Juridische, sociale en politieke bedenkingen bij standplaatsenbeleid gemeente Utrecht

Schermafbeelding van deel artikel Gemeente Utrecht tegen wanhopige kraamhouders: “Ho ho, dat is dan uw plek niet meer” van Bert van den Hoed op De Nuk, 22 maart 2023.

Er is op lokale Utrechtse media (Duic, De Nuk) onbegrip voor het voorstel van het Utrechtse gemeentebestuur, te weten wethouder Economische Zaken Susanne Schilderman (D66) om de vergunningen voor de standplaatshouders te herzien omdat de Europese Dienstenrichtlijn (2006/123/EG) dat verplicht.

Schilderman wordt voorgesteld als een koele kikker zonder empathie die geen idee heeft wie ze tegenover zich heeft en wat ze aan menselijk leed aan kleine ondernemers teweegbrengt met haar opstelling zonder ruimte voor aanpassingen. Bert van den Hoed schreef een verslag over een bijeenkomst met de wethouder en de standplaatshouders waar de gemoederen in beweging werden gebracht. Het beeld wat hij van de wethouder schetst is ontluisterend.

De raad debatteert vandaag 23 maart 2023 in de commissie Commissie Volksgezondheid, Onderwijs, Werk en Economie (8.1) over de vernieuwing van het standplaatsenbeleid. Er is dus ruimte voor amendementen.

De Europese Dienstenrichtlijn legt op dat vergunningen voor standplaatshouders niet ‘buitensporig lang geldig’ zijn. Ze kunnen dus niet automatisch verlengd worden omdat dan het gelijkheidsbeginsel in het geding komt. Andere ondernemers moeten immers een kans maken op een standplaats. Dat karakteriseert de liberale visie van toenmalig Eurocommissaris Frits Bolkestein.

Schermafbeelding van deel RICHTLIJN 2006/123/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt.

Maar de richtlijn zegt niet dat er voor een standplaats geloot moet worden zoals wethouder Schilderman aangekondigd heeft. De Dienstenrichtlijn heeft het over een ‘selectieprocedure (..) om uit verscheidene gegadigden te kiezen‘. Loting is geen selectieprocedure, maar een tombola. Met loting maakt de gemeente zich er makkelijk vanaf en ontloopt eigen verantwoordelijkheid

Er zijn verder nog argumenten over de terugverdientijd van investeringen in de ambulante handel die richting geeft aan de vergunningverlening. De terugverdientijd bedraagt volgens het SEO-rapport Schaarse vergunningen en terugverdientijd in de ambulante handelminimaal negen en maximaal twaalf jaar.’ Ofwel, vergunningverlening en investering hangen samen. De ‘buitensporig lange tijd‘ kan niet te kort zijn.

In een extern juridisch advies van de advocaten Van Benthem & Keulen dat in opdracht van het gemeentebestuur werd gemaakt en door het gemeentebestuur als onderbouwing voor het beleid wordt gebruikt wordt naar dit SEO-rapport verwezen. Het citeert eruit:

Schermafbeelding van deel SEO-rapport Schaarse vergunningen en terugverdientijd in de ambulante handel (2021).

Dit extern juridisch advies verwijst niet naar het volgende punt dat ‘bijzondere overwegingen’ noemt om een vergunning te verlengen. De ruimte van de gemeente Utrecht om af te wijken van de Europese Dienstenrichtlijn is groter dan gemeentebestuur en dit extern juridisch advies suggereren. Dat geeft ruimte voor amendementen. Dit kunnen overwegingen van plaatselijke identiteit of traditie zijn. Of sociale overwegingen.

Schermafbeelding van deel SEO-rapport Schaarse vergunningen en terugverdientijd in de ambulante handel (2021).

Voorwaarde is dat de gemeente Utrecht duidelijkheid geeft. De kritiek op het voorstel dat wethouder Schilderman presenteerde is dat het niet in redelijk overleg met betrokkenen tot stand is gekomen. Duidelijkheid betekent vermijding van verwarring en onrust. Dat hebben Schilderman en haar ambtenaren niet geleverd.

In antwoord op parlementaire vragen over ambulante handel zegt Eurocommissaris Barnier in 2010: ‘Finally, this provision requires that a selection procedure is applied by competent authorities in order to ensure impartiality and transparency and conditions of open competition when granting these authorisations.’ Ofwel: ‘deze bepaling [vereist] dat de bevoegde autoriteiten een selectieprocedure toepassen om onpartijdigheid en transparantie en voorwaarden voor open concurrentie te waarborgen bij het verlenen van deze vergunningen.’

In hetzelfde antwoord zegt Eurocommisaris Barnier ‘De Commissie is van mening dat deze voordelen kunnen worden behaald zonder afbreuk te doen aan het behoud van het cultureel erfgoed van lokale gemeenschappen en aan de doelstellingen van het sociaal beleid.’

Dat is een inschatting van het beleid en hoe dat in de toekomst zal uitpakken. Het zegt niet dat de Dienstenrichtlijn lokale identiteit en traditie, ofwel cultuur en sociale overwegingen per definitie waarborgt. Dat moet dus per geval bekeken worden. Of in het Utrechtse geval door het gemeentebestuur en de raad. Die beleidsruimte hebben ze.

Een apart geval van het Utrechts standplaatsenbeleid dat niets met de Europese Dienstenrichtlijn te maken heeft is dat de vergunning voor enkele standplaatsen aan de Oudegracht worden geschrapt. Het gemeentebestuur beredeneert dat door te verwijzen naar de drukte. Onder meer de standplaats van de kar van ijssalon Venezia op de Jansbrug over de Oudegracht wordt door de gemeente geschrapt.

Het gemeentebestuur en raad laden de verdenking op zich dat ze tegenstrijdig opereren. Ze zijn tegen de drukte die ze af en toe zelf aanzwengelen.

Herinneren we ons nog de plannen vanuit de raad, vooral van Maarten Koning van D66, voor meer ruimte voor horeca en terrassen in de binnenstad? Dat trekt mensen uit buitenwijken en randgemeenten naar de Utrechtse binnenstad en vergroot de drukte. Als steunmaatregel voor de horeca. Het is een gelegenheidsargument om nu enkele vergunningen vanwege die drukte te schrappen.

De gemeenteraad debatteert vandaag donderdag 23 maart 2023 over de vergunningen aan standplaatshouders. De beleidsruimte die de Dienstenrichtlijn biedt lijkt groter dan gemeentestuur en de advocaten Van Benthem & Keulen suggereren. De Dienstenrichtlijn is minder in beton gegoten dan wethouder Schilderman meent.

