Meeus waarschuwt de media, ze moeten Baudet checken op wat hij kan. Diens ereplaats in het narcistenkartel is een doodlopende weg

Aldus de conclusie van de zaterdagse column in NRC over Haagse politiek van Tom-Jan Meeus. Hij verwijt niet zozeer ultra-rechtse partijen als de PVV of FvD dat ze er een potje van maken (wat ze doen), maar dat de media daar geen goed verslag van doen. Daarin heeft Meeus gelijk. Het is een terugkerend verwijt aan de gevestigde media dat ik onder meer hier, hier en hier heb verwoord. Ik schreef in maart 2017 in een commentaar: ‘Baudet is even weinig elitair als Donald Trump en even tegenstrijdig in zijn houding daarover. Goede voornemens om het moeras droog te leggen, maar in de praktijk pakt het volledig tegenovergesteld uit. Wie Baudet en Hiddema de afgelopen maanden heeft zien opereren kon gewaarschuwd zijn en zal niet verrast zijn dat deze twee heren bij uitstek vertegenwoordigers van het establishment zijn. Alleen, binnen het establishment heerst een strenge hierarchie waar Baudet en Hiddema zich nu proberen in te vechten. Met het volk heeft dat niets te maken, maar vooral met hun eigenbelang en carrière. Ambitie is menselijk en geen schande, maar meer moeten we er niet van maken. Baudet gaat voor Baudet. De rest is bijzaak.’

Meeus voegt er een ander dimensie aan toe, namelijk politiek vakmanschap en kennis. Wat kan Baudet? Want iedereen kan zich politicus noemen, maar niet iedereen die zich politicus noemt bezit het vakmanschap en de kennis die een politicus succesvol maakt. Baudet is weliswaar een jonge, beginnende politicus en moet de kans gegeven worden om te groeien in zijn vak, maar na drie jaar FvD als politieke partij kunnen de media hem toch de vraag gaan stellen in hoeverre hij is gevorderd in het onder de knie krijgen van het vak politicus.

Is de fundamentele zwakte van Baudet niet zijn wegvluchten in vergezichten en filosofieën om te verhullen dat hij als politicus nauwelijks vordert in zijn vakmanschap? Zo laadt Baudet net als Trump de sterke verdenking op zich dat hij uitblinkt in grootspraak, narcisme, vergezichten, onheilsfantasieën, toekomstplannen en het gooien van verbale bommetjes, maar tamelijk vruchteloos is in het bedrijven van praktische politiek en het realiseren van zijn kernpunten. Hoewel dat bij Trump genuanceerd ligt, bijvoorbeeld in het slinks en succesvol benoemen van rechtse rechters. Geert Wilders heeft zich verregaand geïsoleerd in een vlucht naar de marge, Thierry Baudet wacht hetzelfde lot als hij niet tijdig tot inkeer én inzicht komt en hersenschimmen inwisselt voor doorzettingsvermogen, grilligheid voor vakkundigheid en eigenliefde voor inlevingsvermogen.

Foto: Schermafbeelding van deel columnHoe de crisis in FVD bewijst dat media in campagnetijd hun taken verzaken; Deze week: Baudet en zijn plaats in het narcistenkartel. Ofwel: grote vragen voor politiek en media na de crisis in Forum voor Democratie’ van Tom-Jan Meeus in NRC, 27 april 2019.

Thierry Baudet praat Russische annexatie van Krim goed. Vanwege gebrekkig inzicht, onervarenheid of aanschurken tegen Kremlin?

In een commentaar voor DDS laat Tim Engelbart weinig heel van Baudets argumentatie om de band met de Russische Federatie te herstellen die door de annexatie van de Krim door dat land verstoord is. Engelbart verwijst naar Baudets optreden voor BNR Nieuwsradio en concludeert onder verwijzing naar de betrokkenheid van het Kremlin bij het neerschieten van de MH17: ‘Kortom: door nu met getuite lippen onder de Moskouse mistletoe te gaan staan, laat je zien dat je als land niet over karakter beschikt. Het zal het beoogde effect trouwens niet bewerkstelligen, trouwens: je wordt met zo’n daad van onderdanigheid namelijk nooit een bondgenoot van Rusland. Hooguit een vazalstaat.’ Engelbart oppert dat Baudet niet over karakter beschikt.

