Zijn Nederlandse binnensteden feestplekken? Nemen stadsbesturen hun verantwoordelijkheid?

bin

Mijn reactie op een artikel van DUIC over de Utrechtse binnenstad. Moet er genoegen mee genomen worden dat Nederlandse binnensteden feestplekken of is er nog plek voor fundamentele bijsturing? Richting kwaliteit:

Alles is een kwestie van maatvoering. Hoe je er ook tegenaan kijkt, niemand zal ontkennen dat er de laatste 40 jaar ontzettend veel kroegen, restaurants en koffietentjes zijn bijgekomen in Utrecht. Ik herinner me in de jaren ’70 de keuze uit twee Italiaanse restaurants die in de Voorstraat gevestigd waren, Piccola Roma en Paulo daartegenover. Kom daar nu eens om.

Het heeft weinig zin om terug te kijken. Het gaat om nu. Het gaat erom om de stad bewoonbaar, leefbaar en prikkelend te houden. Voor bewoners, toeristen en ondernemers. Groei is goed. Om hetzelfde te blijven moet de stad veranderen. Maar de vraag is in welke mate. Groei die door het stadsbestuur niet beheerst wordt ontaardt in wildgroei.

Genotzucht en het najagen van prikkels hoort er blijkbaar bij. Maar het is ook een kwestie van vraag en aanbod. Als er 25 kloosters in de Utrechtse binnenstad staan spreekt dat andere verlangens aan dan bij een situatie met 25 kroegen. Voorbeelden doen volgen. Het stadsbestuur moet ontwikkelingen volgen en zorgen dat de groei natuurlijk verloopt. Maar het moet ervoor oppassen dat het niet vooruitloopt op ontwikkelingen waarvan het helemaal niet zeker is of ze aan de diepere wens van bewoners en toeristen voldoen.

Het lijkt er nu op dat aangejaagd door marktpartijen het stadsbestuur in een oppervlakkige scan concludeert dat het daadkracht en wereldwijsheid moet tonen door horeca op horeca te stapelen. Bang om achter te blijven. Het is de vraag of wijs beleid juist niet het omgekeerde bewerkstelligt.

Uiteindelijk is de ultieme vraag of Utrecht gaat voor kwantiteit of kwaliteit. Nu lijkt het stadsbestuur sterk in te zetten op kwantiteit. Zo vanzelfsprekend is dat echter niet. Laat de raad maar eens op werkbezoek gaan naar die Europese steden die kiezen voor kwaliteit. Zonder gevelreclame, zonder harde muziek die uit panden klinkt en zonder een houding die de bewoners van een binnenstad overlevert aan de commercie.

Zelfs bij de huidige groei van de horeca kan het stadsbestuur meer waarborgen van kwaliteit van leven voor bewoners en toeristen inbouwen. Waarom het stadsbestuur dat niet doet is schaamteloos en zou onderwerp voor debat in de raad moeten zijn.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelWijkraad Binnenstad boos: “Het is nu één grote feestplek”’ in DUIC, 3 maart 2017.

Buurtsupers in krimpregio’s hebben de toekomst van het verleden

Krimp is niet zomaar een kwestie die makkelijk te overzien valt en de krimpcoach het antwoord op heeft. Hij meent dat het voor inwoners van kleine dorpen belangrijk is om elkaar te ontmoeten, maar dat dat niet per se in de buurtsuper hoeft te zijn. Dat lijkt op de aan Marie-Antoinette toegeschreven onbedoelde kwinkslag ‘Als ze geen brood hebben, dan eten ze toch cake!’. De zwarte humor in Drenthe wordt door de geschiedenis gekleurd. Ook burgers in krimpgebieden hebben een meervoudige identiteit. Ze willen voorzieningen houden en zien liever geen sociale functies uit hun dorp verdwijnen, maar ze denken ook aan hun portemonnee. De buurtsuper in het Drentse Gasselte gaat dicht, terwijl die in Gasselternijveen weer open gaat. Groeikrimp.

