Gedachten bij de foto ‘Photographer Eliot Elisofon with the King of Bayaka in the Muela Buando Village District on a trip to the Belgian Congo in 1951’

“Photographer Eliot Elisofon with the King of Bayaka in the Muela Buando
Village District on a trip to the Belgian Congo in 1951
. Collectie: MoMA; IN515.8.

De koning van Bayaka zit op een stoel. Twee halfnaakte vrouwen staan rechts achter hem tegen de zijkant van een hut. De witte man in tropenuitrusting inclusief scheefstaande helm is de gerenommeerde fotograaf Eliot Elisofon die lange tijd aan LIFE magazine verbonden was. Wie maakte de foto?

Het is een merkwaardige foto. De titel suggereert dat het niet draait om de koning, maar om Elisofon. Hoewel de koning wel op een stoel zit en Elisofon achter hem staat. Wat de macht was van de koning in toenmalig Belgisch Congo is onduidelijk. Is hij een elevé die zich mocht verheffen onder de hoede van het koloniaal bestuur en daarin geïntegreerd was?

In mei 1951 was Elisofon bij de opnamen van The African Queen van regisseur John Huston met Humphrey Bogart en Katharine Hepburn. De buitenopnamen van deze in Duits Oost Afrika gesitueerde film vonden plaats in toenmalig Belgisch Congo en Oeganda.

De Afrikaanse koning Bayaka was acht jaar later in het Afrika Museum in het Brusselse Tervuren. Terwijl Patrice Lumumba vergeefs vocht voor onafhankelijkheid en dat in 1961 moet bekopen met de dood waar België voor verantwoordelijk wordt gehouden.

Het onderschrift bij de foto uit 1959 die genomen werd door R. Stalin ‘King of Bayaka (right) is guided by the journalist Mubutu through the museum of Tervueren after his eye-operation in Gent‘ doet ons nogmaals naar de foto met Eliot Elisofon kijken. Wat zag de koning van Bayaka? Wie keken er namens hem?

Nacht 8: ‘Paris la nuit [clients avec des chiens dans un café]’, 1931

Agence Rol, Paris la nuit [clients avec des chiens dans un café], 1931. Collectie: Bibliothèque nationale de France, département Estampes et photographie.

Veel honden rond de comptoir of de zinc in een Parijs café in 1931. Zo te zien van hetzelfde ras. De middenslag keeshond of Duitse spits die gedragen wordt als een aktetas. Waar verdient dit café een persfoto voor? Moet dit het diepe Parijs voorstellen? Le Paris profond.

Twee mannen dobbelen en een derde dommelt. Een man en een vrouw staan afzijdig. De man kijkt recht de camera in. De patron ziet er met zijn gesoigneerde kleding anders uit dan zijn klanten. Maar ook hij draagt zijn hond.

Het wachten is op Jean Gabin die het café binnenstapt om de Java te dansen. Met Mistinguett of Leo Marjane. Of de buurvrouw van hiernaast. Maar op de foto blijft het stil. Het tableau is in afwachting. Totdat de fotograaf de nacht instapt en men weer onder elkaar is? Dan begint het losjes bewegen. Ook voor de honden.

Balloon Man Leaning Against

Dit stukje verscheen eerder op George Knight Kort op 3 juli 2012.

Deze afbeelding heeft een leeg alt-atribuut; de bestandsnaam is 04000r.jpg
Lewis W. Hine, Selling balloons and handkerchiefs at market. Boston, Massachusetts, 27 januari 1917.

Kinderen verkopen in 1917 ballonnen en zakdoeken op de markt van Boston, Massachusetts. Sociaal fotograaf Lewis Wickes Hine legt het als protest tegen kinderarbeid vast met zijn camera. 

Later leunt een volwassen ballonverkoper tegen een paal. Waarschijnlijk in Washington DC, de verblijfplaats van fotograaf Theodor Horydczak. Pose of pauze?

Deze afbeelding heeft een leeg alt-atribuut; de bestandsnaam is 5a36215r.jpg
Theodor Horydczak, Balloon man. Balloon man leaning against post, 1920-1950.

In Chinatown, San Francisco verkoopt een joodse ballonverkoper ballonnen. Op een willeurige straathoek. Rond 1900, en nog voor de aardbeving van 1906. Met zijn verborgen camera verkent Arnold Genthe het Oude Chinatown. Voordat het verdwijnt blikt hij de beelden in.

