Antwoord aan Marijn Kruk. Ja, het fatsoenlijke conservatisme bestaat!

Schermafbeelding van deel columnBestaat dat fatsoenlijke conservatisme wel?‘ van Marijn Kruk in NRC, 23 mei 2022,

Ik viel van mijn stoel van verbazing over de column van 23 mei 2022 in NRC van Marijn Kruk. Hoe is het mogelijk dat een journalist zich serieus afvraagt of het ‘fatsoenlijke conservatisme’ eigenlijk wel bestaat en een reactionaire beweging zou zijn. Vooral dat laatste is een toevoeging die kant noch wal raakt. Is Kruk gek geworden of kent hij het ‘klassieke conservatisme’ waarover hij praat onvoldoende om er zulke vergaande, afwijzende uitspraken over te doen?

Schermafbeelding van deel columnBestaat dat fatsoenlijke conservatisme wel?‘ van Marijn Kruk in NRC, 23 mei 2022,

Kruk deed in 2020 onderzoek naar de opkomst van radicaal-rechts in Europa bij opdrachtgever NIAS. Het lijkt er sterk op dat Kruk het ‘klassieke conservatisme’ bekijkt door de bril van de onderzoeker van radicaal- en ultra-rechts.

Kruk suggereert dat het ‘klassieke conservatisme’ niet meer bestaat en verwijst naar de VS. Maar Kruk verwart Trumpisme dat onder meer wordt uitgedragen door de activistische journalist Tucker Carlson met ‘klassiek conservatisme’. Kruk laat zich misleiden door de aandacht die Trumpistisch-rechts in de VS genereert en meent daaruit te kunnen concluderen dat het ‘klassieke conservatisme’ dood is. Hij heeft het mis omdat hij niet goed kijkt.

In een commentaar van december 2020 maakte ik een onderscheid tussen Trumpisme en conservatisme. Wat ik toen schreef is onverminderd van toepassing op Kruks bril:

Vanuit centrum-links perspectief hebben conservatieven onder meer verwerpelijke denkbeelden over medisch-ethische kwesties, belastingdruk en eigendom. Maar dat kan binnen de normale politieke kaders bestreden worden. De bestrijding van het Trumpisme is lastig omdat de aanhangers ervan tot een sekte behoren. Trumpisme is een godsdienst waar mensen zo worden opgejut met racistische en christelijke denkbeelden dat ze tegen hun eigenbelang in handelen.  Omdat religie niet om argumenten en verstand, maar om emotie en geloof draait is de normale politieke verstandhouding niet meer mogelijk. Dat is het verschil tussen Trumpisme en conservatisme.

In datzelfde commentaar verwees ik ook naar de voormalige Republikeinse strateeg Rick Wilson die een van de initiatiefnemers van The Lincoln Project is dat als doelstelling heeft om Donald Trump en zijn beweging te bestrijden. Zo zijn er talloze conservatieve Republikeinen die uit de GOP zijn gestapt en de felste critici van Trump en radicaal-rechts zijn:

Conservatieven als Rick Wilson behoorden in de campagne van 2020 tot de felste en best georganiseerde tegenstanders van Trump. Zonder hen had Biden waarschijnlijk niet gewonnen. Juist omdat ze beter dan progressieven wisten hoe ze Trump emotioneel, maar ook programmatisch konden raken en het gevaar van deze anti-democratische en autoritaire stroming voor een levensvatbare en weerbare democratie doorzien.

Denk aan Nicole Wallace, denk aan Steve Schmidt, denk aan Michael Steele, denk aan Michael Cohen, denk aan George Conway, denk aan David Frum, denk aan Jennifer Rubin die in de progressieve pers steevast wordt opgevoerd als ‘een conservatief die kritiek op Trump heeft’, denk aan het activistische The Bulwark waar het geluid van het klassieke conservatisme klinkt. Of de klassieke National Review die werd opgericht door de conservatief William Buckley. Er is in de VS een veelheid aan tijdschriften en denktanks dat zich laat leiden door een klassiek conservatieve houding en bewust afstand houdt tot radicaal-rechts.

De conclusie is duidelijk. Kruk verwart het pseudo-conservatisme van Trump of de radicaal-rechtse commentatoren van Fox News met het ‘klassieke conservatisme’. Hij kan weten dat types als Donald Trump en Thierry Baudet zich op enig moment in hun loopbaan op hun conservatieve overtuiging beriepen, zonder dat ze die hadden. Een objectieve waarnemer moet niet meegaan in de misleiding van een rechts-radicaal die zich presenteert als conservatief om het conservatisme te belasteren. Daar lijkt Kruk zich toe te lenen. Dat het conservatisme kritiek verdient en niet heilig is staat buiten kijf. Maar het is geen rechts-radicalisme.

In een commentaar van januari 2019 verwoordde ik de kritiek op Angelsaksisch alt-right dat het klassieke conservatisme gekaapt heeft zo:

De felste kritiek op de Amerikaanse Republican Party (ook GOP genoemd: Grand Old Party) en de Britse Conservative Party (ook Tories genoemd) komt opvallend genoeg niet van tegenstanders zoals de Democraten in de VS of de sociaal-democraten (Labour) in het VK. Maar van conservatieven die zich als de echte conservatieven profileren, zoals in de VS Max Boot, Bill Kristol, Joe Scarborough of George Will. Ze vrezen dat president Trump de GOP de vernieling in helpt en de partij blijvend vervreemdt van een hele, nieuwe generatie. In het VK zegt de centrum-rechtse Matthew d’Ancona over de Tories in een artikel in The Guardian: ‘Ik ben niet bekeerd. Mijn waarden zijn niet veranderd. Maar de conservatieve partij verandert in iets dat ik vreemd en afstotend vind. Zoals een galjoen als vlaggenschip, onder de waterlijn doorboord, vaart het koppig weg; het sleept de natie mee naar een storm van ongekende tegenspoed, gevaar en pijn.’

Het klassieke conservatisme is niet dood, maar naar de marge verdrongen. Wie het verwart met radicaal-rechts laat zich misleiden en trapt met open ogen in een opzichtige vermomming van rechts-radicalen en beschadigt daarmee de eigen geloofwaardigheid. Maar daarmee is het conservatisme nog niet uitgeteld. In kwantiteit is het afgenomen, maar in kwaliteit zeker niet. Het is denkbaar dat als de golf van het rechts-radicalisme door schandalen en niet ingeloste beloften die zich op blijven stapelen stokt het klassieke conservatisme weer aan kracht wint.

Een en ander heeft ook te maken met een cultuurverschil tussen een elite die het oude wil behouden en zich verschanst in het ‘klassieke conservatisme’ en degenen die zich proberen in te vechten en een nieuwe elite willen vormen zonder zich te bekommeren om mores, afspraken en politieke regels. Het klassieke conservatisme blijft Donald Trump als een parvenu zien die een politiek dwaallicht is.