Friese partijleden boos op partijtop. Ze willen hun partij terug

Weinigen zullen het beseffen, maar kinderboekenschrijfster Janny van der Molen uit het Friese De Knipe past in het rijtje Bernie Sanders, Jeremy Corbyn en Donald Trump. Ze is onderdeel van de opstand van onderop tegen het establishment. In dit geval het establishment van de PvdA. Dat is een scheidslijn tussen hoog- en laagopgeleid, kansrijk en kansarm, binnen en buiten. Dertig kritische PvdA’ers hebben het partijbestuur een open brief geschreven die in de Leeuwarder Courant is gepubliceerd. Ze willen hun eigen partij terug.

De reactie van PvdA-leider Diederik Samsom toont zijn onbegrip en het gelijk van de briefschrijvers:. Hij is geïrriteerd. Samsom begrijpt niet waar het echt om gaat. Het gaat niet om kinderpardon, onderwijs, gasboringen of welk onderwerp dan ook. Dat is slechts een aanleiding. Het gaat om het feit niet gehoord te worden, buitengesloten te worden door een in zichzelf verstrikt zittende partijelite in Amsterdam en Den Haag. Het gaat om de afstand van het establishment tot de gewone partijleden. Ze voelen zich belazerd en pikken het niet langer. Ze komen in opstand. Ze vinden dat de politieke discussie verkeerd gevoerd wordt.

In 2014 was er het rapport ‘De PvdA Fryslân en de toekomst van het Rode Noorden; Samen sterk naar 2018!’ waar vertrekkend PvdA-kamerlid en cultuurwoordvoerder Jacques Monasch aan meeschreef. Hij verlaat teleurgesteld de kamer omdat hij het niet eens is met de koers. Uit de column in NRC van Tom-Jan Meeus blijkt dat het verhaal gaat dat Monasch ‘volgend jaar als niet-PvdA’er terugkeert op het Binnenhof – hij wil er niets over zeggen.’ Monasch: ‘De leiding ziet de eigen smetvrees voor de eigen kiezers niet meer’. Dat verzet tegen de eigen bestuurlijke elite is de hoofdreden voor de Friese briefschrijvers. Een andere reden is dat ze het sociaal-democratisch gedachtengoed weer centraal willen zetten. Ofwel, het belang van de werknemer.

NL2025 is vol van goede bedoelingen en gemeenschapsgevoel. Politiek?

nl2025

Het is ontzettend moeilijk om niet cynisch te worden over het initiatief NL2025 waaraan naar eigen zeggen ‘bestuurders en leiders uit de culturele en wetenschappelijke wereld, kunstenaars, CEO’s en sporters (“Aanjagers”) zich hebben verenigd.’ Namen zijn onder andere oud-schaatser Erben Wennemars, oud-politica Erica Terpstra , voormalig premier Jan Pieter Balkenende en topmannen van Philips, DSM, Ahold en Rabobank. Het foto-album leest als middelbaar, grijs en maatschappelijk gearriveerd met enkele vrouwen en allochtonen.

NL2025 zegt geen tijd te hebben om te soebatten, maar met ideeën mensen bij elkaar te willen brengen en te verbinden. Dat komt dus neer op anti-politiek die namens het volk zegt te spreken. Dat past perfect in de tijdgeest. Als voorbij moet worden gegaan aan verschillen in inzicht, wereldbeeld, strategie en politieke kleur, dan resteren de abstractie, de goede bedoelingen en het gemeenschapsgevoel. Ach, baat het niet, het schaadt ook niet, zou men kunnen denken. Dus laat duizend bloemen bloeien om tot beter onderwijs, duurzame groei en een vitale samenleving te komen. De oplossing ligt elders. In machtsdeling met de burger én versterken van het parlement, en in het eind aan de economisering van de politiek en de macht van het bedrijfsleven. Maar dat is zo simpel en ligt zo voor de hand dat het door sommigen graag ingewikkeld wordt gemaakt.

Foto: Schermafbeelding van hoofdstukje ‘Help je mee?’ van NL2025.