Baudets argumentatie geeft aan dat hij geen strategische politicus met een brede horizon, een lange adem, voldoende historisch besef en inzicht is. De Duitse kanselier Angela Merkel maakte in 2017 in een interview met de Frankfurter Allgemeine een vergelijking van de bezetting van de voormalige DDR door de Sovjet-Unie met de huidige bezetting van de Krim door de Russische Federatie: “Als ik bijvoorbeeld nu hoor dat de Russische annexatie van de Krim moet worden aanvaard, dan denk ik: wat zou er gebeurd zijn, als men ons destijds in de DDR had behandeld volgens het motto, ‘het is duidelijk dat Duitsland gedeeld is, niets zal dat veranderen’?” Zo is het ook met de Krim, het kan wellicht 40 of 50 jaar duren voordat de Russische Federatie gedwongen zal zijn de bezetting op te geven, maar voor politiek die gaat voor stabiliteit en de internationale rechtsorde kan alleen dat het einddoel zijn. Mijn reactie bij het artikel:

Eens met het commentaar. Het is een slecht plan van Baudet om door de vingers te zien dat de Russische Federatie in 2014 de Krim onrechtmatig heeft geannexeerd en het Kremlin daar niet voor verantwoordelijk te stellen. Het referendum waarmee die overdracht werd opgetuigd werd in een VN-resolutie door een grote meerderheid van landen eveneens als onrechtmatig gekenmerkt.

Moskou heeft in 1994 het Boedapester Memorandum getekend dat de territoriale integriteit en soevereiniteit van Oekraïne erkende. Dat was een ruil voor Kiev dat haar verouderde kernwapens opgaf. In 2014 schond de Russische Federatie dit verdrag en een reeks andere verdragen dat het of haar rechtsvoorganger de Sovjet-Unie had getekend. Baudet legt de internationale rechtsorde naast zich neer en keurt met andere woorden de schending ervan onvoorwaardelijk goed. Dat is onverstandig voor de stabiliteit in Oost-Europa. Het verlaagt de drempel voor landen om andere landen binnen te vallen of te ondermijnen.

Dat het gewenst is dat de verhouding tussen de Russische Federatie en het Westen verbetert is een andere zaak. Maar de vraag is dan onder welke voorwaarden dat moet gebeuren. De liefde tussen landen of machtsblokken moet van beide kanten komen. De weg die Baudet kiest is eenzijdig en bevat geen tijdpad en een pakket maatregelen dat de spanning uit de lucht neemt. Integendeel, Baudet beloont de agressor en laat het daar bij.

Men kan alleen maar gissen waarom Baudet tot deze gedachten komt die ook nog eens in strijd zijn met andere standpunten van hem over de Russische Federatie. Is het zijn simplisme dat zegt ‘de vijand (Russische Federatie) van mijn vijand (EU) is mijn vriend’, zijn onervarenheid als beginnend politicus of is er meer aan de hand?

Het is een publiek geheim dat talloze Europese radicaal- en extreem-rechtse partijen door het Kremlin financieel, politiek of publicitair worden gesteund. Of Forum voor Democratie zich die Russische steun laat aanleunen of er door dit standpunt van Baudet naar hengelt valt vooralsnog niet uit te maken. Maar dat Baudet met deze uitspraken de schijn tegen heeft dat hij materiële of immateriële Russische steun zoekt en zich keert tegen de Nederlandse consensus inzake de Russische Federatie en de EU is een teken aan de wand.

Baudet is een politieke spookrijder die met zijn uitspraken de positie van Nederland verzwakt. Dat is uitzonderlijk voor een politicus die zegt voor de Nederlandse natiestaat te gaan. Het lijkt er sterk op dat Baudet aarzelend en halfslachtig de weg inslaat die Steve Bannon voor president Trump heeft uitgetekend. Namelijk het vernietigen van de Nederlandse staat en het omverwerpen van de gevestigde orde. Terwijl Baudet notabene prominent onderdeel van dat establishment is. Baudet als Marxist-Leninist die toenadering tot het Kremlin zoekt. Het valt te bezien of de Nederlandse kiezers het pikken als Baudet in het openbaar verklaart dat dat zijn streven is.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelThierry Baudet wil band met Rusland weer aanhalen: ‘De Krim gaat nooit meer naar Oekraïne, aanvaard dat!’’ van Tim Engelbart op DDS, 28 juni 2018.

Een reactie bij het ‘Journalistiek Jaarverslag NRC 2017’

De abonnee’s van NRC kregen afgelopen week een e-mail van hoofdredacteur Peter Vandermeersch. Hij merkt daarin op dat NRC zoals elk bedrijf jaarlijks een financieel jaarverslag publiceert. Maar ook een journalistiek jaarverslag omdat het uiteindelijk om de journalistiek gaat: ‘Wij drukken ons succes dus niet zozeer uit in euro’s als wel in een valuta die minder helder maar veel interessanter is: in welke mate slagen wij erin om u, onze lezer, uw mening te laten vormen?