Controverse over tentoonstelling van Edward Kienholz in Los Angeles (1966)

Er zijn talloze opmerkelijke feiten aan deze foto. Het gaat om een georganiseerd bezoek van een groep mensen aan het kunstwerk Back Seat Dodge, 38‘ (1964) van Edward Kienholz dat van 30 maart tot 15 mei 1966 voor het eerst werd gepresenteerd in het Los Angeles County Museum of Art. Dit kunstwerk is in de collectie van dat museum opgenomen. Voor Nederlanders is Kienholz geen onbekende kunstenaar vanwege zijn populaire installatie The Beanery (1965) in het Stedelijk Museum.

De titel van de foto ‘Clergy members examining Back Seat Dodge, 38‘ maakt duidelijk wat voor bezoekers het betreft: geestelijken. Als deze beroepsgroep een kunsttentoonstelling bezoekt, dan kan dat maar om twee redenen zijn. Of geestelijke leiders onderstrepen door hun aanwezigheid het belang van een tentoonstelling over hun religie. Of er is stront aan de knikker. Veelzeggend is de datum van hun bezoek: 26 maart 1966. Dat is enkele dagen voor de opening van de tentoonstelling.

De natuurlijke reflex van een museum is om in te binden en de controverse te willen neutraliseren. Een bewezen middel is om maatschappelijke groepen erbij te halen die de angel uit de controverse moeten halen. Ze hoeven het werk niet goed te keuren, het volstaat dat ze begrip tonen en de functie van kunst als ontregelaar zeggen te begrijpen.

De toentertijd gebruikelijk mix van een joodse rabbi, een katholieke priester en een protestante dominee wordt niet gehaald omdat de katholieke vertegenwoordiger ontbreekt. De joodse achtergrond van Terry Bell die namens de Docent Council van het LACMA de bezoekers rondleidt verklaart wellicht de aanwezigheid van twee rabbijnen.

Herinneren we ons nog de Nederlands-Iraanse kunstenaar Soorah Hera die in 2007 een werk terugtrok uit de tentoonstelling 7UP in het Haagse Gemeentemuseum omdat toenmalig directeur Wim van Krimpen volgens haar censuur op haar werk had toegepast? Van Krimpen wilde niet de foto’s uit de serie ‘Adam en Ewald’ exposeren waarop twee Iraanse homo’s maskers dragen met daarop de afbeelding van de islamitische profeet Mohammed en diens schoonzoon Ali. Dat was drie jaar na de moord op Theo van Gogh die door de Nederlands-Marokkaanse crimineel Mohammed Bouyeri om religieuze redenen werd vermoord. Toenmalig directeur Ranti Tjan was daarop zo moedig om Hera’s foto’s in MuseumgoudA te tonen. Een en ander resulteerde in een gemoedelijke demonstratie van liberale alevieten tegen de presentatie van Hera’s werk in Gouda.

De reden voor het bezoek van de geestelijken aan de tentoonstelling van Kienholz in Los Angeles 1966 maakt een toelichting van Artsy.net duidelijk (vertaald): ‘The Back Seat Dodge ’38 (1964), werd voor het eerst tentoongesteld in LA in 1966 waar het ergernis wekte bij de provinciale toezichthouders, die het bestempelden als “weerzinwekkend, pornografisch en godslasterlijk” en verzochten om sluiting van de tentoonstelling. Het levensgrote tableau beeldde twee jongeren af ​​die copulerend op de achterbank van een auto zaten (..).’

Christopher Pierce, Back Seat Dodge ’38.

Zedelijkheid, lange religieuze tenen, koudwatervrees van de museumsector en geldingsdrang van bestuurders is een explosieve combinatie.

Veelzeggend is een andere foto van dit bezoek waarop de lange men met stekeltjeshaar en het lichtere pak demonstratief het portier van de Dodge 38 sluit en de bezoekers het zicht op de voorstelling van de copulerende jongeren ontneemt. Om hem draait het. Hij is de aanstichter van de controverse. Het is de provinciale toezichthouder Warren Dorn die op aonderstaande foto is te zien met als toelichting: ‘The exhibit was considered highly controversial by Los Angeles County officials‘. Het is geen wonder dat hij in een schets van zijn loopbaan wordt beschreven als ‘conservatieve Republikein’.

Roxy’s” art exhibit (1966). Los Angeles Herald Examiner Photo Collection.

De man in het donkere pak op de foto naast Warren Dorn is John D. Maharg die vanaf 1967 de raadsman van Los Angeles County was. Om het tijdsbeeld en de mentaliteit van de tweede helft van de jaren 1960 te doorgronden, dat aansluit bij de controverse over de Kienholz tentoonstelling, is het inzichtelijk om het vonnis CRISTMAT INC v. COUNTY OF LOS ANGELES te lezen. Dat gaat over een verordening die het verbiedt om in een modelstudio waar tegen betaling doorgaans naakte modellen kunnen worden gefotografeerd drugs of alcohol te gebruiken. Maharg won de zaak van de aanklagers van cocktaillounge ‘Puss and Boots‘.

GB News is reactie op woke gedachtengoed en experiment van gematigd conservatisme als dam tegen antidemocratisch rechts

Vandaag wordt in het Verenigd Koninkrijk een nieuwe nieuwszender gelanceerd: GB News. Hier zijn de details te lezen. In een uitgebreid artikel in De Volkskrant noemt Patrick van IJzendoorn het ‘het nieuwste wapenfeit in de conservatieve opstand tegen woke gedachtengoed‘ (achter betaalmuur). De zender zal In Nederland via sociale media te zien zijn.

Als de lancering van deze nieuwszender een reactie is op de radicalisering van de samenleving, dan is het de vraag hoe radicaal het zelf zal worden. Van IJzendoorn geeft aan dat GB News in de politieke koers vermoedelijk gaat voor een gematigd conservatisme waar geen ruimte zal zijn ‘voor samenzweringstheoretici en verspreiders van foutieve informatie‘. GB News ontkent dat en noemt zichzelf pluriform en onpartijdig. Maar velen zien het als het rechtse alternatief van de BBC.

GB News leunt niet tegen Amerikaans alt-right en de grote leugens van Donald Trump. Dat is het soort gematigd conservatisme dat binnen de normen van de democratische rechtsstaat blijft en in de VS binnen de Republikeinse partij is gemarginaliseerd of uitgespuugd. Of GB News die gematigde koers kan vasthouden zal de uitdaging voor deze zender zijn. Want radicalisering in het mediaklimaat is een wetmatigheid die vele media treft die onder invloed van het brede publiek staan.