Balloon is opgeblazen lucht. Een illusie die aan de aarde ontstijgt. Techniek die door de eeuwen heen de straat bereikt. Arnold Genthe drukt terloops zijn eigen schaduw -met hoed- af op het trottoir als een Chinees meisje met vader passeert.

Deze afbeelding heeft een leeg alt-atribuut; de bestandsnaam is h2_53-680-6.jpg
Arnold Genthe, Holiday Visit, Chinatown, San Francisco, 1896-1906.

Beelden vechten om aandacht, en hebben een recept dat slechts weinigen kennen: authenticiteit. Lewis Hine, Theodor Horydczak en Arnold Genthe hadden het. Wij blijven kijken.

Gedachten bij de foto ‘Atle Urdal’ (1947)

Leif Ørnelund, Atle Urdal‘, 1947. Collectie: Oslo Museum.

Het is 20 maart 1947 in Oslo. Schilder Atle Urdal poseert voort fotograaf Leif Ørnelund. In de informatie over Urdal ontbreekt niet dat hij een leerling van de Deense schilder en theoreticus Georg Jacobsen was.

Een toelichting over Urdal zegt (vertaald): ‘Tijdens zijn hele productie heeft hij vastgehouden aan de basisprincipes van de Jacobsen-school voor beeldconstructie, bestaande uit rechte hoeken, cirkels en ellipsen. Urdal blonk al vroeg uit als colorist met gevoel voor de artistieke mogelijkheden van kleur en was meer bezig met de picturale waarden van het beeld dan met ideeën en inhoud.’

De foto van Ørnelund is niet in kleur. Het schilderij ziet eruit als elkaar verdringende grijstinten. Zodat het te raden blijft hoe kleurig dit schilderij van colorist Urdal is. De titel van het werk blijft ongenoemd, evenals de vraag of het opgenomen is in een openbare collectie. De foto van Ørnelund is opgenomen in de collectie van het Oslo Museum.

De voorstelling toont links voor bosschages een groepje van drie pratende vrouwen en rechts in iets wat eruitziet als een tent een jonge vrouw of meisje aan tafel met een naaimachine. Trouwens een opvallend klein ding. Een thema waar in 1921 ook Edward Hopper zich aan waagde.

Zo zien we een foto van de toentertijd 33-jarige Urdal die met zijn rechterhand zijn werk vasthoudt. Bij zoeken op internet wordt vaak verwezen naar deze foto. Welk werk de schilder vasthoudt wordt niet gezegd. De kunstenaar gaat voor de kunst. De fotograaf gaat voor de kunstenaar.

Gedachten bij twee foto’s met badmuts in Egypte (1966)

F. C. Gundlach,“Vor den Cheopspyramiden”, Karin Mossberg und Micky Zenati in Op Art-Fashion, 1966. Collectie: Deutsche Fotothek.

De jaren 1963-66 zijn de hoogtijdagen van de Op Art. In de beeldende kunst, maar blijkbaar ook in de mode. Beide mannequins staan voor de pyramide van Cheops in Gizeh. Waarom is het raadsel.

In de beschrijving van de Duitse Fotothek is sprake van ‘Badekappen mit weißen Blenden für Radium‘. Welnu, dat laatste is niet het radioactieve radium, maar het Duitse badmutsenmerk Radium.

Waarom in 1966 fotograaf en curator Gundlach, mannequins en team afreisden naar Egypte voor het maken van deze foto’s kan men alleen maar vermoeden. Is er in de badmuts een verwijzing naar Egypte die benadrukt moet worden? Of staat de pyramide voor zichzelf?

F..C. Gundlach Vor der Cheops-Pyramide, Karin und Micky, Badekappen von Radium, Egypt1966

De fotoshoot was meer dan badmutsen alleen. De damesmode van Daniel Hechter kwam ook in beeld. Met weer een andere mannequin: Ann Zoreff. In 1966 was hetzelfde team ook in Kenia aan het werk.

Gundlach werkte zo te zien in opdracht voor modemerken, maar foto’s bracht hij ook als autonome werken op de markt. Dat zwart-wit benadrukt het optische, maar de marketing van mode gaat doorgaans in kleur.

