Friese partijleden boos op partijtop. Ze willen hun partij terug

Weinigen zullen het beseffen, maar kinderboekenschrijfster Janny van der Molen uit het Friese De Knipe past in het rijtje Bernie Sanders, Jeremy Corbyn en Donald Trump. Ze is onderdeel van de opstand van onderop tegen het establishment. In dit geval het establishment van de PvdA. Dat is een scheidslijn tussen hoog- en laagopgeleid, kansrijk en kansarm, binnen en buiten. Dertig kritische PvdA’ers hebben het partijbestuur een open brief geschreven die in de Leeuwarder Courant is gepubliceerd. Ze willen hun eigen partij terug.

De reactie van PvdA-leider Diederik Samsom toont zijn onbegrip en het gelijk van de briefschrijvers:. Hij is geïrriteerd. Samsom begrijpt niet waar het echt om gaat. Het gaat niet om kinderpardon, onderwijs, gasboringen of welk onderwerp dan ook. Dat is slechts een aanleiding. Het gaat om het feit niet gehoord te worden, buitengesloten te worden door een in zichzelf verstrikt zittende partijelite in Amsterdam en Den Haag. Het gaat om de afstand van het establishment tot de gewone partijleden. Ze voelen zich belazerd en pikken het niet langer. Ze komen in opstand. Ze vinden dat de politieke discussie verkeerd gevoerd wordt.

In 2014 was er het rapport ‘De PvdA Fryslân en de toekomst van het Rode Noorden; Samen sterk naar 2018!’ waar vertrekkend PvdA-kamerlid en cultuurwoordvoerder Jacques Monasch aan meeschreef. Hij verlaat teleurgesteld de kamer omdat hij het niet eens is met de koers. Uit de column in NRC van Tom-Jan Meeus blijkt dat het verhaal gaat dat Monasch ‘volgend jaar als niet-PvdA’er terugkeert op het Binnenhof – hij wil er niets over zeggen.’ Monasch: ‘De leiding ziet de eigen smetvrees voor de eigen kiezers niet meer’. Dat verzet tegen de eigen bestuurlijke elite is de hoofdreden voor de Friese briefschrijvers. Een andere reden is dat ze het sociaal-democratisch gedachtengoed weer centraal willen zetten. Ofwel, het belang van de werknemer.

Duyvendak: achterban PVV denkt over emancipatie niet anders dan laagopgeleide Nederlands-Marokkanen. Niet vooruitstrevend

0bf4dd39b7bc0bd5b2fb85fe3e67bd8bb2b0fce477fa4cd5ee54a6673b961abe

Mijn ogen bleven haken op twee zinnen in een essay van de Amsterdamse socioloog Jan Willem Duyvendak in De Groene van 10 maart 2016 dat ook in S&D van de Wiardi Beckman Stichting verschijnt: ‘Bij precieze analyse blijkt dat de achterban van Wilders qua emancipatiegezindheid sterk lijkt op laagopgeleide Nederlands-Marokkanen. Niet heel vooruitstrevend dus’. Hij verwijst hierbij naar het onderzoekAcceptatie van homoseksuelen, biseksuelen en transgenders in Nederland‘ van Lisette Kuyper en Saskia Keuzenkamp.

Duyvendak focust op de vraag welk beeld van Nederland ‘wordt uitgedragen in reactie op dergelijke aanslagen en, breder, in discussies over migranten en asielzoekers.’ Aanleiding voor het essay is een recente publicatie van de Franse demograaf Emmanuel Todd die stelt dat de demonstraties na de terroristische aanslagen van januari 2015 (Charlie Hebdo, kosjere supermarkt) vooral een uiting van islamofobie waren. Duyvendak wijst die claim af en vindt dat Todd de plank mis slaat. Hij ontleent er wel het perspectief aan hoe Nederlanders zichzelf presenteren in reactie op dit soort aanslagen of de instroom van migranten en asielzoekers.

