Tussenstand rechtszaak KABK (Huug de Deugd) – Ranti Tjan

Routing in de Rechtbank Den Haag met verwijzingen naar de uitgang en slachtofferhulp. Eigen foto.

Vanmiddag 30 mei 2023 om iets na 15.00 uur was de rechtszaak in een zaaltje van de Rechtbank Den Haag. De rechter begon met de opmerking dat de microfoon niet werkte en dat dat nu eenmaal de rechtspraak is. Nu dat hebben de toeschouwers gemerkt.

De hoop dat de rechter breder kijkt dan de werkgever (Hogeschool) – werknemer (directeur Tjan) relatie, dus het arbeidsrechtelijke aspect, werd al snel de bodem ingeslagen. Uit alle vragen en terzijdes van de rechter bleek dat hij strikt vast zit op het arbeidsrechtelijke aspect. Die smalle kijk op de zaak is in het nadeel van de werknemer, dus Tjan.

En bredere kijk zou kunnen inhouden dat andere aspecten worden meegewogen. Zoals de kwaliteit van het bestuur in het kunstonderwijs en de bijzondere aanpak van dat onderwijs dat anders is dan van een reguliere hogeschool. Hebben het lid van het College van Bestuur en de leden van de Raad van Toezicht de juiste kwalificatie om te functioneren in het kunstonderwijs?

Of zoals de wenselijkheid van een bestuursmodel met een eenkoppig College van Bestuur dat kwetsbaar maakt en haaks staat op democratisering en machtsdeling. Bestaat een ‘college’ niet per definitie uit meerdere personen?

Of zoals de rol van de Raad van Toezicht die eenzijdig de kant van De Deugd heeft gekozen en onvoldoende inzet heeft getoond om de partijen bij elkaar te brengen. De Raad heeft zich publiekelijk verscholen en was ondanks de toezegging om aanwezig te zijn afwezig op de zitting. De rechter maakt daar geen opmerking over.

Zo ontrolde zich een zitting waarin in twee beurten de advocaten hun pleidooi samenvatten. De rechter stelde kritische vragen uitsluitend aan Tjan en zijn advocaat en niet aan De Deugd/ Hogeschool.

Hoe kan het dat het bestuursmodel met een eenkoppig College van Bestuur niet ter discussie werd gesteld? De advocaat van de Hogeschool noemde het ‘nieuwe’ bestuursmodel een voldongen feit. De rechter stelde geen enkele vraag hoe de Hogeschool dat onderbouwt. Dus niet ter sprake kwam of het bestaande bestuursmodel gewenst is met De Deugd die bestuurlijk in z’n eentje het laatste woord heeft over KABK en Koninklijk Conservatorium.

Ranti Tjan zelf antwoordde op vragen van de rechter dat hij uitsluitend de discussie over het bestuursmodel had willen aanzwengelen, maar dat hij zich er niet tegen verzette. Tjans voorstel, in een gesprek met de Raad van Toezicht, om het bestuursmodel over drie jaar te evalueren werd door de advocaat van de Hogeschool niet serieus genomen.

Er was veel gekissebis over de vraag waarom Tjan in maart 2023 een en ander naar buiten had gebracht. Het antwoord van de advocaat van Tjan was dat het in september al in notulen was vastgelegd die ongeveer een maand daarna publiekelijk werden gemaakt. De rechter zaagde Tjan en zijn advocaat hier meermalen over door. Dat leidde tot een herhaling van zetten.

Ook werd Tjan door de advocaat van de Hogeschool aangewreven dat hij door de publiciteit te zoeken de reputatie van de Hogeschool had beschadigd. De rechter ging hier in mee en stelde niet de vraag aan de Deugd en zijn advocaat dat die reputatie door talloze kwesties al beschadigd is. Dat valt vooral de Raad van Toezicht aan te wrijven. Maar die was niet aanwezig.

De Deugd antwoordde op het einde op een vraag van de rechter dat hij Tjan niet terug wilde als directeur en hij geen werkbare situatie zag. Tjan antwoordde in het begin van de zitting op een vraag van de rechter dat hij juist wel een weg zag om verder te gaan. Maar in de strikte arbeidsrechtelijke opvatting van de rechter heeft De Deugd het gelijk aan zijn zijde.

Ook werd op de zitting niet de vraag naar voren gebracht waarom Tjan door een sollicitatiecommissie uitgekozen is. De Hogeschool wist wie het in huis haalde. Tjan heeft nooit een geheim gemaakt van zijn streven naar transparantie, democratisering en machtsdeling.

Hoe nu verder? Een groot deel van de toehoorders was ontstemd over de loop van de zitting en de regie van de rechter die het uitsluitend om het arbeidsrechtelijke aspect te doen was. Hij hintte daar wel op, maar bedekt. Eigenlijk had de rechter dat in het begin duidelijk moeten melden, zodat het duidelijk was dat de zitting al voorbij was voordat die was begonnen.

Sommige toehoorders denken erover om een publieksactie te starten en daarbij te focussen op de kwaliteit van en het toezicht op het kunstonderwijs. Want als De Deugd gelijk krijgt van de rechter, dan dreigt de KABK met een volgzame Raad van Toezicht af te drijven naar een autoritair model. De schoolse De Deugd is dan de winnaar, maar de KABK de verliezer.

Ranti Tjan kan in beroep gaan als een voor hem negatieve uitspraak zijn ontslag bevestigt. Een uitspraak wordt over vier weken verwacht. Het was voor Tjan nog te vers om te zeggen of hij in dat geval in beroep gaat. De kans op een uitspraak die het ontslag vernietigt is bij een andere rechter die breder kijkt niet onmogelijk. Van een mogelijk beroep een modelzaak maken voor het hele kunstonderwijs, zou het debat naar een hoger niveau kunnen tillen.

Hoe dan ook moet dit debat over het bestuur en het toezicht in het kunstonderwijs breder dan nu gevoerd worden. Kamervragen of een commissie van OCW kunnen daar voeding aan geven. Wie weet heeft de rechtszaak van de Hogeschool versus Ranti Tjan neveneffecten die nu nog niet zichtbaar zijn.