De hoofdredacteur stelt zich procesmatig op en beschrijft de omgeving waarin NRC moet opereren. Dat is een beschrijving die echter voor alle media geldt en niet specifiek is voor NRC. Dat is tevens het ongemak van Vandermeerschs overkoepelende opstelling die voorbijgaat aan de politieke keuzes van NRC. Heeft de krant net als D66 op immateriële onderwerpen een progressief hart en op materiële onderwerpen een naar rechts leunende portemonnee? Is dat gewenst of dient dat bijgesteld te worden? Of is het niet (meer) van belang? Vandermeersch stipt het niet aan en we komen niets te weten over de  koers van NRC. In de voorstelling van de hoofdredacteur lijkt het alsof NRC in een politiek vacuüm opereert waarin nergens druk ontstaat en het uitsluitend te maken heeft met problemen die iedere burger tegenwoordig ontmoet: culture wars, de bubbel waarin mensen zich geïsoleerd terugtrekken en de fragmentering en devaluatie van het begrip ‘waarheid’. Vandermeersch zegt onderaan deze e-mail uit te kijken naar reacties. Dit heb ik hem op 4 januari gestuurd:

Met veel genoegen lees ik sinds lang NRC. Als jong volwassene kreeg ik het Algemeen Handelsblad dagelijks aan de leestafel bij mijn grootvader onder ogen. Die voorganger van voor de fusie. Toen ik in de jaren ’70 ging studeren was de keuze voor NRC snel gemaakt.

De krant heeft me mede gevormd. Eerst vanuit de hoek van de literatuur door medewerkers als Rudy Kousbroek of K.L. Poll. Later vanuit de film en nog later vanuit de politiek. Met de onvolprezen analisten J. L. Heldring en H.J.A. Hofland.

Maar het is geen 1970 meer. De scheidslijnen in de maatschappij en de politiek zijn onder druk van de ontwikkelingen in de VS veranderd. Het is de vraag of NRC daar voldoende op reflecteert. De grootste tegenstelling lijkt niet meer die tussen links en rechts, maar tussen de gevestigde politiek en het nihilisme dat het systeem wil kraken. Hoewel sociaal-economische onderwerpen over belastingontwijking, belastingdruk en inkomensverschillen hiermee niet minder belangrijk zijn geworden. Maar de urgentie ligt nu even elders, zo lijkt het.

Hoe moet een medium als NRC dat ook wel geschaard wordt onder de ‘establishment media’ hier op reageren? Met die vraag in het achterhoofd lees ik NRC de laatste jaren. Ik ben van mening dat het kansen laat liggen en zich meer rechtsstatelijk zou kunnen opstellen. Zo beredeneerd staat het bestaan van NRC in zijn huidige vorm op het spel omdat het verbonden is met de maatschappij waarin het functioneert. Dat is nooit vrijblijvend, maar nog minder vrijblijvend dan het 50 of zelfs 15 jaar geleden was. Of die urgentie over de eindigheid van de gevestigde orde in NRC voldoende is ingedaald is de vraag.

Voor een lezer die op afstand staat en niet aanzit aan de vergadertafels en daarom niet in de zwarte doos kan kijken, is het lastig om in te schatten of NRC de goede keuzes maakt. Wat de lezer wel kan zien zijn de prioriteiten die NRC in zijn kolommen geeft aan onderzoek, berichtgeving en plaatsing van bijdragen van gasten. Dan moet me van het hart dat ik vind dat NRC het afgelopen jaar kansen heeft laten liggen om scherper te opereren.

Laat ik een voorbeeld geven. In 2017 heeft NRC meermalen tamelijk kritiekloos aandacht besteed aan Thierry Baudet en zijn partij Forum voor Democratie. In de berichtgeving en via interviews. Het is prima om de lezer te informeren. Maar ik vind het onbegrijpelijk en getuigen van luie journalistiek dat NRC in een diepgravend artikel nooit aandacht heeft besteed aan de extreem- of radicaal-rechtse contacten van Baudet. Juist omdat politici als Baudet die als destructieve kracht gezien kunnen worden van alles een grapje proberen te maken is het belangrijk dat de bekende feiten goed en scherp op een rijtje gezet worden. Dat geldt nog meer als daaruit een beeld oprijst dat contrasteert met Baudets huidige profilering. Waarom heb ik in NRC nooit gelezen over zijn aanwezigheid op een door het Front National geleide conferentie in februari 2016 in een zoutmijn in het Poolse Wieliczka? Het kan toch niet zo zijn dat NRC dit overlaat aan De Correspondent dat minder middelen heeft?  

