Juridisch en politiek heeft Nederland geen ruimte om het stikstofbeleid te verruimen. De natuur ligt in Nederland zwaar onder druk. Vooral de rechtse partijen in het kabinet willen door de schaduw van de BBB dat beleid aanpassen en doen alsof de stem van de boeren belangrijker is dan het belang van de natuur of van de economie.
Allerlei politici en oud-politici beweren dat het regeringsbeleid over stikstof moet worden opengebroken. Ze praten tegen hun achterban en maken zich met hun uitspraken belangrijk. Tegelijkertijd zetten EU, klimaatactivisten, natuurbeweging en D66 druk om nu eindelijk eens de landbouwsector aan te pakken.
Dat uitstellen van handelen zorgt voor een 1 april grap waar het buitenland krom om ligt van het lachen. Het ooit pragmatische en voorbeeldig gidsende Nederland is veranderd in een bietenrepubliek.
Premier Rutte heeft na dagen kabinetsoverleg een pauze aangekondigd in de aanpak van het terugdringen van de stikstofuitstoot. Terugdringen moet en is onontkoombaar. Dat weet het kabinet dat tijd koopt om niets te doen. De pauze is de rust van de doodlopende weg.
Een groot deel van Nederland houdt zich voor de gek. En beseft dat. Maar doet alsof het dit niet beseft. Alsof het potverteren op de toekomst niet op kan. Bang voor de volksgunst, bang voor het ontbreken van een eigen geweten, bang om knopen door te hakken.
Zo wordt het voortbestaan van een kabinet belangrijker dan het beleid. Maar dat is niks nieuws, zoals 1 april grappen niks nieuws zijn.
Tweede Kamerlid en partijleider BBB Caroline van der Plas op verkiezingsavond voor de provinciale verkiezingen op 15 maart 2023. Op: nu.nl.
Juridisch is de coalitie gebonden om de stikstofuitstoot op korte termijn sterk terug te dringen. Minister van der Wal kan niet anders dan doorgaan met haar beleid. Het is jammer dat er op Landbouw zo’n jojo van CU zit die vooral bang voor zichzelf lijkt.
Farmers Defence Force (FDF) met radicale boeren is een mantelorganisatie van de multinationals van de agro-industrie. Het zet op haar beurt BBB onder druk.
FDF en BBB zetten de gematigde boeren en politieke partijen vanwege het economisch belang van de multinationals van de agro-industrie met valse romantiek en misleiding onder druk. Dat alles wordt tot nu toe in de publiciteit spaarzaam benadrukt.
Nu lijkt het alsof die Caroline een natuurverschijnsel is dat uit het niets ontstaan is. Niets is minder waar. De kleur van haar nagels lijkt in de algemene pers tot nu toe belangrijker dan haar politieke standpunten. Zo worden haar beweegredenen en de geldstromen weggetoverd.
Gevolg is politieke polarisatie en het ontstaan van kampen die onverzoenlijk tegenover elkaar komen te staan.
Van radicaal-rechts inclusief BBB, FDF en de agro-industrie die blijft inzetten op hoge productie (grotendeels voor de export).
Van gematigd-rechts als CDA en (delen van) VVD die zich door radicaal-rechts laat chanteren.
Van links inclusief D66, Volt, GroenLinks, PvdA, PvdD en milieu- en natuurorganisaties die de Nederlandse stikstofuitstoot op z’n laatst per 2030 wil halveren.
Profiel van VVD-kandidaat-voor de Eerste Kamer Marijke Everts die werkt voor de agro-industrie (VanDrie Group).
Niet alles kan teruggebracht worden tot partijpolitiek zoals afgelopen week in de media gebeurde. Dat is misleiding. Het is voor de lange termijn niet interessant wie met wie gaat en wie niet met wie gaat.
Van vele kanten wordt vanwege natuur en klimaat de noodzaak voor het terugbrengen van de stikstofuitstoot en de uitstoot van broeikasgassen bevestigd. Ook door de Hoge Raad. Dat zijn de kaders voor de Nederlandse politiek om binnen te werken. De oplossing die BBB voorstaat is fantasie.
BBB leeft in een parallelle wereld. Het is een partij die door de multinationals van de agro-industrie wordt gesteund om de hervorming van de extensieve productie-landbouw richting duurzaamheid te vertragen.
Coalitiepartijen zijn juridisch verplicht om de natuur te beschermen en de stikstofuitstoot zo snel mogelijk terug te dringen.
Daarnaast dreigt heel Nederland op slot te gaan als de coalitie de stikstofuitstoot niet aanzienlijk terugdringt. Met als gevolg geen bouw van nieuwe woningen, wegen en aanleg van bedrijfsterreinen.
Dat BBB vanwege eigenbelang en een conservatieve overtuiging op de rem van de stikstof-maatregelen staat is een ding, maar dat andere partijen zich daar door laten leiden is een ander ding.
Schermafbeelding van deel artikel ‘Partij voor de Dieren voorziet problemen machtsgreep ‘conservatief blok’ van ANP op Nieuwe Oogst, 6 maart 2023.