Voorbeschouwing rechtszaak KABK (Huug de Deugd) – Ranti Tjan

Schermafbeelding van deel artikelDirecteur Kunstacademie laat zich niet zomaar ontslaan: brandbrieven naar minister gestuurd‘ van Jorina haspels in het AD, 29 mei 2023 (alleen voor abonnees).

Op 30 mei 2023 buigt de rechter van de Rechtbank Den Haag zich over de zaak KABK, ofwel Huug de Deugd – Ranti Tjan. Inzet is het ontslag van Tjan door de KABK.

Voor een buitenstaander lijkt er geen steekhoudende reden voor Tjans ontslag te zijn. Hij heeft niet met zijn hand in de kas gezeten, geen grensoverschrijdend (seksueel) gedrag vertoond of op een andere manier slecht gefunctioneerd. 

Tjan is nog maar een klein jaar geleden benoemd tot directeur van de KABK. Hij werd binnengehaald om rust te brengen. Uit alle berichten blijkt dat hij naar tevredenheid functioneert en het goed kan vinden met studenten die hem een verademing vinden na enkele conflicten met directeuren. 

Toen Tjan vraagtekens stelde bij de eenkoppige leiding van het College van Bestuur, te weten Huug de Deugd, kwam zijn positie onder druk te staan. Het bestuurlijke raadsel, behalve de greep naar de macht van solist De Deugd, is waarom de Raad van Toezicht die formeel De Deugds werkgever is niet heeft geprobeerd om te bemiddelen tussen hem en Tjan. 

Het conflict is bestuurlijk van aard. Bestuursvoorzitter De Deugd lijkt het alleenrecht te willen op de besteding van gelden en het ontslaan en benoemen van docenten. Het gaat in de zaak De Deugd – Tjan om macht. De Raad van Toezicht steunt De Deugd onvoorwaardelijk, los van Tjans functioneren. 

Uit het artikel in het AD (achter betaalmuur) blijkt dat er een brandbrief naar minister Dijkgraaf is gestuurd die onder meer is ondertekend door de directeur van het Kunstmuseum Den Haag, Benno Tempel. 

AD: 'Ook de Haagse kunstensector vindt de situatie onacceptabel. Inmiddels is ook onderwijsminister Dijkgraaf op de hoogte gesteld in verschillende brandbrieven. In al deze brieven wordt Tjan geprezen om zijn open manier van leidinggeven en de positieve verandering die hij in school heeft gebracht.
Daarmee lijkt Tjan zijn rol als rustbrenger, waarvoor hij was aangenomen, juist toch te hebben waargemaakt. De school heeft een uiterst roerige periode achter de rug.'

Of druk op de minister of positieve aandacht voor Tjan in de media helpt is de vraag. Daar heeft een rechter niet naar te kijken en rekening mee te houden. Het enige voordeel lijkt dat de zaak niet als een hamerstuk afgedaan zal worden. Maar zelfs dat is onzeker. Hoe dan ook heeft Tjan veel steun bij studenten, ondernemingsraad en (Haagse) kunstensector.

Het kan dat de rechter oordeelt dat de Raad van Toezicht zijn plicht heeft verzaakt om De Deugd en Tjan tot elkaar te brengen en beide partijen vraagt om rond de tafel te gaan zitten om er samen uit te komen. Maar dan nog blijft de kwestie van het eenkoppige College van Bestuur dat in zijn eentje alle beslissingen neemt.

Zoals altijd ligt het er maar net aan hoe de advocaten van beide partijen hun argumenten kiezen en hoe strikt de rechter oordeelt in deze bestuurszaak. Hoeveel buitenjuridische uiteenzettingen weegt de rechter mee?

Doorgaans volgt een rechter de bestuurlijke weg en weegt de stem van de hiërarchie het zwaarst. De macht heeft een streepje voor. Dat is in het voordeel van De Deugd en de Raad van Toezicht die elkaar door dik en dun steunen.

Het kan ook dat de advocaat van de KABK de rechter er niet van kan overtuigen dat De Deugd per se het eenkoppige College van Bestuur moet vormen. Maar zelfs dan kan Tjan insubordinatie worden aangewreven. Ook als het verzet tegen het eenkoppige College van Bestuur gerechtvaardigd en zelfs noodzakelijk is voor het functioneren van de KABK, hoeft Tjans ontslag niet van tafel te zijn.

Waar het in deze kwestie om gaat is de kwaliteit van het bestuur van een onderwijsinstelling. In dit geval het College van Bestuur en de Raad van Toezicht van de Hogeschool der Kunsten Den Haag. Hebben ze in deze kwestie redelijk geopereerd of hebben ze steken laten vallen? Dat moet Tjans advocaat dan met kracht van argumenten aantonen.

Een eenkoppig College van Bestuur en een Raad van Toezicht die zijn taak niet serieus neemt of breed genoeg opvat kan reden zijn om Tjan niet te ontslaan. Ze hebben op eigen sociale media docenten en studenten van de KABK geprobeerd te intimideren. Ze hebben de reputatie van de Hogeschool beschadigd, terwijl Raad en College die juist moeten bewaken.

Maar of een rechter dat aandurft en publiekelijk verklaart dat niet Tjan de spookrijder is, maar De Deugd en zijn medestanders in de Raad van Toezicht, is niet zozeer het antwoord op een juridische vraag, maar op een praktische vraag hoe het bestuurlijk verder moet met de KABK en de Hogeschool der Kunsten Den Haag. Wie vindt volgens de rechter het best de weg uit het doolhof?

University of Puget Sound verwijdert naam hoogleraar Slater uit naam museum vanwege standpunt eugenetica

De University of Puget Sound in Tacoma, Washington (state) zegt in een verklaring dat de naam van het natuurhistorisch museum is veranderd. De naam van de voormalige hoogleraar biologie en voorstander van eugenetica James R. Slater wordt geschrapt uit de naam Slater Museum of Natural History.

De universiteit is aangesloten bij de protestante United Methodist Church. In het verleden waren dominees president. In die sfeer kon Slater zijn standpunten over eugenetica verkondigen. De huidige president Isiaah Crawford is openlijk homoseksueel.

Het proces om de naam te veranderen werd in de herfst van 2021 in gang gezet door student-onderzoeker Grace Eberhardt. Dat liep samen op met een commissie die de noodzaak onderzocht om namen van gebouwen en ruimtes te wijzigen.

