FB-pagina #‎Nietmijnislam komt op voor de open samenleving

nmi

Zo moet het dus in Nederland: ideeën moeten met ideeën, en niet met geweld bestreden worden. De FB-pagina #Nietmijnislam zegt over de eigen doelstelling: ‘Het doel (..) is een platform te bieden en mensen inspireren die stelling willen nemen tegen de misdadigers die keer op keer in naam van onze mooie religie misdaden tegen de menselijkheid plegen en tegen de islam zelf. Dit omdat we geloven dat het onze verantwoordelijkheid is om ons geloof te beschermen tegen de mensen die het zwartmaken, misbruiken en verdraaien voor hun eigen onwenselijke agenda. Iedereen die deze doelstelling onderschrijft is welkom, ongeacht religieuze achtergrond.’ Dit klinkt overtuigend. Deze moslims tonen hun burgerschap.

De initiatiefnemers bestrijden niet dat de terroristen moslim zijn, maar nemen het standpunt in dat ze geen beroep op de islam zouden moeten doen gezien hun handelen dat in strijd met de islam is. Ze komen op voor het principe van de vrijheid van meningsuiting zonder zich verplicht te voelen alle ideeën te omarmen. Dat is een correcte interpretatie die ik eerder hier uitwerkte. Ik heb de FB-pagina #‎Nietmijnislam geliked. 

Foto: Schermafbeelding van FB-pagina #‎Nietmijnislam.

Wat betekent opkomen voor de vrijheid van meningsuiting?

gree

Afgelopen dagen leek het of heel Nederland brooddronken de vrijheid van meningsuiting omhelsde. Prima, er kan nooit genoeg vrijheid zijn om de macht te prikkelen, uit te dagen en ter discussie te stellen, maar wat houdt de vrijheid van meningsuiting nou eigenlijk concreet in? Want alle abstracties en mooie woorden over vrijheid tijdens alle solidariteitsbijeenkomsten op stadspleinen, in televisiestudio’s en krantenkolommen maken niet altijd inzichtelijk hoe het in de praktijk uitpakt. Twee voorbeelden proberen dat te verduidelijken.

Gisteren nam redacteur Dean Baquet van de New York Times na uitgebreide afweging het besluit om de cartoons van Charlie Hebdo niet te plaatsen. Hierop kwam kritiek -ook omdat andere Amerikaanse media de cartoons wel plaatsten- van ombudsvrouw (‘public editor’Margaret Sullivan van de Times. Ze vatte de overweging van Baquet om vooral moslimlezers niet voor het hoofd te stoten in een citaat samen: ‘We have a standard that is long held and that serves us well: that there is a line between gratuitous insult and satire. Most of these are gratuitous insult.’ En het alleen publiceren van de satire vond Baquet weer te mager.

Sullivan wijst in haar opiniestuk naar een tweet van journalist Glenn Greenwald die onderscheid maakt tussen het opkomen voor de vrijheid van meningsuiting en het verspreiden en zelfs omarmen van ideeën. Dat moet niet verward worden. Greenwald heeft die tweet vandaag uitgewerkt in een column voor The Intercept. Bekend is het aan Voltaire toegeschreven principe dat men tot het einde kan vechten voor de vrijheid van iemand om deze dat te laten zeggen waarmee men het niet eens is: ‘Je ne suis pas d’accord avec ce que vous dites, mais je me battrai jusqu’au bout pour que vous puissiez le dire. Dit zal voor velen aan de orde zijn als neo-nazi’s, extremistische moslims of radicale anti-abortus activisten in de publieke ruimte hun ideeën willen uiten. Men hoeft het met die ideeën niet eens te zijn om dat recht te helpen verdedigen. Men kan zelfs zeggen dat de vrijheid van meningsuiting maatschappelijk pas volle betekenis krijgt als burgers opkomen voor het recht van groeperingen waarmee men het inhoudelijk oneens is. Het maakt de pluriforme, open samenleving perfect.

