Is Bas Heijne een geloofwaardig criticus van Susan Nieman?

Schermafbeelding van deel column van Bas Heijne in NRC, 5 mei 2023.

Bas Heijne meent in zijn columnJa, absurde voorbeelden van ‘woke’ genoeg. Maar zo ziet emancipatie er nu uit‘ dat het woke-isme een vorm van emancipatie is die niet tegen te houden is. Hij vertelt hoe hij in gesprek ging met de Amerikaans-Duitse filosoof Susan Neiman over haar boekjeLinks is niet woke‘.

Heijne karakteriseert de positie van Neiman zo: ‘Haar pamflet is een oproep aan links zich af te keren van zelfbetrokken identiteitspolitiek – tribalisme, zoals zij het noemt. Zijzelf beroept zich op het universalisme. Mensen moeten zich niet enkel gaan zien in het licht van kenmerken die ze toevallig hebben meegekregen, geslacht, geaardheid, kleur. En ook niet alleen betekenis vinden in hun slachtofferschap.’ 

Heijne meent dat Neiman niet uitlegt waar dat woke vandaan komt. Hij parafraseert haar opstelling en teleurstelling in jongeren die haar linkse wereldbeeld verraden zouden hebben: ‘Waarom houden ze zich bezig met identiteitsdingetjes en haarkloverijen over het juiste taalgebruik, ophef over culturele toe-eigening, terwijl er zo veel grotere problemen zijn?

Na deze inleiding over hoe Nieman redeneert geeft Heijne zijn kijk op de zaak. Hij meent dat wat nu ‘woke‘ genoemd wordt ‘gewoon een voortzetting is van de grote emancipatiebewegingen van de vorige eeuw‘. Dat betwijfel ik.

De focus en ambitie van de huidige ‘woke‘-emancipatiebeweging zie ik als anders dan die van de 20ste-eeuwse emancipatiebewegingen. Ik zie er geen voortzetting in, maar een afsplitsing die elementen van de 20ste-eeuwse emancipatiebeweging laat liggen. Zoals het accent op machtsdeling en economie.

Bas Heijne schrijft dat er gestreden werd voor reeële doelen, voor rechten, voor gelijkheid voor de wet die niet werden ingelost. Dat laatste verklaart hij door achterblijvende gedragsverandering, bewustwording, andere manieren van kijken. 

Vraag is of deze analyse klopt. Het lijkt eerder dat de concrete doelen niet werden gehaald, niet als belofte werden ingelost, omdat ze halfslachtig waren en niet ver genoeg gingen omdat de ambitie niet groot genoeg was en ze effectief door de zittende macht werden tegengewerkt. 

Heijne springt ineens naar de mentaliteit, het gedrag van individuen in de samenleving, zonder dat hij onderkent waarom nou precies de concrete doelen niet werden behaald en de ‘enorme vooruitgang‘ die hij noemt bij nader inzien relatief is. 

Het is geen eenduidige ontwikkeling. Want de samenleving mag gedemocratiseerd zijn en individuen mogen wettelijk beter beschermd zijn en meer welvaart en vrijheid genieten, maar dat speelt op het niveau van burger – overheid. 

Tegelijkertijd heeft de economische macht a-synchroon teruggevochten en de geëmancipeerde, vrijere individuen opgesloten in het eigen verdienmodel. Zodat die vrijheid de burger op andere wijze weer wordt ontnomen. 

Heijne ontkomt niet aan een zekere blikvernauwing als beschouwer van cultuur. Hij verbindt de economische, sociale, politieke en culturele aspecten onvoldoende om een geloofwaardig criticus van Susan Neiman te zijn. 

Ok, Neiman laat gaten in haar betoog vallen, maar dat doet Heijne ook. Bien étonnés de se trouver ensemble.

Kieskompas Utrecht stuurt me richting Volt

Stemadvies in het Utrechtse kieskompas met politieke situering van de partijen.

Het kieskompas voor Utrecht heb ik ingevuld, de provincie waar ik woon. Na het invullen van 30 vragen komt er een advies uit: Volt. Zie bovenstaande grafiek met het resultaat. Dat neem ik serieus. De verkiezingen voor de Eerste Kamer zijn op 15 maart 2023.

Op Volt stemde ik ook bij de laatste verkiezingen voor de Tweede Kamer. Niet uit liefde, maar na eliminatie van andere partijen was het de enige partij die overbleef en voor mij nog enigszins in aanmerking kwam om op te stemmen. Mijn steun voor deze partij is echter flinterdun.

Doorgaans kom ik bij het invullen van stemwijzers uit bij de ChristenUnie. Die partij neemt met de SP een gedeelde tweede plaats in. Maar omdat ik uit principe niet op religieuze partijen als CDA, DENK, SGP of ChristenUnie stem is dat een advies dat niet bij me past. Evenmin stem ik op radicale partijen als FVD of de klonen JA21 en BVNL, PVV of SP, zodat ook laatstgenoemde partij afvalt.

In het grafische overzicht van de Utrechtse partijen op de as Progressief-Conservatief en Links-Rechts valt me iets op die ik niet had verwacht. Die eerste as gaat over sociaal-culturele en de tweede as over sociaal-economische onderwerpen.

Mij valt op dat het CDA in Utrecht een partij is in het Progressieve en Linkse kwadrant, hoewel nipt. Ik schat aan de hand van de opstelling van partijleider Wopke Hoekstra en gezaghebbende CDA’ers die partij eerder in als Rechts en vooral Conservatief. Wordt hier gesleuteld aan de beeldvorming?