Er moet in Utrecht met een beroep op lokale identiteit, traditie en sociale overwegingen ruimte zijn voor de menselijke maat. Het bestuurlijk populisme van dit plan van het gemeentebestuur dat zich ten onrechte volledig achter de Europese Dienstenrichtlijn verschuilt koerst niet aan op een menselijke oplossing.

Het is flauw van het gemeentebestuur en de ambtenaren die dit voorstel op schrift hebben gesteld om zich achter EU-regelgeving te verschuilen. Een lokale overheid heeft overwegingen om van de regelgeving af te wijken. Denkt ook maar iemand dat de Dienstenrichtlijn in Spanje of Italië in de praktijk voor 100% wordt uitgevoerd? Daarbij komt het dreigende gevaar dat de standplaatsen na loting aan grotere bedrijven worden toegewezen en de Utrechtse kleine ondernemers die bij de Utrechtse cultuur horen buiten de boot vallen.

Er is altijd beleidsruimte om regelgeving aan te passen of op te schorten. Een gemeentebestuur heeft binnen wettelijke marges vrije ruimte, ofwel discretionaire bevoegdheid voor aanpassingen.

Het schrappen van de vergunningen voor plekken langs de Oudegracht, zoals voor Venezia, oogt willekeurig en wordt door het gemeentebestuur in de verantwoording oneigenlijk aan de Dienstenrichtlijn geknoopt. Dat had apart gepresenteerd moeten worden. Dat oogt bestuurlijk slordig. De raad kan met amendementen proberen het sociale aspect en aspecten van plaatselijke identiteit en traditie in de voorstellen te versterken. Daarbij is het van belang dat er een gewogen selectieprocedure komt en het gemeentebestuur niet aanstuurt op loting.

Advertentie

Is BBB uitgeraasd voordat het CDA instort?

Tweede Kamerlid en partijleider BBB Caroline van der Plas op verkiezingsavond voor de provinciale verkiezingen op 15 maart 2023. Op: nu.nl.

Juridisch is de coalitie gebonden om de stikstofuitstoot op korte termijn sterk terug te dringen. Minister van der Wal kan niet anders dan doorgaan met haar beleid. Het is jammer dat er op Landbouw zo’n jojo van CU zit die vooral bang voor zichzelf lijkt.

Farmers Defence Force (FDF) met radicale boeren is een mantelorganisatie van de multinationals van de agro-industrie. Het zet op haar beurt BBB onder druk.

FDF en BBB zetten de gematigde boeren en politieke partijen vanwege het economisch belang van de multinationals van de agro-industrie met valse romantiek en misleiding onder druk. Dat alles wordt tot nu toe in de publiciteit spaarzaam benadrukt. 

Nu lijkt het alsof die Caroline een natuurverschijnsel is dat uit het niets ontstaan is. Niets is minder waar. De kleur van haar nagels lijkt in de algemene pers tot nu toe belangrijker dan haar politieke standpunten. Zo worden haar beweegredenen en de geldstromen weggetoverd.

Gevolg is politieke polarisatie en het ontstaan van kampen die onverzoenlijk tegenover elkaar komen te staan. 

Van radicaal-rechts inclusief BBB, FDF en de agro-industrie die blijft inzetten op hoge productie (grotendeels voor de export). 

Van gematigd-rechts als CDA en (delen van) VVD die zich door radicaal-rechts laat chanteren. 

Van links inclusief D66, Volt, GroenLinks, PvdA, PvdD en milieu- en natuurorganisaties die de Nederlandse stikstofuitstoot op z’n laatst per 2030 wil halveren.

Profiel van VVD-kandidaat-voor de Eerste Kamer Marijke Everts die werkt voor de agro-industrie (VanDrie Group).

Niet alles kan teruggebracht worden tot partijpolitiek zoals afgelopen week in de media gebeurde. Dat is misleiding. Het is voor de lange termijn niet interessant wie met wie gaat en wie niet met wie gaat.

Van vele kanten wordt vanwege natuur en klimaat de noodzaak voor het terugbrengen van de stikstofuitstoot en de uitstoot van broeikasgassen bevestigd. Ook door de Hoge Raad. Dat zijn de kaders voor de Nederlandse politiek om binnen te werken. De oplossing die BBB voorstaat is fantasie.

BBB leeft in een parallelle wereld. Het is een partij die door de multinationals van de agro-industrie wordt gesteund om de hervorming van de extensieve productie-landbouw richting duurzaamheid te vertragen. 

Coalitiepartijen zijn juridisch verplicht om de natuur te beschermen en de stikstofuitstoot zo snel mogelijk terug te dringen. 

Daarnaast dreigt heel Nederland op slot te gaan als de coalitie de stikstofuitstoot niet aanzienlijk terugdringt. Met als gevolg geen bouw van nieuwe woningen, wegen en aanleg van bedrijfsterreinen. 

Dat BBB vanwege eigenbelang en een conservatieve overtuiging op de rem van de stikstof-maatregelen staat is een ding, maar dat andere partijen zich daar door laten leiden is een ander ding. 

Schermafbeelding van deel artikel ‘Partij voor de Dieren voorziet problemen machtsgreep ‘conservatief blok’ van ANP op Nieuwe Oogst, 6 maart 2023.

Elke partij die zegt dat natuur en klimaat ondergeschikt zijn aan eigenbelang, dat in de openbaarheid wordt weggepoetst, is niet principieel, maar opportunistisch en kortzichtig.

De overheid moet duidelijker dan nu beleid op het gebied van natuur en milieu formuleren. Om daar aan vast te houden.

De overheid heeft afgelopen decennia een natuur- en milieubeleid gevoerd dat kan worden omschreven als pappen en nathouden, wensdenken, noodverbanden leggen en struisvogelpolitiek.

Dat geeft onzekerheid bij sectoren, niet in het laatst de landbouw die telkens met nieuwe maatregelen worden opgescheept. Dat is slecht bestuur. Nodig is duidelijkheid waaraan wordt vastgehouden, zodat investeringen in de toekomst kunnen worden gedaan.

Dat is niet de duidelijkheid van radicaal-rechts en de agro-industrie om alles bij het oude te laten, maar de duidelijkheid van een goed omschreven tijdpad dat gericht is op de toekomst met verplichtingen, investeringen, duurzame landbouw en perspectief voor een afgeschaalde Nederlandse landbouwsector die niet langer de tweede landbouwexporteur ter wereld is.