Maar Greenwald schetst ook een nieuwe ontwikkeling, namelijk dat de vrijheid van meningsuiting uitgebreid wordt met het tonen van solidariteit met de gecensureerden en dat er geëist wordt dat men zelfs hun ideeën omarmt: ‘(..) to show “solidarity” with the murdered cartoonists, one should not merely condemn the attacks and defend the right of the cartoonists to publish, but should publish and even celebrate those cartoons.’ Dit gaat te ver, zoals het voorbeeld van neo-nazi’s, extremistische moslims en pro-Life activisten verduidelijkt.

Greenwald geeft een overzicht van ongelijkheid en onderdrukking van ideeën in het Westen. Da’s een realiteit, want media volgen doorgaans de dwang van de macht. Maar Greenwald wordt onzuiver en vermengt politiek activisme en principes van vrijheid door naar een evenwicht te zoeken dat er per publicatiebron nooit kan zijn. En zo politiek te vermengen met principes. Want ook als Charlie Hebdo uitsluitend islamkritische cartoons en stukken zou plaatsen, dan moet het dat onder de vrijheid van meningsuiting kunnen doen. Da’s ook vrijheid.

binnen

Een tweede voorbeeld dat worstelt met het verschil tussen theorie en praktijk is de steunbetuiging van de gemeente Binnenmaas en het zeggen op te komen voor het vrije woord en het weigeren van twee foto’s voor een tentoonstelling in het gemeentehuis. Het AD berichtte vandaag dat ‘Omdat ze als kwetsend ervaren kunnen worden’ twee foto’s van fotograaf Dirk Hardy zijn geweerd. Het betreft de tableau’s van Adolf Hitler en Jezus Christus uit de serie ‘Clay’ van zes werken dat gaat over beeldcultuur en propaganda. Als pas afgestudeerde van de Rotterdamse Willem de Kooning Academie was Hardy uitgenodigd door de gemeente.

Hardy spreekt over censuur: ‘Ik ben met stomheid geslagen dat in Nederland de vrijheid van meningsuiting van kunstenaars wordt ingeperkt.’ De kwestie doet denken aan het weren van schilderijen van Ellen Vroegh in  het gemeentehuis in Huizen in 2010 waarvoor dezelfde argumenten werden gebruikt door de gemeente, want de bezoekers die om een paspoort kwamen zouden ‘ongevraagd geconfronteerd [kunnen worden] met een kunstwerk dat door sommigen als kwetsend ervaren kan worden.’ De twee voorbeelden leren dat een abstract idee over de vrijheid van meningsuiting anders, en makkelijker is dan de praktijk. Binnenmaas zegt op te komen voor een principe, maar interpreteert dat anders dan principiëlen van de gemeente verwachten.

Foto 1: Tweet van Gleen Greenwald.

Foto 2: Schermafbeelding van bericht ‘Steunbetuiging slachtoffers en nabestaanden terreurdaad Parijs’ van de gemeente Binnenmaas,

Valt Imran Khan omhoog of omlaag van podium?

De Pakistaanse politicus en cricket-legende Imran Khan viel vandaag van een podium. Of liever gezegd van een lift die hem naar het podium voert. Het gebeurde in Lahore tijdens een manifestatie in de aanloop naar de verkiezingen van zaterdag 11 mei. Khan was licht gewond en legde vanuit zijn ziekbed een verklaring af. Hij vraagt op zijn partij Movement for Justice te stemmen. De Pakistaanse Taliban zorgt voor een golf van geweld. De footage van Imran Khan is schitterend van schreeuwerige onbeholpenheid. Nagenoeg hedendaagse kunst.

slider-img-3

Foto: Banner van verkiezingssite Imran Khan

Imran Khan wint aan kracht in Pakistan

Imran Khan (1952) is een voormalige Pakistaanse cricketheld die de politiek is ingegaan. Hij leidde Pakistan in 1992 naar de wereldtitel. In 1996 richtte hij een politieke partij op: Pakistan Tehreek-e-Insaf (PTI), Pakistan Movement for Justice. De PTI pleit voor democratie, onafhankelijkheid, diversiteit, tolerantie en sociale hervormingen en tegen corruptie. Het wordt de laatste maanden ook een verzamelpunt van niet-moslims.