President Crawford stelde na de klacht van Eberhardt ook een commissie in om de naam Slater tegen het licht te houden. ‘In het comité zaten leden van minderheidsgroepen die historisch gezien schade hebben ondervonden van de studie en de praktijk van eugenetica’, zo zegt de verklaring.

De verklaring geeft de volgende uitleg van eugenetica (vertaald): ‘Eugenetica is de studie van het gebruik van selectief fokken om veronderstelde “inferieure” eigenschappen en “sociale misstanden” te verminderen en veronderstelde “superieure” eigenschappen in menselijke populaties te verhogen. Het vakgebied bloeide aan het eind van de 19e en het begin van de 20e eeuw, en ondersteunde onvrijwillige sterilisatie van degenen die als “ongeschikt” werden beschouwd en bestendigde overtuigingen en beleid dat gebaseerd was op de toen gangbare validistische, racistische en xenofobe opvattingen. Eugenetica raakte echter al snel uit de mode bij het wetenschappelijk establishment.’

Het schrappen van de naam Slater uit de naam van het Natuurhistorisch Museum van de University of Puget Sound is van dat uit de mode raken een laat slotakkoord. Het speelt zich af na de climax. De hernaming roept de vraag op of dit een uiting is van de identitaire cancelcultuur die op dit moment vooral op Amerikaanse universiteiten in de mode is als reflectie op de schadelijke gevolgen van kolonialisme en witte dominantie of toch iets anders.

Eugenetica werd na de experimenten van de nazi’s (1933-1945) na de Tweede Wereldoorlog alom beschouwd als een besmette pseudo-wetenschap. Dat professor Slater zijn cursus eugenetica tot zijn pensionering in 1951 kon blijven geven zegt vooral iets over de aard van de toenmalige University of Puget Sound. Dat het nog 72 jaar duurde voordat de naam Slater werd geschrapt op deze universiteit duidt op achterstallig mentaal onderhoud.

Petitie ‘Maak een stilteruimte in de bibliotheek Eemland’ staat haaks op het Amersfoortse inclusiviteitsbeleid

Schermafbeelding van deel petitieMaak een stilteruimte in de bibliotheek Eemland‘ van Leïla Bezzah – Elyahiaoui op petities.nl.

De petitie ‘Maak een stilteruimte in de bibliotheek Eemland‘ in Amersfoort van Leïla Bezzah – Elyahiaoui is om twee redenen overbodig. De petitie moet daarom ontraden worden. De petitionaris eist een stilteruimte in elke Amersfoortse bibliotheek voor bezinning en gebed.

I. Wie wel eens een bibliotheek in een stad bezoekt ziet overal scholieren en studenten in stilte zitten blokken. Ze studeren serieus. Een bibliotheek heeft geen stilteruimte nodig omdat een bibliotheek al een stilteruimte is.

Een bibliotheek is geen school waar de hele dag verplicht lessen moeten worden gevolgd. Wie in een bibliotheek studeert is vrij om naar buiten gaan om in een nabijgelegen supermarkt een broodje te kopen, een korte wandeling te maken om de spieren en de geest te ontspannen of op een zelf gekozen stil plekje tot bezinning te komen.

Het is potsierlijk om van een bibliotheek te eisen dat wat voor de deur ervan ligt naar binnen gehaald moet worden. Het is omgekeerd. De petitionaris kan een pauze buiten de bibliotheek nemen. Kantoren lopen leeg tussen de middag als medewerkers met elkaar wandelen en een frisse neus halen om zich op te laden. Dat kunnen studerenden in een bibliotheek ook doen. Het is zelfs gewenst als ze dat doen.

II. Petitionaris Leïla Bezzah – Elyahiaoui verwijst naar het ‘Beleidskader Amersfoort Inclusieve Stad 2021-2026‘ van januari 2021. De woorden ‘bibliotheek‘, ‘stilteruimte‘ of ‘gebed‘ komen niet in het document voor. Evenmin haar citaat ‘werkt de gemeente er hard aan dat een ieder in vrijheid zichzelf mag zijn, waar je mag werken, leren en leven op een manier die bij je past‘.

Bezzah lijkt een parafrase te geven van een uitspraak van wethouder Diversiteit Cees van Eijk (GL) die in een toelichting op het beleidskader zegt: ‘Je mag in Amersfoort in alle vrijheid jezelf zijn. Je mag hier werken, leren en leven op een manier die bij je past. In een inclusieve stad sluiten we niemand uit‘.

Wie die woorden van Van Eijk en het beleidskader tot zich door laat dringen komt tot het inzicht dat het Amersfoortse gemeentebestuur meent dat iedereen ‘in alle vrijheid zichzelf mag zijn’. Ieder individu moet daar mee omgaan. Met een zekere mate van eigen initiatief en zelfredzaamheid. Het beleidskader nodigt iedereen uit om de vaardigheid en losheid te ontwikkelen om prettig te leven en kansen te grijpen.

Er zijn grenzen aan wat de gemeente kan doen. Het bieden van goed onderwijs of een goede bibliotheek horen tot de basistaken van een gemeente. Niet het bieden van een stilteruimte in een publieke voorziening als een openbare bibliotheek. Dat is een voorziening voor iedereen. Het is niet de taak van een gemeente om in een openbare bibliotheek een stilteruimte in te richten. Dat leidt tot herverkaveling van een publieke voorziening. Dat is ongewenst en staat haaks op het streven om een inclusieve gemeenschap te vormen.

Als Bezzah per se een stilteruimte wil om te bidden, dan moet ze dat niet eisen in een openbare bibliotheek. Wel in een moskee of in een niet-openbare bibliotheek waar een plek voor godsdienst is.

Bezzah eist met een stilteruimte in alle Amersfoortse bibliotheken het omgekeerde van wat het beleidskader zegt en wat de gemeente voor haar burgers wenst. De gemeente zegt voor een inclusieve stad te gaan waarin iedereen meedoet en met elkaar omgaat. Dus een open gemeenschap. Bezzah pleit met haar stilteruimte voor het omgekeerde. Zij eist voor haar eigen kring apartheid. Dat is de verzuiling waar Amersfoort zich aan probeert te ontworstelen.