Het zal wel een klacht zijn die u vaker ziet, maar de kwantitatieve groei van de columns zie ik als een negatieve ontwikkeling. Bas Heijne en Luuk Middelaar lees ik nog, de rest van de columns sla ik over. Ik voel meer voor kwalitatieve groei van de columns. Het gemis van de mediacolumn van Hans Beerekamp voel ik nog dagelijks. Wat er sinds die tijd in NRC aan televisie- en mediakritiek verschijnt vind ik ondermaats, saai en zonder enig interessant idee.

Ik heb begrip voor de koers van NRC die volgt uit een lastige afweging om een divers publiek te bereiken. De grootste concurrenten zijn immers niet meer Het Parool, Trouw, De Volkskrant, het NOS Journaal of Nieuwsuur, maar het internet. De geïnformeerde lezer kan het nieuws op gerenommeerde Engelstalige sites 1,5 dag lezen voordat het in de krant gepubliceerd wordt. Om die reden wordt NRC automatisch naar de kant van de achtergrondinformatie, de binnenlandse berichtgeving of de onderzoeksjournalistiek gedrongen. En de bladvulling. Berichtgeving over veel onderwerpen wordt zo minder belangrijk omdat die elders sneller en beter te vinden is. Het risico is dat het percentage trivialiteit in de krant daardoor een kritische grens overschrijdt. Daar moet de hoofdredactie voor waken. Een nog scherpere keuze voor kwaliteitsjournalistiek is de beste waarborg dat NRC de lezer bereikt. Mits de gevestigde orde in stand blijft uiteraard.

Ik wens u en NRC veel sterkte in 2018.

Foto: Schermafbeelding van voorkant Journalistiek Jaarverslag 2017 van NRC, 18 december 2017.

Gevestigde media verantwoorden zich voor hun buitensporige aandacht voor Baudet. Maar ze geven verkeerde argumenten

De weinig kritische aandacht voor Baudet van de gevestigde media is een terugkerend thema. In NRC vroeg econoom en columnist (onlangs gestopt) Coen Teulings zich af waarom NRC zoveel kritiekloze aandacht aan Baudet besteedt. NRC-ombudsman Sjoerd de Jong had er geen goed antwoord op. Ik vraag het me ook herhaaldelijk af. Verzaken de media hun plicht in de berichtgeving? De Jong tekent de reactie van chef Den Haag René Moerland op: ‘Wij zijn er niet om politici groot of klein te maken, we willen nieuwsgierig en kritisch zijn tegenover iedereen’. Dat eerste klopt, maar dat tweede staat juist ter discussie. Want het lijkt er sterk op dat in de berichtgeving de gevestigde  media juist niet kritisch genoeg zijn tegenover Baudet en zijn partij.

Wat is dat voor mechanisme van de media om zoveel aandacht aan Baudet te besteden? Ook nog kritiekloos. De 2,5 maal zo sterk in de Tweede Kamer vertegenwoordigde PvdD krijgt minder media aandacht.

Naast de juridische invalshoek van Mihai Martoiu Ticu in zijn open brief aan de hoofdredacteur Philippe Remarque van De Volkskrant is er een politiek-filosofische invalshoek die te maken heeft met de weerbare democratie. Zoals dat door Bastiaan Rijpkema onder de aandacht wordt gebracht in het publieke debat. Deze opvatting houdt in dat een weerbare democratie grenzen dient te stellen aan anti-democratische krachten. Vooralsnog is dat geen kwestie van tijdig ingrijpen om een politieke partij als FvD te verbieden, maar van bewustwording en signalering om te beseffen dat een politicus die zich buiten het politieke spectrum begeeft en niet ondubbelzinnig de democratische instituties steunt een gevaar voor die democratie kan worden.

Het is niet gezegd dat de politiek leider Thierry Baudet op dit volledig samenvalt met zo’n anti-democratische kracht, maar met zijn gedachtengoed leunt hij wel stevig aan tegen radicaal gedachtengoed zoals dat door nationalisten, populisten en de nihilisten van de alt-right beweging wordt vertegenwoordigd. Dat zou de Nederlandse journalistiek kritisch en alert moeten maken, maar dat gebeurt op dit moment onvoldoende.

Hoewel het er raakvlakken mee heeft, gaat de koers van FvD voorbij aan het traditionele rechts-conservatisme dat de status quo verdedigt. Baudet wil juist de gevestigde orde omver schoppen zonder dat hij overigens duidelijk maakt wat daarvoor in de plaats moet komen. Of men moet de mantra over de natiestaat Nederland die het autonoom rooit in een financiële, economische, politieke en militaire arena vol concurrente krachten een geloofwaardig en consistent verhaal vinden. Met politiek realisme heeft het echter weinig te maken.