Gisteren woonden duizenden supporters een bijeenkomst in Karachi bij. Waaronder carrièrepolitici die naar de PTI overgestapten. Khan beloofde dat als-ie tot premier wordt gekozen hij Pakistan zal omvormen tot een welvaartsstaat en rechtsgelijkheid en sociale gelijkheid zal nastreven. In het verleden had-ie weinig succes.

Foto: Pakistani leaders Qazi Hussain Ahmad (L) talks with Imran Khan during the All Parties Democratic Movement (APDM) meeting in Lahore, 09 December 2007. APDM, an alliance of Pakistani opposition parties was to meet in the eastern city of Lahore and was expected to make a decision on whether to boycott January 8 polls, party officials said. AFP PHOTO/Arif ALI (Photo credit should read Arif Ali/AFP/Getty Images)

Pakistan durft te lachen om fundamentalisten en militairen

‘Awam of Pakistan is een welzijnsorganisatie om mensen te helpen voor hun eigen problemen op te komen. Revolutie door de mensen voor de mensen is de opzet. Het uiteindelijke doel is om Pakistan te veranderen in een echte verzorgingsstaat. Awam ziet islam en democratie als verenigbaar. Maar het ondersteunt geen partij die in de naam van religie politiek bedrijft. Zeker niet als het ten koste gaat van normen, welzijn en welvaart.

De satire van Beygairat Brigade is onderdeel van dit project. Volgens de NRC betekent dat ‘Brigade zonder Eer’. De verwijzing naar de titelsong ‘Aalu Anday’ (Aardappels en Eieren) wil zeggen dat er geen vlees is. Een manier om te zeggen dat Pakistani iets missen: vrijheid. Militairen en fundamentalisten perken de vrijheid in.

De Beygairat Brigade en Awam verdienen onze steun. Met humor spotten ze als schooljongens op een lichte toon over loodzware onderwerpen. Dat vereist moed. Het kan hun het leven kosten in het gewelddadige Pakistan. Zo werd gouverneur Salman Taseer begin 2011 door fundamentalisten vermoord omdat-ie ervoor pleitte de wet op de godslastering te versoepelen. Humor is het gepaste antwoord op fundamentalisten.

Over de achterblijvende ontwikkeling van islamnaties

1. Laten we ons voorstellen dat Arabische leiders opportunisten zijn en vooral hun familie, clan en eigen zak willen spekken. Ze interesseren zich nagenoeg niet voor de staat of natievorming. Ze laten zich sturen door het Westen voorzover dat in hun belang is. Maar als het anders uitkomt volgen ze hun eigen weg.

Verontwaardiging over misdragingen van Westerse landen is gerechtvaardigd, maar brengt onvoldoende inzicht. Hun rol is vernietigend geweest.
 Maar alles wat in islamnaties misgaat herleiden tot het Westen leidt niet tot een sluitende verklaring wat er precies gebeurt. Laten we proberen dat te benoemen en de redenen te achterhalen.

Uitgangspunt is dat islamnaties slecht presteren op het gebied van onderwijs, cultuur en educatie. VN-rapportages wijzen dat ondubbelzinnig uit. Waarom kiezen islamnaties ervoor om vrouwen in een ondergeschikte rol te duwen? Da’s absoluut geen vereiste van het Westen.

Het Westen is trouwens niet ondeelbaar. De VS is anders dan Noorwegen, en Zwitserland anders dan Engeland. Hetzelfde geldt voor de islamnaties die onderling verschillend zijn. Voor de discussie wordt afgezien van de verschillen en geprobeerd de uiterste posities niet als bepalend te zien. Dus geen Tea Party beweging of Al Qaida.

Pas het antwoord op de vraag te waarom islamnaties hun eigen ruimte onvoldoende benutten leidt tot een verklaring. De houding met een open mind vergroot het begrip van de wereld.

In Nederland ontmoet de vraag  naar de stand van ontwikkeling in islamnaties geen brede consensus. Dat heeft niets met de ontwikkelingen zelf te maken, maar wel met de dominante politieke stroming van het cultuurrelativisme.

Analyseren is het pellen van een ui. Wil men tot de kern doordringen of vreest men de uitkomst? Dat mechanisme is eerder een taboe dan een blinde vlek. Feitelijk kan de vraag wat islamnaties bezighoudt niet beantwoord worden.

