 oktober 2022.

De reactie van delen van de islamitische gemeenschap van Amsterdam op de oproep van burgemeester Halsema om een steunverklaring te tekenen voor de LHBTQ-gemeenschap is verkeerd en een gemiste kans om het debat op een abstract niveau te voeren. Die reactie gaat uit van miskenning omdat moslims achtergesteld zouden worden bij christelijke en joodse organisaties waaraan de oproep nog niet was gedaan. De islamitische organisaties hebben gelijk om de oproep af te wijzen, maar brengen de verkeerde argumenten naar voren.

De islamitische organisaties gaan voorbij aan de hoofdzaak, namelijk dat de overheid zich op geen enkele manier heeft te bemoeien met religieuze organisaties en deze op geen enkele manier onder druk mag zetten. Dat doet burgemeester Halsema wel. Ik omschreef dat op 16 oktober 2022 in onderstaande tweet:

Tweet van George Knight, 16 oktober 2022.

Het is een dunne lijn tussen de compenserende neutraliteit waarbij de overheden actief zijn in het ‘samenwerken’ met religieuze organisaties en deze oproep van Halsema. Overheden moeten zich vanwege de scheiding van kerk en staat niet bemoeien met de inhoud van religies en zich neutraal opstellen. En religieuze organisaties niet voor het eigen karretje proberen te spannen zoals Halsema deed. Het leidt tot niets en is dom beleid.

Daarnaast is het merkwaardig dat in land waar een meerderheid van de bevolking zegt zich niet te laten inspireren door godsdienst de Amsterdamse overheid exclusief steun zoekt bij religieuze organisaties voor de oproep voor de LHBTQ-gemeenschap. Dat is eenzijdig. Worden religieuze organisaties door Halsema minder of meer serieus genomen en als meer of minder volwassen opgevat? Dit soort vragen laat zien tot wat voor ongewenste dynamiek de actie van Halsema leidt.

Mijn tweet was een reactie op een tweet van MG Valenta van 15 oktober 2022 die terecht opmerkte dat de overheid zich niet heeft te bemoeien met de overtuigingen van een religieuze gemeenschap.

Tweet van MG Valenta, 15 oktober 2022.

Opkomst van christelijk nationalisme in VS. Robert George als voorbeeld. Hij manipuleert de feiten over secularisme

Godless Engineer is ex-christen. Dat hij ooit christen werd verklaart hij op zijn YouTube kanaal: ‘Ik voelde me stom om die dingen te geloven terwijl ze nergens op sloegen, maar er werd mij verteld dat ik dat moest geloven’. En: ‘Als ik iemand kan helpen om zich niet zo alleen te voelen omdat ze niet meer religieus zijn, dan zijn mijn inspanningen mijn tijd meer dan waard. Voor mij betekent goddeloos dat religie deel uitmaakt van ons verleden, een feit waarvoor we ons niet hoeven te schamen’.

Godless Engineer ofwel John Gleason (1984) reageert kritisch op religieuze geloofsverdedigers, aldus zijn profiel op Wikitubia. In bovenstaande video neemt hij Robert George op de korrel. George is een conservatieve, christelijke intellectueel met vele contacten in de Republikeinse partij. Wie zijn Wikipedia-lemma doorleest en beseft hoeveel respect George geniet begrijpt pas goed hoe de VS is doordesemd met het conservatief-christelijk gedachtengoed. Ofschoon waarschijnlijk zijn Wikipedia-lemma gekleurd is als onderdeel van de pr van George. Hij is sinds 1999 McCormick professor Jurisprudentie aan Princeton

Het is voor een buitenstaander onbegrijpelijk dat Robert George die in de VS als rechtsgeleerde aanzien en geloofwaardigheid geniet controversiële uitspraken verkondigt over het secularisme. George dicht religie een grotere rol toe in de Amerikaanse politiek of de openbare beleidsvorming dan uit de grondwet volgt. George probeert verwarring te scheppen over iets wat duidelijk is in de Amerikaanse grondwet: de scheiding van kerk en staat. George maakt het water modderig, zoals Amerikanen zeggen.