De kwadranten Links-Progressief en Rechts-Conservatief zijn goed gevuld. Daar klonteren de partijen samen en beconcurreren ze elkaar. Een partij die zich daaraan wil onttrekken en electoraal uniek wil zijn zou één van de twee andere kwadranten op moeten zoeken.

Waar is Groen Rechts dat alleen een website lijkt te hebben en zegt nog steeds ‘in opbouw‘ te zijn? Verder is het opmerkelijk dat in dit Utrechtse kieskompas de partij Zwarte Piet is Zwart van de Koerdse Amersfoorter Gimo Baram zich aan de linkerkant van de Links-Rechts as bevindt, terwijl deze partij rechtse gesprekspunten naar voren brengt. Dat grenst aan misleiding van dit kieskompas.

Wat is de waarde van een stemadvies van dit kieskompas? Het kan twijfelende kiezers een duwtje richting een partij geven. Ook het omgekeerde is mogelijk zoals mijn voorbeeld over de ChristenUnie aangeeft. Dus neem het advies met een korrel zout. Je moet voelen dat het bij je past.

Het kieskompas lijkt een papieren werkelijkheid waar politieke partijen hun marketing optimaliseren met als risico dat het ware beeld van partijen verdwijnt. Daar moet een invuller van de kieskompas alert op zijn. Het stemadvies is precies zoveel waard als men denkt dat het waard is. Meer is het niet.

.

Radicaal-rechts gebruikt artikel van Keyvan Shahbazi om links te bashen

Schermafbeelding van deel opinie-artikelWaar komt linkse liefde voor Iraans islamisme vandaan? Is het naïviteit? Is het verwardheid? Is het domheid?‘ van Keyvan Shahbazi in het Dagblad van het Noorden, 21 december 2022.

In een onevenwichtig, impressionistisch artikel dat oorspronkelijk op 20 december 2022 in De Telegraaf verscheen meent de Iraans-Nederlandse Keyvan Shahbazi aan de hand van een paar voorbeelden dat links een vriend van het islamisme is. Shahbazi leidt uit het bijzondere het algemene af. Dat is geen valide manier van argumenteren.

Zelfs Michel Foucault die al meer dan 35 jaar geleden is overleden wordt door hem van stal gehaald met een voorbeeld uit 1978. Dat leidde toen tot een controverse. Foucault was trouwens minder eenduidig positief dan Shahbazi suggereert en sprak over het Iraanse regime als een ‘”bloedige regering van een fundamentalistische geestelijkheid“.

Shahbazi zegt over de Westerse houding jegens Iran: ‘Maar wij kijken liever de andere kant op.’ Echt? De eindredactie vertaalt Shahbazis woorden in een inleidende alinea: ‘maar het Westen, en dus ook Nederland, omarmt liever het islamitisch regime of kijkt weg‘.

Nergens onderbouwt Shahbazi op een geloofwaardige wijze zijn claim dat het Westen of Nederland het Iraanse regime omarmt. Het betoog mist reliëf als de auteur niet zegt dat het juist de vijand van het Westen is dat het Iraanse regime omarmt. Kan het Westen een vriend van Iran zijn als tegelijkertijd de vijand van het Westen, te weten de Russische Federatie Iran omarmt? Of Hezbollah of Syrië?

Op dit moment omarmt de rechts-nationalistische Russische Federatie van Poetin uit geopolitieke en militaire noodzaak het Iraanse regime. Poetin die door vele Europese en Amerikaanse rechts-radicalen in bescherming wordt genomen. Die constatering is de sleutel om deze opinie te begrijpen.

De vraag die de auteur laat liggen is waar de rechtse liefde voor Iraans islamisme en Russische imperialisme vandaan komt. Probeert hij dat weg te poetsen door het omgekeerde te beweren in de hoop dat zijn afleiding voldoende desinformatie geeft om echt op de situatie in te gaan? 

Het opinie-artikel is slecht onderbouwd. Het is geconstrueerd op een wankele basis van selectieve voorbeelden, een vertekenende opvatting van wat links is en het generaliseren over de houding van links jegens het Iraanse regime of het islamisme. De actualiteit dat de grootste vijand van het Westen Iran omarmt wordt weggelaten door Shahbazi.

Shabazi is uitsluitend succesvol in het afleveren van een halfproduct dat door rechts-radicale opiniemakers wordt gebruikt om ‘links’ te bashen. Of het hem daar om begonnen was of dat hij voor het karretje van radicaal-rechts wordt gespannen is onduidelijk. Zijn onevenwichtig opinie-artikel roept deze kaping op.

Op sociale media verwijzen de voormannen van radicaal-rechts zoals Ellian of Duk met instemming naar dit artikel. De reden lijkt niet omdat het een diepgaande analyse van de relaties van Iran met andere landen biedt, maar omdat het de kans biedt om links te bashen en dat door verwijzingen op sociale media eindeloos uit te vergroten. Uit de voorbeelden blijkt dat Shahbazi met links ‘radicaal-links’ bedoelt. Dat is een extra onevenwichtigheid van zijn artikel. De centrum-linkse Tony Blair, François Hollande of Bill Clinton omarmden nooit het Iraanse regime.

Tweet van Afshin Ellian van 20 december 2022 en tweet van George Knight van 21 december 2022.