2. Moslims zijn individuen op zoek naar betere levensomstandigheden. Daarom trekken velen naar Europa of de VS. Murw gebeukt door het leven in een politiestaat of een autocratische staat of de informele economie. Omdat ze geconditioneerd zijn nemen enkelen die sfeer mee naar Europa. Bijvoorbeeld religieuze extremisten.

Een vergelijking met de opkomende economieën van Oost-Azië is interessant. Ze hebben zich onder het juk van het Westen ontworsteld. Waarom hebben de islamnaties deze interne krachten niet weten te mobiliseren? Waarom lukt elders wel wat islamnaties in gelijksoortige omstandigheden niet lukt? Alleen de cultuur verschilt.

Waar schort het aan? Is dat het naar binnen gekeerd zijn en de angst zich te vermengen met anderen? Bang om de eigenheid te verliezen? Bang voor een besef waar we alleen maar naar kunnen raden? Zijn het de juridische en constitutionele grenzen?

3. In de vergelijking van landen en sferen blijkt dat superioriteitsdenken overal voorkomt. Typisch Westers is het niet. Arabieren kennen het ook. Zoals in Noord-Soedan waar neergekeken wordt op zwarte en niet-islamitische Zuid-Soedanezen. Dat leidt tot genocide door Arabieren op de Zuid-en West-Soedanezen. De geschiedenis toont dat Arabieren even bekwame slavenhandelaren als Europeanen waren.

Aziaten als Chinezen en Japanners voelen zich superieur aan andere volkeren zoals Mongolen of Koreanen. Da’s de normale vorm van discriminatie die tot groeps- en natievorming leidt. Deze socialisering boetseert eenheid. Door globalisering krijgt dat mechanisme nieuwe betekenis. Het wordt inwisselbaar.

Chinezen zoeken expansie in Afrika. Waarbij ze zich verre houden van Westers moralisme en zich evenmin weten te onttrekken aan het ondersteunen van verkeerde regimes. Ze stellen geen vragen over mensenrechten omdat ze dezelfde vragen niet willen beantwoorden.

Naar mijn idee is het tekort van de islamnaties dat hun superioriteitsdenken een lege huls is geworden. Behalve hun geschiedenis en religie hebben ze weinig om trots op te zijn. Politiek stagneert. Onderwijs stagneert. Cultuur stagneert. Emancipatie van vrouwen en minderheden stagneert. Corruptie en ongelijkheid tieren welig. Hoewel er ook gunstige uitzonderingen zijn als Oman.

4. Olie- en gasbronnen trekken een zware wissel op landen. Zoals de ontwikkeling van Venezuela en Rusland toont. Dat leidt tot inmenging van Westerse landen of juist een afwerende reactie daarop. Maar daarnaast is er voldoende ruimte die deze landen grijpen. De bevolking wordt afgekocht.

Sommige islamnaties drijven op de inkomsten van gas en olie. Ze baden in het geld en proberen hun economie te verbreden. Da’s positief en geeft deze staten mogelijkheden. In de Golfstaten wordt dat met beperkte burgerrechten doorgegeven aan de kleine autochtone bevolking. Burgerrechten gelden niet voor allochtonen.

Niet toevallig spannen juist de Golfstaten zich in om economisch onafhankelijk te worden van hun olie-inkomsten. Ze investeren in toerisme, dienstverlening en media. Maar ook in industrie.

 Het is het diapositief van het idee in de consumerende landen minder afhankelijk van petrodictaturen te worden. Islamnaties voelen politieke druk vanwege de olie. Dat remt de ontwikkeling. Vraag is waarom het zo langzaam gaat.

5. Er is in alles een omslagpunt dat herstel na een klap aangeeft. Hoe lang te wachten? Zo heeft het Westers kolonialisme kwaad aangericht in Afrika. Economisch en cultureel imperialisme is nooit verdwenen. Het Westen  zet onder druk en steelt en rooft. Het speelt in op tribalisme, slecht leiderschap, religie of cultuur.

Het donkere continent mist kansen die gegrepen hadden kunnen worden. Daarover zijn watchers het eens. Was president Mbeki van Zuid-Afrika een zwarte racist, zoals Mugabe van Zimbawe? Waarom gijzelen deze leiders hun landen en houden ze hun bevolking klein? Waarom missen ze kansen?