George maakt wetenschap bewust ondergeschikt aan politiek. Een en ander stelt John Gleason in bovenstaande video puntsgewijs en ter zake doend aan de orde. Men kan zich allen maar afvragen hoe het mogelijk is dat George een Departemental Professorship aan Princeton kan vervullen. Wat kan hij waard zijn als objectieve rechtswetenschapper?

Robert George staat niet alleen, maar is een vertegenwoordiger van het christelijk nationalisme. Een artikel van ABC News van 30 mei 2022 gaat dieper in op die stroming die het omschrijft: ‘Sommigen [= Republikeinse kandidaten] zeggen dat het een pejoratief is en houden vol dat iedereen het recht heeft om gebruik te maken van hun geloof en waarden om te proberen het openbare beleid te beïnvloeden. Maar wetenschappers definiëren christelijk nationalisme over het algemeen als verder gaan dan beleidsdebatten en pleiten voor een versmelting van Amerikaanse en christelijke waarden, symbolen en identiteit. Christelijk nationalisme, zeggen ze, gaat vaak gepaard met het geloof dat God Amerika, net als het bijbelse Israël, heeft bestemd voor een speciale rol in de geschiedenis, en dat het goddelijke zegen of oordeel zal ontvangen, afhankelijk van zijn gehoorzaamheid.’

De Republikeinse kandidaat en Trump-aanhanger voor het gouverneurschap in Pennsylvania Doug Mastraino heeft de scheiding van kerk en staat een ‘mythe’ genoemd, aldus ABC News. Net als George. Na zijn zege in de primaries zei Mastraino: “Prijs Jezus!” en “God lacht naar ons en zendt Zijn zegeningen.” Democraten zijn overigens tevreden met de rechts-radicale Mastraino die het in november op moet nemen tegen de Democraat Josh Shapiro. Het radicalisme van de Trumpiaanse kandidaten zou wel eens voor een onaangename verrassing voor de Republikeinse partij kunnen zorgen om de verwachte winst in de Senaat ook daadwerkelijk te verzilveren.

Het christelijk nationalisme in de VS heeft vele partners. Zoals de QAnon-beweging, racisten, COVID-ontkenners, Trumpianen die Trumps leugen geloven dat Trump in 2020 de presidentsverkiezingen won en opstandelingen die op 6 januari 2021 het Capitool bestormden. Men kan zich alleen maar afvragen waarom echte christenen en kerkleiders niet meer afstand nemen tot de rechts-radicalen die hun geloof om politieke redenen bezoedelen en kapen.

Dat het christelijk nationalisme sterk is verbonden met het rechts-radicalisme van Trump maakt een aankondiging voor een nieuwe streamingdienst van Trump zichtbaar. RawStory zegt daarover in een artikel: ‘De nieuwe streamingdienst zal een soort TMTG+ zijn die programma’s zal maken die gericht zijn op het extreemrechtse publiek van de supporters van Donald Trump en shows met een christelijk-nationalistische inslag onder de aandacht zullen brengen.’

Het christelijk nationalisme in de VS heeft vele gezichten. George is het intellectuele gezicht die zijn academisch prestige inzet om de waarheid over de grondwet, de scheiding van kerk en staat en de rol van religie in de Amerikaanse samenleving te manipuleren. George plaveit met zijn titels, functies, aanzien en academische cachet de weg voor een omwenteling waarin het christendom tot staatsgodsdienst wordt gepromoveerd en degenen die de reactionaire waarden niet onderschrijven buiten de besluitvorming worden gehouden. Robert George is met zijn zalvende praatjes de judas van de universele waarheid. Vroom in schijn.

Quest Historie noemt in artikel over scheppingsverhalen van culturen het christendom niet

Schermafbeelding van een deel van het artikel ‘Hoe ontstond de aarde? Drie mythologische scheppingsverhalen‘ van Guido Hogenbirk voor Quest Historie, 10 mei 2022.

In een wachtkamer las ik vanochtend nummer 3/2022 van Quest Historie. Een publicatie van Hearst Netherlands. Goed verteerbare stukken over geschiedkundige onderwerpen. Prima voor een wachtkamer waar men elk moment opgeroepen kan worden. Hoewel ik de Donald Duck prefereer.