Elke partij die zegt dat natuur en klimaat ondergeschikt zijn aan eigenbelang, dat in de openbaarheid wordt weggepoetst, is niet principieel, maar opportunistisch en kortzichtig.
De overheid moet duidelijker dan nu beleid op het gebied van natuur en milieu formuleren. Om daar aan vast te houden.
De overheid heeft afgelopen decennia een natuur- en milieubeleid gevoerd dat kan worden omschreven als pappen en nathouden, wensdenken, noodverbanden leggen en struisvogelpolitiek.
Dat geeft onzekerheid bij sectoren, niet in het laatst de landbouw die telkens met nieuwe maatregelen worden opgescheept. Dat is slecht bestuur. Nodig is duidelijkheid waaraan wordt vastgehouden, zodat investeringen in de toekomst kunnen worden gedaan.
Dat is niet de duidelijkheid van radicaal-rechts en de agro-industrie om alles bij het oude te laten, maar de duidelijkheid van een goed omschreven tijdpad dat gericht is op de toekomst met verplichtingen, investeringen, duurzame landbouw en perspectief voor een afgeschaalde Nederlandse landbouwsector die niet langer de tweede landbouwexporteur ter wereld is.
De hoge belastbaarheid van de Nederlandse natuur en omgeving is onhoudbaar. Juridisch, economisch, internationaal en milieutechnisch overschrijdt het nu al grenzen. Op zichzelf gerichte provinciale politiek doorkruist een oplossing.
Boeren willen best duurzaam werken en natuur beschermen. Niet alle boeren delen het standpunt van BBB, FDF en de agro-industrie. Ook dat wordt in de publiciteit te weinig benadrukt. Nu intimideren de meest radicale schreeuwers een sector die als vanouds behoudend is. Daar wringt iets in de beeldvorming.
De beeldvorming over het succesvolle BBB in de provinciale verkiezingen van 15 maart 2023 gaat tot nu toe over uiterlijkheden en poppetjes. Waarschijnlijk laat de coalitie de brand uitrazen totdat de spreekwoordelijke ‘15 minutes of fame’ van Caroline voorbij zijn. Het risico is het CDA dat in paniek op zoek naar identiteit is en geen gezaghebbende leiders heeft om het grotere geheel van een duurzaam natuur- en milieubeleid te zien, laat staan uit te voeren.
BBB (BoerBurgerBeweging) heeft een prima resultaat geboekt in de provinciale verkiezingen. In de Eerste Kamer komt de partij volgens de prognoses binnen met 15 zetels. Evenveel als de linkse combinatie GroenLinks/PvdA. De tellingen zijn nog gaande en de uitslagen nog niet definitief.
Interessant is dat BBB kiezers heeft weten te motiveren die anders niet naar het stemhokje gingen. Dat is knap, hoewel volgens de prognoses de opkomst met 57,5% niet veel hoger is dan 56% in 2019. Dus dat effect blijft bescheiden.
Dat op rechts PVV, CDA en vooral FvD verloren is de wetmatigheid van verkiezingen. Ze vissen in dezelfde vijver en wisselen stuivertje. Toch is er ook overloop tussen blokken. Kiezersonderzoek zal aan moeten tonen in welke mate de achterban van coalitiepartijen op BBB stemde.
Iedereen vraagt zich af of BBB een blijvertje of een eendagsvlieg is. Dat antwoord valt nu nog niet te geven. Het kan zomaar gebeuren dat BBB op provinciaal niveau onhandig opereert. Partijleider Caroline van der Plas opereert binnen de democratische normen, maar kan in haar eentje niet alles in de hand houden.
De overwinnaar van de vorige provinciale verkiezingen in 2019 was FvD met 12 zetels in de Eerste Kamer. Onder de chaotische leiding van partijleider Thierry Baudet verkruimelde dat snel en werd er politiek niets binnengehaald. Het politieke handwerk bij die FvD ontbrak.
Een kiezer die uit protest op een partij stemt wil ook dat er iets bereikt wordt. FvD zat zichzelf in de weg door te radicaliseren, de onredelijkheid te zoeken en zich op een uitzondering als de provincie Noord-Brabant na buiten de onderhandelingen te plaatsen. En in die provincie ging het uiteindelijk ook fout voor FvD. Bescheidenheid is de les voor BBB.
De goede uitslag van BBB moet in perspectief worden gezien. Partijen die niet willen tornen aan het kabinetsbesluit om de stikstofuitstoot in uiterlijk 2030 te halveren halen volgens de prognose 30 zetels (GroenLinks, PvdA, D66, PvdD, CU, Volt). Daarnaast is er Europese wetgeving die het bovengemiddeld vervuilde Nederland verplicht om de stikstofuitstoot te halveren en de natuur beter dan nu te beschermen.
Dat het CDA en delen van de VVD zich halfslachtig en lafhartig opstellen in het stikstofbeleid bevordert de duidelijkheid niet. Dat gezwalk heeft het CDA niet geholpen. Nu de provinciale verkiezingen zijn geweest kunnen VVD en CDA op landelijk niveau weer volmondig het natuur- en stikstofbeleid van het kabinet ondersteunen. Het probleem zit ‘m in de uitvoering in de provincies.