GB News profileert zich als het antwoord op het woke gedachtengoed. Een tegenoffensief. Voor degenen die met dat laatste niks hebben kan dat een goede ontwikkeling zijn mits GB News niet radicaliseert. Woke is net als de alt-right beweging een in oorsprong Amerikaanse invloed die in snelle tijd geradicaliseerd is. Deze bewegingen hebben de afgelopen vijf jaar veel maatschappelijke schade aangericht en delen van de samenleving tegen elkaar opgezet. Dat heeft het maatschappelijke klimaat er niet beter op gemaakt. De tolerantie en ontspanning in de samenleving zijn erdoor afgenomen.

Vraag is of de eenzijdigheid van het woke gedachtengoed dat resulteert in intolerantie, spreekverboden en een ver doorgevoerde versie van identiteitspolitiek door een zender als GB News teruggedrongen en geneutraliseerd kan worden of dat uiteindelijk het middel erger zal blijken dan de kwaal. Men mag best cynisch zijn over de initiatiefnemers van GB News, zoals journalist Andrew Neil, die een geldingsdrang kunnen hebben die niet gelijk op gaat met de politieke zaak waar ze zeggen voor te gaan.

De paradox is dat het traditionele conservatisme wereldwijd op de terugtocht is terwijl het brede publiek denkt dat het in opkomst is. Dat komt omdat het wordt verward met rechts-radicalisme of Trumpisme. Die verkeerde beeldvorming komt door onbegrip bij media en misleiding door publieke personen als Thierry Baudet die zich ten onrechte conservatief noemen. Hij is een CINO (Conservative in name only).

Een andere paradox is dat gematigd conservatisme in tot op het bot verdeelde landen als de VS op dit moment wel eens de beste verdediging zou kunnen zijn tegen de opkomst van het anti-democratische rechts-radicalisme dat buiten de democratie en de rechtsstaat treedt en verkiezingen niet meer erkent. Daarom moet GB News niet op voorhand kritisch bejegend worden, maar de kans geboden worden om zich te positioneren aan de rechterkant van de democratie.

Dat dit initiatief van GB News ontstaat in het Verenigd Koninkrijk is niet toevallig omdat het aansluit bij de conservatieve partij die overigens onder Johnson mede door de Brexit is geradicaliseerd en niet gematigd meer valt te noemen en waar het woke gedachtengoed sterk aan invloed heeft gewonnen.

GB News wil op termijn uitbreiden naar Spanje en Oost-Europa. Voor Spanje met een vanouds, maar nu wat weggezakte conservatieve beweging is dat begrijpelijk, maar voor Oost-Europa minder. Daar is de rechterkant van het politiek spectrum al verregaand geradicaliseerd. Hoe kan een gematigd conservatief GB News daar nog bij aansluiten?

Het is dus de vraag hoe stabiel GB News op koers kan blijven zonder in Trumpiaans, rechts-radicaal antidemocratisch gedachtengoed terecht te komen. Als GB News een succes wordt, dan zullen sponsors als de Amerikaanse Robert Mercer of Charles Koch of de Australische mediatycoon Rupert Murdoch zich er als gieren op storten en door er een belang in te nemen hun eisen stellen. Over radicalisering en steun voor het bedrijfsleven. De hoop dat GB News geen succes wordt is echter evenmin gewenst omdat het experiment van een gematigd conservatieve zender die een dam tegen het illiberale recht-radicalisme opwerpt als proef ook voor andere landen interessant is.

Om het in zichzelf gesloten wereldbeeld van Trump, Wilders en Baudet te begrijpen kan het helpen om terug te kijken naar Pierre Poujade

Pierre Poujade was een Franse populist en antisemiet die in de jaren 1950 vele mensen op de been bracht. Hij mobiliseerde de kleine man door te ageren tegen belastingen en de macht van de staat. De term ‘Poujadisme’ is eraan ontleend en valt te definiëren als ‘kleinburgerlijk’. Poujade valt te vergelijken met andere politici die zich tot spreekbuis van de kleine man maakten. Dat is een gevarieerd gezelschap dat gaat van Abraham Kuyper, Anton Mussert, Boer Koekoek, Mogens Glistrup, Grover Norquist tot Geert Wilders die claimt namens ‘het volk’ te spreken. De tragiek is dat deze conservatieve politici op enig moment radicaliseren en de geest niet meer terug in de fles krijgen. Poujade besefte dat en nam later afstand van Jean-Marie Le Pen die binnen Poujades beweging carrière had gemaakt.

De Franse schrijver Roland Barthes karakteriseert in het stuk ‘Enige opmerkingen van Poujade’ in zijn bundel Mythologieën (1957) het Poujadisme als een beweging die in zichzelf gesloten is: ‘Wat de kleinburger de meeste eerbied inboezemt is de immanentie: hij houdt van ieder verschijnsel dat in zichzelf besloten is door naar zichzelf te verwijzen, dat wil zeggen alles wat letterlijk betaald is. De taal is in zijn wendingen en tot in de zinsconstructie belast met het verbreiden van de moraal van lik-op-stuk. (..) Zo blijkt opnieuw uit de taal van Poujade wat de hele kleinburgerlijke mythologie impliceert: de weigering van het anders zijn, het ontkennen van verschillen, het geluk van het identiek zijn, de verheerlijking van de gelijkvormigheid.’ Wie het rechts-populisme van Baudet, Wilders of Trump wil begrijpen kan er baat bij hebben door naar de wortels ervan te gaan. Het beroep op kleinburgerlijkheid en het gezond verstand van deze populisten definiëren ze als een waarheid als een koe en blaten ze elkaar in de geschiedenis na. Niks nieuws onder de zon.

Europa beseft ondanks alle onheilspellende signalen onvoldoende hoe gevaarlijk het Trumpisme is. Het wordt verward met conservatisme

De conservatieve voormalig Republikeinse strateeg Rick Wilson die een van de oprichters van The Lincoln Project is gaat in gesprek met DW News. Hij wijst op het gevaar van het Trumpisme in de VS en elders en wijst op de noodzaak om deze anti-democratische stroming te bestrijden. Velen verwarren ultra-rechtse stromingen als alt-right, nieuw rechts, extreem-rechts of rechts-populisme met conservatisme. Er zijn overeenkomsten tussen het een en ander, maar de verschillen zijn groter. Voor de duidelijkheid moet toegevoegd worden dat het conservatisme niet eenduidig is. Er zit variatie in. Maar als het buiten de bandbreedte komt houdt het op conservatisme te zijn.

Ook journalisten van Nederlandse media maken dat onderscheid tussen het rechts-populisme en conservatisme onvoldoende. Waarbij de vraag is of ze het niet begrijpen of het met een specifieke bedoeling bewust verkeerd voorstellen. Dat is een gemiste kans om de urgentie van het gevaar van het Trumpisme te beseffen. Signaleren van ontwikkelingen is toch een hoofdtaak van de journalistiek. Iemand als Thierry Baudet wordt soms een conservatief genoemd, wat hij in de verste verte niet is of ooit is geweest. Hij heeft reactionaire denkbeelden over kunst, wetenschap, journalistiek, architectuur, samenleving, democratie en politiek die ver af staan van het conservatisme.