De hoge belastbaarheid van de Nederlandse natuur en omgeving is onhoudbaar. Juridisch, economisch, internationaal en milieutechnisch overschrijdt het nu al grenzen. Op zichzelf gerichte provinciale politiek doorkruist een oplossing.

Boeren willen best duurzaam werken en natuur beschermen. Niet alle boeren delen het standpunt van BBB, FDF en de agro-industrie. Ook dat wordt in de publiciteit te weinig benadrukt. Nu intimideren de meest radicale schreeuwers een sector die als vanouds behoudend is. Daar wringt iets in de beeldvorming.

De beeldvorming over het succesvolle BBB in de provinciale verkiezingen van 15 maart 2023 gaat tot nu toe over uiterlijkheden en poppetjes. Waarschijnlijk laat de coalitie de brand uitrazen totdat de spreekwoordelijke ‘15 minutes of fame’ van Caroline voorbij zijn. Het risico is het CDA dat in paniek op zoek naar identiteit is en geen gezaghebbende leiders heeft om het grotere geheel van een duurzaam natuur- en milieubeleid te zien, laat staan uit te voeren.

Initiatief voor kunsthal in Magazijn De Zon doorkruist. Oproep aan Utrecht om beeldende kunst zichtbaarder en bereikbaarder te maken is onverminderd van toepassing

Schermafbeelding van deel columnBoven het literatuurmuseum het ballonnetje voor kunst‘ van Jeroen Wielaert in De Nuk, 18 maart 2023.

Afgelopen week werd bekend dat het Literatuurmuseum/ Kinderboekenmuseum dat nu In Den Haag is gevestigd naar Utrecht verhuist. In een verklaring van 17 maart 2023 zegt het museum dat het met de gemeente Utrecht : ‘een intentieovereenkomst [heeft] getekend voor de komst van dit rijksmuseum naar Utrecht. In het iconische Magazijn De Zon, voorheen de plek van de Openbare Bibliotheek en boekhandel Broese, hoopt het museum vanaf 2025 zijn deuren te openen voor bezoekers van alle leeftijden.’ In Utrecht is de komst van dit museum enthousiast ontvangen.

Het initiatief van beeldend kunstenaar Elaine Vis om in Magazijn De Zon een presentatieplek voor beeldende kunst te vestigen komt er echter door in de lucht te hangen. In het commentaarKunsthal De Zon is perfect voor een verdieping in Magazijn De Zon aan de Utrechtse stadhuisbrug‘ van 22 januari 2023 ondersteunde ik Vis’ initiatief.

Er is trouwens iets opvallends aan de hand met de vermelding van de huurprijs in de prospectus die bij de tender hoort. In januari 2023 stond dat nog ingevuld, maar nu is dat verdwenen. Men kon toen berekenen dat de jaarlijkse huurprijs per verdieping 300.000 euro was (vier verdiepingen) en voor de benedenverdieping die aan de straat grenst 585.000 euro.

Dat zou de totale huur per jaar voor het Literatuurmuseum/ Kinderboekenmuseum doen uitkomen op 1.785.000 euro exclusief de kelderverdieping. Het is onduidelijk of het museum de marktwaarde betaalt of korting heeft gekregen van de gemeente Utrecht. Als dat laatste het geval is, dan is de vervolgvraag hoe groot die korting is en of die ook aan andere kunstinstellingen is aangeboden.

Wat nu? In een column voor De Nuk spreekt Jeroen Wielaert de hoop uit dat de pogingen van Vis en anderen niet vergeefs zijn. Ik sluit me graag aan bij zijn en Vis’ mening. Mijn reactie bij de column van Wielaert:

Mooie column, Jeroen. Hopelijk is de moeite van Elaine Vis om een presentatieplek voor hedendaagse kunst in Magazijn De Zon te vestigen niet voor niets geweest. 

Elaine Vis heeft haar nek uitgestoken door het te proberen. Contacten in de stad zijn aangehaald of gelegd. Dat is niet tevergeefs, mits er binnen afzienbare tijd een vervolg komt. 

Wat is het wisselgeld van Elaine’s poging waard? Laten we hopen dat haar energie en belangeloosheid niet voor niks zijn geweest. Zo duur mag de vis niet betaald worden. 

De Utrechtse bestuurders en kunstambtenaren kunnen na de poging om een platform voor beeldende kunst in Magazijn De Zon te vestigen niet meer beweren dat Utrecht als vierde stad van het land niet achterblijft in presentatieplekken voor hedendaagse beeldende kunst. 

Utrecht heeft op het gebied van de beeldende kunst geen kunstklimaat dat bij de vierde stad van het land past. Godbetert is het gemeentebestuur van Utrecht progressief. Past daarbij niet de inzet om de beeldende kunst te faciliteren en beter zichtbaar en bereikbaar te maken?

Utrechtse bestuurders en kunstambtenaren zijn wakker geschud. Ze zijn erop gewezen dat ze voortaan beter hun best moeten doen. Ze kunnen niet meer beweren dat ze het niet wisten. Dat is de verdienste van de poging om een verdieping van Magazijn De Zon te maken tot presentatieplek voor beeldende kunst. 

Met steekhoudende argumenten hebben Vis en haar medestanders aangetoond dat het Utrechtse gemeentebestuur op het gebied van de beeldende kunst te weinig ambitie, durf en creativiteit toont. 

Waar zijn de plannen van wethouder Eva Oosters en de afdeling Culturele Zaken om beeldende kunst meer dan nu of in het recente verleden in de volle breedte te ondersteunen? 

Dat omvat ook het oplossen van het gebrek aan atelierruimte (wat in meerdere steden speelt) waardoor kunstenaars de stad moeten verlaten, bescheiden financiële steun voor galeries die kampen met hoge huren, en meer initiatief en coördinatie vanuit de gemeente om overleggen om te zetten in daden. 

Laten we met Elaine Vis hopen dat alle energie niet voor niks is geweest. Zoals Gerard Reve zei in De Avonden: ‘het is gezien, het is niet onopgemerkt gebleven’. Het Utrechtse gemeentebestuur heeft het gezien. Het kan nu initiatieven nemen om de hedendaagse beeldende kunst in Utrecht beter zichtbaar en bereikbaar te maken. 

Ik ga naar ArtOnPaper en wat neem ik mee?

Abrecht Genin, Himmelsleiter, 1999, ets op handgemaakt Japans papier, 50 x 60 cm. Op de website van ArtOnPaperAmsterdam 2023 bij Galerie Horst Dietrich.