Vraag voor de komende vier jaar is of BBB een redelijke of onredelijke partij is. Het zal spaarzaam moeten zijn met haar eisen om zich niet uit de markt te prijzen, zoals een door Caroline van der Plas aangekondigde stop op de verplichte onteigening van boerenbedrijven vanwege te grote stikstofuitstoot. Maar of ze daarmee praat tegen haar kiezers of andere partijen is onduidelijk.
Want ook als grootste partij heeft BBB in de provincies anderen nodig om een meerderheid te vormen. En in de Eerste Kamer kan het kabinet over links steun vinden bij GroenLinks en PvdA in het natuur- en milieubeleid met op de achtergrond de steun van PvdD en Volt.
De koppen in de populistische pers en uitspraken van rechtse politici dat de uitslag betekent dat het beleid van de coalitie is afgestraft en daarom gewijzigd moet worden is wensdenken. Zo werkt politiek niet. Politiek gaat over de vorming van de macht en niet om emoties of stemmingmakerij. Of dat laatste in elk geval niet voor de langere termijn.
Als het kabinet in de samenwerking met links over het natuurbeleid een meerderheid vindt in de Eerste Kamer, dan is dat zoals politiek werkt. Een politicus-bestuurder is eerder een loodgieter dan een filosoof. Het gaat om het handwerk van onderop. Meerderheden hebben geen geheugen of emotie, maar worden in elkaar gesleuteld.
Relativering tekent de positie van BBB die als het feest van de overwinning is gevierd niet kan overvragen omdat de partij niet nodig is voor een meerderheid. De partij heeft er weinig aan om in provinciebesturen hoge eisen te stellen over het natuur- en stikstofbeleid die juridisch onhoudbaar zijn en aangevochten zullen worden door Hoge Raad, EU of milieuactivisten. De marges voor BBB zijn klein.
Schermafbeelding van deel artikel ‘Interview Edith Schippers: ‘Ik ben voor minder belasting, op alles‘ op nu.nl, 19 februari 2023.
Het interview met beoogd fractievoorzitter van de VVD in de Eerste Kamer. en DSM’er Edith Schippers op nu.nl is glashelder. Het werd op 19 februari 2023 geplaatst. Edo van der Goot stelt goede vragen én vervolgvragen. Hij legt volgens sommige reacties bij het interview feilloos de holle retoriek en inhoudsloosheid van Schippers bloot.
Het is een interview dat Schippers niet zozeer ontmaskert als marionet van het bedrijfsleven, maar als onhandige lobbyist voor dat bedrijfsleven. Ze mist de politieke en verbale lenigheid van premier Mark Rutte. Dat contrast valt des te meer op omdat Schippers wordt beschouwd als opvolger van Rutte. Wat belooft Schippers als nieuw gezicht van de VVD?
Schermafbeelding van deel artikel ‘Interview Edith Schippers: ‘Ik ben voor minder belasting, op alles‘ op nu.nl, 19 februari 2023.
De VVD belooft altijd belastingverlaging aan ‘de werkende Nederlander‘ en doorgaans blijkt aan het eind van een kabinetsperiode onder leiding van de VVD dat de lasten gestegen zijn. En de voorzieningen verder zijn uitgekleed.
De kop van het interview vat de kern van Schippers’ politiek samen: ‘Ik ben voor minder belasting, op alles‘. Dat betekent niet alleen een kleinere overheid, maar ook financiële voordelen voor veelverdieners en vermogenden.
Schippers’ opvatting over minder belasting op alles is een bedrieglijke belofte. De VVD zal dat niet waarmaken omdat het dat nooit waarmaakt. En het realiseren van ‘minder belasting op alles‘ is om praktische redenen onrealistisch. Tot 2027 kan de Belastingdienst vanwege ICT-problemen systeemwijzigingen niet aan. Verder legt EU-beleid Nederland verplichtingen op die samengaan met belastingheffing. Dat kan de VVD niet eenzijdig veranderen.
Waarom Edith Schippers zich onverstandig uitspreekt is de vraag. In politieke campagnes doen politici altijd niet waar te maken beloftes. Maar zelfs in zo’n valse belofte moet een mate van geloofwaardigheid zitten om de kiezer om de tuin te leiden. Schippers gaat verder met haar belofte voor minder belasting op alles die totaal ongeloofwaardig is. Dat is borreltafel-taal die een politiek leider niet in de openbaarheid kan doen. Ze is geen nieuwkomer, maar een gelouterd politica die vele mediatrainingen heeft gehad.
Is Schippers doorgeslagen in haar rol als bad cop? Mogelijk moet ze zich in de rolverdeling met premier Mark Rutte voor de Provinciale verkiezingen van 15 maart 2023 kritisch opstellen en onrealistische eisen stellen om de aanval van BBB, JA21 en PVV op de VVD te neutraliseren.
Waarna Rutte na die verkiezingen Schippers’ uitspraak over ‘minder belasting op alles‘ kan doen vergeten en gewiekst afwimpelt als een onverstandige uitspraak die in het heetst van de campagne is gemaakt.