Is Jolle Demmers in haar mening over de Russisch-Oekraïense oorlog een naïeve of intellectuele oplichter?

Er is al veel gezegd over de lezing van Hoogleraar Conflict Studies dr. Jolle Demmers van de UU voor het Vlaamse Vredesinstituut. Het lijkt alsof Demmers met haar lezing vooral voor conflict over zichzelf en haar academische integriteit zorgt.

Hubert Smeets noemde John Mearsheimer in een NRC-column van 30 november 2022 een ‘intellectuele oplichter‘. Later voegde hij in een tweet Demmers met Noam Chomsky ook in dat rijtje. Net als Demmers beroept Mearsheimer zich op ‘analyse‘ en machtsvorming in wat zij ziet als ‘realisme‘ tegenover moralisme, mensenrechten en internationale rechtsorde,

Men kan aan dat rijtje ook Laurien Crump toevoegen die tot voor kort deel uitmaakte van dezelfde vakgroep als Demmers en de afgelopen jaren in talloze opinie-artikelen het Kremlin in bescherming heeft genomen. Ik heb aan haar pro-Kremlin Koude Oorlog blik uitgebreid aandacht besteed: zie hier, hier en hier. Ze spreekt zich na haar afscheid van de UU nog steeds uit in de media over Oekraïne.

Het is niet vreemd dat Demmers en Crump tot hun mening komen die min of meer overeenkomt met die van het Kremlin, maar wel dat ze dat doen of deden binnen de ‘wetenschap‘ van de UU. Als alumnus van de UU schaam ik me dat Demmers aan mijn universiteit is verbonden. Hoe is ze benoemd? Ik vraag me ook af hoe de collegiale toetsing is geregeld binnen zo’n vakgroep Internationale Betrekkingen of de faculteit Geesteswetenschappen.

Hoe academisch zelfstandig denkt Demmers en hoe origineel zijn haar standpunten? Ik vraag het me af omdat ze akelig dicht aanleunt tegen de talking points van het Kremlin. Die beogen om binnen Europa verdeeldheid en verwarring te zaaien en de EU en NAVO te verzwakken.

Het is geen toeval dat Demmers zich mentaal voegt bij de dwarsdenkers. Ze verwijst er in haar lezing naar. In Duitsland met Sahra Wagenknecht die radicaal-links (Die Linke) en radicaal-rechts (AfD) samen de straat op krijgt. Het is geen toeval dat het Kremlin de laatste 10 jaar heeft geïnvesteerd in Europees radicaal-links en radicaal-rechts om via de flanken de EU en NAVO te ondermijnen. Dat betaalt zich nu uit in Wagenknecht en Demmers die voor het Vlaamse Vredesinstituut spreekt.

Demmers maakt zich met haar lezing mentale deelgenoot van die beweging van dwarsdenkers. Als wetenschapper had ze een andere focus kunnen kiezen die minder partijpolitiek, meer historisch onderbouwd en meer reflectief was. Met als paradox dat Demmers in vaagheden en clichés over vrede praat en de vinger niet echt aan de pols houdt van de Russisch-Oekraïense oorlog. Ze stelt feiten verkeerd voor.

Demmers wordt niet concreet, maar blijft hangen in algemeenheden over vrede. Ze noemt niet het feit dat Poetin al voor het begin van de inval in 2022 herhaaldelijk het bestaan en de authenticiteit van Oekraïne (geschiedenis, cultuur, religie, taal) publiekelijk heeft ontkend. Tot wat voor vredesonderhandelingen kan dat leiden als een van de partijen het bestaan van de ander ontkent? Dat is essentieel.

Demmers beseft in haar verhaal te weinig wat pacifist Bertrand Russell zei over het antwoord op Hitler: ‘War was always a great evil, but in some particularly extreme circumstances, it may be the lesser of two evils‘. Ook vrede en pacifisme zijn relatief en niet zo absoluut als Demmers stelt die blijft vasthouden aan een enerzijds-anderzijds beeld waar de oorzaak van een oorlog wordt gewist.

Men kan volop kritiek hebben op de wapenindustrie in het Westen én de Russische Federatie die gouden tijden beleeft. En op de toenemende budgetten voor Defensie die niet naar zorg, onderwijs, huisvesting of sociale zekerheid gaan. Dat is een slechte ontwikkeling. Maar de oorzaak daarvan is Russische agressie en imperialistisch denken. Dat is de realiteit van nu die men niet kan terugdraaien of ontkennen door de mentale acrobatiek van het wegkijken.

Demmers doet precies wat in het kraam van het Kremlin past: ze zaait verwarring met haar vinger die niet één kant opwijst, maar de schuld van het conflict min of meer gelijk over de strijdende partijen verdeelt. Dat kan zo zijn in Demmers’ papieren werkelijkheid, maar in de echte werkelijkheid is er duidelijk een agressor die in 2014 dit conflict is begonnen: de Russische Federatie.

De Russisch-Oekraïense oorlog is tamelijk eenzijdig. Demmers verbreedt dat, om niet te zeggen, verhult dat, door er van alles bij te halen wat niet de kern is. De kern is de rancune van het Kremlin over het verdwijnen van de Sovjet-Unie en de poging om de invloedssfeer van 30 jaar geleden te restaureren. Dát heeft tot de oorlog geleid.

De Russische Federatie is Oekraïne in 2014 binnengevallen en in februari 2022 nogmaals op grootschalige wijze. De Russische strijdkrachten vernietigen Oekraïense burgerdoelen, ontvoeren kinderen, terroriseren de bevolking en houden de ontwikkeling van Oekraïne tegen.

Ik miste meer in Demmers’ lezing, zoals de Russische inval in 2014 die zeker geen burgeroorlog was, maar een strijd tussen twee staten, het Boedapest Memorandum van 1994 dat de territoriale integriteit van Oekraine garandeerde, de internationale rechtsorde en de pogingen van het Kremlin om te infiltreren in de Europese politiek én vredesbewegingen.

Of Jolle Demmers een intellectuele of naïeve oplichter is blijft de vraag.