Waarom stellen interviewers Baudet geen kritische vragen over zijn ideologie? Waarom stellen de interviewers Baudet geen kritische vragen over zijn contacten in rechts-radicale kringen? Waarom is er nog steeds geen achtergrondartikel verschenen dat deze rechtse en nihilistische contacten gedetailleerd in kaart brengt? Waarom vragen interviewers -die zich politiek, economisch en militair geschoold hebben- niet door over de onhaalbaarheid van een zelfstandige natiestaat Nederland die weerloos, machteloos en krachteloos zal zijn tussen de eigen multinationals, bevriende en vijandige naties of supranationale organisaties (IMF, EU)?

Zijn de journalisten die Baudet niet of op z’n best halfslachtig aanpakken lui en oppervlakkig? Klopt de aloude klacht dat de oudere generatie academische geschoolde journalisten superieur is aan de huidige generatie journalisten die academisch tekortschiet? Of is het de angst om teruggefloten te worden door de eigen hoofdredactie die de journalisten berooft van de ambitie, durf en de wil om de potentiële vijanden van de democratie niet minder hard, maar juist harder aan te pakken? ‘Dus de media presenteren zich als waakhonden van onze welzijn en vrijheid, maar ze doen hun plicht niet echt’, concludeert Mihai Martoiu Ticu. Ik denk ook dat de gevestigde media hun plicht verzaken. De media worden ook wel het venster op de democratie genoemd, maar in Nederland zitten de gordijnen potdicht om de democratie actief te verdedigen. 

Als de journalistiek signaleert en iedereen over één kam scheert is het verkeerd bezig. Het neemt daarmee onvoldoende verantwoording. Nieuwsgierig en kritisch zijn tegenover iedere politicus, is een abstracte en ondoelmatige werkwijze. Uiteraard moet de journalistiek niet op de plek van de politiek gaan zitten of zich tot deelnemer maken aan het politieke debat. Het moet aan de buitenkant blijven. Maar het standpunt van NRC-redacteur Moerland dat elke politicus dezelfde mate van nieuwsgierigheid en kritiek oproept is onzinnig en geeft precies aan wat er mis is met de Nederlandse journalistiek. Het weet dat het geen partij mag kiezen, maar verwart dat met het idee dat iedere politicus dezelfde mate van kritiek gegeven moet worden. Als een politicus uitspraken doet die erop duiden dat hij of zij de wet of de democratie in gevaar kan gaan brengen, dan is het de functie van de journalistiek om dat te melden. Dan passen meer nieuwsgierigheid en kritiek.

Foto: Schermafbeelding van deel FB-posting van Mihai Martoiu Ticu, 31 december 2017. 

Wilders haalt zeer behoedzaam de banden met het Kremlin aan

Geert Wilders maakt een opmerkelijke draai richting Russische Federatie. Voorheen hield hij er afstand van omdat hij voornamelijk door sponsors uit de VS en Israel die niets van de Russische Federatie moesten hebben werd gesteund. Wat de aanleiding is om de koers te verleggen is onduidelijk. Dat kan de concurrentie van Thierry Baudet zijn en de opmars in de peilingen van Forum voor Democratie. Of het kan de druk van de zusterpartijen als het Front National en AfD in het Europarlement zijn om richting Kremlin te kruipen. Maar het meest opvallend is dat Wilders voorzichtig is en ondanks zijn toenadering tot Putin toch afstand houdt.

Het meest onbegrijpelijke in Wilders’ commentaar is niet zijn cosmetische of echte toenadering tot de Russische Federatie, maar zijn afstand tot de EU. Terwijl het belang van Nederland toch het best tot zijn recht komt in een sterke EU. Daarom zou een Nederlandse nationalist -die Wilders zegt te zijn- gediend zijn bij een sterkere en betere georganiseerde EU. Des te meer omdat president Trump zich mentaal en politiek terugtrekt van EU en NATO. Wat Wilders zegt is uiteraard onjuist. Het is niet de EU die afstand neemt van de VS, maar de VS die afstand neemt van de EU en NATO. Wat een Nederlandse politicus te verwachten heeft van het Kremlin is onduidelijk. Want de leiding van de Russische Federatie doet er alles aan om de EU te verzwakken en te verdelen. Zowel van de VS als de Russische Federatie moet de EU het op dit moment niet hebben. De EU moet het zelf doen en heeft er ook een goede basis voor omdat het een krachtige en opbloeiende economie heeft.