Bemoeilijkt Schippers door haar uitspraak de toenadering van de VVD met PvdA en GroenLinks die voor het kabinet belangrijk kan zijn voor een meerderheid in de Eerste Kamer? Al is het alleen op de beleidsterreinen waar VVD en beide linkse partijen identieke belangen hebben. Deze twee partijen hechten aan een grotere rol van de overheid en zijn niet voor minder voorzieningen en minder belasting op alles. In het proces is Schippers’ geloofwaardigheid beschadigd.
Schippers diskwalificeert zich nog voordat ze gekozen is tot fractievoorzitter van de VVD in de Eerste Kamer. Ze probeert de inhoudelijke kritiek op haar opvattingen voor te zijn door die te framen als aanvallen op haar persoon. Ze zegt in het interview: ‘Met polarisatie en karikaturen van elkaar kom je niet tot oplossingen.’ Dat klopt, maar Schippers vergeet dat zij een oplossing in de weg staat door een karikatuur van zichzelf te maken. En van realistische politiek.
De kwestie Khadija Arib is simpel. Over deze PvdA-ster gaan al jarenlang verhalen over grensoverschrijdend gedrag jegens kamerpersoneel. Wie zegt dat niet te hebben geweten heeft zitten slapen of liegt.
Of die verhalen waar zijn moet worden uitgezocht. Het is een raadsel waarom dat nu pas in een onderzoek gebeurt, want ze was voorzitter van januari 2016 tot april 2021. Een verklaring kan de corona-pandemie zijn die vele procedures heeft vertraagd.
Van Arib tekent zich uit berichten een profiel af van een goede voorzitter om kamerdebatten te leiden en de orde te handhaven. maar tevens een niet aangenaam individu dat achter de schermen niet alleen het kamerpersoneel intimideerde, maar ook een slechte manager was.
In de zichtbare aspecten van haar functie als Kamervoorzitter was ze goed en in de voor het publiek onzichtbare aspecten was ze slecht. Dat laatste in de zin van gemeen, kwaadaardig en onplezierig.
Positieve beeldvorming leidde bij Arib tot zelfoverschatting. Ze dacht afgelopen week brede steun in kamer en publieke opinie te kunnen krijgen voor haar positie en opende de aanval op de huidige Kamervoorzitter Vera Bergkamp (D66). Maar die steun viel tegen en was anders dan ze ingeschat had. De Telegraaf staat in de campagnestand en roept openlijk om Bergkamps aftreden.
Het was een afleiding van Arib om Bergkamp erbij te betrekken in een poging om de zaak waar het om draait, namelijk het onheus bejegenen van ambtenaren, naar de achtergrond te verdringen.
Arib kreeg aanvankelijk geen steun van haar eigen partij en na de aanvankelijke steun in de vooral rechtse media krijgt nu langzaam de nuancering waar het in de kwestie Arib in de kern om draait de overhand: het handelen van Arib als peoplemanager.
Dat hoeft niet meer onderzocht te worden omdat Arib afscheid heeft genomen als kamerlid. Ze ontneemt zo de kamer de mogelijkheid om haar ter verantwoording te roepen. Overigens zet het kamerbestuur, het presidium het onderzoek naar Aribs grensoverschrijdend gedrag voort. Want voor ambtenaren die zich slachtoffer voelen wordt deze kwestie niet beëindigd door weg te lopen.
Aribs voortijdig opstappen was tegen al haar oproepen aan kamerleden in omdat ze er steeds op hamerde dat kamerleden hun termijn af moeten maken. Arib doet nu wat ze anderen verweet.
Bergkamp die niet goed is in het handhaven van de orde in debatten heeft zoals blijkt niks met de kwestie Arib te maken. Dat probeerde Arib er van te maken. Als afleiding voor een onderzoek naar haar eigen fouten.
Rechtse media sprongen gretig op deze kwestie en volgden de agenda van Arib. Simpelweg omdat ze garen kunnen spinnen bij een tweestrijd Arib-Bergkamp. Ze hebben immers een bloedhekel aan D66. Dat gaat niet meer om Arib of Bergkamp, maar om het bashen van links en centrum.
Ook de oppositie links (SP, PvdD) en rechts (BBB, Omtzigt) van de PvdA nam de talking points van Arib over en viel onder verwijzing naar het opkomen voor de democratie in een brief Bergkamp aan.
De absurditeit én de aanval op Bergkamp is goed te zien in onderstaande tweet. Voormalig VVD-kamerlid Ton Elias roept godbetert op om Kees van der Staaij Kamervoorzitter te maken. Deze steile conservatieve christen is notabene lid van de SGP dat van Nederland een theocratie wil maken.
Zoals de commentator in het fragment van WNL zegt over Arib: ‘ze oogstte de afgelopen dagen wat lof van verschillende kanten, maar nu klinken er ook andere geluiden door zoals van de ambtenaren in de kamer’.
Arjen Lubach verwoordde in zijn show van 3 oktober 2022 dat ‘andere geluid’ in een item over Arib. Hij stript de afleidingen van deze kwestie waarachter Arib het probeerde te verbergen en toont dat rechts de kwestie voor eigen doeleinden kaapt. Het andere geluid stelt het onderzoek naar Aribs grensoverschrijdend gedrag als Kamervoorzitter centraal. Dat past in een democratie waarin niemand boven de wet staat. Ook Khadija Arib niet.