Anton de Wit (KN) maakt karikatuur van ‘linkse’ tegenstanders van artikel 23

Schermafbeelding van deel commentaarWokevrije scholen’ en Artikel 23: hoe vrij is ons onderwijs?‘ van Anton de Wit op het Katholiek Nieuwsblad, 26 augustus 2022.

Op de FB-pagina van het Katholiek Nieuwsblad plaatste ik bij een posting van 26 augustus 2022 van een commentaar van hoofdredacteur Anton de Wit onderstaande reactie. De schermafbeeldingen zijn hier toegevoegd:

Er zijn onzorgvuldigheden geslopen in het commentaar van Anton de Wit die verwarrend werken. Ze geven de lezer een verkeerde voorstelling van zaken

Het ridiculiseren van links is een mening waar De Wit het volste recht op heeft. Maar het is wel een wankele argumentatie door uit een radicale mening binnen links te concluderen dat heel links zo is. Dat maakt van links een karikatuur. 

De Wit is geïnformeerd genoeg om te weten dat hij een en ander verkeerd voorstelt als hij het heeft over artikel 23 dat gaat over het openbaar en bijzonder onderwijs. De Wit suggereert dat de vrijheid van onderwijs ter discussie komt te staan als artikel 23 afgeschaft wordt. 

Schermafbeelding van deel commentaarWokevrije scholen’ en Artikel 23: hoe vrij is ons onderwijs?‘ van Anton de Wit op het Katholiek Nieuwsblad, 26 augustus 2022.

De Wit claimt zonder onderbouwing dat ‘links’ meent dat dit artikel ‘de bron van alle ellende’ is omdat het ‘de vrijheid van religieus of ideologisch geïnspireerd onderwijs garandeert‘. Dat is een voorstelling van zaken die op z’n best onvolledig en op z’n slechtst kwaadaardig kan worden genoemd. 

De kern van dit artikel en de steen des aanstoots voor de tegenstanders ervan is niet de vrijheid van religieus onderwijs, zoals De Wit suggereert. Die wordt door hen niet ter discussie gesteld zoals hij suggereert. Geen enkele politiek partij tornt tot nu toe aan die vrijheid. 

Schermafbeelding van artikel 23 van de Nederlandse Grondwet, lid 5-7.

Waar het voor deze tegenstanders om draait is de bekostiging van het bijzonder onderwijs ‘uit de openbare kas’. Dat willen ze afschaffen. Het is opvallend dat De Wit in zijn commentaar dit aspect niet noemt. Terwijl dat de kern van de kritiek op artikel 23 van niet-confessioneel links is. 

Dat gaat dus van D66, PvdD, PvdA, GL, SP tot en met VVD. De PVV is voorstander van artikel 23, maar wil de islam van bijzonder onderwijs uitsluiten. Dus ook de bekostiging van islamitisch onderwijs ‘uit de openbare kas’. Dat is shoppen in een wetsartikel dat weinig principieel aanvoelt.  

Die bekostiging van het bijzonder onderwijs kwam in 1917 in artikel 23 terecht als compromis en uitruil tussen de toenmalige linkse (niet-confessioneel) en rechtse (confessioneel) politieke partijen. De confessionelen kregen bekostiging uit de openbare kas voor hun scholen, de niet-confessionelen kregen algemeen kiesrecht. 

Het commentaar roept vooral de vraag op waarom De Wit herhaaldelijk suggereert dat ‘links’ de in de grondwet verankerde vrijheid van onderwijs wil afschaffen. Hij weet dat dit onjuist, praktisch onrealiseerbaar is en dat daar de kritiek van ‘links’ niet over gaat. De kritiek draait om de bekostiging ‘uit de openbare kas’. 

Schermafbeelding van deel artikel van Jasper van Dijk (SP).

Het gaat erom of een meer dan 100 jaar oud wetsartikel dat een uitruil was van standpunten te moderniseren. Als de bekostiging van het bijzonder onderwijs uit openbare middelen wordt gestopt, dan zal dat zeker de financiële soliditeit van christelijke scholen raken.

Het is echter stemmingmakerij van De Wit als hij zegt dat met de afschaffing van artikel 23 de vrijheid van onderwijs direct in gevaar komt. Christelijke koepels hebben nog steeds de vrijheid om scholen op te richten en te besturen. Het verschil is dat de bekostiging niet langer uit de openbare middelen komt, maar zal moeten worden opgebracht door de doelgroep die zo’n school steunt. 

Malaise in alle politieke partijen van Nederland

Person wearing a mask made by W.T. Benda, 1925. Collectie: Library of Congress.

Hoe kan het toch dat de Nederlandse politieke partijen hun potentieel niet benutten en het zo slecht doen? Zowel in strategisch als organisatorisch opzicht. Wat is er aan de hand met de Nederlandse politiek partijen? Niemand weet er nog enthousiasme voor op te brengen.

Opvallend is dat geen enkel deel van het politieke spectrum zich aan de malaise onttrekt. Links, rechts en centrum blunderen op hun eigen karakteristieke wijze. Hoe valt dat te verklaren?

Links zit zonder ideeën en bevindt zich in een geestelijk niemandsland. Maar ook strategisch opereert links onverstandig. Het vertrek van GL-kamerlid Bart Snels spreekt boekdelen. Hij was tegen hechte samenwerking of zelfs fusie met de PvdA. Snels koerste af op een kabinet VVD, D66, CDA en GL zoals Jos Heymans voor RTL Nieuws betoogt, maar kreeg hiervoor geen steun binnen zijn partij. Partijleider Jesse Klaver radicaliseerde en zette zich hiermee buitenspel.