I. Gisteren was ik op de opening van de kunstbeurs ArtOnPaperAmsterdam in de gashouder van de Westergas. Een opvallend rond gebouw met een hoge koepel. Een interessante beurs met 50 binnenlandse en buitenlandse galerieën die werken op papier en werken van papier tonen.

Slechts een kritische kanttekening voor de opbouw van de beurs. De selectie was door de inzet van externe curatoren beter dan op vergelijkbare beurzen als de KunstRAI, maar organisatie ONK had de routing onoverzichtelijk gemaakt. Dat kwam vooral door de buitenste ring en de doorgang in het midden die breed uitwaaierde. Wellicht kan ONK behalve de selectie volgende keer ook de routing uitbesteden. Dat komt de kwaliteit zeker ten goede.

Zo’n opening is een kwestie van kijken en praten. Het is een geïsoleerde wereld. Naast de gashouder was in het Westerpark de kermis in volle gang. Daar waren na onregelmatigheden op de Osdorp kermis in oktober 2022 meer veiligheidsmaatregelen getroffen met bewaking, detectiepoortjes en hoge hekken dan op de beurs. Je zou het omgekeerde verwachten.

Corinne von Lebusa, Ich hänge hier nur rum, 2019, tekening, waterverf, lak op karton, ingelijst, 40 x 30 cm. Op de website van ArtOnPaperAmsterdam 2023 bij Galerie Jarmuschek + Partner.

II. Twee gescheiden werelden naast elkaar die elkaar niet raken. Dat is in een notendop het knelpunt van de kunst- en museumsector. Deze sectoren vinden niet alleen onvoldoende aansluiting bij de samenleving, maar bewegen in de richting van een eigen parallelle wereld.

Nu moet men dat tegelijk relativeren want niets kan én hoeft een volledige representatie van de samenleving te zijn. Ook een kunstbeurs niet. De een gaat naar een kerkdienst, de ander naar een voetbalwedstrijd, miljonairsfair, popconcert of kermis, maar niemand doet dat allemaal.

Er is een verschil tussen een private kunstbeurs en met publiek geld gefinancierde niet-particuliere musea. De laatsten hebben een publieke taak, eerstgenoemde niet. Maar ze hangen samen door overlappingen. De publieke opinie die op afstand staat, kan dat vaak niet onderscheiden.

Carien Vugts, Untitled (Witte kwikstaart), 2023, papier, potlood en kleurpotlood, 39,5 x 45 x 1,5 cm. Op de website van ArtOnPaperAmsterdam 2023 bij Galerie Sanaa.

III. De redenen voor de Alleingang van de museumsector zijn talrijk. Het debat over diversiteit is te eenzijdig op etniciteit gericht en bereikt het omgekeerde van wat het beoogt. Hoewel het de vraag is of musea zich echt willen openen of ze slechts lippendienst bewijzen aan een politiek die dat halfslachtig eist. Vervolgens gaan musea halfslachtig aan de slag. Net kosmetisch genoeg om de politiek te behagen, maar niet voldoende genoeg om zich werkelijk te openen voor de samenleving.

Zo wordt door musea niet gezien dat het verschil in sociaaleconomische status aan de basis ligt van de segregatie, die niet alleen niet overbrugd wordt, maar door musea in stand wordt gehouden. Dat zou wat het aspect van (re)presentatie van musea betreft pleiten voor sluiting van alle musea. Hun collecties kunnen dan losgekoppeld worden om centraal bewaard te worden. Sluiting is wellicht een radicaal antwoord, maar wel een logische uitkomst van een problematiek die onoplosbaar lijkt.

Het recente rapport Eigentijdse Ongelijkheid van het SCP constateert een verschil in cultureel kapitaal tussen sociale klassen. Deze structurele ongelijkheid is hardnekkig en heeft grote gevolgen. De oplossing begint in het onderwijs, maar lijkt op dit moment dood te lopen in een gesloten museumsector.

Het is het misverstand om dat te kwalificeren als ‘wit bastion‘. Dat is een schijnconclusie. Daar gaat het niet om. Het gaat vooral om het gebrekkige sociale en culturele kapitaal van mensen aan de onderkant van de samenleving. Mensen met een sociaaleconomische én dientengevolge sociaalculturele achterstand.

Himmelsbach, Paper Monument Portret nr. 46 ed. 1_5, 2022, Hahnemühle-papier en inkt, 70 x 50 cm. Op de website van ArtOnPaperAmsterdam 2023 bij Galerie Helder.

IV. Dat zijn dus de soort gesprekken en overwegingen die op zo’n kunstbeurs circuleren. Dat is een combinatie van zelfverloochening, benaderingswijze, ideologie, wensdenken, hoop op een egalitaire samenleving en opereren in een reservaat. Er wordt volop nagedacht voorbij de handel van het moment of de kick om een mooi kunstwerk te zien. Dat is het stilstaan bij het stilstaan van de kunst- en vooral de museumsector.

BBB wint fors, maar zal het natuur- en stikstofbeleid niet kunnen domineren

BBB (BoerBurgerBeweging) heeft een prima resultaat geboekt in de provinciale verkiezingen. In de Eerste Kamer komt de partij volgens de prognoses binnen met 15 zetels. Evenveel als de linkse combinatie GroenLinks/PvdA. De tellingen zijn nog gaande en de uitslagen nog niet definitief.

Interessant is dat BBB kiezers heeft weten te motiveren die anders niet naar het stemhokje gingen. Dat is knap, hoewel volgens de prognoses de opkomst met 57,5% niet veel hoger is dan 56% in 2019. Dus dat effect blijft bescheiden.

Dat op rechts PVV, CDA en vooral FvD verloren is de wetmatigheid van verkiezingen. Ze vissen in dezelfde vijver en wisselen stuivertje. Toch is er ook overloop tussen blokken. Kiezersonderzoek zal aan moeten tonen in welke mate de achterban van coalitiepartijen op BBB stemde.

Iedereen vraagt zich af of BBB een blijvertje of een eendagsvlieg is. Dat antwoord valt nu nog niet te geven. Het kan zomaar gebeuren dat BBB op provinciaal niveau onhandig opereert. Partijleider Caroline van der Plas opereert binnen de democratische normen, maar kan in haar eentje niet alles in de hand houden.

De overwinnaar van de vorige provinciale verkiezingen in 2019 was FvD met 12 zetels in de Eerste Kamer. Onder de chaotische leiding van partijleider Thierry Baudet verkruimelde dat snel en werd er politiek niets binnengehaald. Het politieke handwerk bij die FvD ontbrak.