Met haar gambiet heeft Arib zich binnen een week mat gezet. De rechtse pers pruttelt nog door in de hunkering naar Bergkamps scalp en het verdacht maken van de centrumpolitiek. Duidelijk is dat de kwestie Arib over meer gaat dan de kwestie Arib. Het is een kapstok voor het eigen ongenoegen. Wat daar zoal hangt, zegt vooral iets over dat ongenoegen.
Schermafbeelding van deel commentaar ‘Wokevrije scholen’ en Artikel 23: hoe vrij is ons onderwijs?‘ van Anton de Wit op het Katholiek Nieuwsblad, 26 augustus 2022.
Op de FB-pagina van het Katholiek Nieuwsblad plaatste ik bij een posting van 26 augustus 2022 van een commentaar van hoofdredacteur Anton de Wit onderstaande reactie. De schermafbeeldingen zijn hier toegevoegd:
Er zijn onzorgvuldigheden geslopen in het commentaar van Anton de Wit die verwarrend werken. Ze geven de lezer een verkeerde voorstelling van zaken
Het ridiculiseren van links is een mening waar De Wit het volste recht op heeft. Maar het is wel een wankele argumentatie door uit een radicale mening binnen links te concluderen dat heel links zo is. Dat maakt van links een karikatuur.
De Wit is geïnformeerd genoeg om te weten dat hij een en ander verkeerd voorstelt als hij het heeft over artikel 23 dat gaat over het openbaar en bijzonder onderwijs. De Wit suggereert dat de vrijheid van onderwijs ter discussie komt te staan als artikel 23 afgeschaft wordt.
Schermafbeelding van deel commentaar ‘Wokevrije scholen’ en Artikel 23: hoe vrij is ons onderwijs?‘ van Anton de Wit op het Katholiek Nieuwsblad, 26 augustus 2022.
De Wit claimt zonder onderbouwing dat ‘links’ meent dat dit artikel ‘de bron van alle ellende’ is omdat het ‘de vrijheid van religieus of ideologisch geïnspireerd onderwijs garandeert‘. Dat is een voorstelling van zaken die op z’n best onvolledig en op z’n slechtst kwaadaardig kan worden genoemd.
De kern van dit artikel en de steen des aanstoots voor de tegenstanders ervan is niet de vrijheid van religieus onderwijs, zoals De Wit suggereert. Die wordt door hen niet ter discussie gesteld zoals hij suggereert. Geen enkele politiek partij tornt tot nu toe aan die vrijheid.
Schermafbeelding van artikel 23 van de Nederlandse Grondwet, lid 5-7.
Waar het voor deze tegenstanders om draait is de bekostiging van het bijzonder onderwijs ‘uit de openbare kas’. Dat willen ze afschaffen. Het is opvallend dat De Wit in zijn commentaar dit aspect niet noemt. Terwijl dat de kern van de kritiek op artikel 23 van niet-confessioneel links is.
Dat gaat dus van D66, PvdD, PvdA, GL, SP tot en met VVD. De PVV is voorstander van artikel 23, maar wil de islam van bijzonder onderwijs uitsluiten. Dus ook de bekostiging van islamitisch onderwijs ‘uit de openbare kas’. Dat is shoppen in een wetsartikel dat weinig principieel aanvoelt.
Die bekostiging van het bijzonder onderwijs kwam in 1917 in artikel 23 terecht als compromis en uitruil tussen de toenmalige linkse (niet-confessioneel) en rechtse (confessioneel) politieke partijen. De confessionelen kregen bekostiging uit de openbare kas voor hun scholen, de niet-confessionelen kregen algemeen kiesrecht.
Het commentaar roept vooral de vraag op waarom De Wit herhaaldelijk suggereert dat ‘links’ de in de grondwet verankerde vrijheid van onderwijs wil afschaffen. Hij weet dat dit onjuist, praktisch onrealiseerbaar is en dat daar de kritiek van ‘links’ niet over gaat. De kritiek draait om de bekostiging ‘uit de openbare kas’.
Schermafbeelding van deel artikel van Jasper van Dijk (SP).
Het gaat erom of een meer dan 100 jaar oud wetsartikel dat een uitruil was van standpunten te moderniseren. Als de bekostiging van het bijzonder onderwijs uit openbare middelen wordt gestopt, dan zal dat zeker de financiële soliditeit van christelijke scholen raken.
Het is echter stemmingmakerij van De Wit als hij zegt dat met de afschaffing van artikel 23 de vrijheid van onderwijs direct in gevaar komt. Christelijke koepels hebben nog steeds de vrijheid om scholen op te richten en te besturen. Het verschil is dat de bekostiging niet langer uit de openbare middelen komt, maar zal moeten worden opgebracht door de doelgroep die zo’n school steunt.
Schermafbeelding van deel artikel ‘Wij, kiezers en belastingbetalers, worden met open ogen opgelicht door de veelobby‘ van Tim Reijsoo in de Volkskrant, 21 augustus 2022.