Binnen de SP lijkt het omgekeerde te spelen. De partijleiding gaat de meer radicale elementen die lid zijn van de jongerenorganisatie ROOD of het ideeënplatform Marxistisch Forum uit de partij zetten. Niet als individuen, maar als groep. Met als gevolg dat lokale afdelingen zoals Utrecht uit elkaar dreigen te vallen. Chris Aalberts voor TPO die bekend staat als Baudet-watcher herkent in de chaos en het ondemocratisch gedrag van de partijleiding van de SP het patroon dat hij kent van FvD.

De PvdA is de partij met de minste ideeën omdat de partij gewoonweg niet weet wat de eigen identiteit is, waar het zich bevindt en welke kant het op moet gaan. Partijleider Ploumen is inspiratieloos en koos de vlucht vooruit in samenwerking met GL om een idee van daadkracht te suggereren. GL en SP hebben nog een zeker profiel in respectievelijk duurzaamheid en zorg, maar zelfs dat unieke verkooppunt mist de PvdA.

Rechts is negatief, radicaliseert en fragmenteert. FvD weet met partijleider Baudet niet te kiezen tussen het inzetten op partijpolitiek of op metapolitiek. Dat laatste betekent in navolging van het Franse en Duitse Nieuw Rechts van de jaren 1960 en 1970 het willen beïnvloeden van de cultuur en de publieke opinie zonder partijpolitieke activiteiten. De tragiek van partijleider Thierry Baudet lijkt dat hij zowel de intellectuele bagage mist om succesvol metapolitiek te bedrijven als het talent voor het politieke handwerk ontbeert. Daarom blijft hij sinds zijn Uil van Minerva-toespraak in 2019 waar hij duidelijk inzette op metapolitiek zwalken tussen de twee posities zonder dat zijn partij hem nog begrijpt en kan volgen.

De PVV is redelijk stabiel en relatief onkwetsbaar omdat het een partijorganisatie mist. Maar dat laatste wat een sterkte lijkt is tevens een zwakte omdat het een grens aan de groei stelt. In de schaduw van partijleider Geert Wilders kan niemand groeien. Hij speelt op veilig en lijkt door zijn voorzichtige aanpak minder te radicaliseren dan de andere rechtse partijen, maar Wilders’ professionalisme heeft als nadeel dat het resulteert in korte termijn denken en de partij een strategie voor de toekomst mist.

Rechtse splinters als JA21 met Joost Eerdmans en Wybren van Haga’s BVNL hebben onvoldoende aantrekkingskracht voor de kiezer. Het opportunisme van de leiders die van partij naar partij hoppen is zelfs voor de rechtse kiezer ongeloofwaardig. Types als Van Haga en Eerdmans zijn voorbeelden van baantjesjagers. Het opportunisme strookt niet met hun aanschoppen tegen de politiek omdat hun CV daar haaks op staat.

In het Centrum presteert de VVD goed dankzij de electorale aantrekkingskracht en positie van premier Mark Rutte. dat is overigens de achilleshiel van de VVD. Hoe gaat het verder na Rutte? Rutte heeft veel in moeten leveren aan statuur. De vlotheid van Rutte om zowel met links als rechts te kunnen samenwerken heeft twee nadelen. Het wordt steeds meer uitgelegd als oppervlakkigheid, gebrek aan ideeën en zelfs het ontbreken van politieke ruggengraat. Dat werd duidelijk toen in de formatie onder druk van het CDA de samenwerking met links, zonder dat het tot gesprekken kwam, werd geblokkeerd. Zo is in de beeldvorming de vlotte flexibiliteit van Rutte veranderd in stugheid.

Het CDA verkeert in chaos en in een identiteitscrisis. Een teken daarvan is dat kamerlid Pieter Omtzigt uit de partij is gestapt. Partijleider Hoekstra komt over als bekwaam, maar ook als kil, afstandelijk en weinig christelijk. Hij lijkt geen handige politicus die steun kan werven voor de standpunten van zijn partij. Is het wel zo duidelijk dat de partij naar het midden koerst en afstand heeft genomen van de rechtse koers van vorige partijleiders? De kiezersgunst toont een dramatische teruggang.

D66 had in Rob Jetten een bekwame partijleider, maar de partij wilde meer en koos voor Sigrid Kaag omdat die hoger zou kunnen stijgen. Tot en met het premierschap zoals de partij dacht. Maar Kaag is geen handige politicus en het team dat haar omringt lijkt te veel te willen. D66 denkt van zichzelf dat het groter en invloedrijker is dan het echt is. Eén goede verkiezingsuitslag is te weinig en moet niet overmoedig, maar nederig maken om het resultaat te kunnen verzilveren. Daarbij komt dat D66 een partij is die voor veel kiezers een tweede keuze is. Als de partij aan momentum verliest, dan daalt het ook gelijk flink omdat de partij geen sterk gedachtengoed heeft dat als een buffer voldoende kiezers kan vasthouden.

Inuit met masker.

Dit overzicht over links, rechts en centrum leidt tot de conclusie dat de Nederlandse politieke partijen slecht in vorm zijn en eigenlijk allen in zekere mate in een identiteitscrisis verkeren. Ze leven niet naar de kompas van hun politieke gedachtengoed of hebben dat nooit gedaan en al geruime tijd ingewisseld voor opiniepanels die de koers bepalen. Dat leidt tot een ratjetoe aan opzetjes die niet met elkaar samenhangen. Dat is niet het programma van een politieke partij die de macht wil delen om eigen ideeën te realiseren, maar het staketsel van een marketingbureau. Fragmentatie heeft geleid tot 19 partijen of afsplitsingen in de Tweede Kamer en dat leidt weer tot het hard bestrijden van concurrenten die vechten om schaarse zetels.