Antwoord aan Achraf El Johari: Eis voor gebedsruimte op school hoeft niet te kunnen

Schermafbeelding van deel opinie-artikel ‘De gebedsruimte op school moet kunnen in Nederland‘ van Achraf El Johari in NRC, 3 april 2023.

Reactie op de FB-pagina van Achraf El Johari bij bovengenoemde opinie:

Nederlands secularisme betekent dat alle godsdiensten en levensbeschouwingen voor de wet gelijk zijn, en door de staat gegarandeerd zijn. Dat is de politieke filosofie van het secularisme. 

Tegelijk hebben onderwijsinstellingen de ruimte om in ‘eigen kring‘ en binnen de wet te opereren volgens de eigen beginselen. Het inrichten van een stilteruimte kan daar in strijd mee zijn. 

Het is te beperkt gedacht om dat een ‘gebedsruimte‘ te noemen. Waarom zou een humanistische of neutraal-openbare onderwijsinstelling verplicht ruimte moeten bieden aan religieuze studenten voor het uitoefenen van hun religieuze plichten? 

Wat is dat eigenlijk voor godsdienst die dat op hoge poten eist? Men kan zo’n eis opvatten als een stadium in de emancipatie, maar ook als poging tot expansie en verkondiging. Niet in het minst tegenover andere religieuze minderheden en levensbeschouwingen die in de praktijk van de stilteruimte opzij worden geduwd. 

Bedenk dat een meerderheid van de Nederlandse bevolking aangeeft geen godsdienst aan te hangen. Dat geldt nog in meerdere mate voor jongeren. De discussie over ‘gebedsruimte’ is in zekere zin een achterhoedegevecht. 

Het is een misvatting, een verkeerde voorstelling van zaken en zelfs misleiding om te spreken over het ‘bemoeilijken’ van het leven van studenten indien er geen stilteruimte op een onderwijsinstelling wordt ingericht. Dat is onterechte framing. Dat suggereert dat ze door een bestuur van een onderwijsinstelling bewust gedwarsboomd worden. Maar zoals gezegd, dat hoeft niet. Dat kan ook volgen uit het gedachtengoed van de onderwijsinstelling.

De Nederlandse seculiere traditie betekent diversiteit, vrijheid in ‘eigen kring’ en tolerantie van een meerderheid jegens minderheden. De niet-godsdienstige meerderheid is tolerant jegens de godsdienstige minderheden. Ook waar het de bekostiging van het bijzonder onderwijs betreft die een politiek compromis en weeffout is die al meer dan een eeuw bestaat. 

De Nederlandse seculiere traditie houdt in dat besturen van onderwijsinstellingen niet eenzijdig gedwongen kunnen worden om een ‘gebedsruimte‘ voor studenten en medewerkers van een specifieke godsdienst in te richten. Dat is geen diversiteit die verschillen probeert te overbruggen, maar evangelisatie die het omgekeerde nastreeft.

Open brief is onderdeel campagne bestuur KABK om Ranti Tjan weg te werken en zijn medestanders het zwijgen op te leggen

Schermafbeelding van deel open brief van 1 april 2023 op het Instagram-account van de KABK, zonder ondertekenaars.

Een actie beschadiging van Ranti Tjan vanuit het College van Bestuur (CvB) en de Raad van Toezicht (RvT) van het KABK in een poging om de beeldvorming pro-De Deugd of anti-Tjan bij te sturen viel te verwachten sinds Tjan op 27 maart werd gedwongen de KABK te verlaten. Zie voor de achtergronden dit commentaar. De brief op Instagram is een teken van de actie beschadiging Tjan. 

Een aantal afdelingshoofden van de KABK reageerde op 1 april met een open brief op het Instagram-account van de KABK. De brief is een indirect antwoord op de petitie van de studenten die inmiddels zo’n 1700 keer is ondertekend. In mijn ogen roept de brief vooral vragen op over de productie, presentatie en bedoeling ervan. Ofwel, waarom en hoe kwam deze brief tot stand? Deze vragen zijn des te klemmender omdat de brief naadloos het standpunt van het CvB lijkt weer te geven.

De tweede alinea van de Engelstalige brief is een frontale aanval op Tjan die ervan wordt beticht ‘minachting’ te hebben getoond voor ‘onze bestuursprocessen’. Er zou door hem ‘onherstelbare schade zijn aangericht’. De ondertekenaars of liever gezegd de opstellers zien Tjans acties als ‘machtsmisbruik’ en ‘misbruik van goede wil’. De ondertekenaars hebben ‘collectief het vertrouwen verloren om met Tjan samen te werken’.

Deze kwalificaties zijn een subjectieve mening. Ze worden niet onderbouwd met feiten. Er wordt geen betoog opgebouwd. Inhoudelijk gaat de brief niet in op het conflict De Deugd -Tjan en de polemiek over het soort bestuurscultuur dat bij de KABK past. Gratuite opmerkingen in een 20ste eeuws welzijnsjargon voeren de boventoon.

De brief heeft juridisch geen waarde en publicitair moet de waarde ervan zich nog maar bewijzen. De brief lijkt een parodie op hoe zo’n brief moet zijn, met in het middenstuk verstopt het gif dat bovenal wat zegt over de verspreiders ervan. In welke spiegel kijken zij?

De wetmatigheid in dit soort kwesties is dat CvB en RvT alles uit de kast halen om docenten en studenten onder druk te zetten en tot zwijgen te brengen. Of zelfs tot ondertekening van zo’n brief. Wie niet ondertekent kan beëindiging van de aanstelling verwachten. Dat middel wordt nu ingezet bij de KABK. Dat is machtsmisbruik door RvT en CvB waar nu juist zoveel kritiek op is. RvT en CvB doen precies wat hun wordt verweten.

Waarom verwijst de brief zonder zijn naam te noemen uitsluitend naar de geschorste directeur Ranti Tjan en niet naar de eenkoppige CvB-voorzitter Huug de Deugd en RvT-voorzitter Susana Menéndez? In welk geestelijk vacuüm is de brief opgesteld?

De achterliggende vraag is waarom een brief met deze strekking die alle bruggen met Tjan achter zich verbrandt op een account dat onder controle staat van het CvB naar buiten wordt gebracht. Wat beoogt het eenkoppige CvB met plaatsing ervan? Het CvB had plaatsing kunnen verhinderen, maar heeft dat niet gedaan. Dat is de essentie.