Ook een socioloog en politicoloog als Merijn Oudenampsen die zich meermalen over dit onderwerp uitliet heeft een gereduceerd en verwrongen beeld van wat conservatisme is. Hij lijkt de gelijkschakeling of vermenging van Trumpiaans alt-right met conservatisme te gebruiken om dat laatste in een kwaad daglicht te stellen. Hij komt daar nog mee weg ook. Ik vind hem partijdig en niet objectief en schreef in een commentaar over Tim Carney van september 2019: ‘Linkse opinieleiders als Merijn Oudenampsen dichten het conservatisme zelfs een revolutionaire dimensie toe zodat ze het naadloos kunnen verbinden met de denkwereld van Thierry Baudet of Donald Trump. Dat is bedenkelijke en kwaadaardige retoriek. Dat is ongelukkige, linksige intellectuele acrobatiek die vanwege de eigen politieke agenda het onverenigbare probeert te verenigen. Dat zou niet erg zijn als het de verwarring niet vergroot over wat conservatisme is.’

De constatering is dat het Nederlandse publieke debat over politiek rechts waarbij Trumpisme en conservatisme niet worden onderscheiden van laag niveau is. Met als gevolg dat het debat erover niet van de grond komt. Omdat er in Nederland geen gezaghebbende conservatieve intellectuelen en een conservatieve politieke partij bestaan en progressieven begrijpelijkerwijze maar al te graag het conservatieve gedachtengoed aanvallen, kan de misleiding over wat conservatieve politiek is in de Nederlandse publieke opinie zonder verheldering verder woekeren.

Trump, Baudet, Farage, Orbán, Kaczyński, Jansa of dat soort politici zijn geen conservatieven omdat ze het conservatieve gedachtengoed niet onderschrijven of te ver oprekken. Ze hullen zich af en toe met de mantel van het conservatisme om aan te sluiten bij een gelauwerde traditie waarvan ze hopen dat die op hen afstraalt. Dat is nep.

Conservatieven als Rick Wilson behoorden in de campagne van 2020 tot de felste en best georganiseerde tegenstanders van Trump. Zonder hen had Biden waarschijnlijk niet gewonnen. Juist omdat ze beter dan progressieven wisten hoe ze Trump emotioneel, maar ook programmatisch konden raken en het gevaar van deze anti-democratische en autoritaire stroming voor een levensvatbare en weerbare democratie doorzien.

Vanuit centrum-links perspectief hebben conservatieven onder meer verwerpelijke denkbeelden over medisch-ethische kwesties, belastingdruk en eigendom. Maar dat kan binnen de normale politieke kaders bestreden worden. De bestrijding van het Trumpisme is lastig omdat de aanhangers ervan tot een sekte behoren. Trumpisme is een godsdienst waar mensen zo worden opgejut met racistische en christelijke denkbeelden dat ze tegen hun eigenbelang in handelen.  Omdat religie niet om argumenten en verstand, maar om emotie en geloof draait is de normale politieke verstandhouding niet meer mogelijk. Dat is het verschil tussen Trumpisme en conservatisme.

Amerikaanse typologie van het conservatisme vertaald naar de Nederlandse rechtse partijen (CDA, VVD, SGP, PVV, FVD)

Het is aardige hersengymnastiek om politiek rechts in de VS te vertalen naar Nederland. Het verschil is dat de Republikeinse partij een coalitie is van allerlei soorten conservatisme en rechts-radicalisme, terwijl deze stromingen in Nederland verkaveld zijn en apart een thuis vinden in afzonderlijke partijen. Het lijkt te gaan om drie (of vier) afzonderlijke groeperingen waartussen belangrijke verschillen bestaan. Ze vinden niet exclusief, maar wel overwegend onderdak binnen de Republikeinse partij.

Juist dan wordt de vergelijking interessant. Zeker als het gaat over de levensvatbaarheid en rekbaarheid van aparte stromingen. Vraag is hoe ze in een Nederlandse situatie in samenhang elkaar kunnen versterken of verzwakken. Die inschatting geeft een beeld over de levensvatbaarheid en de groeimogelijkheden van de afzonderlijke Nederlandse rechtse partijen.

Rechtse partijen vertegenwoordigd in de Tweede Kamer zijn bekeken vanuit het centrum: CDA, VVD, SGP, PVV en FvD. 50Plus en de afscheidingen die daar uit zijn ontstaan zijn te gefragmenteerd en programmatisch te vluchtig om serieus in te kunnen schatten. Het liberale D66 dat economisch rechts is en cultureel progressief valt niet op te vatten als een partij waar het conservatisme of het rechts-radicalisme doorslaggevend is.

Een onderzoek uit 2014 van PEW Research Center geeft de belangrijkste feiten van de politieke typologie. Aan de rechterkant gaat het om ‘Standvastige conservatieven’ (SC) en ‘Zakelijke conservatieven’ (ZC). In de SC is religieus rechts van conservatieve witte evangelicals dominant die zijn te verenigen rond ethisch-medische standpunten tegen abortus of euthanasie en tegen het homohuwelijk en gendergelijkheid. In de ZC zijn fiscale conservatieven dominant voor wie een terugtredende overheid, economisch vermogen en belastingvoordeel belangrijk zijn.

Interessant en toepasbaar op de opkomst van Donald Trump en alt-right is de opkomende groep van ‘Jonge Buitenstaanders’ (JB) zonder een sterke loyaliteit aan de Republikeinse Partij die in feite een hekel te hebben aan beide politieke partijen. Ze registreerden zich als ‘sociaal progressief’, voorzover ze geen voorstander zijn van een verbod op abortus of het homohuwelijk en niet bijzonder religieus zijn. Maar zoals Amanda Marcotte in een artikel voor Salon verklaart delen ze wel het racisme van de traditionele conservatieven. Ze ziet daarnaast een sterk anti-feministisch sentiment bij deze groep.

Volgens Marcotte zijn de Jonge Buitenstaanders  overgelopen naar de Republikeinen, maar is dat effect waarschijnlijk tijdelijk omdat het direct volgt uit Trumps eigen manier van politiek bedrijven. Deze groep is immers niet per definitie Republikeins, maar is door Trump binnengehaald op standpunten over seksisme, racisme, schoppen tegen het politieke en economische establishment en allerlei complottheorieën. Het valt te betwijfelen of een Republikeinse partij een leider kan vinden die het Trumpisme zonder een ongeremde en ongedisciplineerde Trump even geloofwaardig weet te presenteren.

Wat ontbreekt in Marcotte’s analyse is dat de Zakelijke conservatieven binnen de Republikeinse partij naar de marge zijn gedrongen of zelfs de partij hebben verlaten. In elk geval de opinieleiders van deze stroming en niet zozeer de kiezers. Mede als gevolg van Trumps schoppen tegen het politieke en economische establishment en de overheid. Deze stroming heeft sinds 2016 binnen de partij ernstig aan macht ingeboet. Dat uit zich onder meer in het loslaten van de begrotingsdiscipline die onder Trump volledig uit de hand is gelopen. Dat staat haaks op de geest van het traditionele fiscale conservatisme.