Gedachten bij twee foto’s tijdens de ‘Exposition coloniale’ (1931)

Agence Rol ‘9-8-31, Exposition coloniale, banquet des anciens combattants résidant aux colonies [au centre M. Doumer et le sultan du Maroc], 1931. Collectie: Bibliothèque Nationale de France.

Het ziet er daar aan tafel niet spontaan uit. De man of liever gezegd jongen met de kaftan is de Marokkaanse sultan, de latere koning Mohammed V. Pas na de onafhankelijkheid van Marokko in 1956 werd hij een jaar later koning. Hij lijkt zich slecht op z’n gemak te voelen.

Aan de linkerhand van de sultan zit de Franse president Paul Doumer die nog maar drie maanden president was en in 1932 bij een aanlag zou worden gedood. Doumer was nog geen jaar president.

Ter ere van de oudstrijders uit de Franse koloniën die in de Eerste Wereldoorlog streden wordt dit banket gehouden tijdens de koloniale tentoonstelling in het Parijse Bois de Vincennes.

Agence Rol, ‘22/7/31, M. Doumer visite le pavillon indochinois à l’Exposition coloniale‘, 1931. Collectie: Bibliothèque Nationale de France.

In de ‘Exposition coloniale‘ komt zoals de titel doet verwachten het Franse kolonialisme tot uiting. Zo werd de macht en grandeur van Frankrijk verbeeld. Ondergeschikten draaien met tegenzin mee in de tredmolen alsof dat de normale gang van zaken is. Dat beeld kantelde zo’n 20 jaar later. Maar in 1931 hebben de hotemetoten het nog voor het zeggen.

Nacht 6: ‘Promenade dans Paris’ (1963)’

Jean Marquis, Promenade dans Paris. Photographies destinées à illustrer le livre d’Aragon ”Il ne m’est Paris que d’Elsa”. Rues, jardins et passages. L’extrémité de la rue Pigalle et la place (9e arrondissement); voitures et piétons; vue prise la nuit vers le nord, 1963-64. Collectie: Bibliothèque Historique de la Ville de Paris.

Dit is het beeld van Parijs zoals we dat denken te kennen van foto’s en films eind jaren ’50/ begin jaren ’60. De lichtstad én het existentialisme. Wat dat laatste ook betekent.

De nacht wordt geassocieerd met duisternis, kwaad, emotie en dood. Het licht is het tegenovergestelde van de nacht die alles en iedereen meesleept. Beelden met duisternis én licht tonen spanning tussen beide componenten. Met schaduwen als tussengebied. Zo’n tafereel met duisternis, licht en schaduw is een drama in zichzelf over een strijd die nooit gestreden is.

De foto van fotograaf Jean Marquis verscheen in de bloemlezing van aan Parijs gewijde gedichten ‘Il ne m’est Paris que d’Elsa‘ (1964) van Louis Aragon. Dat is de legende over Elsa die hij in 1928 ontmoette. En een ode aan Parijs.

Buitenopnames van Louis Malle’s film Lift naar het Schavot (Ascenceur pour L’Echafaud) uit 1958 grossieren in dezelfde elementen tussen licht en donker. De melancholische filmmuziek van Miles Davis zet het extra aan en versterkt de herinnering aan een Parijs dat we nooit bezocht hebben. Dat is de romantiek van de mythe of de mythe van de romantiek.

Still van Jeanne Moreau in De lift naar het schavot (1958). Op IMDB.

Gedachten bij de foto ‘Öster Ledinge sågverk Interiör’ (1947)

Sune Sundahl, Öster Ledinge sågverk Interiör (Öster Ledinge houtzagerij Interieur), 1947. Collectie: Swedish Centre for Architecture and Design.

Deze foto van de Zweedse fotograaf Sune Sundahl (1921-2007) spreekt voor zichzelf. Hij was gespecialiseerd in architectuur en kunstnijverheid. Het interieur van een houtzagerij in Oost Ledinge nabij Stockholm doet denken aan een project van kunstenaar Marjan Teeuwen.

Het interieur ziet eruit als kunst. Maar daarmee is het nog geen kunst. Het is schoonheid die terloops betrapt wordt door Sune Sundahl die er oog voor heeft.