Mijn instemmende reactie op het opinie-artikel van Tim Reijsoo in de Volkskrant van 21 augustus 2022:
Eens met het commentaar. Zoals Tim Reijsoo opmerkt is het merkwaardig dat we de deconstructieve macht van de landbouwlobby kennen, maar die merkbaar niet terug kunnen dringen. De landbouwlobby heeft VVD en CDA vooral op regionaal niveau in de zak.
De agro-industrie zal haar verdienmodel van optimaal producerende melkveeboeren niet vrijwillig opgeven. Maar de politiek is onmachtig en heeft met het CDA een verrader van de algemene zaak in het kabinet om dat krachtig te veranderen. Hoewel minister Van der Wal voet bij stuk houdt.
Er zijn nog drie aspecten die genoemd hadden kunnen worden:
1) De media zitten ook steeds meer in de zak van de radicale boeren en de agro-industrie. Als de boeren een overleg hebben met Remkes dan besteedt het NOS Journaal daar zoveel zendtijd aan zonder enige kritische duiding dat het sterk lijkt dat de NOS promotie voor boeren en agro-industrie maakt. De publieke omroep laat zich intimideren en houdt de rug uit lafheid niet langer recht. Als de natuur- en milieuorganisaties een week later ook zo’n overleg hebben met Remkes dan doet het NOS Journaal dat af in 30 seconden.
2) De invloed van de boeren en boerenorganisaties doet zich op het laagste democratische niveau vooral gelden in besturen van waterschappen die op ondemocratische wijze worden gekozen. Met zetels voor belangengroepen. Daar wordt beslist om het waterpeil in polders en weteringen laag te houden omdat dit de boeren dient, maar niet de burgers en Nederland als geheel. Zie de huidige lage waterstand die daar mede een gevolg van is.
3) De Nederlandse boeren werken voor meer dan 75% voor de export. De voedselvoorziening van Nederland komt met het reduceren van de veestapel met 50% dus niet in gevaar. Duurzaam producerende boeren zouden meer steun van politiek, media en publieke opinie moeten krijgen. Ze geven het voorbeeld voor de toekomst van de Nederlandse landbouwsector: kwaliteit boven kwantiteit. Het bovenproportioneel beslag dat vooral de melkveeboeren leggen op de grond is onhoudbaar en niet meer van deze tijd in een zich ontwikkelend Nederland (Ruimtelijke Ordening) waar woningbouw, infrastructuur, bedrijven en natuur en ontspanning hun plek moeten kunnen vinden.
Het CDA is als partij de zwakke schakel in het kabinet van VVD, D66, CDA en CU. Wopke Hoekstra is als partijleider de zwakke schakel in het coalitieoverleg. CDA en Hoekstra zijn op zoek naar een identiteit die ze niet kunnen vinden. Dat maakt het CDA onberekenbaar en een risico voor het voortbestaan van het kabinet Rutte-Kaag.
Door interne personele problemen (Omtzigt), de spanning tussen de linker- en rechtervleugel binnen de partij, de mislukte electorale doorbraak naar de grote steden, het afwijzen door regionale CDA-bestuurders van het stikstofbeleid, het nieuwe stikstofbeleid dat breekt met de macht van de landbouwlobby binnen de overheid waar het toenmalige CDA een hoofdrol in had, de opkomst van boerenpartij BBB die stemmen wegsnoept bij het CDA en nauw verbonden is met de agro-industrie en de radicale boerenbeweging, en de gestage achteruitgang van de invloed van partijen op religieuze basis, staat de leiding van het CDA onder druk. Hoekstra lijkt in paniek geraakt.
In het AD is vandaag een interview met Hoekstra gepubliceerd waarin hij zegt dat de doelstelling van het kabinet om de stikstofuitstoot per 2030 te halveren “niet heilig” is. Christenpoliticus Hoekstra volgt ook in zijn afwijzing van het kabinetsbeleid het jargon van de bijbel. Hoekstra’s uitspraak staat haaks op het kabinetsbeleid en de coalitieafspraken.
Premier Mark Rutte zegt in een reactie dat Hoekstra’s uitspraken staatsrechtelijk ‘op het randje‘ zijn omdat Hoekstra als partijleider van het CDA politieke ruimte zou hebben om dat te zeggen. Dat is onzin omdat wat minister Hoekstra zegt tegen de eenheid van het kabinetsbeleid ingaat. Het kabinet moet naar buiten toe met één mond spreken.
Minister Hoekstra doorbreekt dit uitgangspunt. Hij bewerkstelligt dat het stikstofbeleid van het kabinet niet serieus meer kan worden genomen. Dat werkt averechts om het stikstofprobleem op te lossen. Hoekstra gaat ‘over het randje‘. Premier Rutte probeert Hoekstra’s breken met het kabinetsbeleid te maskeren om zijn kabinet te redden.
Schermafbeelding van deel artikel ‘Rutte: Stikstofuitspraken Hoekstra staatsrechtelijk op het randje‘ in Trouw via ANP, 19 augustus 2022.
Hoekstra laat zich kennen als een politicus die bang is om de stem van het platteland te verliezen. Hij vergeet dat de impasse waar het stikstofbeleid in is verzeild geraakt grotendeels het gevolg is van de pro-agro-industrie opstelling van het CDA in de afgelopen jaren.