Wie deze driedeling vertaalt naar de Nederlandse rechtse partijen moet eerst een uitbreiding maken naar een vierdeling. Kiezersonderzoek leert namelijk dat de Buitenstaanders bij PVV en vooral FVD eerder oud of van middelbare leeftijd zijn dan jong. Dat leidt tot de groep Oudere Buitenstaanders (OB).

Dat leidt tot de volgende inschatting van de verdeling van de stromingen: CDA: ZC/SC; VVD: ZC; SGP: SC; PVV: JB/OB; FVD: OB/JB. De overeenkomst tussen PVV en FVD is dat de zakelijke elite en religieus rechts er geen onderdak vinden, ondanks Baudets pogingen om in te breken bij de SC via de SGP. Het verschil tussen PVV en FVD is dat eerstgenoemde overwegend laagopgeleide kiezers trekt die sociaal progressiever zijn dan de kiezers van FVD.

Voor de levensvatbaarheid en groeimogelijkheden van Nederlandse rechtse partijen betekent dit dat de PVV en FVD kwetsbaar zijn omdat ze veel Buitenstaanders trekken met weinig partijloyaliteit. Mede omdat PVV en FVD, net als de Republikeinse partij in het geval van Trump, sterk afhankelijk zijn van de respectievelijke leiders Wilders en Baudet kan de ballon van PVV of FVD leeglopen als het succes van de leiders is uitgewerkt. VVD en SGP hebben een duidelijk profiel in het bedienen van respectievelijk de Zakelijke conservatieven en de Standvastige conservatieven die electorale zekerheid bieden. Het CDA is onhelder in haar profiel wat deze partij kwetsbaar maakt. Niet omdat aparte standpunten niet binnen een partij te verenigen zijn, maar omdat er in het Nederlandse politieke landschap partijen zijn die zich met het accent op één standpunt scherper en helderder kunnen profileren.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelThe crackpot factor: Why the GOP is worried about turning out the vote after Trump; Future GOP candidates lack Trump’s secret sauce for attracting new voters — his appeal with Crank-Americans’ van Amanda Marcotte op Salon, 18 november 2020.

PVV’er Harm Beertema verklaart zich tot ‘cultuurchristen’. Wat betekent dat?

Aan nazi-kopstuk Hermann Göring wordt onterecht de uitspraak toegeschreven ‘Wenn ich Kultur höre … entsichere ich meinen Browning”. Het is afkomstig uit het aan Hitler opgedragen toneelstuk Schlageter (1933) van Hanns Johst. Soms, maar niet te vaak moet ik aan de uitspraak denken omdat ik in militaire dienst als ziekenverzorger als persoonlijk wapen ter zelfverdediging een Browning had. Als ik het me goed herinner is deze revolver nauwkeurig tot op 20 meter. Dat vergde oefenen op de schietbaan. Radicaal-rechtse politici van tegenwoordig hebben weer een andere reflex. Hoewel ze ook op de kunst kunnen schieten. Maar daarmee kunnen ze zich niet onderscheiden, want alle Nederlandse politici schieten op de kunst. Ze beschouwen zich als vrijzinnig, maar tevens als iets wat ze ‘cultuurchristen’ noemen. Dat schijnt de tegenvoeter te zijn van een even vaag en onscherp omschreven begrip waar niemand van begrijpt wat het is, het ‘cultuurmarxisme’. Deze rechtse rakkers zijn te gedistingeerd om nog praktiserend of gelovig christen te zijn, maar om politieke redenen staan ze welwillend tegenover het Christendom. Daar komen ze graag voor uit. Hoewel het louter politieke marketing en toneelspel is en ze geen klap menen van hun zogenaamde liefde voor het christendom.

De gewaardeerde onderwijswoordvoerder van de PVV in de Tweede Kamer is Harm Beertema. In antwoord op een tweet van ‘AtheistKlaas’ zegt hij een cultuurchristen te zijn die vindt dat er niks mis is met het bijzonder onderwijs. Nee, dat zijn doorgaans prima scholen. Vraag is niet of er iets mis is met het bijzonder onderwijs, maar of het door de overheid bekostigd moet worden. Dat is dus iets heel anders. Van deze vraag over de bekostiging van het bijzonder onderwijs hebben de vrijzinnige partijen in het parlement de sleutel in handen. Maar ze geven telkens die sleutel uit handen en laten zich afbluffen door de confessionele partijen. Een meerderheid van VVD, D66, PVV, PvdA en GroenLinks durft niet te staan voor de eigen principes, terwijl het de confessionele partijen dat ruiterlijk gunt. Het raadsel is waarom een partij als de PVV de bekostiging van salafistische scholen steunt, terwijl het zich laat kennen als een verklaard tegenstander van de islam.

Het is juist dat het Christendom een positieve rol heeft gespeeld in de Europese Verlichting. Hoe dan ook zou het merkwaardig zijn als een religie die 20 eeuwen overheersend aanwezig is geweest op een continent geen stempel zou hebben gedrukt op de identiteit ervan. Door de eeuwen heen heeft het Christendom echter ook een negatieve rol gespeeld. Denk aan het tegenwerken van de wetenschap, de strenge tucht tegenover afwijkende meningen en de allesverzengende claim van het alleenrecht op de waarheid. De argumentatie van Beertema klopt daarom niet. Het christendom is de katalysator geweest die Europa heeft gemaakt tot wat het is. In dat proces verdwijnt het christendom. In Nederland verklaart nu nog ongeveer 38% van de bevolking tot de belangrijkste christelijke stromingen te behoren. De waarden van Europa zijn ontstaan, terwijl het Christendom langzaam verdwijnt. Of zich in nieuwere vormen manifesteert die ver af staan van de traditie.

Voor meer commentaren over de relatie van radicaal-rechtse politiek en het (conservatieve) christendom zie:
Rechtse christenen worstelen met de vraag of ze zich kunnen verbinden met het populisme van ‘messias’ Thierry Baudet (6 juli 2019).
– SGP’er Both drukt conservatieve christenen tegen de borst en verkiest aanval op ‘goddelozen’ boven verdediging van rechtsstaat (14 december 2017).

Foto: Tweet van Harm Beertema, 20 mei 2020 (met eigen reactie).