Duyvendak gaat in op drie aspecten die kort samengevat de culturele kwestie vormen: vrouwenrechten, homorechten en de scheiding van kerk en staat. Hij geeft een goed overzicht van recente ontwikkelingen. Nog in 1960 was Nederland een van de meest traditionele landen van Europa op het gebied van gender (man/ vrouw relaties) en (homo)seksualiteit. Deels is dat nog zo, men hoeft maar te kijken naar de in vergelijking met andere Europese landen slechte positie van vrouwen op de arbeidsmarkt. En in de debatten over de scheiding van kerk en vindt Duyvendak de dubbelzinnigheid nog groter dan bij gender en (homo)seksualiteit: ‘Dezelfde partijen die het hardste roepen dat een modern land zich kenmerkt door een volledige scheiding van kerk en staat, stellen tegelijkertijd dat Nederland een joods-christelijke traditie heeft en moet houden. Voorstellen om bijvoorbeeld vrije dagen minder stringent te koppelen aan christelijke feestdagen kunnen op woedende reacties rekenen. Want dan is er plotseling sprake van een aanval op ‘onze cultuur’.’

Uiteindelijk is toch door de verwerking van de verworvenheden van de jaren 1960 een omslag gekomen die Nederland tot een progressief land hebben gemaakt. Vaak is dat een revolutie in woorden geweest die nog niet altijd en overal in de praktijk van de samenleving zijn terug te vinden, maar het onderscheidt volgens Duyvendak Nederland wel van meer traditionele landen als de VS of Frankrijk die nog voor het proces staan dat zich in Nederland al voltrokken heeft. Door de snelheid van de veranderingen kijkt Nederland er dubbelhartig tegenaan. En met enige mate van geheugenverlies. Want die culturele verworvenheden die nu als vanzelfsprekend worden gepresenteerd zijn behalve in progressieve enclaves van D66- en GroenLinks-kiezers nog niet overal ingedaald. Pikant is trouwens dat Duyvendak in het PvdA-huisblad S&D Paul Scheffer te kijk zet als iemand die nog in 2005 in het openbaar ‘demonstratieve homoseksualiteit’ afwees. Wat geeft dat aan?

Maar die zin dus over de achterban van de PVV die niet heel vooruitstrevend is en over emancipatie niet heel anders denkt dan laagopgeleide Nederlands-Marokkanen. Henk en Ingrid denken over culturele kwesties hetzelfde als Achmed en Fatima. Duyvendak constateert dat ze veel gemeen hebben: ‘zowel PVV-stemmers als de laagopgeleiden onder de Nederlands-Marokkanen voelen zich vaak miskend, niet gezien door de politiek; ze wonen in de ‘slechtere wijken’; en ze hebben traditionelere opvattingen.’ Het is niet nieuw wat Jan Willem Duyvendak zegt en het komt niet verrassend, maar het is goed om het opnieuw te beseffen.

Er bestaan theorieën over maatschappelijk kloven: tussen nationalisten en kosmopolieten (wereldoriëntatie), progressieven en conservatieven (culturele waarden), laag- en hoogopgeleiden (ontwikkelingsniveau), individualisme en gemeenschap (burgermaatschappij, zie ook Wiki-lemma Communitarisme) of autochtonen en nieuwkomers (herkomst). Hoe dan ook stelt Duyvendak met zijn essay de claims van het Wij/Zij-denken bij dat mensen eenzijdig probeert te ronselen. De werkelijkheid is genuanceerder en veelzijdiger. Godzijdank. 

Foto: ‘Demonstratie in Amsterdam, provo Hans Tuijnman wordt door enige agenten weggesleept‘, 17 juli 1966. Collectie nationaal Archief. Credits: Joost Efers / Anefo.

René Cuperus geeft zijn opinie over het Oekraïne-referendum. En stemt JA vanwege de EU

PvdA’er, Volkskrant-columnist en wetenschappelijk medewerker van de Wiardi Beckman Stichting René Cuperus praat in Oekraïne met Ukraine Today over het referendum over de associatie-overeenkomst van de EU met Oekraïne op 6 april. Hij ziet de slechte reputatie van Oekraïne als problematisch. Want naast de hervormingsgezinde Maidan-factie is er het corrupte bewind met oligarchen dat nog steeds aan de touwtjes trekt. Volgens Cuperus wordt in de Nederlandse beeldvorming dat laatste als dominant gezien, zelfs nog meer dan de oorlog in Oost- Oekraïne en de tragedie met de MH17. Cuperus concludeert dat de Europeanen genoeg aan hun eigen problemen hebben met een haperende en verdeelde EU om de problemen van Oekraïne er nog eens bij te nemen. Hij verwijt de Oekraïense politieke elite dat het zich nu niet weet te verenigen.