De houding tegenover Tjan en het onder druk zetten van docenten voelt niet als zorgvuldig bestuur. Waarom acht De Deugd de plaatsing van de brief opportuun? Waar is de RvT om de brand te blussen en de rust en de relatie tussen De Deugd en Tjan te herstellen? Wie heeft trouwens het toezicht op het functioneren van de RvT en haar voorzitter Menéndez?

Ter herinnering, Tjan werd door De Deugd maximaal 70.000 euro geboden om met stille stom te vertrekken. Tjan gaf daar geen gehoor aan en bracht dat aanbod in de openbaarheid. Tjan zei tevens dat hij gaat voor transparant bestuur en het bestuurlijk ongelukkig vindt dat De Deugd enig lid van het CvB is.

Onderschrijft de plaatsing van de brief en de pogingen om de weerstand te breken niet precies wat Tjan beweert, namelijk dat het ontbreekt aan bestuurlijke transparantie bij de KABK? De indruk bestaat dat er in CvB en RvT sprake is van een gesloten CDA-achtige cultuur. Hoe komt het dat Tjan de derde directeur sinds 2020 is die bij de KABK moet opstappen? Is de rol van het CvB en de RvT in deze kwesties geheel onschuldig? Waarom is er geen externe, onpartijdige bemiddelaar?

Wie heeft dus het initiatief voor deze brief genomen? Wie heeft de brief opgesteld? Waarom is deze brief op het Instagram-account van de KABK geplaatst, terwijl andere stukken die kritisch zijn op het CvB niet? Zoals een petitie. Leidt de persoon die uiteindelijk de zeggenschap over de sociale media van de KABK heeft niet direct naar de initiator van de brief? Waarom spreekt de brief namens alle hoofden (From Heads of Departments), terwijl niet alle hoofden getekend hebben? En als ze getekend hebben, hebben velen dat waarschijnlijk onder dwang gedaan.

De brief lijkt bedoeld om verwarring en verdeeldheid te zaaien, en de oppositie tegen De Deugd af te remmen en de steun voor Tjan te verdelen. De KABK schiet niks op met dit geschil waarbij CvB en RvT niet naar overleg en een oplossing zoeken, maar de kwestie alleen nog meer op scherp zetten. Het gaat niet meer om de inhoud, maar om de poppetjes. Om pure macht.

Het is echter de vraag of vanuit het perspectief van het CvB het een productieve of een contra-productieve brief is. Want de plaatsing en opzet van de brief komt evident uit de koker van CvB en RvT en is bedoeld om studenten en docenten te misleiden. Dat doet de brief echter zo dom dat het in zijn tegendeel verkeert en juist de negatieve aspecten van CvB en RvT extra accentueert.

Het feit dat de brief met subjectieve negatieve kwalificaties over Tjan komt is er een aanwijzing voor dat hij de moeite waard is om in de rug aan te vallen. Dat CvB en RvT dat doen wekt gezien de voorgeschiedenis geen verwondering, maar dat enkele afdelingshoofden zich daartoe moesten lenen is het trieste aan deze brief.

Directeur KABK Ranti Tjan geschorst. Studenten en docenten staan tegenover College van Bestuur en Raad van Toezicht

Schermafbeelding van deel artikel ‘Opnieuw conflict KABK: directeur Ranti Tjan weigert ontslag‘ van Lucette ter Borg in NRC, 27 maart 2023.

Er is opnieuw een conflict bij de KABK. De Haagse kunstacademie, de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten. Deze keer gaat het niet om verwikkelingen tussen studenten onderling of een docent die uit de bocht vliegt, maar om een conflict in de bestuurlijke top.

Lucette ter Borg heeft er op 27 maart 2023 voor NRC een informatief stuk over geschreven. Zij legt uit dat de positie van KABK-directeur Ranti Tjan wankelt omdat Huug de Deugd, het enig lid en voorzitter van het College van Bestuur van de Hogeschool der Kunsten in Den Haag, de arbeidsovereenkomst met Tjan wil beëindigen. Tjan is geschorst en de toegang tot de KABK ontzegd.

Reden zou volgens De Deugd ‘een duurzaam verstoorde arbeidsrelatie‘ zijn. Tot nu toe is niet publiekelijk bekend gemaakt wat dit inhoudt. Niet zelden wordt dit containerbegrip gebruikt om een conflict dat over de macht tussen botsende karakters gaat te objectiveren en een zekere onderbouwing te geven. Rechters gaan doorgaans mee in de redenering van een werkgever dat een arbeidsrelatie is verstoord. De onderliggende reden waarom dat zo is komt dan niet (meer) aan de orde.

De Deugd had Tjan in februari 2023 geld geboden om te vertrekken. Dat had op kunnen lopen tot 70.000 euro als Tjan snel was vertrokken. Tjan heeft dat naast zich neergelegd. Hij had dan een geheimhoudingsverklaring moeten ondertekenen om hierover publiekelijk te zwijgen. De Deugd zette gemeenschapsgeld van een financieel zwakke Hogeschool in om de directeur van de KABK weg te krijgen.

Het is in de ogen van velen absurd dat Ranti Tjan zou moeten vertrekken. Hij staat voor studenten, kunst en transparantie. Eerder was Tjan directeur bij Museum Gouda en het EKWC in Oisterwijk waar hij een prima band met het personeel had, en in het EKWC ook met de kunstenaars. Een petitie die is opgesteld door de studenten van de KABK is inmiddels meer dan 1100 keer getekend. De petitie vraagt om overleg en zegt onder meer (vertaald):

De kritiek van Ranti op de ondoorzichtige en hiërarchische bestuursstructuur onderschrijven wij van harte. We zijn geschokt dat Huug de Deugd en leden van de Raad van Toezicht niet bereid zijn geweest om hierover in gesprek te gaan. Het gebrek aan erkenning en waardering voor de stabiliteit en zekerheid die Ranti heeft opgebouwd, samen met het herwonnen vertrouwen in de instelling, bewijst dat het College van Bestuur en de Raad van Toezicht afstandelijk zijn en geen voeling hebben met wat het beste is voor de academie. Wederom laat de topleiding de KABK in de steek.