Veel landen met arme bevolkingen zijn rijk. Ze wenden de middelen niet goed aan. Het is een schande dat in potentie rijke landen als Nigeria, Congo, Gabon of Angola ondermaats presteren.

6. Als het over de dwingende macht van de katholieke kerk gaat, dan is Latijns-Amerika een sfeer waar religie mensen heeft kort gehouden. Dat aspect is verbonden, maar valt niet volkomen samen met het Amerikaans imperialisme.

De film Missing die in Chili speelt vertelt dat. Amerikanen hebben daar niet minder huisgehouden dan in het Midden-Oosten. Totdat de links-populisten in Zuid-Amerika aan de macht kwamen. 

Zo is het ook met de islamnaties. Ze zijn verbonden, maar vallen niet volkomen samen met het Amerikaans imperialisme. Het gaat erom om dat deel te vinden dat niet samenvalt. Wat is dat? Hoe is het ontstaan en ziet het eruit?

7. Op de hele wereld haat de massa de bovenklasse. Het Westen heeft de mogelijkheden om de elite te manipuleren en te ondersteunen. Wat de Nederlanders drie eeuwen geleden in hun Oost-Indië deden. De Engelsen hebben het later geperfectioneerd en de Amerikanen hebben het systeem naar de eisen van de 20ste eeuw gemodelleerd.

Nu krijgt het Westen een koekje van eigen deeg. Wereldwijd verschuift het evenwicht van West naar Oost. Wat globalisme heet, werd voorheen in een andere vorm imperialisme genoemd. Europa lijkt het continent van het verleden geworden. Zonder politieke stem.

Terugkijkend naar het Egypte van Nasser of het Syrie van Hafiz al-Assad, zien we landen die zich verzetten tegen het imperialisme. De eerste wellicht mentaal hangend aan Engeland en de tweede aan Frankrijk, maar toch redelijk autonoom.

Dat soort landen keert zich vervolgens naar binnen en handhaaft zich door corruptie en onderdrukking. Uiteraard stoken de Westerse landen om dit soort landen in te dammen. Maar waarom benutten deze landen de eigen ruimte niet beter? Vinden ze hun bestaansrecht in de reactie en stopt daarom de ontwikkeling?

De VS heeft geen belang bij een instabiel Egypte dat in elkaar klapt. Vraag is of islamnaties met een beter intern beleid een derde weg hadden kunnen bewandelen. Een democratisch model met brede culturele ontwikkeling van de massa, goede juridische waarborgen in economie en rechtspraak en op termijn meer pluralisme in religie, meningsuiting en politiek.

Het verbaast dat behalve Turkije geen enkel land in de islamwereld de stap naar de moderniteit van de 20ste of 21ste eeuw succesvol gezet heeft. Het is de islam die het verschil maakt.

8. In Nederland zijn de meeste emigranten niet-islamitisch. Zelfs de meeste moslims zijn slechts in culturele en niet in religieuze zin moslim. Zelfs religieuze moslims zijn individuele burgers met een identiteit die verder gaat dan religie alleen. Laten we daarom emigranten niet in een islamidentiteit opsluiten. Dat laatste is het grootste falen van de Nederlandse integratie-politiek.

Uitdaging is om Nederlandse moslims aan te spreken op hun idee van democratie en rechtsstaat. Moslims elders onttrekken zich aan onze invloed. Elke verklaring verkeert in haar tegendeel als het gebruikt wordt om moslims in de hoek te zetten. Niet in het minst omdat het met een cirkelredenering elk debat over de achterblijvende ontwikkeling van de islamcultuur blokkeert.

Foto: Een wajang wong voorstelling bij de regent van Malang met maskerdansers (1910-1922). Collectie Tropenmuseum. 

Onvrije islamnaties

Of islamnaties als Irak, Iran, Egypte, Indonesië of Saudi-Arabië in de kern religieus zijn, of vanwege uiteenlopende redenen een religieuze mantel aantrekken valt te bezien. De heersers van deze landen leggen hun inwoners een oppervlakkig idee van religie op. Religie als cultureel vehikel voor zingeving, troost, verzoening en saamhorigheid is echter te waardevol om het vanwege de politieke corrumpering bij het oud vuil te zetten.