De belangrijkste reden voor Cuperus om JA te stemmen bij het referendum is niet de relatie met Oekraïne, maar het voortbestaan van de EU dat er naast de vluchtelingencrisis, de Euro-crisis en een Brexit volgens hem geen geen nieuwe problemen bij kan hebben. Met deze stellingname gebruikt Cuperus opvallend genoeg hetzelfde argument als sommigen in het NEE-kamp, maar komt alleen tot een andere conclusie. Hij meent dat de Oekraïense regering zich in de Nederlandse publiciteit beter stil kan houden omdat Nederlanders het als deel van het probleem zien. Het kan zelfs averechts werken. De interventie van NGO’s en activisten die niet verbonden zijn met de Oekraïense politiek in het Nederlandse publieke debat ziet Cuperus wel als zinvol.

Bert de Vries verlaat PvdA: ‘partij is niet langer seculier’

bdv

Deze tweet van 14 november is niet bijzonder door de inhoud, maar wel door de afzender. Er bestaat immers al enige jaren tijd kritiek op de PvdA omdat het het eigen sociaal-democratisch gedachtengoed om electorale redenen zou verpatsen, teveel naar de moskee zou luisteren en de scheiding van kerk en staat te ver oprekt.

Liefdevol PvdA-lid Eddy Terstall schetste die kritiek in 2010 in zijn boek Ik loop of ik vlieg: ‘Dezelfde verbazing hebben tegenwoordig van oorsprong linkse atheïstische activisten die gebroken hebben met de islam. Die zien vol verbazing aan hoe hun medeprogressieven en vooral ex-feministen zich het vuur uit de sloffen lopen om de islam te verdedigen en hoe die blind smoorverliefd zijn op de hoofddoek, terwijl ze ooit hun bh’s verbrandden. In 2006 zei toenmalig partijleider Wouter Bos in Het Parool: ‘Ik zie het gevaar van een Partij van de Allochtonen waar de autochtonen weglopen. Maar als wij vasthouden aan ons verhaal, blijven we de partij voor iedereen.’ De zoektocht binnen de brede volkspartij PvdA naar politieke wonderlijm die alles met alles verbond was gestart. En zou nooit gevonden worden. Dat kon alleen maar in teleurstelling eindigen.

Afzender is Bert de Vries. Tot voor kort Statenlid van de PvdA in de Provinciale Staten van Utrecht. Hij heeft nu een eigen fractie gevormd. Naar verluidt ontbrak-ie op de conceptlijst van kandidaten voor de komende Provinciale verkiezingen. Mogelijk speelde dat mee bij zijn overstap. In zijn afscheidsbrief schrijft De Vries: ‘Ik vind dat de PvdA seculier moet blijven dus los van de invloeden van kerk en moskee. Ik verzet me er tegen dat de PvdA bij elke verkiezing zo gedreven in de moskee probeert stemmen te winnen. Met deze stemmen wordt ook de invloed van de moskee naar binnen gehaald. De fractie heeft een werkbezoek afgelegd aan drie moskeeën. Het lijkt mij een verkeerd signaal. Ik ben dan ook niet mee geweest. (..) De PvdA stond eerst driedubbelvierkant achter vrouwenrechten en homorechten. Hoe scherp zit de PvdA hier tegenwoordig in?

De PvdA maakte afgelopen 20 jaar één fout, maar wel een grote: het koos niet voor het eigen gedachtengoed. Het is de strijd tussen verstandig en dom links. Tussen behoudend en progressief. Verder is er niets aan de hand. Er is gewoon sprake van emancipatie van minderheidsgroepen. Waar voorheen kiezers van Turkse, Marokkaanse, Surinaamse of Antilliaanse herkomst in met name de grote steden in meerderheid op de PvdA stemden, is dat veranderd. Dat dat gebeurde was abnormaal en wordt nu gecorrigeerd door maatschappelijke ontwikkelingen. Leden uit de minderheidsgroepen diversifiëren zich en hebben de PvdA niet meer nodig. Dit proces is mede door de PvdA in gang gezet. De eigen overbodigheid is geen schande, maar een verdienste van de PvdA omdat de doelstellingen bereikt zijn. Zoals dat voor elke politieke partij zo zou moeten zijn.