Een kiezer die uit protest op een partij stemt wil ook dat er iets bereikt wordt. FvD zat zichzelf in de weg door te radicaliseren, de onredelijkheid te zoeken en zich op een uitzondering als de provincie Noord-Brabant na buiten de onderhandelingen te plaatsen. En in die provincie ging het uiteindelijk ook fout voor FvD. Bescheidenheid is de les voor BBB.

De goede uitslag van BBB moet in perspectief worden gezien. Partijen die niet willen tornen aan het kabinetsbesluit om de stikstofuitstoot in uiterlijk 2030 te halveren halen volgens de prognose 30 zetels (GroenLinks, PvdA, D66, PvdD, CU, Volt). Daarnaast is er Europese wetgeving die het bovengemiddeld vervuilde Nederland verplicht om de stikstofuitstoot te halveren en de natuur beter dan nu te beschermen.

Dat het CDA en delen van de VVD zich halfslachtig en lafhartig opstellen in het stikstofbeleid bevordert de duidelijkheid niet. Dat gezwalk heeft het CDA niet geholpen. Nu de provinciale verkiezingen zijn geweest kunnen VVD en CDA op landelijk niveau weer volmondig het natuur- en stikstofbeleid van het kabinet ondersteunen. Het probleem zit ‘m in de uitvoering in de provincies.

Vraag voor de komende vier jaar is of BBB een redelijke of onredelijke partij is. Het zal spaarzaam moeten zijn met haar eisen om zich niet uit de markt te prijzen, zoals een door Caroline van der Plas aangekondigde stop op de verplichte onteigening van boerenbedrijven vanwege te grote stikstofuitstoot. Maar of ze daarmee praat tegen haar kiezers of andere partijen is onduidelijk.

Want ook als grootste partij heeft BBB in de provincies anderen nodig om een meerderheid te vormen. En in de Eerste Kamer kan het kabinet over links steun vinden bij GroenLinks en PvdA in het natuur- en milieubeleid met op de achtergrond de steun van PvdD en Volt.

De koppen in de populistische pers en uitspraken van rechtse politici dat de uitslag betekent dat het beleid van de coalitie is afgestraft en daarom gewijzigd moet worden is wensdenken. Zo werkt politiek niet. Politiek gaat over de vorming van de macht en niet om emoties of stemmingmakerij. Of dat laatste in elk geval niet voor de langere termijn.

Als het kabinet in de samenwerking met links over het natuurbeleid een meerderheid vindt in de Eerste Kamer, dan is dat zoals politiek werkt. Een politicus-bestuurder is eerder een loodgieter dan een filosoof. Het gaat om het handwerk van onderop. Meerderheden hebben geen geheugen of emotie, maar worden in elkaar gesleuteld.

Relativering tekent de positie van BBB die als het feest van de overwinning is gevierd niet kan overvragen omdat de partij niet nodig is voor een meerderheid. De partij heeft er weinig aan om in provinciebesturen hoge eisen te stellen over het natuur- en stikstofbeleid die juridisch onhoudbaar zijn en aangevochten zullen worden door Hoge Raad, EU of milieuactivisten. De marges voor BBB zijn klein.

Debat over Stedelijk moet breder en niet blijven hangen in geïsoleerde aspecten

Schermafbeelding van deel opinie-artikel ‘Het is juist dapper dat het Stedelijk Museum eindelijk kunstenaars van kleur een platform wil bieden‘ van Robbert Roos in NRC, 8 maart 2023.

Robbert Roos heeft een ingezonden stuk in NRC geplaatst over de kwestie Stedelijk Museum. Hij meent dat het dapper is van het Stedelijk Museum dat het eindelijk kunstenaars van kleur een platform wil bieden.

Roos verwijt deelnemers aan de discussie, zoals Jan Christiaan Braun, Hans den Hartog Jager en Anna Tilroe dat ze met dedain over elkaar praten. Daarmee pretendeert hij boven de discussie te staan. Deze personen zullen overigens verbaasd zijn om elkaar hier samen te vinden. 

Roos’ suggestie is dat hij aan het gekissebis ontstijgt, een evenwichtiger standpunt inneemt en zich onthoudt van persoonlijke aanvallen. Maakt hij dat waar?

Hoe aardig klinkt Roos’ opmerking over Tilroe dat zij Marcel Pinas ‘achteloos’ wegzet als slechts een vriendje van Charl Landvreugd? Is dat dedain jegens Tilroe? Roos expliciteert trouwens wat Tilroe niet zegt. Dus wie maakt hier de aanval op personen zichtbaar?

Roos heeft het over de kleurenblindheid van musea. Het onderwerp van representatie waar heel Nederland over lijkt te praten. Dat wat in eeuwen in de samenleving scheefgegroeid is wordt nu gecorrigeerd. De vraag is niet of de noodzaak daartoe bestaat, maar hoe dat moet gebeuren. Dat is een geleidelijk proces, dan nog maar kortelings begonnen is. Dat heeft tijd nodig, maar de richting ervan is duidelijk: betere representatie.

Tegen een andere representatie keren Tilroe en Christiaan Braun zich niet. Integendeel, Hans den Hartog Jager geeft dat over de laatste in zijn stuk toe. Dus wie denkt Roos aan te spreken?

Roos bestrijdt een stropop. Dus een manier van redeneren die een karikatuur maakt van de standpunten van degenen wiens argumenten hij zegt te weerleggen. Wat Roos doet is vrij worstelen in de ruimte. Of schaduwboksen. In dit geval met Christiaan Braun en Tilroe. Roos lijkt zich tot hen te richten, maar antwoordt nauwelijks op hun argumenten.

Roos geeft een uitweiding over de Wakaman Groep alsof hij voor een groep schoolkinderen staat. Roos mist de kern van de lopende discussie en stelt die verkeerd voor. 

Kern is niet uitsluitend de kleurenblindheid, de ondermaatse representatie in musea en de reparatie daarvan, maar de grip van de directie van het Stedelijk op het eigen beleid en de politieke sturing van het Amsterdamse gemeentebestuur daarop. Die inmenging van de gemeente Amsterdam betreft het inhoudelijke beleid van het museum door voorwaarden over inclusie en diversiteit aan de subsidie te stellen. Wolfs is door Amsterdam een groot deel van zijn lef ontnomen.