Als partijleiders het zelfvertrouwen missen om samen te werken en door hun partij ertoe worden gedwongen om steeds maar weer de eigen positie in de marketing te benadrukken, dan is politiek geen politiek meer, maar het zonder op adem te kunnen komen presenteren van een lege huls waarvan de inhoud ontbreekt. De schijn is het idee geworden.

Middenpartijen lijken op elkaar omdat ze door externe factoren op een hoop worden geveegd

Mijn favoriete omroep is WNL dat zoveel rechtse praatjes in haar programma’s heeft. Het is vaak koddig om aan te horen. Meestal valt het ruimschoots binnen de marges van de normale gekte, maar Daniela Hooghiemstra weet dat na 5’15” ruimschoots te overtreffen. Vandaar mijn reactie op YouTube bij dit filmpje:

Daniela Hooghiemstra kijkt met een ouderwetse bril naar de politiek. Ze blijft hangen in de traditioneel sociaal-economische links-rechts tegenstelling en beseft niet dat die inmiddels is verschrompeld en vervangen door andere tegenstellingen. 

Zoals de tegenstelling tussen democratische en anti-democratische partijen die wel of niet ondubbelzinnig de rechtsstatelijkheid en de democratie steunen en doelstellingen hebben die buiten de politieke arena liggen. Anti-democratische partijen zijn FvD, SGP en links-radicale splinters, en in iets mindere mate de PVV. 

Een andere tegenstelling die in het politieke debat de links-rechts tegenstelling verdrongen heeft is de sociaal-culturele tegenstelling tussen conservatief en progressief. Daar valt veel onderscheid in te maken. Zo zijn VVD en CDA conservatieve partijen en FvD, PVV en JA21 post-conservatieve partijen die het conservatisme achter zich gelaten hebben en in de alt-right hoek terecht zijn gekomen. Dat links en progressief of rechts en conservatief niet altijd aan elkaar gekoppeld worden leert ook het profiel van twee partijen. D66 is een progressieve rechtse partij, SP is een conservatieve linkse partij.

Wat Hooghiemstra mist is dat de grote lijnen van de links-rechts politiek niet langer op het Binnenhof worden beslist maar elders. Zoals binnen de EU, de ECB, de OESO, de financiële instellingen en banken (inclusief internationaal opererende investeringsbanken als Goldman Sachs) en in de bestuurskamers van multinationals. Weliswaar zijn die marges die het verschil uitmaken tussen links en rechts niet helemaal verdwenen, maar zijn ze zoveel kleiner geworden dat ze overbrugbaar zijn geworden.

Hoe het wereldbeeld van Hooghiemstra tot stand komt is onduidelijk. Zoals evenmin duidelijk is waar ze nou eigenlijk voor pleit. De paradox is dat ze pleit voor het primaat van de politiek, maar niet inziet dat dit gezag sinds de jaren 1980 is geërodeerd en allang niet meer in die mate bestaat zoals zij het voorstelt. In feite pleit ze met haar uitvergroting van de verschillen tegen de politiek in.

Anders gezegd, in een gemankeerd politiek bestel waar de macht elders ligt zijn de sociaal-economische verschillen steeds meer verworden tot invuloefeningen voor politieke partijen. Dat maakt de tragiek van de mislukte formatie nog grotesker en beschamender dan die op het eerste gezicht al lijkt. Partijleiders maken zichzelf groot en belangrijk, terwijl ze als geen ander weten dat de bulk van de inhoud waar ze over praten elders wordt beslist. Ze houden ook dat misverstand valselijk in de lucht vanwege de claim op hun eigen belangrijkheid. Maar in werkelijkheid zijn ze inwisselbaar in persoon en uitwisselbaar in doel. Dat is hun krediet voor hun toekomst dat ze niet los willen laten. Dat een objectieve commentator meegaat in deze misleiding is uitermate jammer.

Bezwaren tegen islamistische GroenLinks kandidaat Kauthar Bouchallikht worden bevestigd door open brief van linkse Britten op het aan de Moslimbroederschap verbonden Al Jazeera

Kritiek op Kauthar Bouchallikht die een hoge plaats op de kandidatenlijst van GroenLinks heeft gaat niet liggen. Zij was jarenlang vice-voorzitter van Femyso, een organisatie die begin 2020 door de Organisatie Europese Moslimbroeders in een document een eigen instelling werd genoemd, volgens publicist Carel Brendel in een artikel. Bouchallikht was dus niet alleen jarenlang gelieerd aan de Moslimbroederschap, maar blijkt dat ook verzwegen te hebben aan GroenLinks. Haar band met de Moslimbroederschap werd in elk geval niet genoemd bij haar kandidaatstelling.

Ook de kritiek op de kritiek gaat niet liggen. Zodat de verwijten over en weer blijven gaan. De essentie van de kritiek op de kritiek wordt in een artikel door Vrij Linkser Leo van Bergen omschreven: ‘Blijkbaar moeten mensen zoals ik – linksstemmend, cultuurminnend, etc. – onze mond houden zolang iemand die volgens de linkse goegemeente ‘deugt’, wordt aangevallen door ‘mensen die niet deugen’. Ik ben het met Van Bergen eens.