Hoekstra goochelt met cijfers en wil de doelstelling van 2030 naar achteren schuiven. Dat is te eenzijdig gedacht vanuit het boerenbelang en negeert de waarschuwingen van de natuur- en milieu-organisaties dat een reductie met 50% van de stikstofuitstoot in 2030 al het minimum is om de diversiteit en veerkracht van de natuur te redden.
Hoekstra weet dat hij tegenstrijdig is als hij zegt de doelstelling van 50% reductie in 2030 te willen handhaven en volgende generaties niet op te willen zadelen met problemen, maar de reducties op veel plekken toch uit te willen stellen. Dat kan niet. Het is het een of het ander.
Schermafbeelding van deel artikel ‘Rutte: Stikstofuitspraken Hoekstra staatsrechtelijk op het randje‘ in Trouw via ANP.
Door zijn uitspraak zet Hoekstra stikstofminister Christianne van der Wal (VVD) in de kou. Het CDA laat haar vallen. Dat zullen vooral VVD en D66 Hoekstra kwalijk nemen. Tegelijk beseffen deze partijen dat het CDA aan steun verliest op het platteland, in een identiteitscrisis verkeert, geen gezaghebbende leider heeft en een uitweg uit de eigen politieke impasse gegund moet worden.
Wopke Hoekstra maakt zich met zijn electorale opportunisme en angst voor de radicale boeren en agro-industrie, en gebrek aan standvastigheid om de rug recht te houden politiek ongeloofwaardig. Hij zou zich als partijleider van het CDA met zijn uitspraak over het stikstofbeleid wel eens definitief gediskwalificeerd kunnen hebben. Wie zal hem nog op zijn woord geloven?
Neem een staatshoofd, een kabinet en een bordes en er is een bordesfoto. Dat klinkt makkelijker dan het is. Wie staat waar? Moet iedereen dezelfde kant opkijken? Hoe gaat men gekleed en gekapt? Mag men praten of moet men zwijgen? Waar laat men de handen? De bordesfoto is een traditie die spelenderwijze is uitgevonden.
De eerste bordesfoto staat op naam van het kabinet Biesheuvel, dat er van 1971 tot 1973 zat. Wat opvalt is dat niet Juliana, maar Biesheuvel in het midden staat. Mooie Barend, zoals zijn bijnaam was, staat er pontificaal bij en overstijgt onze koningin.
De kleding van de ministers varieert van tweedelig tot driedelig. Volgens het KNMI was het op 6 juli 1971 iets boven de 20 graden. Het is licht bewolkt en zomerpakken hangen nog in de mottenballen.
Uit alles blijkt dat de regie ontbreekt. Men weet nog niet hoe het moet. De bordesfoto hinkt vooruit op de beeldcultuur. Nog geen kleur, maar toch geen sepia meer. De tijdgeest scharniert. Biesheuvel kijkt het pad af en aan de rechterkant is het twee keer drukker dan links. Op de tweede rij kijkt men minder tevreden dan op de druk bezette voorste rij.
Handen kennen drie basishoudingen. Van Agt breviert en lijkt met een elastiekje te frummelen. Juliana en Geertsema sluiten zich daarbij aan, waarbij de laatste zijn buikje probeert te verhullen. De rest is verdeeld in langszij en achterlangs. Biesheuvel laat ze maar hangen en kijkt nogmaals het paleispad af. Komt er ooit een einde aan?
Een verkiezingsfoto straalt overtuiging uit. Dat ontbreekt hier. Macht wordt betrapt in een eerste stap op weg naar een nieuwe gewoonte. Goed is dat het perspectief licht omhoog wijst. Zo moet de macht uitgebeeld worden. Zo hoort het.
Een fundamenteel punt van kritiek op de bordesfoto als genre is van staatkundige aard. Merkwaardig dat het kabinet op bezoek gaat bij de koningin. Hoe leuk bedoeld ook, een principieel bezwaar is dat het de rol van de politiek ondergraaft.
Als voor het maken van een regeringsfoto de koningin niet naar het parlement kan komen, hoeft het kabinet nog niet naar de koningin te gaan. Totdat het staatshoofd geen rol meer in de regering heeft, zou het passender zijn om de uitgevonden traditie van de bordesfoto los te laten. Hoewel er veel aan af te lezen valt.
I. Daar gingen we weer. Boeren die niet met trekkers op de snelweg mogen rijden deden dat massaal. Op weg naar een landelijke demonstratie in Stroe of bij lokale demonstraties. Ze zorgden voor opstoppingen. Het verkeer liep op sommige wegen vast.
De politie greep onvoldoende in. Er waren aanhoudingen, maar alleen in extreme gevallen. Terwijl de demonstraties door de boeren aangekondigd waren en de politie zich hier op voor had kunnen bereiden. Het lijkt alsof de politie vooraf al het hoofd in de schoot had gelegd. Het is niet voor de eerste keer dat de boeren massaal met hun trekkers de weg opgaan en het is evenmin de eerste keer dat de politie onvoldoende optreedt.