De consensus is dat dat ongewenst is en een museumdirectie vrijheid van handelen moet hebben. Want de inmenging van de gemeente Amsterdam geeft Wolfs en zijn team te weinig vrijheid en dwingt ze tot handelen waarvan het de vraag is of het in lijn met het DNA van het Stedelijk is. Hier zou een uitweiding passen over Willem Sandberg, Edy de Wilde en Wim Beeren die handelden vanuit hun autonomie. Roos negeert dat aspect van politieke beïnvloeding van het Stedelijk.

Roos krijgt het in zijn opinie trouwens voor elkaar om dat kluster van representatie, inclusie en diversiteit te smal voor te stellen. Hij versimpelt dat tot de zwart-wit as alsof dat verschil alleen ter discussie staat. Daar is Roos niet uniek in. Het signaleren van een te smalle opvatting van inclusie is de bijvangst van de discussie over het Stedelijk.

Die smalle opvatting is een misvatting en een versimpeling. Het is de blinde vlek van musea, omdat er naast kleur verschillen bestaan over gender, beperking, seksuele oriëntatie, religie, sociaaleconomische status, opleidingsniveau en leeftijd. Die verschillen staan op dit moment nauwelijks ter discussie als het om betere representatie in musea gaat. Het debat over een betere representatie in musea is gepolitiseerd en afhankelijk van actuele trends. Dat is in meerdere opzichten ongewenst zwart-wit denken.

De Code Diversiteit & Inclusie in de culturele sector hamert erop dat verschillen gerepareerd moeten worden. Een te smalle kijk op kleur alleen gaat ten koste van andere achterstandsgroepen die ondervertegenwoordigd zijn. En blijven. Dat moet integraal gecorrigeerd worden. Dat kan niet eenzijdig vanuit een specifiek criterium.

Het is zeker zo zoals Roos zegt dat het moedig was van Rein Wolfs om een camera toe te laten. Of dat slim was zal de toekomst leren. Niet altijd werkt openbaarheid positief. Denk aan Oeke Hoogendijk en haar verhelderende documentaires over het Rijksmuseum. Maar ongevaarlijk is openbaarheid evenmin, zoals De Keuken van Kok van Niek Koppen bewijst die de PvdA niet hielp. Daarna gaan de luiken vaak krampachtig dicht.

De Nederlandse museumsector moet op allerlei manieren breder gaan denken. Dat betreft de reparatie van alle verschillen die in de Code Diversiteit & Inclusie in de culturele sector worden genoemd. Dat betreft ook de autonomie van musea die afhankelijk zijn geworden van politiek, commercie of eigen bedrijfsvoering. Ook dat moet gerepareerd worden. In de kwestie Stedelijk Museum komen deze twee aspecten samen. Om tot een oplossing te komen moeten ze niet geïsoleerd, maar in samenhang bekeken worden.

Het is goed dat er aan de hand van de kwestie Stedelijk Museum zoveel deelnemers aan het debat zijn met hun eigen invalshoek. Hoewel het wel de usual suspects zijn. Ook dat kan breder. Het woelt wat los aan achterstanden, kansen, ideeën en openstaande rekeningen. Meningen spreken elkaar tegen, overlappen elkaar of zitten volledig op dezelfde lijn. Het is goed dat ze naast elkaar bestaan. Nu de reparatie van het Stedelijk Museum nog.

VVD’er Edith Schippers is voor ‘minder belasting op alles’

Schermafbeelding van deel artikelInterview Edith Schippers: Ik ben voor minder belasting, op alles‘ op nu.nl, 19 februari 2023.

Het interview met beoogd fractievoorzitter van de VVD in de Eerste Kamer. en DSM’er Edith Schippers op nu.nl is glashelder. Het werd op 19 februari 2023 geplaatst. Edo van der Goot stelt goede vragen én vervolgvragen. Hij legt volgens sommige reacties bij het interview feilloos de holle retoriek en inhoudsloosheid van Schippers bloot. 

Het is een interview dat Schippers niet zozeer ontmaskert als marionet van het bedrijfsleven, maar als onhandige lobbyist voor dat bedrijfsleven. Ze mist de politieke en verbale lenigheid van premier Mark Rutte. Dat contrast valt des te meer op omdat Schippers wordt beschouwd als opvolger van Rutte. Wat belooft Schippers als nieuw gezicht van de VVD?

Schermafbeelding van deel artikelInterview Edith Schippers: ‘Ik ben voor minder belasting, op alles‘ op nu.nl, 19 februari 2023.

De VVD belooft altijd belastingverlaging aan ‘de werkende Nederlander‘ en doorgaans blijkt aan het eind van een kabinetsperiode onder leiding van de VVD dat de lasten gestegen zijn. En de voorzieningen verder zijn uitgekleed.

De kop van het interview vat de kern van Schippers’ politiek samen: ‘Ik ben voor minder belasting, op alles‘. Dat betekent niet alleen een kleinere overheid, maar ook financiële voordelen voor veelverdieners en vermogenden.

Schippers’ opvatting over minder belasting op alles is een bedrieglijke belofte. De VVD zal dat niet waarmaken omdat het dat nooit waarmaakt. En het realiseren van ‘minder belasting op alles‘ is om praktische redenen onrealistisch. Tot 2027 kan de Belastingdienst vanwege ICT-problemen systeemwijzigingen niet aan. Verder legt EU-beleid Nederland verplichtingen op die samengaan met belastingheffing. Dat kan de VVD niet eenzijdig veranderen.

Waarom Edith Schippers zich onverstandig uitspreekt is de vraag. In politieke campagnes doen politici altijd niet waar te maken beloftes. Maar zelfs in zo’n valse belofte moet een mate van geloofwaardigheid zitten om de kiezer om de tuin te leiden. Schippers gaat verder met haar belofte voor minder belasting op alles die totaal ongeloofwaardig is. Dat is borreltafel-taal die een politiek leider niet in de openbaarheid kan doen. Ze is geen nieuwkomer, maar een gelouterd politica die vele mediatrainingen heeft gehad.

Is Schippers doorgeslagen in haar rol als bad cop? Mogelijk moet ze zich in de rolverdeling met premier Mark Rutte voor de Provinciale verkiezingen van 15 maart 2023 kritisch opstellen en onrealistische eisen stellen om de aanval van BBB, JA21 en PVV op de VVD te neutraliseren.

Waarna Rutte na die verkiezingen Schippers’ uitspraak over ‘minder belasting op alles‘ kan doen vergeten en gewiekst afwimpelt als een onverstandige uitspraak die in het heetst van de campagne is gemaakt.