Hoe ver de argumentatie gaat die neerkomt op de redenering ‘de vijand van mijn vriend is mijn vriend’ toont een artikel van klimaatactivist Martijn Schackmann in Joop dat erop neerkomt dat links Bouchallikht volop moet steunen en de kritiek op haar dient in te slikken. Met dit soort kritiekloos wegkijken voor het onrecht in eigen kring is het geen wonder dat de linkse partijen in de volksgunst steeds verder wegzakken. Eddy Terstall constateert in zijn Telegraaf-column dat links in de peilingen nog maar 22% van de stemmen haalt, terwijl dat doorgaans 35-45% was. Waar het om gaat is dat links en het progressief-rechtse D66 niet meer lijken te weten waarvoor ze in het leven zijn geroepen, waar ze voor op moeten komen en wat hun identiteit is.

Hoe verwarrend de kritiek op het heimelijke islamisme van Kauthar Bouchallikht en het weerwoord daarop inmiddels is geworden toont een open brief op Al Jazeera van linkse Britse opiniemakers aan. Ze nemen het op voor Bouchallikht maar gaan voorbij aan haar betrokkenheid bij de Moslimbroederschap. Al Jazeera is een initiatief van Qatar dat een jarenlange geschiedenis van steun voor de Moslimbroederschap heeft, niet in het minst via Al Jazeera. Vanuit deze kennis beredeneerd bevestigt de open brief eerder Bouchallikhts betrokkenheid bij het islamisme dan dat die weerlegd wordt. Of liever gezegd, afgeleid wordt door de kritiek uit rechtse hoek te gebruiken als rechtvaardiging voor haar islamisme. Het is daarnaast op z’n minst merkwaardig dat deze Britten zich mengen in een lopend Nederlands debat.

Uiteraard mogen linkse partijen een religieuze koers varen als ze daar voor kiezen. Het brengt mij tot de verzuchting dat er in Nederland geen vrijzinnige linkse partij overblijft om op te stemmen. Maar dat is mijn probleem als politiek dakloze die net als Leo van Bergen het ongelukkig vindt dat religieuze kandidaten hoog op de lijst van linkse partijen worden gezet. Het debat binnen links wordt er niet overzichtelijker en beter op als dat aspect genegeerd wordt en de enige verdediging lijkt te zijn dat het de schuld van rechtse partijen en media is. Zo hoeft links niet te reageren op fundamentele kritiek waar het blijkbaar geen raad mee weet of bij zichzelf te rade te gaan over de eigen identiteit. Het gevolg is dat de ideeën van Bouchallikht worden weggemoffeld en links opnieuw een stuk van de eigen identiteit inlevert. Zo wordt ook GroenLinks een partij zonder hart die op kritiek antwoordt met kritiek op de kritiek zonder de kritiek zelf serieus te nemen.

Foto: Schermafbeelding van deel open brief ‘In solidarity with Kauthar Bouchallikht’ op Al Jazeera, 24 december 2020.

Utrechtse CDA’er zegt dat linkse of rechtse politiek niet meer bestaat

Volgens de Utrechtse CDA’er Derk Boswijk is zijn partij niet links en niet rechts. Deze fractievoorzitter van het CDA in de Provinciale Staten van Utrecht gaat zelfs nog verder. De door hem geplaatste YouTube-video heeft als onderschrift: ‘Waarom Linkse of Rechtse politiek niet meer bestaat’. Dat is een bewering die dus volgens hem ook geldt voor andere partijen als de SP, PVV of FvD. Boswijk ziet deze partijen niet als representanten van linkse of rechtse politiek. Voor Boswijk is blijkbaar alle ideologie uit het openbaar bestuur verdwenen.

Boswijk ziet politiek als het pragmatisch oplossen van problemen, zonder dat partijen een eigen ideologie hebben waardoor ze nog van elkaar te onderscheiden zijn. Of dit valt uit zijn woorden af te leiden.

Boswijks claim dat het CDA links noch rechts is, is in strijd met de beeldvorming over het huidige CDA. Dat wordt als rechts gezien. De bandbreedte varieert van centrum-rechts tot rechts-conservatief, maar er zijn geen aanwijzingen om het huidige CDA als links of middenpartij te beschouwen. In de provincie Noord-Brabant smeedde het CDA samen met de rechtse VVD een coalitie met het radicaal-rechtse FvD. De voorzitter van de partij Rutger Ploum reageerde daar in mei 2020 op door landelijke samenwerking van het CDA met FvD af te wijzen omdat ‘meerdere uitspraken’ van Thierry Baudet ‘niet verenigbaar met de principes van het CDA’.

Interessant is wat de argumenten zijn voor Boswijks claim dat het CDA links noch rechts is. Hij stelt dat het CDA samenwerkt met links en met rechts. Maar dat is er nog geen weerlegging van dat het CDA rechts is of een onderbouwing van dat het CDA rechts noch links is. Zoals gezegd, elke politieke partij redeneert vanuit een beginselprogramma, een gedachtegoed, een ideologie of marketing die per definitie niet neutraal is.

Boswijk is zich onvoldoende bewust van de tegenstrijdigheid in zijn betoog als hij zegt dat het CDA ‘zeker geen linkse partij is’. Hoe dat samengaat met zijn bewering dat er geen linkse (en rechtse) politiek bestaat tekent de kwaliteit van zijn betoog. Hij raakt verstrikt in de claim dat er geen linkse of rechtse politiek bestaat die hij nodig heeft om zijn bewering te onderbouwen dat het CDA links noch rechts is. Die tweetrapsraket ontploft omdat hij zijn betoog te mooi wil maken. Dat is te hoog gegrepen voor deze Utrechtse CDA’er.