Spanning binnen AfD tussen conservatieve en extreme vleugel

Spanning tussen ‘vleugels’ bestaat in alle politieke partijen, maar niet in dezelfde mate. De voormalige VVD-leider Hans Wiegel zei ooit met een scherts dat zijn partij geen vleugels, maar alleen vlerken kent. Dat weerhoudt hem er op z’n oude dag niet van om de radicale Thierry Baudet te adviseren en via coalitievorming de VVD verder naar rechts te trekken. Het bestaan van vleugels binnen partijen hoeft niet negatief opgevat te worden. Het kan staan voor debat over inhoud. Nu ontbreekt die inhoudelijke discussie in de VVD, het CDA en D66. Hoe kunnen grijze partijen die duiken vleugels hebben zonder inhoudelijk debat? Maar ze kunnen ook tot een giftig debat leiden die een partij verzengt. Denk aan Rita Verdonk en Mark Rutte in de VVD. Flankpartijen kennen de meeste strijd tussen vleugels. Omdat links op dit moment minder initiatief heeft, valt het daar minder op. Denk aan radicalen als Mohamed Rabbae en René Danen die GroenLinks eerder kwijt dan rijk wilde zijn. De gevechten binnen de vleugels van rechts-radicale partijen krijgen de meeste publiciteit omdat ze het felst zijn. De details zijn het sappigst. Zo is er binnen de AfD spanning tussen de naar verhouding gematigde rechts-conservatieven als deel-partijleider Jörg Meuthen en rechts-extremisten als de coördinator voor Brandenburg Andreas Kalbitz die graag in nazikostuum paradeert. De laatste is uit de partij gezet. Hij zegt de uitsluiting in de rechtbank aan te zullen vechten. FvD kende dezelfde strijd tussen de rechts-conservatieve Henk Otten en de radicale, tegen het extremisme aanleunende nationaal-populist Thierry Baudet. Daar werd Otten uit de partij gezet, bij de AfD zijn het juist de extremisten die dat overkomt.

‘Never Trumper’ Steve Schmidt noemt Trump een imbeciel en idioot

Amerikanen houden graag van overdrijving. Ooit zou hun land het meest exceptionele land ter wereld zijn geweest omdat het op een idee van gelijkheid voor allen zou zijn gebaseerd. Dat is potsierlijk. Ondanks de politieke, economische, mentale, medische en sociale neergang onder president Trump is de VS nog steeds niet tot inzicht gekomen en denkt het nog steeds een gidsland met een missie te zijn geweest. Vanwege hun economische en militaire macht kan de VS de eigenwaan volhouden dat het exceptioneel is. Dat zelfbeeld komt voort uit projectie. Wereldse macht ontstaat zonder tegengeluid in isolatie en wordt aangewakkerd door het christendom. Het is niet gebaseerd op een opdracht of een bijzondere geschiedenis. Zo’n claim van exceptionalisme kan elk land zichzelf voorhouden, maar wordt daarmee nog geen waarheid die authentiek is.

Steve Schmidt is een voormalige Republikeinse strateeg die onder meer heeft gewerkt in de campagnes van president George Bush, California Gouverneur Arnold Schwarzenegger en presidentskandidaat John McCain. De laatste zadelde Schmidt in 2008 op met het onzalige plan om Sarah Palin als kandidaat voor het vice-presidentschap te nomineren. Zelden viel een lichtgewicht als Palin zo snel door de mand. Schmidt heeft zich vanaf het begin verzet tegen Trump. Samen met andere conservatieve, (ex)-Republikeinse Never Trumpers als Rick Wilson en George Conway hebben ze het Lincoln Project opgericht dat als voornaamste doel heeft om president Trump en het Trumpisme bij de stembus te verslaan. Deze Never Trumpers hebben tijdens Trumps presidentschap aansluiting gevonden bij de Democratische partij en de media waar kritiek klinkt op Trump, zoals de kwaliteitskranten, CNN en het ooit progressieve MSNBC. Die samenwerking bracht Perry Bacon op de politieke site FiveThirty Eight op 5 mei 2020 tot het artikelHow ‘Never Trumpers’ Crashed The Democratic Party’ waarin hij stelt dat ze een factie van de Democratische partij zijn geworden en hielpen om Bernie Sanders naar de marge te verdringen. Bacon vermoedt dat ze weer overstappen als Trump zwaar verliest.

Het is dus logisch dat Steve Schmidt zich op MSNBC in het programma van Joy Reid keert tegen Trump. De Never Trumpers spreken zich samen met progressieve Democraten als parlementslid Maxine Waters in de publiciteit het felst uit tegen Trump. Dat is de rolverdeling. Ze kunnen vrij schieten vanaf de flanken op de regering-Trump. Omgekeerd dient het Democratisch leiderschap de continuïteit te bewaken en is het kwetsbaar voor aanvallen van de rechtse media en de Republikeinse partij. Schmidt keert zich al weken hard tegen de aanpak van de coronacrisis door Trump die hij als rampzalig kwalificeert: ‘Donald Trump is de slechtste president die dit land ooit heeft gehad. Ik zeg dat niet uit overdrijving – dat is hij. Maar hij is een consequente president. Hij heeft dit land in drie korte jaren naar een zwakke plek gebracht die gewoon onvoorstelbaar is als je nadenkt over waar we nu zijn vanaf de dag dat Barack Obama zijn ambt verliet.’ Hij vervolgt door Trump een imbeciel en idioot te noemen. Dat zijn volgens hem de precieze woorden om het gedrag en de acties van Trump te beschrijven. ‘We hebben nog nooit een niveau van incompetentie gezien, een zo onthutsend niveau van onbekwaamheid van wie dan ook in de geschiedenis van het land.’ Overdreven?

De opinie van Afshin Ellian over de afzetting van Trump is journalistieke, politieke en wetenschappelijke oplichterij

Rechtswetenschapper Afshin Ellian heeft een column in Elsevier Weekblad en laat zich daarin kennen als een fervente verdediger van president Trump. Dat is een legitieme opstelling als hij daarbij de feiten en de logica zou respecteren. Maar dat doet Ellian niet. Ik leg zijn column ‘Afzettingsprocedure Trump is politieke oplichterij’ van 24 januari 2020 puntsgewijs langs de meetlat van het gezonde verstand en de op dit moment bestaande kennis over deze kwestie en kom tot een afsluitende conclusie over de opstelling van Afshin Ellian.