Bemoeilijkt Schippers door haar uitspraak de toenadering van de VVD met PvdA en GroenLinks die voor het kabinet belangrijk kan zijn voor een meerderheid in de Eerste Kamer? Al is het alleen op de beleidsterreinen waar VVD en beide linkse partijen identieke belangen hebben. Deze twee partijen hechten aan een grotere rol van de overheid en zijn niet voor minder voorzieningen en minder belasting op alles. In het proces is Schippers’ geloofwaardigheid beschadigd.

Schippers diskwalificeert zich nog voordat ze gekozen is tot fractievoorzitter van de VVD in de Eerste Kamer. Ze probeert de inhoudelijke kritiek op haar opvattingen voor te zijn door die te framen als aanvallen op haar persoon. Ze zegt in het interview: ‘Met polarisatie en karikaturen van elkaar kom je niet tot oplossingen.’ Dat klopt, maar Schippers vergeet dat zij een oplossing in de weg staat door een karikatuur van zichzelf te maken. En van realistische politiek.

Heineken snijdt ook financieel in eigen vingers als het niet snel schuld bekent over het handelen in de Russische Federatie

Heineken in de Russische Federatie, ANP maart 2022.

De kwestie Heineken in de Russische Federatie geeft aan dat er veel mazen in de Europese sancties zitten. De sancties worden omzeild door import en export via derde landen of gewoon niet uitgevoerd.

Zoals Heineken Holding doet, volgens onderzoek van onderzoeksplatform Follow The Money. Het zou nog steeds investeren in de Russische Federatie en zelfs uitbreiden door nieuwe producten te lanceren.

Heineken ontkent in een persbericht van 21 februari 2023, maar de publicitaire schade is aangericht. Heineken zegt: ‘Nu wij onze activiteiten in Rusland beëindigen, streven wij ernaar dit op de juiste manier te doen. Dit betekent dat we onze commitments voor een goede afwikkeling met zorg voor onze mensen nakomen. Wij streven ernaar de verkoop van onze Russische activiteiten in de eerste helft van 2023 af te ronden.

Dat kan in normale omstandigheden passend zijn, maar is het in de huidige oorlogssituatie van een Russische Federatie die Oekraïne met grof geweld wil opdoeken niet. Een westers bedrijf die de urgentie daarvan niet begrijpt heeft een verstoorde politieke en ethische kompas. De oorlog is al ruim een jaar geleden in een nieuwe fase terechtgekomen en woedt al sinds 2014.

Er wordt in analyses gezegd dat het een grote PR-blunder van Heineken is om in de Russische Federatie het een te zeggen en het ander te doen. Of het de grootste PR-blunder uit de gescheidens van het bedrijf is valt te bezien. Ook de kwestie Afrika liegt er niet om. Ook toen keek Heineken weg voor dictators. De kritische Heineken-watcher Olivier van Beemen doet verslag van beide kwesties die het aanzien van Heineken beschadigen, Afrika en de Russische Federatie.

Een overzicht van ManagementSCOPE over het bedrijf zegt: ‘Freddy Heineken had een feilloos gevoel voor marketing en communicatie en dat maakte Heineken tot één van de belangrijkste spelers op de mondiale biermarkt.’ Dat feilloze gevoel voor communicatie lijkt de huidige top van het bedrijf te missen.

De verdediging van topman Dolf van den Brink is zwak als hij zegt dat Heineken vooralsnog geen geschikte koper in de Russische Federatie kan vinden. Dat is een halve waarheid. Het schermen met het belang van ‘onze mensen‘ in de Russische Federatie oogt als een gelegenheidsargument.

Heineken wil zowel de hoofdprijs voor de verkoop van het Russische belang als in de tussentijd onder het mom van die vermeend stagnerende verkoop bier blijven verkopen. Zelfs via het lanceren van nieuwe producten. Het gehannes met de introductie van nieuwe en bestaande merken (Amstel als vervanger van Heineken) toont ongeloofwaardig.

Heineken zou er verstandig aan doen om op de zeer korte termijn ondubbelzinnig toe te geven dat het fout heeft gehandeld en niet met verdedigende persberichten te komen waarmee het vooral in de eigen biervlek wrijft. Dat maakt het er alleen maar erger op.

Het concern zou voor het einde van het tweede kwartaal 2023 het volledige belang in de Russische Federatie af moeten stoten. Ook als het geen geschikte koper vindt.

Dat is ook het eigenbelang van Heineken. Anders blijft dit publicitair zeuren. Dat zet de beurskoers van Heineken onder druk, zoals het ook jaren publicitair last had van het wegkijken voor dictaturen én het inhuren via tussenpersonen van biermeisjes in Afrika. Ook nu verschuilt Heineken zich weer achter tussenpersonen en weigert het zelf verantwoordelijkheid te nemen.

Die geschiedenis van politieke ongevoeligheid, slechte communicatie en korte termijn denken van zowel bestuur als Raad van Commissarissen (RvC) van Heineken herhaalt zich nu in de Russische Federatie. Wellicht speelt mee dat de RvC die het bestuur kan corrigeren eenzijdig is samengesteld met vooral bedrijfsadviseurs en commerciële bedrijfsmanagers. Heineken moet leren strategisch te denken en niet alleen dient uit te gaan van de verkoop van het aantal hectoliters bier per kwartaal.

Disclaimer: Ik ben sinds 10 jaar houder van aandelen Heineken die ik een slapend bestaan laat leiden. Mijn verontwaardiging over het gebrek aan ethisch handelen en de slechte communicatie van de bestuursvoorzitter van Heineken uit ik niet op de aandeelhoudersvergadering, maar hier. Ik meen dat een nog steeds Europees bedrijf als Heineken aandeelhoudersbelang niet voorop kan zetten in een oorlogssituatie. Ik wil graag dividend ontvangen, maar niet ten koste van Oekraïne. Dat zouden bestuur en RvC van Heineken moeten beseffen, als ze dat besef aanleren of opgelegd krijgen omdat het in hun eigen geweten afwezig is.

Petitie om sportschool in voormalige Sint-Hubertuskerk in Maastricht te verplaatsen is niet pragmatisch

Schermafbeelding van petitieSluit de Basic-Fit sportschool in de kerk op de Bosscherweg‘ van 27 februari 2023 op Petities.nl.