Eén artikel viel me op. Dat ging over de scheppingsverhalen van negen afzonderlijke culturen die in het verlengde daarvan ermee hun eigen denkrichting en beweging benadrukken. Het is een bewerking van het artikel ‘Hoe ontstond de aarde? Drie mythologische scheppingsverhalen‘ van 10 mei 2022 dat hierboven wordt genoemd.

Iedere cultuur komt met een eigen verhaal dat cultureel bepaald is en niet zozeer iets verduidelijkt over het ontstaan van de wereld, maar eerder over de eigen cultuur. Die wordt vertaald naar dat scheppingsverhaal zodat het de leden van de betreffende culturele groep aan wie het gericht is kan motiveren, binden en upgraden, zoals het in termen van fondsenwerving en marketing heet.

Kortweg gezegd, een cultuur die gericht is op zee, vertelt het scheppingsverhaal met water, stormen en boten. Terwijl een cultuur die midden in tropisch oerwoud leeft het scheppingsverhaal vertelt aan de hand van bomen, dieren en natuur die in dat oerwoud voorhanden zijn. Zo evident is dat.

Omslag van Quest Historie, nr. 3/ 2022.

Opmerkelijk is dat in de reeks culturen het christendom ontbreekt. Terwijl dat een scheppingsverhaal heeft met fantastische constructies die de verbeeldingskracht van de Griekse mythologie, Walt Disney, John Ronald Reuel Tolkien en de gebroeders Grimm evenaren, zo niet te boven gaan. Juist het christendom maakt de Europese en West-Aziatische cultuur aanschouwelijk en toont de diepere motieven en drijfveren ervan.

De vraag is waarom Quest Historie het christendom niet in de reeks noemt. Is dat echt omdat we ‘het inmiddels wel kennen’, zoals de inleiding bij het artikel van Hogenbirk zegt? Hhmm.. Er dringt zich een andere verklaring op. Namelijk dat de redactie van Quest Historie het christendom in de eigen kolommen liever niet direct vergelijkt met de ontstaansgeschiedenis en de scheppingsverhalen van Inca’s, Noormannen, Hindoestanen. Oude Egyptenaren en andere culturen om het beeld niet te verstoren dat het christendom buiten categorie is.

Toch lijkt dat een te gemakkelijke verklaring omdat in het archief van Quest Historie artikelen zijn terug te vinden die kritisch zijn op het christendom en het bestaan van God. Zoals het artikel Kunnen we ooit bewijzen dat er een god bestaat?‘ uit 2019 dat in een apart kader zegt: ‘Een god is handig als je mensen zich aan de regels wilt laten houden‘. Met deze uitspraak nagelt Quest Historie kern en considerans van de aard van godsdiensten treffend vast.

Waarom ontbreekt het christendom dan in de reeks scheppingsverhalen en mythologieën van culturen? Het is beredeneren waarom dat is, maar het lijkt eerder een geval van beeldvorming waar Quest Historie van weg wil blijven dan van een inhoudelijke overweging om het christendom buiten schot te laten en niet in een rijtje met scheppingsverhalen van andere culturen te zetten. Typisch is namelijk dat redacteuren van Quest Historie zich doorgaans laten kennen door een welhaast ideale seculiere opstelling.

Een andere verklaring kan zijn dat Quest Historie de lezer verstandig genoeg acht om een vergelijking tussen culturen met hun scheppingsverhalen en het christendom te maken. Daarom kan het christendom ongenoemd blijven omdat het de nulmeting is. Van de lezer wordt verondersteld dat hij of zij voldoende kennis over het christendom heeft om het scheppingsverhaal van het christendom erbij te betrekken én te relativeren.

Uit de opsomming van culturen met hun scheppingsverhalen blijkt dat het scheppingsverhaal van het christendom niet uniek is en er een van vele is.

De cynicus kan er nog het volgende aan toevoegen: Zoals de verschillende culturen elkaar met hun afzonderlijke en sterk van elkaar afwijkende scheppingsverhalen uiteindelijk zijn gaan beconcurreren op een (pas laten ontstane) druk bezette en lucratieve religiemarkt, zo heeft Quest Historie te dealen met concurrentie op de niet meer zo lucratieve tijdschriftenmarkt. Het is waardevol dat op de populaire tijdschriftenmarkt voor een breed publiek dit soort zware onderwerpen lichtvoetig wordt behandeld. Passend voor de wachtkamer.