Dat voedt vier gedachten.
1) Nederland heeft door gebrek aan capaciteit en goede leiding een politie die niet in staat is om de openbare veiligheid te handhaven;
2) Nederland heeft een politie die overwegend rechts-georiënteerd is en protest van radicaal-links hard aanpakt en protest van radicaal-rechts tolereert en soms zelfs faciliteert;
3) De politie is bang voor radicale, agressieve boeren;
4) Er ontstaat in de samenleving rechtsongelijkheid dat het geloof in het professionalisme, de doelmatigheid, betrouwbaarheid en ambitie van de politie verder ondermijnt.
Het excuus van de politieleiding bij monde van de talloze woordvoerders was ook deze keer niet te willen escaleren. Dat excuus wordt selectief uit de kast gehaald. Nooit als het om een demonstraties van linkse milieuactivisten gaat. Terwijl die geen geweld gebruiken en de boeren wel.
Het werd er ronduit potsierlijk op toen politiechef Willem Woelders na afloop van de demonstraties in Nieuwsuur van 22 juni 2022 werd gevraagd waarom de politie de boerenprotesten en de trekkers op de snelwegen had getolereerd. Hij vluchtte weg in het excuus dat ingrijpen tot militaire toestanden had geleid. Woelders klopte zich bij gebrek aan maatschappelijke waardering zelf maar op de borst. Want … escalatie was voorkomen.
Het uit de weg gaan van escalatie is een flauw excuus van de politieleiding. Het gaat voorbij aan de vraag waarom de politie niet robuust optreedt in het garanderen van de nationale veiligheid. Het gaat voorbij aan de vraag waarom de politie zich onvoldoende had voorbereid op het boerenprotest dat geen verrassingen kende en zich precies zo ontrolde als vooraf werd verwacht.
Kamervragen over het lakse optreden van de politie? Of laten de linkse partijen zich intimideren door de boeren en zwijgen ze, en denken de rechtse partijen electoraal te kunnen profiteren en zwijgen ze. Dan stelt niemand de vraag waarom de politie het af laat weten en een boerenprotest als een natuurramp beschouwt waar niets tegen te doen is.
II. Wat is het probleem van de boeren? Een ‘caring farmer‘ zei afgelopen week dat hij begrip had voor boeren die het verdienmodel van de agro-industrie zijn geworden. De industrie zet eenzijdig in op een hoge productie om zo miljardenwinst te kunnen maken over de ruggen van de boeren.
Daarnaast heeft de landbouwsector een sterke lobby die tot nu toe elke systeemverandering succesvol blokkeert. Regeringspartijen als VVD en CDA stellen zich teweer tegen pogingen van de agro-industrie en de landbouwlobby om het stikstofbeleid af te zwakken én meer subsidie naar boeren en agro-industrie te laten stromen.
Tom-Jan Meeus benoemt dat op 17 juni 2022 in zijn zaterdagse NRC-column. De megabedrijven van de agro-industrie (A-ware, De Heus en VanDrie) jagen zowel de vervuiling, het protest tegen de stikstofmaatregelen van de regering als de blokkade van verduurzaming aan. Of zoals Christine Theunissen (PvdD) het in een tweet verwoordt: ‘Minder dieren, meer boeren, minder mest, minder ontbossing, schone lucht, schoon water, minder uitstoot‘.
Boeren zijn de schaalvergroting ingerommeld met negatieve gevolgen voor natuurdiversiteit, milieu en de boeren zelf. Vooral bij de merkveehouderij speelt dat. De agro-industrie wil het eigen verdienmodel dat inzet op hoge productie handhaven ten koste van de boeren. De boeren zijn de stoottroepers die voor het karretje van de agro-industrie worden gespannen. Vraag is of de radicale boerenleiders in dat complot van de agro-industrie zijn betrokken of er aanvullend aan zijn.
De kern van het probleem is dat de boeren de strop zijn ingelokt. Nu kunnen ze geen kant op. De schade die ze aan het milieu toebrengen en die de samenleving miljarden euro’s per jaar kost kan niet genegeerd worden. Maatschappelijk niet, maar ook juridisch niet door verdragen die de overheid sommeert de vervuiling terug te brengen. Zeker in de nabijheid van Natura 2000- gebieden.
Illustratie van het aantal koeien in Europa. Overname van ARTE. Via tweet van Caring Farmers van 4 juni 2022.
III. In Nederland wordt altijd gezegd dat de vervuiler betaalt. Welnu, de agro-industrie jaagt via de boeren de vervuiling aan. Dan is het logisch dat bedrijven als A-ware, De Heus en VanDrie meebetalen aan het gezondmaken van de landbouwsector. Dan worden de boeren bevrijd uit een knellend bedrijfsmodel dat economisch niet eens optimaal rendabel voor hen is (maar wel voor de agro-industrie) en komt de weg vrij naar verduurzaming.
De boeren zouden niet moeten willen strijden tegen de overheid, maar tegen de agro-industrie die hen gevangen houdt. De politiek kan daarbij de boeren helpen door de macht van de agro-industrie te breken en financiële steun te bieden om los te komen van het verdienmodel van de agro-industrie.