De prestaties van de PvdA liggen in het verleden. Daar worstelen alle Europese sociaal-democratische partijen mee. De PvdA moet een nieuwe bestaansgrond met een nieuw kernelectoraat vinden dat naadloos aansluit bij de ideeën over vrijheden, gelijkheid en verheffing. Daar passen geen leden bij die religie boven de waarden van de sociaal-democratie stellen. De herstart kan het best gerealiseerd worden door een nieuwe partij te vormen. Zonder VVD-light of SP-light te worden. Vogelaristen en islam-socialisten kunnen dan in de oude partij blijven. Partijvorming kan de balast van het verleden afschudden en de ideologische veren weer opprikken. Zolang links en progressief elkaar niet langer overlappen -en neutraliseren- blijft de PvdA een in zichzelf gekeerde bestuurderspartij die niet gevoed wordt door kritische geesten die naast de macht staan.

bdv2

Foto 1: Tweet van Bert de Vries, 14 november 2014.

Foto 2: Tweet van Bert de Vries, 2 december 2014.

Nederland kan goed zonder PvdA, niet zonder sociaal-democratie

media_xll_2229879

Het rapport ‘De PvdA Fryslân en de toekomst van het Rode Noorden; Samen sterk naar 2018!’ leest als een aanbeveling voor betere organisatie, electorale focus en marketing van de PvdA in Friesland. Het komt niet los van de waan van de dag en blijft gevangen in de schaduw van de praktische politiek. Een boekbespreking van Arnold Heumakers over Aristoteles’ Politica biedt meer ideeën, oplossingen en stof tot denken dan deze gids voor de lokale politiek dat het bestaande herschikt, maar de politiek zelf buiten discussie laat. Geschreven door Nieske Ketelaar, Remco van Maurik en Jacques Monasch in opdracht van PvdA Friesland naar aanleiding van de gemeenteraadsverkiezingen van 2014. Aanbevelingen zijn om de naam van de afdeling om te dopen tot PvdA Fryslân en de politieke organisatie te professionaliseren tot een ‘Rode Werkplaats’. Het rapport blijft aan de oppervlakte en trapt open deuren in (‘het verliezen van je eigen gezicht door het regeren met de VVD’).

In een opiniestuk in De Volkskrant naar aanleiding van het rapport vraagt Bert Wagendorp of Nederland goed zonder de PvdA kan. Da’s de verkeerde vraag. Zonder twijfel kan Nederland goed zonder de PvdA. Uitgaande van de huidige PvdA met de leiders Diederik Samsom, Jeroen Dijsselbloem, Lodewijk Asscher en Hans Spekman zou Nederland er waarschijnlijk beter op worden zonder PvdA. Maar het gaat om een andere vraag, namelijk kan Nederland goed zonder een sociaal-democratische volkspartij? Daarop is het antwoord nee.

Voor het tegenwicht heeft Nederland een geloofwaardige sociaal-democratische partij nodig. Niet om te concurreren met andere partijen, maar om de achterban aan de hand te nemen naar een maatschappelijke ontwikkeling die leidt tot getemd kapitalisme met compassie, aandacht voor kunst en natuur, een compacte maar sterke overheid, betere vertegenwoordiging van individuele burgers in de politiek ten koste van de partijpolitiek, en het oppergezag dat niet langer bij de economie maar bij de politiek ligt. Dit vraagt denken van het kader dat het belang van de eigen partij en de partijpolitiek overstijgt. Daartoe is het niet in staat.