Christian Tan probeert Johan Derksen en ideeën over vertrutting in christelijk frame te duwen. Dat loopt vast in behoudzucht

Schermafbeelding van deel artikel van Christian Tan, ‘Johan Derksen en de cancelcultuur in Nederland: wat zegt de Bijbel hierover?‘, 2 mei 2022 op Revive.nl.

Terwijl de Europese veiligheid op het spel staat door de invasie van de Russische Federatie in Oekraïne houdt een groot deel van Nederland zich bezig met trivialiteiten. Zoals de uitspraken van voetbalcommentator en televisiepresentator Johan Derksen over een kaars waarmee hij lang geleden een vrouw zou hebben onteerd. Later zwakte hij dat verhaal af.

De reactie op Derksen die controversiële uitspraken gebruikt om de kijkcijfers van zijn programma op de commerciële omroep Talpa op te pimpen was duidelijk. Derksen was deze keer volgens velen over een grens gegaan. Sponsors liepen weg en het programma Vandaag Inside komt na een zomerpauze wellicht terug op de buis.

Commercie staat bij Talpa voorop. Het gaat uitsluitend om geld verdienen. Nieuwe sponsors kunnen zich straks weer melden. Business as usual. De mediastorm over de kaars van Derksen heeft veel vrije publiciteit opgeleverd voor dit programma zodat het een succesvolle doorstart kan maken. Commerciële televisie heeft geen historisch geheugen en geen moraal.

Het is een misverstand dat er in het geval Derksen sprake is van cancelcultuur zoals Christian Tan van MeerJezus in een stuk op Revive.nl zegt. Tan begrijpt de dynamiek van de commerciële televisie onvoldoende. Hij probeert deze kwalijke kwestie te gebruiken om zijn punt te maken. Het omgekeerde is echter waar. Derksen wordt niet gecanceld, maar wendt het cancelen aan om publiciteit te maken voor Vandaag Inside en zichzelf als mediapersoon.

Het valt Tan te vergeven dat hij vanuit zijn christelijke overtuiging deze kwestie probeert te verbinden met het christelijk geloof. Dat heeft er bij nader inzien weinig mee te maken. Maar het is Tans vrijheid van godsdienst om de kwestie Derksen te gebruiken om zijn christelijke geloof te verkondigen. Of het zinvol is en aan de zaak iets essentieels toevoegt is de vraag.

Schermafbeelding van deel artikel van Christian Tan, ‘Johan Derksen en de cancelcultuur in Nederland: wat zegt de Bijbel hierover?‘, 2 mei 2022 op Revive.nl.

Tan gaat in het citaat hierboven verder dan evangelisatie en religieuze propaganda als hij de vertrutting van de samenleving toejuicht. Hij zegt er zelfs blij mee te zijn. Hoe breed hij vertrutting opvat is onduidelijk, maar duidelijk is dat dit begrip gaat over preutsheid, fatsoen, vrijheid en de rol van de vrouw.

Tan ontneemt individuen de vrijheid van handelen en wil ze insnoeren in een van bovenaf opgelegd moralisme dat christelijke wortels heeft. Dat is ongelukkig en ongewenst. Respect, lichamelijke integriteit en instemming (consent) zijn universele waarden die niet specifiek verbonden zijn aan vertrutting. Tan de moraalriddder maakt een parodie van vertrutting én moraliteit.

Tan laat zijn ware aard zien als een christelijke spookrijder als hij in bovenstaand citaat spreekt over huwelijkstrouw en gezinsleven, belachelijk gedachtengoed, afbrekend gezag van kerk, Bijbel en God en evolutie-indoctrinatie. Tan haalt er van alles bij, gooit dat op een hoop en laat zich kennen als iemand die maatschappelijke ontwikkelingen terug wil draaien naar een christelijk Nederland dat verdwenen is. Als het in de vorm die hij zich voorstelt al ooit bestaan heeft.

Tan is niet de enige Nederlandse gelovige die verbolgen is, zich miskend voelt en met z’n hoofd in het verleden leeft en daarom een verkeerde aanpak kiest voor het hier en nu. Beseft hij niet dat als er sprake is van afbrekend gezag van kerk, Bijbel en God dat vooral de christenen zelf te verwijten valt?