1) Ellian meent dat de Democraten met de afzettingsprocedure hun hoofd verliezen en de keuze van de Amerikaanse kiezer in november 2020 moeten afwachten. Hij stelt zelfs dat zij ‘met behulp van de media’ de democratie saboteren. Dit is om drie redenen onjuist.
a) Als de afzetting van president Trump succesvol verloopt, dan wordt hij opgevolgd door vicepresident Mike Pence. Hij is ook een Republikein. Hiermee wordt de uitslag van de verkiezingen van 2016 niet gesaboteerd in de zin dat de macht om oneigenlijke redenen aan de Democraten wordt overgedragen. Pence kan op zijn beurt een nieuwe vicepresident benoemen die tweede in de lijn van opvolging is.
b) De keuze van de kiezer kan niet afgewacht worden omdat er een urgente situatie bestaat dat een eerlijk electoraal proces onder druk staat. Een buitenlandse macht, te weten de Russische Federatie mengt zich zonder dat te verbergen in dat proces. De federale regering heeft in drie jaar geen maatregelen genomen om die inmenging te verhinderen en heeft waarschuwingen van inlichtingendiensten om het electorale proces te beschermen naast zich neergelegd. Een rapport van een Senaatscommissie onder leiderschap van de Republikeinse Senator Richard Burr concludeerde in oktober 2019 dat ‘Russian disinformation efforts may be focused on gathering information and data points in support of an active measures campaign targeted at the 2020 U.S. presidential election’. Het gevolg van een ander is dat de verkiezingen gecorrumpeerd zijn en de Amerikaanse kiezer zich niet vrij, zonder externe beïnvloeding kan uitspreken.
c) Hoe ‘de media’ behulpzaam zouden zijn bij de sabotage van de democratie is onduidelijk. Ze doen verslag van de gang van zaken en treden juist op als venster op de democratie die president Trump wil sluiten.

2) Ellian verwijt de Democraten dat ze de afzettingsprocedure zijn begonnen ondanks het feit dat ze geen meerderheid in de Senaat hebben. Ellian verwijt ‘House Manager’ Adam Schiff dat hij ‘de setting van het parlement als een rechtbank’ beschouwt. Dit is om twee redenen onjuist.
a) Bij een impeachment hebben Huis en Senaat verschillende rollen. Het Huis treedt in de procedure op als aanklager en de Senaat als jury. Het doet er voor de procedure niet toe welke partij de meerderheid in de Senaat heeft.
b) Congressman Schiff meent samen met gezaghebbende constitutionele deskundigen dat in een impeachment procedure de Senaat als rechtbank optreedt. De 100 Senators zijn de juryleden en de voorzitter van het Hooggerechtshof John Roberts is de president die de rechtbank voorzit. Ellian is verkeerd geïnformeerd als hij claimt dat de afzettingsprocedure door het parlement in theorie een ‘zuiver politieke procedure’ is. Die lading wordt er in het gepolariseerde partijpolitiek landschap door sommigen wellicht aan gegeven, maar de Framers die de Constitutie hebben geschreven hebben dat niet zo bedoeld.

3) Ellian beweert dat Schiff geen bewijs heeft. Dat is onjuist.
De Democraten hebben afgelopen week op 22, 23 en 24 januari 2020 in hun pleidooi in de Senaat allerlei bewijs overlegd. Dat bewijs legt een patroon bloot van een regering Trump die onwettige voorwaarden stelde aan hulp aan Oekraïne, te weten een onderzoek naar Joe Biden en zijn zoon Hunter. Het bewijs legde ook een patroon bloot van obstructie van het Congres in het onderzoek naar de feiten. Ellian gaat eraan voorbij dat het uniek is dat het Witte Huis geen documenten overlegt en getuigen verbiedt om in de Senaat te getuigen. Dat frustreert de waarheidsvinding en is een bewuste obstructie ervan door het Witte Huis. Dat was bij de afzettingsprocedure van Clinton anders. Toen werden tienduizenden pagina’s documenten aan het Congres overlegd en werden vele getuigen in open zittingen gehoord. Insiders als de voormalige Nationale Veiligheidsadviseur John Bolton die een geharnaste conservatieve Republikein is heeft zich bereid verklaard om in de Senaat te getuigen als hij daartoe gedagvaard wordt. Maar het Witte Huis zet hem en betrokkenen zoals de voormalige juridische adviseur van het Witte Huis Don McGahn en huidige chef-staf van het Witte Huis Mick Mulvaney onder druk om geen gevolg te geven aan de oproep van het Congres. In het verlengde hiervan lijken de Republikeinse Senatoren de oproep van de Democraten voor een open proces waarin documenten worden overlegd en getuigen worden gehoord te blokkeren. De paradox is dat Trump wel zo’n open proces wilde, maar hem dit door McConnell uit het hoofd is gepraat vanwege onvoorzienbare risico’s.

4) Ellian meent dat de Republikeinen terecht niet meedoen aan het ‘zieke politiek spel’.
Dat is onjuist. De Republikeinen blokkeren een open proces in de Senaat omdat ze de feiten niet aan hun kant hebben. Nogmaals, dit is anders dan de Clinton-impeachment waar Democraten geen beperking oplegden aan het toelaten van documenten en getuigen. Tot nu toe hebben Republikeinen de feiten die de Democraten naar voren brachten niet weersproken. Kritiek van Republikeinse senatoren als Lindsey Graham en Mitch McConnell of de advocaten die in de Senaat optreden namens het Witte Huis richt zich op de procedure, maar niet op de zaak zelf. Een impeachment is geen ongrondwettelijke of ondemocratische procedure zoals Ellian abusievelijk claimt, maar een rechtmatige noodrem die de Framers vanwege het optreden van machtsmisbruik van de president in de Constitutie hebben verankerd. Alleen, de Framers hebben onvoldoende voorzien dat het parlement zich tot deel van dat machtsmisbruik zou laten maken.