Gevestigde media behartigen belangen van economische elite en gevestigde orde. Ze leunen tegen de macht aan en zijn rechts

Er is geen beginnen aan om rechtse complotdenkers die suggereren dat de media links zijn te corrigeren. Want de media zijn rechts. Zowel in Nederland als de VS. Media hebben economische belangen en zijn onderdeel van grote concerns of bezit van miljardairs. Op uitzonderingen als The Guardian na. De media leunen tegen de macht en zijn ermee verstrengeld. Ze vertegenwoordigen het establishment en de status quo. Ze praten de zittende macht naar de mond. Op z’n best klinkt in een column, in een commentaar of op een geïsoleerde redactie een kritisch geluid. De opstelling van de hoofdredacteur, eigenaar of het bestuur is rechts. Dat bepaalt de politieke richting. Niet alleen tot de rechtse complotdenkers wil niet doordringen wat het ware karakter van de gevestigde media is omdat ze door de media wijsgemaakt worden dat de media links zijn. Een meer succesvolle misleiding om het ware karakter van de gevestigde media te verbergen bestaat niet. Media maskeren zichzelf. Maar ook linkse critici zijn gaan denken dat media als The New York Times links zijn. Hoe kan het dat ook zij het zo bij het verkeerde eind hebben? Er is geen beginnen aan om het beeld te corrigeren dat de media niet links zijn. De media zijn rechts. Zullen we dat voor eens en altijd afspreken?

Foto’s: Schermafbeeldingen van delen uit het artikelFired from The New York Times over Trump’ van Carlos Cunha in Salon, 24 november 2019.

Zomaar een debatje op YouTube. Is de Nederlandse politiek rechts of links? Hoe kunnen tegengestelde meningen elkaar ontmoeten?

Soms is het zinvol om op sociale media mensen op te zoeken waar men het op het eerste gezicht mee oneens is, maar met wie men bij nader inzien meer gemeenschappelijk heeft dan eerst leek. Dat is een kwestie van menselijkheid en aansluiting met de ander willen zoeken. Archipels zijn er genoeg, bruggen te weinig.

1. Het gaat om de reactie bij een YouTube-video van Modwain op zijn Hollands van 23 april: ‘Onze democratie is onder bedreiging van de toch enigszins linkse politieke elite. Want hoe durven mensen te stemmen op iets waar onze politieke elite het niet mee eens is, hadden ze het al niet door toen ze op de SP stemde en deze niet mee mocht regeren ondanks dat ze gewonnen hadden en de VVD verslagen hadden. Of toen de PVV toch de tweede partij werd, werd deze uiteraard ook op een zijspoor gezet. En nu dat Forum voor Democratie duidelijk gewonnen heeft in een aantal provinciën worden ook zij door de politieke elite buiten spel gezet. PVDA politici in Noord Holland sluiten samenwerking met FvD uit omdat ze het niet eens zijn met FvD.

2. Daar antwoordde ik op 24 april op: ‘De Nederlandse politieke elite is vooral rechts. Interessant in dit opzicht zijn de nieuwe denkbeelden van VVD-fractievoorzitter Klaas Dijkhoff. Hij stelt voor om niet langer de banken en de multinationals, maar de middenklasse voorop te zetten in de politiek van zijn partij. Dit geeft aan dat dit tot nu toe niet het geval is bij de grootste partij. Evenmin bij het CDA dat eveneens een ondernemerspartij is.

De stammenstrijd in Forum voor Democratie tussen Henk Otten en Thierry Baudet geeft aan dat de PvdA gelijk heeft om afstand te nemen van de retoriek van Baudet. Forum is volgens Otten te ver doorgeschoten naar rechts. Met de studentikoze Baudet met zijn doemdenken en ondergangsfantasieën die weinig met de leefwereld van burgers te maken hebben. Burgers hebben daar in de praktijk helemaal niks aan. Geen betere voorzieningen, lagere belastingen of een hoger loon. Praatjes, mooie woorden. Dat gevaar ziet Otten.

Forum heeft gewonnen, maar ook verloren doordat het zich politiek geïsoleerd heeft. Baudet heeft hoog van de toren geblazen en scherpe eisen gesteld, maar 85% van de kiezers heeft op andere partijen gestemd. Dus het is logisch dat als Forum overvraagt die partijen niet met Forum willen samenwerken. Dat is de logica van politiek’.

3. Modwain op zijn Hollands zei vandaag 30 april:
Bedankt voor je antwoord, sorry dat ik nu pas reageer, maar ik heb wel een paar vraagjes.

Ik persoonlijk denk dat onze politieke elite vooral links is maar ik hoor graag hoe jij denktdat ze rechts zijn? En dat de VVD geen volkspartij is, tja dat is niet echt nieuws toch? Maar hoewel de VVD inderdaad meer voor de multinationals lijkt te gaan en duidelijk een globalistische partij lijkt te zijn, zie ik het rechtse niet zozeer.

De strijd in Forum zie ik als groeipijnen in een nieuwe partij, dit hebben we bij bijna alle nieuwe partijen gezien, zelfs toen de PVDA en CDA ontstaan zijn uit het samen gaan van andere partijhen. Maar ook hier ben ik nieuwsgierig hoe hij rechts is.