In Nederland hebben kerken onder het secularisme alle vrijheid om hun geloof in vrijheid te belijden. Maar de realiteit van de Nederlandse maatschappij is dat een meerderheid van de bevolking zegt zich niet meer te laten inspireren door religie. Dat is het gegeven.

In een nieuwsbericht van maart 2022 over een onderzoek naar levensovertuiging concludeert het SCP: ‘Nederland is geen gelovig land meer. Atheïsten en agnosten vormen inmiddels een meerderheid onder de bevolking. Religieuze groepen zijn nu minderheden in Nederland‘.

In het commentaarOmarm secularisatie. Beschouw kerken als culturele instellingen. In ruil voor subsidie kunnen ze hun politiek-maatschappelijke claim op de samenleving inruilen‘ van 2 februari 2022 pleitte ik voor het subsidiëren van kerken als culturele instelling.

Daarin schetste ik precies het beeld van iemand als Christian Tan die veel energie stopt in een achterhoedegevecht en zo de zaak die hij denkt te behartigen niet optimaal behartigt en zelfs beschadigt: ‘Dat zou voor iedereen beter zijn. Voor de kerken die daardoor een betere financiële uitgangspositie hebben, voor de samenleving die de gevestigde kerken voortaan kan waarderen als culturele instellingen die de claim opgegeven hebben om de samenleving te besturen en voor de gelovigen die niet langer meegesleept worden door hun kerkleiders in een misleidend beeld van hoe schadelijk secularisatie is‘.

Onderzoek ‘Buiten kerk en moskee’ van het SCP blijft worstelen met formuleringen om de ontwikkelingen onbevooroordeeld te beschrijven

Schermafbeeldingen uit onderzoekBuiten kerk en moskee‘ van het SCP, 23 maart 2022. Pagina’s 74 en 75.

Vandaag 24 maart 2022 verscheen het onderzoek Buiten moskee en kerk van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Pikant is dat het ultrarechtse FvD-kamerlid Pepijn van Houwelingen als een van de drie auteurs wordt genoemd.

In de toelichting bij dit onderzoek zegt het SCP op de eigen website: ‘Nederland is geen gelovig land meer. Atheïsten en agnosten vormen inmiddels een meerderheid onder de bevolking. Religieuze groepen zijn nu minderheden in Nederland. Daarmee is voor de meeste mensen de zoektocht naar zingeving en zelfverwezenlijking een individuele zaak. Deze maatschappelijke ontwikkelingen hebben niet alleen gevolgen voor individuen, maar ook voor de verhoudingen tussen verschillende groepen, en onze samenleving als geheel. Dat blijkt uit het onderzoek Buiten kerk en moskee van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP)‘.

In een reactie op een artikel van Hanco Jürgens dat in NRC in december 2021 werd geplaatst formuleerde ik kritiek die in mijn ogen ook van toepassing is op dit onderzoek van het SCP. Dat heeft te maken met verkeerde terminologie van de ontwikkelingen die het beschrijft. Mijn kritiek bestaat eruit dat ondanks het feit dat de meerderheid van de Nederlanders zegt zich niet door godsdienst te laten inspireren het instrumentarium waarmee dat proces wordt beschreven in culturele zin niet loskomt van het geloof en door het totale proces van emancipatie en loskomen van religie in het frame van geloof te formuleren het godsdienst belangrijker maakt dan de demografische en sociologische ontwikkelingen rechtvaardigen. Ik herhaal een passage uit mijn kritiek op Jürgens. Niet op zijn opzet trouwens, maar op zijn uitwerking ervan:

Schermafbeelding van deel commentaarAntwoord op pleidooi van Hanco Jürgens: vervang humanisme door secularisme‘ van George Knight van 24 december 2021.

Het onderzoek formuleert in een voetnoot op p. 70 met verwijzing naar het langlopende onderzoek van de KRO naar God in Nederland ‘seculier’ als ‘diegenen die expliciet aangeven dat er ‘geen God of hogere macht’ bestaat (atheïsten) of die zeggen dit simpelweg niet te (kunnen) weten (agnosten).‘ Ook hier komt het tekort van de terminologie weer tot uiting.

