Goed nieuws uit Den Bosch. De niet te verdedigen regeling met oud-directeur Charles de Mooij van het Noordbrabants Museum wordt tussentijds opgezegd. Een regeling die in het verborgene door de Raad van Toezicht werd getroffen. Maar de kern van de kwestie wordt in de publiciteit tot nu toe uit de weg gegaan: corruptie en gesjoemel. Of een alle perken te buiten gaande ons-kent-ons mentaliteit.
De exit van De Mooij bespaart het museum ruim 300.000 euro en zet hopelijk een streep door de publicitaire schade van een voortwoekerende kwestie die ook de huidige directeur Jacqueline Grandjean treft. Terwijl het een erfenis is van haar voorganger. De Raad van Toezicht opereerde sinds 2021 als een vreemd lichaam dat eerder loyaal was aan De Mooij dan aan het huidige directoraat.
Waarom treedt Van Schagen niet terug? Onder zijn voorzitterschap zijn stappen gezet die het Noordbrabants Museum financieel en publicitair hebben geschaad. Dat kan niet de bedoeling zijn van een Raad van Toezicht. Het is onverteerbaar dat het gesjoemel van Raad van Toezicht en De Mooij zonder gevolgen blijft.
Het is bedenkelijk dat het later aangetreden lid van de Raad van Toezicht Ton Hillen publiekelijk zegt: ‘We hebben fouten gemaakt en daar moeten we van leren.’ Hillen stelt de Raad van Toezicht voor als stageplek. Die een cadeautje van 750.000 euro aan De Mooij gaf. Je zou denken, Raad van Toezicht, leer eerst wat ethisch aanvaardbaar is, wordt volwassen en wordt dan pas lid van een Raad van Toezicht. Niet andersom.
Dit is een onbevredigde kwestie die niet zou moeten eindigen met de clichés waarmee de huidige Raad van Toezicht zich nu verdedigt en die neerkomt op ‘we hebben fouten gemaakt‘. Dat is te simpel. Blijft het gesjoemel zonder gevolgen voor degenen die de regeling goedkeurden?
Het openbaar bestuur is aan zet. Provincie Noord-Brabant en gemeente Den Bosch die geldschieters van het museum zijn zouden het er niet bij moeten laten zitten. Al is het als waarschuwing voor culturele instellingen dat ze niet zo onverantwoord met gemeenschapsgeld om moeten gaan zoals de Raad van Toezicht van het Noordbrabants Museum deed.
De onderstaande vragen liggen open. Uiteraard is het in het belang van het Noordbrabants Museum om de onverkwikkelijke kwestie Charles de Mooij zo snel mogelijk achter zich te laten. Na het opschonen van de Raad van Toezicht waarvan de leden langs de gedragslijn ‘ethiek’ worden gelegd. Elke associatie met het gesjoemel betreffende De Mooij zal het museum blijven beschadigen.
- Is er een meerderheid in de raad van Den Bosch te vinden voor een raadsenquête naar het opereren van de Raad van Toezicht van het Noordbrabants Museum inzake de regeling met Charles de Mooij?
- Wat zijn de juridische mogelijkheden om Charles de Mooij (een deel van) de 415.000 euro die hij tot nu toe via de regeling kreeg terug te laten betalen?
- Hoe actief gaan de partijen in de Bossche raad zich opstellen om de 415.000 euro van De Mooij terug te krijgen? Of via hem of via de Raad van Toezicht.
- Heeft de Raad van Toezicht door de regeling met De Mooij volgens de Governance Code Cultuur gehandeld en kunnen daar consequenties aan ontleend worden die erop neerkomen dat de (toenmalige) leden daar individueel op aangesproken worden en hoofdelijk aansprakelijk worden gesteld voor de geleden schade?