De petitieSluit de Basic-Fit sportschool in de kerk op de Bosscherweg‘ van Annelies verzoekt om een ‘Basic-Fit sportschool te verplaatsen en geen nieuwe sportscholen toe te staan in gebedshuizen die voor duizenden Nederlanders heilig zijn‘. Dat verzoek is ongelukkig en moet afgeraden worden.

Het gaat om de Sportschool Basic-Fit aan de Bosscherweg 161 in Maastricht die sinds 2020 in het gebouw van de voormalige Sint-Hubertuskerk is gevestigd. Volgens Wikipedia deed de kerk ‘van 1925 tot 2009 dienst als parochiekerk van de rooms-katholieke Sint-Hubertusparochie in  Boschpoort (ook wel Bosscherveld genoemd).’ In 2009 stootte het bisdom Roermond de kerk af, nadat het al enige tijd leeg had gestaan. Het is een rijksmonument dat door architect Jules Kayser in 1924-25 werd gebouwd.  

Petitionaris Annelies haalt twee zaken door elkaar. Een kerkgebouw is een gebouw als alle andere. Wat ze als een plek ziet ‘om God te ontmoeten‘ wordt een gebouw pas als het gewijd is. Welnu, gewijd is de voormalige Sint-Hubertuskerk allang niet meer. Het is geen geheiligde, maar een ontwijde plek. Een vergelijkbare kwestie ontstond in Utrecht in 2017 toen de katholieke Sint-Willibrordkerk door de gemeente verkocht werd aan de ultra-conservatieve katholieke vereniging Pius X.

Annelies kan vinden dat wat ooit een religieus gebouw was nooit een ander bestemming mag krijgen, maar dat is geen pragmatisch standpunt. Of zij moet zelf een alternatief bieden, maar dat doet ze niet. Ze is alleen tegen. Verwaarlozing of afbraak is het alternatief. Omdat het hier om een rijksmonument gaat, moet het beschermd worden. Vraag is hoe dat het beste kan.

Het is eenzijdig om over een voormalige kerk die een andere bestemming heeft gekregen te zeggen dat het niet is gebouwd ‘om commercieel uitgemolken te worden‘. Als dat klopt, dan treft dat verwijt de Nederlandse katholieke kerk en met name het Bisdom Roermond dat de Sint-Hubertuskerk in 2009 heeft afgestoten. Uiteraard was de kerk ooit gebouwd als kerk, maar die bestemming heeft het gebouw allang niet meer. Zoals vele katholieke kerken die vanwege afgenomen inkomsten en minder gelovige kerkbezoekers zijn afgestoten.

De voormalige Sint-Hubertuskerk in Maastricht wordt beschouwd als belangrijk cultureel erfgoed. Het is een rijksmonument. Dat bepaalt de noodzaak van de herbestemming.

De opdracht van diensten op het gebied van cultureel erfgoed, zoals de RCE en lokale monumentenfondsen, is om belangrijke gebouwen voor de toekomst zo goed mogelijk te bewaren. Dat is schipperen door ontbrekende middelen. Uitgangspunt is hier het gezegde ‘De vijand van goed is beter‘. Hoofdzaak is dat de elementen van het rijksmonument zo goed mogelijk bewaard blijven.

Er zal gezien de eerdere bestemming als gewijde kerk geen nachtclub, bordeel of schietbaan in zo’n voormalig kerkgebouw gevestigd worden, maar een fitnesscentrum annex sportschool is geen controversiële bestemming. Denk aan het citaat van de Latijnse dichter Juvenalis ‘Mens sana in corpore sano‘ dat zoiets betekent als ‘We moeten bidden om een gezonde geest in een gezond lichaam’. Het christendom staat minder haaks op het lichaam dan Annelies vermoedt.

Cultuurpolitiek en culturele politiek moeten niet vermengd worden

Gordon Parks, Department Store, Mobile, Alabama, 1956, printed 2021. Inkjet print, 116 x 116 cm approx. Purchased 2021. National Gallery of Canada, Ottawa. © The Gordon Parks Foundation Photo: NGC.

Groeien cultuurpolitiek en culturele politiek naar elkaar toe? Is dat gewenst of ongewenst? Dat eerste is de politiek ten aanzien van de cultuur, inclusief de kunst. Dus voorwaardenscheppend voor de kunst. Dat tweede is ‘een arena waar sociale, economische en politieke waarden en betekenissen worden gecreëerd en betwist‘. Dus voorwaardenscheppend voor de samenleving.

Wat voor gevolg heeft de minachting van vele Nederlandse politici in publieke uitspraken over kunst? Met op z’n best apathie ofwel het benul dat kunst niet van belang is. Dat is dus cultuurpolitiek die van invloed is op de culturele politiek.

Wat betekent het beschadigen van de kunst (of: de instellingen) door politici en bestuurders? Van een kunst die zichzelf slecht kan verdedigen, geen verdedigers op relevante politieke posities heeft en daarom even weerloos is als een door kinderen gebouwd zandkasteel op het strand dat onherroepelijk door de opkomende vloed wordt overspoeld. 

Dat overspoelen van de kunst zien we nu gebeuren. Door commercie, door politiek met rendementsdenken, door activisten met inclusie-denken, door media die bovenal geïnteresseerd zijn in oppervlakkigheden en kunsthandel, en door apathie van het brede publiek dat met de Museumkaart in de hand zich door schilderijenzalen laat leiden. 

Kunst heeft in Nederland geen politieke positie, geen aanzien bij het brede publiek behalve als aardigheidje voor amusement en gezelligheid, en daardoor weinig zelfvertrouwen meer. Veel mensen die werkzaam zijn in de kunstsector worden onderbetaald en kunnen er geen bestaan mee opbouwen. Een opeenvolging van oorzaken heeft tot de aanval op de kunst geleid.

Vraag is hoe cultuurpolitiek de voorwaarden kan scheppen om kunst weer in zijn waarde te helpen herstellen en hoe culturele politiek kunst niet oneigenlijk kan gebruiken om te scoren. De bewustwording dat cultuurpolitiek en culturele politiek niet hetzelfde zijn en dat kunst per definitie niet onderhorig kan zijn aan politiek-maatschappelijke doelen is het begin van de bewustwording die nodig is om kunst weer van belang te laten zijn.

Wellicht moet als eerste stap tot herwaardering van de kunst de financiering ervan in Nederland uit de exclusieve handen van de bestuurders van de cultuurpolitiek gehaald worden. Zoals de cultuurminister, de cultuurwethouder of de cultuurambtenaar. In elk geval zolang ze niet kunnen garanderen dat culturele politiek dominant is over cultuurpolitiek.