Bhutan zet het Bruto Nationaal Geluk centraal. Indicatoren zijn mentale stress, cultuur, mate van spiritualiteit, vrede en harmonie en ecologie. Waarschijnlijk scoren landen als de VS, India, Rusland of China slecht op de BNG-index, evenals de meerderheid aan islamnaties. De Scandinavische landen, Zwitserland, Nieuw-Zeeland, Canada en allerlei Europese landen als Nederland scoren hoger.

Onderzoeken van organisaties als de Unesco geven aan dat in de islamnaties de cuturele ontwikkeling achterblijft bij andere regio’s. Andere onderzoeken zien weer een economische of politieke stagnatie in de islamnaties. Uit de verslaggeving van Al Jaazera blijkt dat vrede en harmonie nog ver weg zijn in de islamstaten. Burgerrechten zijn minimaal.

Heeft de islam de pech om in de verkeerde landen beland te zijn, of zijn de landen verkeerd ontwikkeld door de islam? In elk geval komen islamnaties achterlijk over door het gebrek aan discipline, het ontbreken van rechtsgelijkheid, achterblijvende ontwikkelingen, de martiale strijdbaarheid en de ernst waarmee het zichzelf serieus neemt. Tegelijkertijd is de opgebouwde energie en overlevingszin indrukwekkend.

De besturen van islamnaties hebben een eigen verantwoordelijkheid. China, de VS of Rusland zullen in hun machtsdenken altijd hun invloed aanwenden om elkaar en anderen te sturen. Het wereldwijde gestook van de VS, China en Rusland ontslaat Egypte, Saudi-Arabië of Pakistan niet van de plicht om zichzelf en de eigen bevolking te ontwikkelen. Waarom wordt er onvoldoende goede zorg en onderwijs aangeboden? Geld kan in de rijke wereld van de oliestaten het probleem niet zijn.

De vraag is waarom de culturele, politieke en maatschappelijke ontwikkeling in moslimnaties stelselmatig achterblijft bij andere ontwikkelingslanden die zich wel weten op te werken. Kijk naar Taiwan, Chili, Japan, Caraibische eilanden, Thailand en andere landen die ooit onder de invloedsfeer van de VS zaten, maar zich gunstig ontwikkeld hebben.

De geopolitieke invloed op moslimnaties kan nooit een voldoende verklaring zijn voor hun stagnatie. Nu al decennia lang. Er is een inherent kenmerk aan de islamnaties en dat is de islam die hun ontwikkeling remt. Of liever gezegd, niet op gang brengt. Een externe invloed als de VS, China, Rusland of Israël is hiervoor geen voldoende verklaring.

Getuigenissen geven aan dat de meerderheid van de bewoners van moslimnaties geen haat voelt jegens de VS, maar zich wel keerde tegen de Bush-politiek. Nog steeds is bij een meerderheid de relatieve openheid, vrijheid en sociale mobiliteit van de VS jaloersmakend omdat het in het eigen land ontbreekt. Vandaar ook de vlucht van velen uit moslimnaties naar het Westen. Niemand vlucht vrijwillig naar een land dat het haat.

De economie van islamnaties is harder dan de economie van Nederland. Ons land kent een behoorlijk niveau van verzorging voor allen. De manier waarop in de moslimnaties miljoenen talentvolle jongeren zonder baan, eigen woning, goed onderwijs, gezinsvorming en perspectief zich verliezen, en uit tekort en protest hun levensvervulling in een strikte versie van religie zoeken is horror.

Het gaat vergezeld met ideologische indoctrinatie, gebrek aan informatievoorziening, gebrek aan mentale weerbaarheid en zelfredzaamheid door toedoen van de wereldse en religieuze leiders. De bejegening op grote schaal van andersdenkenden als Egyptische kopten, joden, Armeniërs of christelijke Turken is bizar. Het zet welwillende hervormers buitenspel. De islam zit in een positie die het verst van vrijheid afstaat.

Foto: Keramieken fles met muziekscene Iran, omstreeks 1640-1665. Collectie Louvre Museum