5) Ellian meent dat het Mueller-onderzoek niet heeft aangetoond dat Trump en zijn medewerkers hebben samengezworen met het Kremlin. Dat is om zes redenen onjuist.
a) Het team van speciale aanklager Robert Mueller heeft het over ‘conspiracy’. Dus samenzwering. Uit het ontbreken van ‘conspiracy’ kan men niet afleiden dat er geen sprake van ‘collusion’ is. Ofwel, geheime verstandhouding. Minister William Barr en Trump schreeuwden van de daken dat Mueller zegt ’no collusion’, maar zowel letterlijk als volgens de strekking van het rapport zegt Mueller dat helemaal niet. Daarnaast is ‘collusion’ geen juridische term.
b) De twee componenten, te weten ‘conspiracy’/‘collusion’ en ‘obstruction’ hangen nauw samen. In het Mueller-onderzoek volgt het een uit het ander. Concreet, de obstructie door Trump zadelde Mueller met inhoudelijke en juridische beperkingen op waardoor hij over de ‘conspiracy’ niet tot conclusie kon komen die zonder obstructie door Trump gedetailleerder, ruimer en ongetwijfeld vernietigender geformuleerd had kunnen worden. Ofwel, Trump heeft het onderzoek in hoge mate gefrustreerd door tegenwerking zodat Mueller geen voldoende data kon verzamelen om tot een afrondende conclusie over ‘conspiracy’ te komen.
c) Naast het onderzoek door de speciale aanklager naar het criminele gedrag van Trump en zijn medewerkers bevat het onderzoek ook een ‘counterintelligence’ component die vanwege de gevoelige aard ervan geheim is, door de FBI wordt uitgevoerd en niet publiekelijk wordt gepubliceerd. Deze component gaat met name om de vermeende samenzwering van Team Trump met het Kremlin. [NB: achteraf bleek dat dit onderzoek nooit uitgevoerd is. Niet door Mueller en niet door de FBI. Ze dachten van elkaar dat de ander het onderzoek deed].
d) Uit de vele aanklachten door Mueller van Russen, maar ook Trumps voormalige campagnemanager Paul Manafort is nauwgezet af te leiden dat er een hoge mate van samenwerking en verstandhouding was tussen leden van Team Trump en vertegenwoordigers van de Russische overheid.
e) Het Mueller-rapport is niet het enige onderzoek dat tegen Trump liep. Er lopen nog tientallen andere onderzoeken naar allerlei aspecten van de criminele handel en wandel van Trump en zijn bedrijven. Met name het onderzoek door de procureur van het Southern District of New York (SDNY) waar Trumps zakenimperium is gevestigd wordt voor Trump als gevaarlijker beschouwd dan het Mueller-onderzoek. Het SDNY benadert de Trump organisatie met zogenaamde RICO-wetgeving die in het verleden ook werd ingezet tegen maffia organisaties die uiteindelijk ontmanteld werden. Dat lot wacht Trumps organisatie ook. Het onderzoek spitst zich toe op de samenwerking van Trump sinds de jaren 1980 met de Russische maffia en witwaspraktijken, bankfraude en belastingontduiking door de Trump Organisatie bij de verkoop van vastgoed. Samenwerking met Russische en andersoortige vertegenwoordigers uit de invloedssfeer van de vroegere Sovjet-Unie is een duidelijk geval van ‘collusion’. Feitelijk valt het buiten het Mueller-onderzoek, maar gezien de beperkingen in zijn opdracht heeft Mueller onderdelen van het onderzoek ondergebracht bij lokale procureurs.
f) De opdracht aan Mueller voor zijn onderzoek was beperkt en betrof de criminele en andersoortige relaties van Trump met de Russische overheid. Daarnaast was Mueller in zijn mandaat niet autonoom, maar afhankelijk omdat hij ressorteerde onder het ministerie van Justitie en verantwoording af moest leggen aan de top van dat ministerie. Zoals hij in zijn rapport aangeeft hing zijn positie aan een dun draadje. Dat was eerst onderminister Rod Rosenstein en daarna minister William Barr. Beide Republikeinen, zoals Robert Mueller en vele andere hoofdrolspelers in dit onderzoek ook Republikeinen zijn. De strekking van Muellers onderzoek was relatief beperkt evenals de zelfstandigheid om het onderzoek uit te voeren. Daarnaast is de interpretatie van de wetgeving, met name waar het de onaantastbare positie van een zittende president betreft, waarmee Mueller en zijn team te maken hadden, zo streng en was de taakopvatting van Mueller zo hoog en vol redelijkheid dat hij de lat hoog heeft gelegd om te concluderen dat er geen sprake van ‘conspiracy’ was. Maar het feit dat Mueller om diverse redenen niet besloot om te beweren dat Trump direct valt te linken aan ‘conspiracy’, wil nog lang niet zeggen dat hij geen aanwijzingen voor ‘conspiracy’ heeft gevonden. Laat staan dat Trump zou zijn vrijgepleit van het ruimere begrip ‘collusion’, ofwel geheime verstandhouding.

6) Ellian meent dat de rechtsstaat op dit moment door het handelen van president Trump niet in het geding is. Dat is onjuist.
Of liever gezegd, Ellian heeft een mening waar allerlei andere meningen tegenover kunnen worden gezet die erop wijzen dat de rechtsstaat wel in het geding is. De vrees is dat de democratische instituties vier jaar Trump overleven, maar acht jaar Trump niet. De aanwijzingen daarvoor zijn talrijk. Zo zei Trump op de beruchte ontmoeting in Helsinki met de Russische president Putin dat hij hem meer gelooft dan zijn eigen inlichtingendiensten. Zo heeft Trump zich de afgelopen jaren meermalen gekeerd tegen rechterlijke uitspraken die niet in zijn straatje pasten. Zo schoffeert Trump voortdurend hoge militairen, hoge ambtenaren of zijn eigen kabinetsleden. Hij zet ze onder druk door angst te zaaien, waardoor ze hun taken volgens de geldende regels niet meer kunnen uitoefenen. Dat geldt niet in de laatste plaats voor de Republikeinse Senatoren die door Trump in de impeachment procedure oneigenlijk onder druk worden gezet zodat het parlement ophoudt om onafhankelijk te functioneren. Maar vooral volgt Trump de regels van de Constitutie niet, laat hij zijn minister van Justitie -die in de Amerikaanse verhoudingen een bijzondere rol als bewaker van de Constitutie heeft- optreden als zijn persoonlijke advocaat en onthoudt hij het Congres en het Amerikaanse volk tegen alle regels en procedures in door het oprekken van het beroep op ‘executive privilege’ informatie die hij verplicht is te overleggen aan het Congres. Dat brengt de werking van de rechtsstaat inclusief de democratische instituties in gevaar. Daarnaast tornt Trump aan grondrechten voor allerlei doelgroepen.

De conclusie is dat Ellian de ‘talking points’ van Trump volgt. Onbegrijpelijk is waarom hij dat doet en geen autonome positie inneemt. Ellian presenteert zich in zijn column immers als wetenschapper. Hij pretendeert meer dan een journalist of opinieleider te zijn, maar maakt die pretentie niet waar. Want bij het serieus bedrijven van wetenschap hoort een empirische houding die de feiten serieus in overweging neemt. Maar Ellian laat de feiten uit een mening van anderen volgen. Dat is des te opvallender en teleurstellender omdat hij in Iran als links-radicaal zuchtte onder het autoritaire regime van de islamisten. Je zou denken dat Ellian in zijn persoonlijk leven voldoende kennis en ervaring heeft opgedaan om autoritair gedrag van leiders te herkennen en af te wijzen. Maar als hij die kennis en ervaring al zou hebben, het blijkt uit zijn column niet dat hij die gebruikt. Hij stopt het weg. Ellian verdedigt direct het autoritaire gedrag van president Trump dat hij in volledige lijn met de werking van de rechtsstaat acht en verdedigt indirect het autoritaire gedrag van president Putin met wie Trump een sterke band onderhoudt. Met zijn opinie treedt Ellian niet alleen buiten wetenschap en objectieve journalistiek, maar ook buiten het traditionele conservatisme dat uiteindelijk niet de rechtsstaat en de Constitutie ter discussie stelt. Dat laatste doet Trump wel. Door het voor Trump op te nemen die zo aantoonbaar morrelt aan rechtsstaat en Constitutie beseft Ellian niet dat hij zijn eigen objectiviteit verliest. Blijkbaar zijn dit soort columns hem het verlies van zijn eigen geloofwaardigheid waard.

Foto: Schermafbeelding van deel columnAfzettingsprocedure Trump is politieke oplichterij’ van Afshin Ellian in Elsevier Weekblad, 24 januari 2020.