Europese Commissie lanceert de Capital Markets Union

Vandaag lanceerde de Europese Commissie de Capital Markets Union. Een plan om belemmeringen voor grensoverschrijdende investeringen te verwijderen, de kosten van het aantrekken van kapitaal te verminderen en de financiering van de economie te diversifiëren om de economische groei en werkgelegenheid in Europa te ondersteunen. Politico noemt het het meest ambitieuze plan van de EU sinds de lancering van de euro in 1999. De verantwoordelijk Britse eurocommissaris Jonathan Hill karakteriseert het als ‘het koppelen van besparingen aan groei in Europa’. Opzet is om de Europese economie te versterken en het vooral het midden- en kleinbedrijf makkelijker te maken financiering te vinden buiten de traditionele financiële instellingen om.

Nederland kan goed zonder PvdA, niet zonder sociaal-democratie

media_xll_2229879

Het rapport ‘De PvdA Fryslân en de toekomst van het Rode Noorden; Samen sterk naar 2018!’ leest als een aanbeveling voor betere organisatie, electorale focus en marketing van de PvdA in Friesland. Het komt niet los van de waan van de dag en blijft gevangen in de schaduw van de praktische politiek. Een boekbespreking van Arnold Heumakers over Aristoteles’ Politica biedt meer ideeën, oplossingen en stof tot denken dan deze gids voor de lokale politiek dat het bestaande herschikt, maar de politiek zelf buiten discussie laat. Geschreven door Nieske Ketelaar, Remco van Maurik en Jacques Monasch in opdracht van PvdA Friesland naar aanleiding van de gemeenteraadsverkiezingen van 2014. Aanbevelingen zijn om de naam van de afdeling om te dopen tot PvdA Fryslân en de politieke organisatie te professionaliseren tot een ‘Rode Werkplaats’. Het rapport blijft aan de oppervlakte en trapt open deuren in (‘het verliezen van je eigen gezicht door het regeren met de VVD’).

In een opiniestuk in De Volkskrant naar aanleiding van het rapport vraagt Bert Wagendorp of Nederland goed zonder de PvdA kan. Da’s de verkeerde vraag. Zonder twijfel kan Nederland goed zonder de PvdA. Uitgaande van de huidige PvdA met de leiders Diederik Samsom, Jeroen Dijsselbloem, Lodewijk Asscher en Hans Spekman zou Nederland er waarschijnlijk beter op worden zonder PvdA. Maar het gaat om een andere vraag, namelijk kan Nederland goed zonder een sociaal-democratische volkspartij? Daarop is het antwoord nee.

Voor het tegenwicht heeft Nederland een geloofwaardige sociaal-democratische partij nodig. Niet om te concurreren met andere partijen, maar om de achterban aan de hand te nemen naar een maatschappelijke ontwikkeling die leidt tot getemd kapitalisme met compassie, aandacht voor kunst en natuur, een compacte maar sterke overheid, betere vertegenwoordiging van individuele burgers in de politiek ten koste van de partijpolitiek, en het oppergezag dat niet langer bij de economie maar bij de politiek ligt. Dit vraagt denken van het kader dat het belang van de eigen partij en de partijpolitiek overstijgt. Daartoe is het niet in staat.

Het is niet zo dat er in de PvdA niet wordt nagedacht en er geen bevlogen artikelen verschijnen. Maar die zijn vaak niet dwingend genoeg om onmisbaar te zijn en laten de vraag naar het eigen bestaan buiten schot. Zo haalt het artikel ‘PvdA staat met transactie-denken haar eigen waarden in de weg’ uit juli 2014 van Eerste Kamerlid Adri Duivesteijn van alles overhoop, maar stopt het voor de vraag wat de PvdA toevoegt. De vraag naar de functie van een politieke partij anno 2014 of het belang van een sociaal-democratische partij wordt niet gesteld. Zo draait de PvdA ziende blind neergaande cirkels naar de overbodigheid. En doet er verslag van.

Foto: PvdA-leider Diederik Samsom gaat tijdens campagne voor de gemeenteraadsverkiezingen langs de deur met roze rozen, april 2014.