Vanwege een Kremlin dat zand in de machine van de EU strooit valt de zich nationalistisch opstellende Wilders niet te begrijpen. Hij zegt voor Nederland te gaan, maar schurkt tegelijk -halfslachtig- aan tegen Putin en het Kremlin. Waarvan het nog maar de vraag is wat ze Nederland te bieden hebben. Wat heeft Nederland te maken met de politiek van de Russische Federatie en wat heeft het daarvan te verwachten? Waarom zoeken Nederlandse nationalisten als Wilders toenadering tot het Kremlin? Wilders zegt dat het hem niet om leningen te doen is, wat bij het Front National wel het geval is. Ziet Wilders in dat een Nederlandse nationalist geen Russische nationalist is, en dat Nederland van een Russische nationalistische politiek niets te verwachten heeft? De Russische Federatie geeft niets om Nederland en gaat het om de Russische Federatie. Daarbij komt dat de Russische Federatie nauwelijks een democratische traditie of een traditie van open overleg met andere landen heeft. Waarom zouden Putin en de Russische Federatie zich inspannen voor het Nederlands belang?

Gaat het Wilders wel om Nederland of gaat het Wilders alleen om Wilders? Nederland heeft de EU nodig om niet alleen te staan en om politiek, economisch en militair beschermd te zijn in de grote boze wereld. Het lijkt uit de behoedzaamheid van zijn draai richting Kremlin dat Wilders beseft dat hij niets van Putin te verwachten heeft. Zonder dat hij dat met zoveel woorden zegt. Wilders maakt een draai om electorale of andere opportunistische redenen. Hij komt hiermee in lijn met zijn radicaal-rechtse vrienden in Europa. Hij wint wat aan de ene kant en levert wat in aan de andere kant. Politiek is geconcentreerd opportunisme dat, zo blijkt, Wilders minder serieus neemt dan de meeste van zijn volgelingen. Het korte termijn denken wint het van de lange termijn. Wilders denkt tactisch te kunnen opereren omdat hij toch geen strategie heeft. Zo maakt hij een spel van de politiek door het speelveld te verbreden. Wat maakt het uit? Een gokje hier of een gokje daar?

Heeft NRC goed nagedacht over plaatsing artikel Baudet en FvD?

NRC maakt in mijn ogen een slechte beurt door een kritiekloos artikel over Thierry Baudet en zijn partij Forum voor Democratie te plaatsen. Het grootste gemis is het ontbreken van een schets van Baudets buitenlandse contacten, zoals die bijvoorbeeld in februari 2016 tot uiting kwam door de aanwezigheid van Baudet op een Poolse conferentie. Hij begaf zich daar in extreem- en radicaal-rechtse kringen die gelieerd waren aan de fractie van Europa van Naties en Vrijheid in het Europarlement die wordt gedomineerd door het Front National. Aan een profielschets van Baudet zonder het Front National te noemen ontbreekt iets fundamenteels. Een ander gemis is dat het niet focust op de verwerpelijke uitspraken die Baudet doet, zoals politiek journalist Jaap Jansen nog gisteren optekende op een partijbijeenkomst van Forum voor Democratie in Den Haag.

NRC trapt in de valkuil van de traditionele ‘enerzijds-anderzijds’ journalistiek die hoor en wederhoor biedt en daarom zelden tot een harde afwijzing komt. NRC had óf door moeten pakken door tot de kern te gaan door internationaal onderzoek óf moeten zwijgen wegens onvoldoende materiaal. Nu werkt NRC gewild of ongewild mee aan de normalisering van een radicaal-rechtse partijpoliticus die lacherig of op een badinerende toon de meest vreselijke uitspraken doet die haaks staan op de opvatting van parlementaire democratie waar de liberale NRC zich hard voor maakt. Dat rijmt niet, maar vloekt. Het leek wellicht een aardig ideetje om Baudet en zijn partij als een interessant fenomeen te beschrijven, maar zonder goed na te denken over de gevolgen van zo’n profielschets is het tamelijk naïef. Het past evenmin in de opvatting van de weerbare democratie.

Foto 1: Schermafbeelding van FB-posting van NRC met reactie, 4 november 2017.

Foto 2: Tweets van Politiek verslaggever/commentator BNR Nieuwsradio Jaap Jansen, 3 november 2017.

Foto 3: Eigen tweet, 4 november 2107.

Front National stuurt Philippot de laan uit. Anti-EU sentiment lijkt uitgewerkt

Wie kent Florian Philippot niet? Op sociale media is hij alomtegenwoordig. Zelfs met mij ging hij in debat. Hij was vice-voorzitter van het Front National, maar is dat niet langer. Hij stapt uit de partij omdat hij aan de zijlijn gezet werd. De portefeuille  ‘Strategie en Communicatie’ werd hem gisteren ontnomen. Omdat hij geen zin heeft om vice-president van niks te zijn houdt hij het voor gezien. De reden die de partij aanhaalt is dat hij na de nederlaag van afgelopen mei een partij in de partij had opgericht, de vereniging Les Patriotes. Philippot ziet dat als voorwendsel (‘pretext’) om van hem af te komen. Wat is de werkelijke reden? Is dat een richtingenstrijd met de oude garde die zich wil focussen op het onderwerp migratie, en niet op EU en euro?