Het is niet zo dat er in de PvdA niet wordt nagedacht en er geen bevlogen artikelen verschijnen. Maar die zijn vaak niet dwingend genoeg om onmisbaar te zijn en laten de vraag naar het eigen bestaan buiten schot. Zo haalt het artikel ‘PvdA staat met transactie-denken haar eigen waarden in de weg’ uit juli 2014 van Eerste Kamerlid Adri Duivesteijn van alles overhoop, maar stopt het voor de vraag wat de PvdA toevoegt. De vraag naar de functie van een politieke partij anno 2014 of het belang van een sociaal-democratische partij wordt niet gesteld. Zo draait de PvdA ziende blind neergaande cirkels naar de overbodigheid. En doet er verslag van.

Foto: PvdA-leider Diederik Samsom gaat tijdens campagne voor de gemeenteraadsverkiezingen langs de deur met roze rozen, april 2014.

Nieuwe methodieken en verdienmodellen voor PvdA’ers: de markt

Laat de markt z’n gang gaan en wees daar niet te kritisch op’, zegt een deelnemer aan de ‘Masterclass nieuwe methodieken en verdienmodellen’ van de dienst Stadsontwikkeling van de gemeente Rotterdam. Externe expert en projectontwikkelaar Friso de Zeeuw inspireert de deelnemers ‘over de wijze waarop we onze rol opnieuw kunnen invullen’. Friso de Zeeuw is directeur Nieuwe Markten bij Bouwfonds Ontwikkeling en heeft namens de PvdA in het verleden talloze bestuursfuncties in het openbaar bestuur bezet.

Samen met een andere PvdA’er en oud-wethouder Jos Feijtel schreef De Zeeuw een opiniestuk voor de NRC. Beide PvdA-leden proberen de kritiek op de PvdA-leiding te ontkrachten. De partij zou lusteloos zijn. Ze verwijten de critici ‘hang naar dramatiek met de onweerstaanbare neiging om juist bij regeringsdeelname de hele wereld in één keer te willen hervormen’. Vooral Sander Terphuis nemen ze op de korrel.

De PvdA’ers schuiven Terpstra van alles in de schoenen. Hij zou vinden dat ‘nivellering de belangrijkste missie van de PvdA in dit kabinet is’. Maar Terpstra heeft het in z’n stuk ‘Het is code rood voor de PvdA’ waarnaar ze verwijzen over meer dat mis is in de huidige PvdA. Zoals een vertrouwenscrisis tussen partij en kiezer, het accent op de economie en het weggeven in de onderhandelingen met de VVD van principiële zaken van de PvdA. Kortom, over de uitverkoop van de sociaal-democratische beginselen dat verder gaat dan kritiek op nivellering en niet zozeer de hele wereld in één keer wil hervormen, maar juist het ouderwetse sociaal-democratisch gedachtegoed weer centraal wil zetten. Met behoud van de verzorgingsstaat.

De Zeeuw en Feijtel denken fundamenteel anders over de inrichting van de samenleving dan Terphuis. De Zeeuw wil de markt z’n gang laten gaan en Terpstra niet. Binnen een partij zijn er altijd rechtse en linkse vleugels die van mening verschillen. De Zeeuw en Feijtel verwoorden de visie van de PvdA-leiding die akelig dicht tegen de markt en de VVD aanschuift. Het kan zijn dat ze Terphuis en andere critici wereldvreemd en dramatisch vinden, maar het is leugenachtig van De Zeeuw en Feijtel om vervolgens die goedbedoelende critici van alles in de schoenen te schuiven en hun kern van kritiek bewust verkeerd voor te stellen.

Crisis in de PvdA: De PvdA is dood, leve de PvdA!

LON117572

Zo’n twee weken geleden zag ik Sander Terphuis zoekend z’n weg gaan op het Centraal Station Utrecht. En dezelfde middag liep Felix Rottenberg met een nieuwerwets soort roze bril me op de Biltstraat bijna van de stoep. Met zijn stuiven suggereerde hij snelheid en driestheid. Of beide prominente PvdA’ers elkaar die dag in Utrecht troffen weet ik niet, maar het had gekund. Want de PvdA gaat het slecht. Het vertrouwen in partij en leiders als Diederik Samsom is weg. Dat smeekt om overleg voor een alternatief. Niet het redelijke alternatief van D66, maar juist een alternatief dat lekker dwars en onredelijk is. Weg van de fatsoenlijke redelijkheid met de behoudende VVD richting nieuwe redelijke onredelijkheid van de SP. Dat toenadering vindt bij D66. Kortom, alle partijen zijn in beweging, behalve de PvdA dat angstvallig stilstaat. Daarom stuift Rottenberg.