Baudet heeft geen eisen gesteld het zijn de andere partijen die eisen stellen aan FvD.

Nu weet ik dat het makkelijk is om vrijwel alles wat niet mainstream is rechts te noemen, maar ik ben wel nieuwsgierig wat iets rechts maakt, want het lijkt er erg op dat het als een standaar negatieve waardering geworden is die niet echt heel veel met de werkelijkheid te maken heeft.

Maar misschien heb ik daar geen gelijk is, ik ben wel nieuwsgierig waarom je denkt dat het merendeel rechts is.’

4. Mijn reactie van vandaag 30 april aan Modwain op zijn Hollands:
‘Dan lijkt het erop dat we eerst moeten uitmaken wat links of rechts is, om erna beredeneerd te kunnen bepalen waar de politieke partijen staan. Dus wat hun profiel is: links of rechts. Dat wordt een uitgebreide exercitie. Laten we ons daarom tot de hoofdlijn beperken.

Het gaat me om de sociaal-economische aspecten als inkomensverdeling, belastingheffing, de beloning en het belang van arbeid tegenover kapitaal, marktwerking, eigendom van de productiemiddelen en in bredere zin de verzorgingsstaat. Dan blijkt dat deze indicatoren erop wijzen dat die de afgelopen decennia in de richting van multinationals, banken en vermogenden zijn veranderd ten koste van de werkenden of gewone burgers. De details laat ik hier voor de overzichtelijkheid achterwege. Ik noem die ontwikkeling rechts.

Die ontwikkeling is via de actieve of stilzwijgende (internationale effecten) goedkeuring van de belangrijkste politieke partijen tot stand gekomen (VVD, CDA, PvdA, D66). Een politieke elite die die ontwikkeling mogelijk heeft gemaakt of op z’n minst stilzwijgend heeft goedgekeurd moet dan per definitie rechts genoemd worden.

Er zijn ook sociaal-culturele aspecten die te maken hebben met aspecten als nationalisme, nationale identiteit, integratie en emancipatie. Ze domineren tegenwoordig het politieke debat. Daar zijn twee redenen voor: afleiding en profilering.

Afleiding: Het is begrijpelijk dat het in het belang van de bezittende klasse is dat er geen fundamenteel debat ontstaat over de sociaal-economische verhoudingen. Want dat is de afgelopen 30 jaar sterk gewijzigd ten koste van de min vermogenden. Daar is dus veel op aan te merken. Bijvoorbeeld over het feit dat bij toenemende welvaart de lonen achterblijven en de werknemers daarvan niet profiteren, maar de bedrijven wel. En dat de rijkste 10% steeds rijker wordt, en de andere werknemers niet profiteren van de toenemende welvaart. Het inkomen uit arbeid en uitkeringen blijft achter bij het inkomen uit kapitaal, en wordt ook zwaarder belast.

Profilering: Politieke partijen zoeken een manier om zich te onderscheiden van andere partijen. Dat geldt vooral voor nieuwkomers als de PVV of FvD die zich in de politieke markt moeten invechten. Zij zoeken dus via hun politieke marketing een uniek verkooppunt waarmee ze kunnen scoren. Dat gaat betrekkelijk makkelijk op sociaal-culturele onderwerpen omdat burgers daar op emotie aangesproken kunnen worden en de feiten daaraan ondergeschikt zijn. Omdat de economie en de eigendomsverhoudingen ongemoeid blijven worden deze partijen niets door de gevestigde orde in de weg gelegd door zich op deze manier te profileren. Want hun profilering past als afleiding in het straatje van de zittende macht.

Zo bedoel ik het in grote lijnen.

Forum voor Democratie is een rechtse partij op zowel de sociaal-economische als sociaal-culturele aspecten. Op die constatering kan men afdingen dat Baudet wel praat over de ondergang van de westerse beschaving en dus feitelijk niet de gevestigde orde verdedigt, maar die juist wil afbreken. Is dat dan zoveel anders dan de voorman van de Amerikaanse alt-right beweging Steve Bannon die in navolging van de communistische Lenin de staat wil vernietigen? De overeenkomst is trouwens dat Lenin in de koelakken en bankiers zijn vijanden verzon, terwijl Trump, Bannon en Baudet hun 21ste eeuwse vijanden verzinnen: de ‘elite’, de media, de joden (George Soros) of de deskundigen/wetenschappers.

In hoeverre Baudet zelf deze ondergangsfantasie doordacht heeft en waar hij vindt dat het moet eindigen of hij die alleen maar intuïtief ‘leent’ uit de timmerdoos van alt-right voor zijn politieke marketing en profilering is de vraag. Ik denk overigen het laatste. Baudet is een romanticus die houdt van grote gebaren en nog niet de uiterste gevolgen van zijn stellingname beseft. Daar ging naar mijn idee, naast de fraude en corruptie binnen FvD, het conflict met Henk Otten over.

Het gaat echter om de praktijk. Dan blijkt dat Baudet op de economische en culturele beleidsterreinen een behoudende koers vaart. Op economisch gebied wijkt hij nauwelijks af van de op dit aspect rechtse partijen VVD, CDA en D66, en op de culturele aspecten heeft hij zoals gezegd carte blanche omdat hij met zijn sociaal-culturele profilering de afleiding dient die de zittende macht prima uitkomt als een extra rookgordijn dat de macht aan het zicht onttrekt.’

Foto: Schermafbeelding van video ‘Onze democratie is in gevaar’ op het YouTube-kanaal van Modwain op zijn Hollands, 23 april 2019.