De kritiek van de studenten (en docenten) op het afstandelijke College van Bestuur lijkt gerechtvaardigd. Huug de Deugd heeft het als enig lid en voorzitter van het College van Bestuur voor het zeggen. Debat of tegenspraak wordt in het management dus niet georganiseerd, maar geblokkeerd. Dat geeft De Deugd een machtspositie die hij in het conflict met Tjan blijkbaar heeft ingezet.

Tevergeefs naar nu blijkt, want dat werkt alleen als de ander daar aan meewerkt en zich laat intimideren. Toch kan De Deugd uiteindelijk aan het langste eind trekken bij de rechter. Maar evenmin ondenkbaar is dat De Deugd in dit conflict zijn Waterloo vindt en moet vertrekken.

Het is opvallend dat De Deugd bestuurlijk leiding mag geven aan een kunstacademie en conservatorium, terwijl hij volgens zijn LinkedIn-profiel geen opleiding of werkervaring in de beeldende kunst of muziek heeft. Hij heeft Engels gestudeerd. Dat tekent de tendens dat bestuurders geen vakkennis hoeven te hebben. De Deugd had hetzelfde kunnen doen bij een koekjesfabriek.

Je vraagt je af waarom iemand als De Deugd ooit als enige op zo’n positie benoemd is. Dat is klaarblijkelijk een bestuurlijke weeffout. Er is een verklaring die te maken heeft met wisselingen in de directies van conservatorium en kunstacademie, maar dat zou niet meer dan een tijdelijke situatie moeten zijn. Dat is een machtspositie die je niemand moet geven omdat daarmee de kans op een evenwichtig debat én tegenspraak uit de top van het management verdwijnt. Dat maakt een organisatie niet sterker, maar zwakker.

Het is onduidelijk of de almacht van De Deugd het huidige conflict volledig verklaart, maar het is voorstelbaar dat dit het vinden van een oplossing met Tjan in de weg heeft gestaan. Want er is niemand die De Deugd op een gelijk bestuursniveau tegenspreekt, tot concessies dwingt of tot relativering van zijn eigen positie en standpunten brengt.

Altijd komt bij dit soort conflicten ook de Raad van Toezicht in beeld. Ook hier. Met als vraag waarom het niet tijdig heeft ingegrepen en een kwestie heeft laten escaleren. Is de voorzitter van de Raad van Toezicht hierbij betrokken? Zoniet, waarom niet? Zoja, waarom heeft Susana Menéndez niet succesvol bemiddeld tussen Tjan en De Deugd? Zij heeft niet kunnen voorkomen dat de naam van de KABK voor de derde keer in enkele jaren publiekelijk beschadigd wordt. Met trouwens een compleet andere aanleiding dan voorheen.

Andrew Doyle spreekt over de destructieve invloed van de woke ideologie op kunst en literatuur

Het gesprek over het woke-isme of identiteitspolitiek dat resulteert in cancel cultuur of een cultuur oorlog zit vaak zichzelf in de weg. Populistische, reactionaire malloten maken op sociale media een parodie van wat woke is, zodat vervolgens niemand daar nog mee geassocieerd wil worden. Het debat verstomt of wordt eenzijdig gevoerd.

Hoe het woke-isme op Nederlandse universiteiten en hogescholen begon maakt het commentaarEen verslag van het Piet Zwart Instituut met misverstanden: ‘Vrije kunst en het niet bestaande normaal van Mark Rutte…’‘ uit 2017 duidelijk. Lees in de reacties ook mijn debatje met student Shraddha waar ik word geconfronteerd met de cancel cultuur en een poging me de mond te snoeren.

Wat is de middenweg tussen geradicaliseerde aanhangers van de identiteitspolitiek dat vooral op Angelsaksiche universiteiten optreedt en zich laat kennen als een religie met eigen dogmatiek én de reactionaire kritiek erop? Dit woke-isme heeft zich ontwikkeld van een emancipatiebeweging tot een greep naar de macht van onderop die de hiërarchische ladder bespot.

Het is duidelijk dat er in onderwijs, kunsten en media een inhaalslag gemaakt moet worden naar betere representatie in personeel, beleid en programmering of onderwijsprogramma. De vraag is hoe en in welk tempo dat dient te gebeuren.

Maatschappelijke ontwikkelingen hebben tijd nodig om in te dalen. Het belang van radicalen is om daar niet op te wachten en het proces op te jagen. Met als resultaat dat het proces verstoord en gefragmenteerd raakt en er geen algemeen aanvaard oriëntatiepunt meer is die voor allen kan dienen als richtlijn.

De onzekerheid van directeur Rein Wolfs in het Stedelijk lijkt daartoe herleid te kunnen worden. Wat is nog zijn ijkpunt? Dat blind varen tekent de lastige positie van hedendaagse museumdirecteuren.

Overigens zou dat thema van achterstelling en ondervertegenwoordiging breed benaderd moeten worden. Als we het onrecht van het verleden recht willen trekken, dan kunnen we dat maar beter gelijk goed doen. In een recent commentaar over de polemiek omtrent het Stedelijk Museum schreef ik over musea. Dat geldt ook voor universiteiten en hogescholen, en media:

Die smalle opvatting is een misvatting en een versimpeling. Het is de blinde vlek van musea, omdat er naast kleur verschillen bestaan over gender, beperking, seksuele oriëntatie, religie, sociaaleconomische status, opleidingsniveau en leeftijd. Die verschillen staan op dit moment nauwelijks ter discussie als het om betere representatie in musea gaat. Het debat over een betere representatie in musea is gepolitiseerd en afhankelijk van actuele trends. Dat is in meerdere opzichten ongewenst zwart-wit denken.

Het ‘juiste’ debat over woke-isme, identiteitspolitiek, cancel cultuur en cultuur oorlog is een smal pad de berg op. Bij elke stap de kans om in de afgrond te vallen of op voetangels of klemmen te stappen. De kans op een succesvol debat dat verschillen overbrugt is op dit moment nihil.

Er zijn gelukkig nog steeds opinieleiders die zich eraan durven wagen. Ze moeten niet alleen een goed betoog hebben, maar ook hun eigen achtergrond bewaken om door aanvallen op hun persoon niet bij voorbaat in de afgrond geduwd te worden. De dreigende aanval die iedereen wacht heeft een remmend effect op het aantal deelnemers aan het debat.