Was Philippot te gematigd voor het Front National, zoals wordt beweerd? Maar hoe gematigd kan een agenda zijn die zich verzet tegen de EU? In elk geval is wat het Front National nu overkomt een les voor andere Europese radicaal-rechtse partijen. Na de verkiezing van Trump, Brexit en de bezetting van de Krim is de steun voor de EU bij grote delen van de bevolking gegroeid. Minder burgers willen zich in onbekende avonturen storten. Ook daarom doen radicaal partijen op links en rechts er verstandig aan om de bakens te verzetten. Het anti-EU en anti-euro sentiment is over het hoogtepunt heen. Daar valt weinig electoraal succes te halen. Vanuit de eigen logica doet een partij als de PVV er daarom verstandig aan zich te richten op de oude ‘praatpunten’ en niet langer energie te besteden aan het aanvallen van het bestaansrecht van de EU.

Documentaire over een machtsstrijd: ‘Wahlkampf, Machtkampf, AfD’. Een Duitse partij tussen radicalisering en normalisering

De documentaireWahlkampf, Machtkampf, AfD’ van de Duitse publieke omroep WDR in de reeks ARD: Die Story im Ersten schetst de groeistuipen van een nieuwe politieke partij die in 2013 werd opgericht. Of liever gezegd de groeikrimpen omdat in de peilingen de partij van 14% naar 8% is gezakt, zo zegt het commentaar.

Het gaat over de rechts-populistische partij Alternative für Deutschland (AfD) die zich net als het Franse Front National wilde ontdoen van radicale leden om electoraal voor een grotere groep kiezers aantrekkelijk te zijn. Marine Le Pen zette haar antisemitische vader Jean-Marie op een zijspoor. Maar in de AfD is dat niet gelukt. Mede door Björn Höcke die op afstand in Thüringen zijn voet dwars zet in de richting van normalisering. Hij vreest de verburgerlijking en het opgaan van de partij in het establishment. Vilein schetst de documentaire dat alle partijleiders deel van het establishment zijn. Dus is die verwijzing van Höcke meer dan marketing?

Zijn tegenstanders worden gesymboliseerd door Frauke Petry -die nog weinig macht in de partij lijkt te hebben- en haar echtgenote Marcel Pretzell die de radicalisering vrezen. De documentaire schetst dat proces zorgvuldig en praat met alle belangrijke partijleiders op één na. Het tandem Jörg Meuthen en Alexander Gauland zit in het midden en wil bemiddelen tussen beide vleugels. Een breuk zien ze als het einde van de partij. Alleen de voormalige Goldman Sachs werknemer Alice Weidel die samen met Gauland topkandidaat is voor de komende Bundestag-verkiezingen van 24 september 2017 gaat elk gesprek uit de weg. Het venijn zit in de staart als een uitgetreden Keuls partijlid een boekje opendoet over de antisemieten en neonazi’s in de partij die door de leiding worden getolereerd. Ook door Pretzell die zegt radicalisering terug te willen dringen. Doodsbang is de leiding voor een scheuring en benauwd om het dynamische voetvolk van Höcke te verliezen.

Hoe verteren rechts-populisten de overwinning van Macron?

De verkiezingen in Frankrijk zijn een bittere pil voor populistische media als De Dagelijkse Standaard (DDS). Eerst werd de populististische kandidaat Marine Le Pen in de presidentsverkiezingen van mei 2017 met 32,2% verschil verslagen. Het kwalijkste was dat dat ook nog eens gebeurde door de pro-EU kandidaat Emmanuel Macron. Als klap op de vuurpijl lijkt in de parlementsverkiezingen -waarvan vandaag de tweede ronde plaatsvond- Macrons partij LREM af te stevenen op een meerderheid van meer dan 60%. Hoe dat als tegenstander te verteren? Hoe een redacteur van DDS dat probeert is tekenend. Hij suggereert dat door de lage opkomst het enthousiasme voor Macron tegenvalt. Maar het omgekeerde is waar. Door de lage opkomst kon Macron juist zijn overwinning boeken. Logica blijft lastig te combineren met emoties. Mijn reactie op DDS:

Het is niet de achterban van Macron die het af heeft laten weten, maar de achterban van de andere partijen. Met het enthousiasme voor Macron zit het dus wel goed. Maar niet met het enthousiasme voor de andere partijen.