Sander Terphuis verwoordt het tekort in een stuk dat op 2 juli in een verkorte versie in NRC werd geplaatst. Hij komt in actie omdat het code rood is voor de PvdA: ‘Er is sprake van een fundamentele vertrouwenscrisis tussen PvdA en de kiezer, zei de voormalige PvdA-voorzitter Ruud Koole tijdens een partijbijeenkomst afgelopen zaterdag in Rotterdam. Slechte peilingen, veel leden die hun lidmaatschap opzeggen, vele kiezers die spijt hebben van hun stem op de PvdA bij de verkiezingen in 2012, dramatisch verlies bij de gemeenteraadsverkiezingen en bij de Europese verkiezingen enzovoort.’ Terphuis wil debat en verwijt de partijleiding dat het niet onderkent dat de huidige PvdA onherkenbaar en ongeloofwaardig is geworden.

Op de voorpagina van de NRC geeft de kenner van de PvdA Thijs Niemansverdriet critici een podium. Hij citeert oud-partijvoorzitter Ruud Koole en dezelfde Sander Terphuis. De laatste citeerde Koole ook al. Zodat de kritiek rond echoot. Ook Monika Sie Dhian Ho van de Wiardi Beckman Stichting, het wetenschappelijk bureau van de PvdA bekritiseert de partijleiding. Ze zei vorige maand over de huidige politieke leider, volgens NRC: ‘Samsom vereenzelvigt zich zodanig met het regeerakkoord dat er van dualisme geen sprake is’. Maar de ‘gouvernementele’ kritiek van Nijmansverdriet is feitelijk veel breder en komt ook vanuit de basis. Zoals van de tot voor kort langstzittende PvdA-wethouder Co van Schaik die vindt dat Samsom en partijleider Hans Spekman moeten opstappen. Hij vatte het in een slagzin samen: ‘Het merk PvdA wordt nu niet gepruimd.’

Hoe loopt het af? De kiezer heeft geen vertrouwen meer in de PvdA omdat het de verkiezingsbeloften brak. Mensen stemden op de PvdA in de hoop op een andere koers, maar op sociaal gebied voerde het VVD-beleid. Op de ministers Timmermans, Asscher en Dijsselbloem en staatssecretaris Van Rijn na presteren de PvdA-bewindslieden slecht. Samsom wordt niet meer geloofd en een omslag onder zijn leiding is ongeloofwaardig geworden. De aftakeling van de PvdA is voor Nederland echter minder erg dan het lijkt. Het sociaal-democratische gedachtegoed kan ook door partijen zoals de SP worden vertegenwoordigd. Het verleden dat de PvdA met zich meesleept en zich uit in allerlei belangen in het middenveld en het openbaar bestuur die verdedigd moeten worden is een last geworden en maakt de partij log en star. Terphuis zou ook z’n eigen positie binnen de PvdA eens moeten relativeren om te pleiten voor opheffing en nieuwe partijvorming.

Foto: Martin Parr. Engeland, 1970. Deel van Martin Parrs ‘Home Sweet Home’ tentoonstelling. Credits: © Martin Parr/Magnum Photos.

Stemoproep Jan Pronk maakt PvdA ongeloofwaardig

Jan Pronk stapte een jaar geleden uit de PvdA. Hij zei na 49 jaar z’n lidmaatschap op. In een afscheidsbrief zei hij over de PvdA: ‘De partij heeft zich steeds verder van de beginselen van de sociaal democratie verwijderd‘,  ‘De basiswaarden van de sociaaldemocratie zijn in het geding. De kern daarvan wordt gevormd door het beginsel van solidariteit. Dat beginsel is terzijde geschoven‘, .'(..) wanneer beginselen eenmaal terzijde zijn geschoven, zijn er geen grenzen meer en helt het vlak‘ en ‘Beginselen worden verloochend. Daarom voel ik mij in de Partij van de Arbeid niet meer thuis en heb ik besloten dat huis te verlaten. Ik doe dat met heimwee, maar het is mijn politieke thuis niet meer. Ik ervaar de partij niet langer als sociaaldemocratisch.‘ 