Is zijn foto die registreert dan kunst? Dat is een lastige vraag. Kan bijvangst ofwel ‘iets wat je vindt of ontdekt terwijl je eigenlijk op zoek was naar iets anders‘ kunst zijn zonder dat het bewust gecreëerd is? Dan is het op z’n best gevonden kunst. Een objet trouvé. Dat is democratisch gedacht, maar geeft nog steeds geen antwoord op de vraag of de foto kunst is.

Het doet er niet toe. Het omkleedsel om de foto te duiden moet duidelijkheid geven, maar geeft schijn. Schijnbeweging leidt af van de foto. Soms maken we het ons nodeloos ingewikkeld. De foto sprak toch voor zichzelf?

Nacht 3: ‘Le Mans, le tableau d’affichage de nuit’ (1923)

Agence Rol, ‘26-5-23, Le Mans, le tableau d’affichage de nuit [des 24 heures, course automobile] : [photographie de presse], 1923. Collectie: Bibliothèque nationale de France.

Het is de nacht van 26 op 27 mei 1923 tijdens de 24 uur van Le Mans. In West-Frankrijk. De door de ACO (Automobile Club d’Ouest) georganiseerde autorace voor sportwagens valt te karakteriseren met het begrip Endurance ofwel uithoudingsvermogen. Zowel voor coureurs, auto’s als publiek.

Zo’n race is een interessante combinatie van sport, commercie en recreatie. De fotograaf weet dat in een beeld samen te vatten. Het scorebord is een eiland in het donker.

Het is geen toeval dat fotopersbureau Agence Rol deze foto maakt. Nieuw(s) is dat de ACO tijdens deze eerste editie van de Grand Prix d’endurance in mei 1923 een groot paneel opstelt, aldus een artikel van les24heures.fr. De ACO gebruikt het ook als zelfpromotie.

De fotograaf heeft scherpgesteld op het scorebord en niet op het publiek in de voorgrond. Door de langere sluitertijd lijkt het alsof personen in het publiek bewegen. Dat geeft een omgekeerd effect van wat we bij snelheidraces gewend zijn, namelijk de coureur die vanuit het perspectief van de toeschouwer wazig voorbijschiet.

Het door acetyleenlampen verlichte scorebord houdt de stand bij. Het leest als een rebus. Mede door reclames van sponsors oogt het onoverzichtelijk. Er wordt een overdaad aan tekens geëxposeerd.

Het was geen doen om de stand van 33 deelnemende auto’s op het scorebord bij te houden. De winnaars legden 128 rondjes af met een gemiddelde snelheid van zo’n 92 kilometer per uur. Zodat elke 11 minuten de meute voorbijraasde. De hulpmiddelen van 1923 konden dat niet bijhouden.

Scorebord van Le Mans 1923, overdag. Op: les24heures.fr.

Nacht 2: ‘Paris la nuit, les chiffonniers’ (1924)

Agence Rol, 15/1/24, Paris la nuit, les chiffonniers, 1924 [photographie de presse]. Collectie: Bibliothèque nationale de France, département Estampes et photographie.

Op 15 januari 1924 komt in Parijs ‘s nachts de voddenman met kar langs. Samen met de voddenvrouw. Wat eruitziet als een ezel neemt nog een hapje uit de haverzak.

Aan de deken valt af te leiden dat het koud is. Januari 1924 was in Frankrijk meteorologisch een gedenkwaardige maand die zich kenmerkte zich door stormen en overstromingen, maar dat valt hier niet te zien.

Kijken naar de foto voelt als gluren. Als overtreding. Dat geeft een gevoel van schaamte. Het verbod om op de muur te plakken beschermt de arme sloebers niet die als vogelvrijen vastgelegd worden. Deze ontmoeting is er niet een van gelijksoortige ships passing in the night, maar van heimelijk bespieden.

Het is toch nacht? De periode van verdraaiing. En omkering. Niet van manden, maar van waarden. Maar dit is niet de mooie nacht van lichtreclames, flitsende auto’s, schaduwen en uitgangspubliek. Dit is de lelijke nacht van armoede die open op straat ligt.

De voddenman en zijn vrouw kijken wakker terug naar de fotograaf van fotoagentschap Rol. De blik roept de vraag op wie hier wie betrapt. Omdat we opnieuw kijken worden bijna honderd jaar later ook wij in dit voorval getrokken. Aan welke kant staan we?