Dat is deels verklaarbaar omdat er met alle andere partijen wel iets aan de hand is. Bij het Front National is het nichtje Marion Maréchal-Le Pen uit onvrede (tijdelijk) uit de partij gestapt. Schadelijk voor de steun in het zuiden. En het FN herstelt nog van de smadelijke nederlaag in de presidentsverkiezingen die groter dan verwacht was.

De socialistische partij en de rechtse Republikeinen moeten eveneens nog van de schrik bekomen dat ze weggevaagd zijn bij de presidentsverkiezingen. Daarbij zijn vele parlementsleden overgelopen naar de partij LREM van Macron. Zodat er gaten in de vertegenwoordiging zijn gevallen en kiezers ineens de vertrouwde namen bij de vertrouwde partijen misten. Die verwarring en die demotivatie binnen partijen heeft negatief gewerkt op de opkomst.

Als de exit-polls kloppen dan behaalt Macron met zijn partij LREM meer dan 60% van de zetels in het parlement. Dat is omgerekend naar de Tweede Kamer meer dan 90 zetels. Onvoorstelbaar. Een uitstekend resultaat. Nu zijn er in Nederland 4 partijen nodig om boven de 75 zetels te komen.

De Fransen zijn verkiezingsmoe. Twee rondes om de president te kiezen, twee rondes voor het parlement en in de herfst twee rondes voor de senaat. Het is veel in één jaar.

Met de legitimiteit van Macron zit het wel goed. Hij werd in de tweede ronde van de presidentsverkiezingen bij een opkomt van 74,56% verkozen door 66,1% van de stemmen. Dat betekent dat van alle kiesgerechtigden zo’n 49,5% op hem heeft gestemd. Ter vergelijking, Donald Trump kreeg bij de Amerikaanse presidentsverkiezingen van november 2016 zo’n 27% van de kiesgerechtigde Amerikanen achter zich. Dat is liefst 22,5% minder voor Trump in vergelijking met Macron.

Foto: Deel van schermafbeelding van commentaar ‘Opkomst Frankrijk lager dan ooit: het enthousiasme van de media is ver te zoeken’ van Michael van der Galien voor DDS, 18 juni 2017.

Harde standpunt om EU te verlaten zat Marine Le Pen in de weg. Wat leert Wilders van de nederlaag van het FN?

In een analyse voor Politico gaat Nicholas Vinocur in op de richtingenstrijd binnen het Front National. Critici binnen de partij zagen aan de poten van de stoel van Marine Le Pen. Het FN heeft met te groot verschil verloren. Le Pen bleef steken op 34%, terwijl ze volgens onder meer haar nichtje Marion Maréchal-Le Pen minimaal 40% had moeten halen om geloofwaardig te zijn. En een goede uitgangspositie te hebben voor de komende parlementsverkiezingen. Naast een slecht optreden in het slotdebat waaruit bleek dat Marine Le Pen slecht was voorbereid lijkt vooral het standpunt de EU te verlaten dat het FN de nederlaag heeft bezorgd. Vinicor ziet binnen het FN een debat op gang komen tussen voor- en tegenstanders om dat standpunt om de EU te verlaten aan te passen en af te zwakken. Deze richtingenstrijd binnen de FN kwam al tot uitdrukking in de campagne en speelde Marine Le Pen parten. Ze kreeg het verwijt onduidelijk te zijn over haar positie.

Als een bevolking in meerderheid wil dat een land binnen de EU blijft, dan is het voor een partij die de EU wil verlaten onmogelijk om de meerderheid van het volk mee te krijgen. In Nederland pleit de PVV er sinds 2012 voor om de EU in te wisselen voor een vrijhandelsverdrag EVA. In bovenstaand verkiezingsprogramma 2017 staat: ’Nederland weer onafhankelijk. Dus uit de EU’. Maar zo’n 70% van de Nederlandse bevolking wil niet dat Nederland de EU verlaat. Dat is een tamelijk stabiel percentage. Euroscepsis kan trouwens ook een pleidooi voor hervorming van de EU betekenen. De PVV heeft net als het FN een standpunt over de EU dat steeds meer een blok aan het been voor verdere groei wordt. Het geeft electorale problemen voor de greep naar de macht.

In de FN zal het debat losbarsten, maar het is de vraag of het in de PVV zover zal komen. De PVV is immers geen democratische partij met een ledenstructuur en een open debatcultuur. Als Wilders verstandig is denkt hij nu al na over de aanpassing van zijn standpunt om de EU te verlaten en volgt hij het debat binnen het FN.

Foto: Schermafbeelding van verkiezingsprogramma 2017 van de PVV.