Binnen een jaar slikt Pronk zijn bezwaren in zonder dat de PvdA fundamenteel van koers is veranderd. Hoe kan dat? Pronk verwoordde in z’n afscheidsbrief dat-ie kritiek had op de PvdA vanwege veronachtzaming van de basiswaarden. Die waren in z’n ogen in het geding en werden niet langer goed vertegenwoordigd. Dit is hypocriet van Jan Pronk. Hij maakt zichzelf met de steunverklaring ongeloofwaardig. Z’n opstelling van een jaar geleden viel nog op te vatten als opkomen voor de eigen principes. Dat de PvdA zich dit laat aanleunen en de steun van de PvdA-kritische Pronk blijkbaar nodig heeft geeft te denken over het geslonken zelfvertrouwen van de PvdA. En de paniek die er in de organisatie heerst. Bang voor weer een slecht verkiezingsresultaat.

Meest verontrustend voor de huidige PvdA is nog dat het het nodig acht de zeventiger Pronk te revitaliseren. Is het verleden de toekomst van de PvdA? Het risico is dat de bezwaren uit de afscheidsbrief weer opgerakeld worden in de publiciteit. De PvdA zit met een probleem. Het zet met alle middelen marketing in, voert zelfs op on-Nederlandse wijze een negatieve campagne tegen concurrent PVV met de site devriendenvanwilders, maar heeft geen geloofwaardig product meer in huis om te verkopen. Dat tegenpolen als de PVV en Pronk vanuit het negativisme de eigen lege huls moeten verhullen is geen teken van geloof in eigen kracht van deze PvdA.

Heertje: Domheid en arrogantie nekten PvdA. Hoe verder?

Oud-hoogleraar Economie en kritisch PvdA-lid Arnold Heertje geeft in een opiniestuk ‘Domheid en arrogantie hebben de Partij genekt‘ in De Volkskrant aan wat er volgens hem mis is met de PvdA. Da’s veel zoals de titel doet vermoeden. De partij zou geen antwoord hebben op de problemen van deze tijd en daar verkeerd op reageren, maar doet alsof het dat antwoord wel heeft. Dus: domheid en arrogantie. Het is geen nieuwe vraag.

Ik vermoed trouwens dat het met de uitwerking van de domheid net iets anders gesteld is dan Arnold Heertje denkt. Met dank aan Matthijs van Boxtel: ‘Intelligentie biedt nog geen garantie voor zelfbehoud. Sterker nog: intelligentie kan domheid zelfs kracht bij zetten.’ Als de leden van het kabinet Rutte-Asscher uitsluitend dom waren zouden ze allang tot inzicht gedwongen zijn. Maar hun domheid is kern van een denken dat wordt gemaskeerd door intelligentie en daarom niet tot zelfbesef komt. Zelfreflectie wordt niet overdacht.

PvdA-denker René Cuperus zag eerder Nederland voor drie vuurproeven staan: de uitweg uit de financiële crisis, het antwoord op het politieke onbehagen, en herstel en rehabilitatie van het publieke ethos van overheid en publieke sector. Daarbij komt voor de PvdA nog eens de alarmtoestand bij die alle sociaal-democratische partijen treft. In de PvdA wordt goed nagedacht, maar verkeerd gekozen. De leiders zijn te pragmatisch (Kok), te weinig tactisch (Bos), te weinig operationeel (Cohen) of te weinig strategisch (Samsom).

In het programma gaat het mis. Heertje verwijst de verklaring van de nederlaag die Diederik Samsom en andere PvdA’ers geven regelrecht naar de vuilnisbak: ‘Tegen deze historische achtergrond herleidt de leiding van de PvdA de vernietigende verkiezingsuitslag tot de lange duur van de crisis en het onvermogen van de potentiële aanhang reeds nu de vruchten te zien van een beleid dat inzet op een sterk en sociaal Nederland. De grootscheepse nederlaag ontspruit aan oorzaken van voorbijgaande aard, waaraan niemand iets kan doen.’