Want waar laat dat iemand die zich als seculier of een aanhanger van het secularisme beschouwt, maar niet als atheïst of agnost? Het is onjuist om ‘seculier’ of een aanhanger van het ‘secularisme’ te omschrijven als ‘atheïst’ of ‘agnost’. Dat is opnieuw een ouderwetse benadering die ondanks een afwijzing ervan het secularisme direct koppelt aan godsdienst. Dat is ongewenst en wetenschappelijk onzorgvuldig. In mijn kritiek op Jürgens die ook van toepassing is op dit onderzoek van het SCP formuleerde ik dat als volgt:

Schermafbeelding van deel commentaarAntwoord op pleidooi van Hanco Jürgens: vervang humanisme door secularisme‘ van George Knight van 24 december 2021.

SCP trapt met open ogen in de valkuil. Het SCP blijft ermee in cirkels draaien door een niet passend instrumentarium te gebruiken dat ontleend is aan de godsdienst van weleer om de ontwikkelingen te beschrijven. Het beschrijft die groter wordend afstand tot religie adequaat, maar weet er geen juiste beschrijving voor te vinden.

Het SCP zorgt zo voor onnodige verwarring door het afgeven van gemengde signalen. Namelijk door in de beschrijving het maatschappelijk belang van afnemende godsdienst te beschrijven, maar daarvoor termen te gebruiken die aan die godsdienst zijn ontleend en de band ermee benadrukken.

De citaten uit het onderzoek over ‘cultuurchristenen’, het behoud van kerkgebouwen en de erkenning van de maatschappelijke waarde van geloof en kerk waarmee dit commentaar begint hebben dezelfde terminologische tekortkomingen als die over het secularisme.

Nogmaals. het secularisme is niet per definitie anti-godsdienst of pro-atheïsme. In een commentaar van februari 2022 pleitte ik voor subsidie van kerken door ze als culturele instelling te beschouwen. Door het omarmen van het secularisme kunnen religieuze instellingen als kerken een nieuwe culturele invulling vinden. Secularisten die dit steunen zouden geen cultuurchristenen genoemd moeten worden zoals het SCP doet, maar secularisten. Hiermee gebruikt het SCP opnieuw onnodig een term die nauw verbonden is aan godsdienst.

Het is voor de steun aan kerken niet de essentie of iemand de christelijke moraal of christelijke tradities erkent, zoals het SCP in haar uitleg beweert. Het gaat erom dat in een samenleving groeperingen elkaar niet uitsluiten en naast elkaar willen leven. Daarvoor is het niet nodig dat de meerderheid van de Nederlandse bevolking de leerstellingen van christelijke kerken aanvaardt. Ook als men die verwerpelijk en verouderd vindt, zouden maatschappelijke of culturele instellingen als kerken recht op overheidssteun moeten hebben.

Schermafbeelding van deel commentaarOmarm secularisatie. Beschouw kerken als culturele instellingen. In ruil voor subsidie kunnen ze hun politiek-maatschappelijke claim op de samenleving inruilen‘ van George Knight, 2 februari 2022.

Antwoord op pleidooi van Hanco Jürgens: vervang humanisme door secularisme

Schermafbeelding van deel artikelAtheïsme in Nederland mist smoel‘ van Hanco Jürgens in NRC, 22 december 2021.

In een opinie-artikel in NRC vraagt Hanco Jürgens zich af hoe het kan dat in Nederland waar de meerderheid van de bevolking zich niet tot een godsdienstige of levensbeschouwelijke groep rekent het atheïsme geen overtuigend, verbindend verhaal weet te vertellen. Een verklaring zoekt Jürgens in het feit dat een wereld zonder God in Nederland zo vanzelfsprekend is geworden dat ‘weinigen er nog om malen‘, terwijl het antwoord op belangrijke levensvragen ‘geboden‘ is. Hij komt uit bij het humanisme dat mensen houvast kan bieden.