De Britse Andrew Doyle is volgens een boekbespreking homo, Labour-stemmer en sociaal liberaal, hij is geen reactionair. Daarnaast is hij afkomstig uit Noord-Ierland. Het is triest om te constateren, maar zo’n achtergrond lijkt tegenwoordig de voorwaarde om als stem aanvaard te worden om hierover mee te praten.

De achtergrond van iemand die zich publiekelijk uitspreekt over identiteitspolitiek is de voorwaarde om geloofwaardig mee te mogen praten. Andrew Doyle is geen reactionair, maar spreekt wel op het rechtse GB News. Zijn opmerking dat de woke-ideologie waarschijnlijk nooit iets van blijvende waarde zal opleveren is terecht, maar ook onterecht omdat het een politieke beweging is die zich uitspreekt over kunst.

Dat Doyle terechtkomt bij het rechtse GB News tekent de tragiek. Links heeft de handen niet vrij omdat het te ver in de identiteitspolitiek verzeild is geraakt en zich daar niet meer aan kan ontworstelen, en rechts overkomt in de reactie door projectie en stemmingmakerij hetzelfde.

Gewenst is dat in onderwijs, kunsten en media de identiteitsverschillen benoemd, aanvaard en besproken worden en niemand van dat debat door radicalen aan beide uitersten van het politieke spectrum uitgesloten wordt door twijfels over motivatie en achtergrond van de opponent. Voorlopig is dat wensdenken.

Maar toch, voor de toekomst graag een middenpad gevraagd om tot een oplossing te komen en identiteitsverschillen evenwichtig te overbruggen. Laat dat middenpad het ijkpunt zijn dat ook nu al wat richting geeft. Meer hebben we op dit moment niet.

Politici reageren geschokt over afnemende kennis en bewustwording van jongeren over Holocaust. Remedie: beter geschiedenisonderwijs

Schermafbeelding van deel nieuwsberichtNew Study Reveals Nearly One Quarter of Dutch Millennials and GenZ Believe the Holocaust Was a Myth or Exaggerated‘ van de Claims Conference, 25 januari 2023.

Gideon Taylor, Claims Conference President meent naar aanleiding van een eigen studie dat het verontrustend is dat de kennis en bewustwording over de Holocaust vermindert. Bij ouderen en jongeren. Meer in Nederland dan in andere landen zoals het VK, Frankrijk, Oostenrijk, Canada en de VS. Voor het onderzoek werden in december 2022 2000 Nederlandse jongeren ondervraagd.

Taylor zegt: ‘Survey after survey, we continue to witness a decline in Holocaust knowledge and awareness. Equally disturbing is the trend towards Holocaust denial and distortion. To address this trend, we must put a greater focus on Holocaust education in our schools globally. If we do not, denial will soon outweigh knowledge, and future generations will have no exposure to the critical lessons of the Holocaust.

Het valt te bezien hoe verontrustend afnemende kennis over een historische gebeurtenis is of een normaal proces van een historische gebeurtenis die redelijk lang geleden heeft plaatsgevonden. Nu meer dan 68 jaar geleden.

Vele actuele gebeurtenissen vragen om aandacht. Nederlanders weten eveneens steeds minder over de Tachtigjarige oorlog of de niet geweldloze expansie in de Nederlandse koloniën. Dat is de verwerking van historische gebeurtenissen die elkaar opvolgen en verdringen. Lobbygroepen vragen aandacht voor ‘hun’ onderwerp en willen er meer aandacht voor. Maar het is ook het gevolg van tekortschietend onderwijs.

Daarom weet ik niet of de verontwaardiging van de Claims Conference over de vermindering van de kennis en bewustwording bij met name Nederlandse jongeren over de Holocaust iets abnormaals is. Het lijkt eerder een volkomen logische ontwikkeling.

Is de belabberde stand van het Nederlandse onderwijs en met name het geschiedenisonderwijs niet de meest voor de hand liggende verklaring voor de afnemende kennis bij jongeren over de Holocaust?

Dat zegt nog niks over de inschatting hoe betreurenswaardig de afnemende kennis bij de Nederlandse bevolking over historische gebeurtenissen is. Inclusief de Holocaust. Want dat geeft een deprimerend beeld van het onderwijs. Dat is uitermate pijnlijk. Maar dat is niet exclusief voor de Holocaust.

De verontwaardiging van sommige TK-kamerleden die in De Telegraaf de afnemende kennis en bewustwording over de Holocaust rechtstreeks verbinden met antisemitisme en haat is te simpel. Dat is te eendimensionaal gedacht. Het is ook contra-productief. Met grote woorden ontkennen ze hun eigen verantwoordelijkheid over de slechte stand van het Nederlandse onderwijs.

Kamerleden zouden zich beter kunnen inspannen om zich daarvoor verantwoordelijke te voelen en het te repareren, dan gelijk met grote woorden te praten over antisemitisme en haat bij Nederlandse jongeren.

Dat is ook precies wat Gordon Taylor zegt: ‘we must put a greater focus on Holocaust education in our schools globally.’

Waarbij het trouwens de vraag is hoeveel aandacht er in het geschiedenisonderwijs aan de Holocaust en aan andere belangrijke historische gebeurtenissen moet worden besteed. Want afnemende kennis over de Holocaust wil niet gelijk zeggen dat het geschiedenisonderwijs meer aandacht aan de Holocaust moet besteden. Taylor is een lobbyist voor zijn eigen zaak en vakhistorici die het curriculum voor middelbare scholen opstellen maken hun eigen afweging.

Het is toch opvallend dat Nederlandse jongeren meer dan in de andere genoemde landen minder weten van een historische gebeurtenis als de Holocaust. Dat is vooral een brevet van onvermogen voor het Nederlandse geschiedenisonderwijs. Dit gaat niet over antisemitisme en haat, maar over tekortschietend (geschiedenis) onderwijs.

Schermafbeelding van deel nieuwsberichtNew Study Reveals Nearly One Quarter of Dutch Millennials and GenZ Believe the Holocaust Was a Myth or Exaggerated‘ van de Claims Conference, 25 januari 2023.