Want vervolgt Arnold Heertje: ‘Intussen schrijven in de Verenigde Staten economen als Robert Reich en Joseph Stiglitz indrukwekkende boeken over de toenemende scheefgroei in de inkomens- en vermogensverdeling, waardoor de samenhang in de maatschappij verkorrelt, de traditionele arbeiders verpauperen en in hun voetspoor de middenklasse wordt bedreigd. Die schrikbarende verschijnselen doen zich ook in Nederland voor, maar daarover geen woord van de zijde van de Partij van de Arbeid.’

Wegkijken en blijven hangen in symboliek is karakteristiek voor de PvdA sinds Kok. Met als gevolg dat het vlees nog vis is. Geen VVD of D66, evenmin SP. Zo ontstaat door een rammelend zelfbeeld een voorstelling van zaken die niemand kan volgen. De pretentie van brede volkspartij noemde gisteren bij Nieuwsuur minister Frans Timmerman leidend voor de PvdA. Was het maar zo. Om met Heertje te spreken: ‘Kortom, de Partij van de Arbeid is ongewild aan de verkeerde kant van de geschiedenis terechtgekomen door het samengaan van een intellectueel tekort (..) met de intimiderende en arrogante houding van met de Partij van de Arbeid verbonden bestuurders en ambtenaren, jegens de werkvloer van de samenleving.‘ Wat de PvdA nodig heeft is nadenken over programma en mensen die onvervalst de pretentie van brede volkspartij kunnen waarmaken.

PvdA beantwoordt domheid Wilders met eigen domheid. En emotie

wild

Hoe dom kun je zijn als politici? PvdA-bestuurder Fouad Sidali en minister Lodewijk Asscher bewijzen in reactie op een uitspraak van Geert Wilders over Marokkanen hun domheid. Ze beantwoorden Wilders’ domheid met hun eigen domheid. Niets voor niets wordt de huidige generatie politici niet als zeer talentvol gezien.

Lid van het hoofdbestuur van de PvdA Sidali vergeleek gisteren Wilders met Hitler in een tweet:‘Hitler is onder ons. In de gedaante van Geert Wilders. Hitler vond ook dat er minder Joden moesten zijn. Opdat we nooit zullen vergeten.’ Sidali nam deze uitspraak onder druk terug: ‘De vergelijking die ik maakte is ongepast en had ik niet mogen maken.’ Hij gaf als verklaring dat het kwam door de emoties die Wilders’ uitspraak bij hem opriep. Minister Lodewijk Asscher geeft een stemadvies aan de Hagenaars dat morgen in de regionale bladen van Wegener verschijnt. Hij vindt wat Wilders zei ‘schandalig’. Het is ongebruikelijk dat kabinetsleden een stemadvies tegen een andere partij afgeven. Diederik Samsom doet ook een duit in het zaakje met een tweet:

sam

Er resteert geen rooskleurig beeld van de Nederlandse politiek. Leiders van een belangrijke partij als de PvdA laten zich ogenschijnlijk overmannen door emoties door een uitspraak van Wilders. De partij laat zich ‘framen’ door Wilders’ agenda over islam, integratie en immigratie. Van de ene kant is het onbegrijpelijk dat de PvdA zulk grof geschut inzet tegen de PVV die slechts in Den Haag en Almere meedoet aan de verkiezingen. Op 19 maart zijn de echte concurrenten van de PvdA D66, lokale partijen en VVD. Begrijpelijk is dat de PvdA elke aanleiding aangrijpt om de aandacht af te leiden van de eigen politiek die weinig steun geniet. Het gaat met de PvdA niet goed in peilingen, niet goed in het programma en niet goed met de partijleider die rancuneus en oncontroleerbaar overkomt. De PvdA van Samsom kan geen koers vinden tussen VVD en SP en oogt kleur- en stuurloos. Oorlogskleuren die het opschildert in antwoord op Geert Wilders verhullen de eigen fletsheid niet.

Foto 1: Tweet van Geert Wilders, 14 maart 2014.

Foto 2: Tweet van Diederik Samsom, 14 maart 2014