Jürgens vervolgt: ‘De vraag wat nu het cement is dat onze seculiere samenleving bijeenhoudt wordt steeds prangender. Mensen hebben het gevoel dat onze samenleving uiteenvalt, dat iedereen in zijn eigen bubbel blijft zonder nog te weten wat er in andere bubbels gebeurt. Juist nu de democratie onder druk staat hebben we een strijdbare cultuur nodig met een aantal heldere uitgangspunten, maar het is nog helemaal niet zo makkelijk om die uitgangspunten helder te krijgen (..). Veel interessanter is de vraag waarom ook ongelovige mensen behoefte voelen om te geloven, waarom het delen van tradities en sociale bindingen belangrijk zijn, waarom mensen behoefte hebben aan houvast.

Ik ben het eens met de vragen die Jürgens stelt en het zoeken naar zingeving buiten de monotheïstische godsdiensten om, maar vindt het kader waarin hij ze plaatst verwarrend. Het is in mijn ogen ongelukkig dat Jürgens begrippen als atheïsme, humanisme, vrijdenken en secularisme bijna inwisselbaar gebruikt, terwijl ze onderling verschillen en niet hetzelfde beogen.

Jürgens houdt een pleidooi voor het humanisme en laat de kans verloren gaan om de kwestie van houvast en zingeving die hij aankaart naar een hoger abstractieniveau te tillen. Ofwel, het humanisme is één van de levensovertuigingen binnen het secularisme, zodat Jürgens niet de kans grijpt om een pleidooi voor het secularisme te houden.

Het secularisme is een politieke filosofie die alle godsdienstige en levensbeschouwelijke stromingen gelijk waardeert en bescherming biedt onder de nationale rechtsstaat. Het secularisme is niet anti-godsdienstig of pro-atheïstisch. Het secularisme is onpartijdig en neutraal jegens alle godsdienstige en levensbeschouwelijke stromingen. De paradox is dat Jürgens ondanks een andere intentie hetzelfde beweert als orthodoxe gelovigen, namelijk dat het secularisme pro-atheïstisch of anti-godsdienstig is. Dat misverstand laat Jürgens met zijn pleidooi bestaan.

Een betere kop bij Jürgens’ pleidooi zou zijn: ‘Secularisme in Nederland mist smoel‘. Een rechtstreeks pleidooi voor het secularisme zonder te blijven hangen in een pleidooi voor het humanisme zou beter aansluiten bij zijn opmerking dat onze seculiere samenleving cement mist.

De eigenlijke vraag die gesteld moet worden is waarom het secularisme in Nederland smoel mist. Zo zelfs dat iemand als Jürgens er verwarrende opmerkingen over maakt en niet goed uitlegt wat secularisme is. Dat is jammer want hij zit op het goede spoor met zijn opmerkingen over houvast, zingeving en cement van de samenleving. Want niet het atheïsme, maar het secularisme is succesvol.

Dat Jürgens met de goede kaarten in handen toch het doel mist heeft ook te maken met zijn taalgebruik. Dat uit zich in het gebruik van de term ‘ongelovigen’, waar hij ‘ongebondenen’ of ‘niet aangeslotenen’ (unaffiliated) bedoelt. Door zijn gebruik van de term ongelovigen blijft hij een meerderheid van de bevolking indirect binden aan het geloof waar ze juist afstand van zeggen te nemen. Dat kan opgelost worden door deze groep naar een hoger abstractieniveau te tillen en ‘secularisten’ te noemen. Daarmee wordt de traditie van het geloof teruggebracht tot wat het is: één van de stromingen binnen het secularisme, maar niet langer het kader van het geestelijk leven zelf zoals het dat vroeger was.

Het is in Nederland niet fundamenteel of iemand gelovig, ongelovig, humanist, atheïst, vrijdenker of wat dan ook is. Dat gaat om een individuele keuze voor een godsdienst of levensovertuiging. Die keuze vindt plaats binnen het kader van het secularisme die iemand de vrijheid biedt om uit eigen vrije wil aansluiting te vinden bij een geestelijke stroming.

Als Jürgens’ pleidooi voor zingeving, cement en een verbindend verhaal omgekat wordt van het atheïsme/ humanisme naar het secularisme, dan spreekt hij meer mensen aan, neemt in de theorievorming afstand van het geloof, tilt zijn betoog naar een hoger abstractieniveau en maakt zich van deelnemer die pleit voor het humanisme tot een voorstander van het secularisme. Waarbinnen uiteraard het humanisme kan floreren.