Overpeinzingen bij boekbespreking van Aristoteles’ Politica

SFA022823147

Een boekrecensie uit januari 2013 in NRC (achter betaalmuur) van Aristoteles’ Politica door Arnold Heumakers geeft te denken over de inrichting van de politiek. Hoe kan een tekst van ruim 23 eeuwen oud helpen onszelf en onze politiek te begrijpen? Aristoteles beveelt een houding van matiging en deugdzaamheid aan die op gespannen voet staat met de hedendaagse politiek en samenleving. Waar grenzeloosheid, bezit en groei de norm zijn geworden. Met fragmentering als gevolg. Heumakers stelt aan de hand van Aristoteles de vraag hoe het economische  systeem hervormd kan worden en politici namens de burgergemeenschap weer de macht in handen kunnen nemen. Het antwoord op die vraag is het verschil tussen geloof en wantrouwen in de politiek:

Opmerkelijk hierbij is de aandacht voor de economie, tegenwoordig misschien wel de meest bepalende factor in de politiek. Het is zelfs de vraag wie nu echt de macht in handen heeft: de politici of de financiële markten? Dreigt de economie of liever het kapitalisme niet de politiek op te slokken? Dat zou beslist niet naar Aristoteles’ zin zijn geweest, net zo min trouwens als het kapitalisme zelf.

Wanneer hij in het eerste ‘Boek’ het huishouden behandelt, als de kiem van de polis, en ook de bezitsvorming onderzoekt, is duidelijk dat geld en commercie door hem met het grootst mogelijke wantrouwen worden bezien. Waarom? Omdat ze grenzeloosheid in de hand werken. De begeerte naar geld en bezit kent geen einde meer, zodra de natuurlijke maat wordt losgelaten. En die natuurlijke maat ligt in het doel van de polis, in het goede leven: méér bezit dan daarvoor nodig is, hoeft niet vergaard te worden. Of het gaat mis.

Sinds het Darwinisme ons beeld van de natuur bepaalt, ligt het niet meer voor de hand om natuur en maat of grens aan elkaar te koppelen. Juist de grenzeloosheid van de kapitalistische begeerte (groei!) heeft nu iets natuurlijks, terwijl Aristoteles’ natuurlijke maat eerder een ethische en dus culturele norm is geworden.

Hoe kan de geest terug in de fles zodat matiging, praktisch realisme, vertegenwoordiging van middenklassen en het oppergezag van de politiek leidend worden bij onze staatsinrichting? Vergezeld van een dienstbaar kapitalisme dat getemd is. Ontdaan van haar kwalijke kanten die samengaan met groei en bezit. Zonder uit te wijken naar concurrerende systemen zoals het socialisme die het er doorgaans slechter op maken en afleiden van de oplossing. Heumakers geeft aan dat de oplossing niet makkelijk is. Want gevestigde belangen moeten afgebroken worden. Een eerste stap zou zijn als politieke partijen verklaarden te beseffen dat dit onderwerp belangrijk genoeg is om hoog op de agenda te staan. Met als voordeel dat ook politieke partijen weer nut krijgen en meer worden dan een gekkenhuis dat vaak dient als baantjesmachines voor middelmatige talenten.

Foto: Stemmachine. Finland, 1927.

Globalisering, immigratie, economie en Edin Mujagic

Wat is globalisering? Econoom Edin Mujagic legt het in simpele taal uit. Wat leren de politieke partijen ervan? Mujagic spreekt graag in beelden, zoals prijskaartjes die ergens aan hangen of het plukken van vruchten. Over immigratie met voor- en nadelen: ‘Wat Nederland ook kiest, aan beide en niet alleen aan open grenzen, hangt een prijskaartje.’ En: ‘Richt het immigratiebeleid zo in dat onze deuren wijd open gaan voor buitenlanders die onze economie nodig heeft, zoals Australië of Canada dat doen.’ Deze opmerking zelf lijkt weer sterk op een ‘open deur‘ Zodat opnieuw bewezen wordt hoe economisch economen kunnen denken. Of de politiek er iets mee kan is een andere vraag. Zijn we in ons denken een stap verder gekomen? Wat is de zin van economen?

De Grauwe mengt zich in politieke strijd tegen NV-A. Dom?

De gezaghebbende Vlaamse econoom Paul De Grauwe meent dat België economisch niet beter wordt van staatshervormingen. Vertaald naar de partijpolitiek wil dit zeggen dat De Grauwe de decentralisering die de N-VA van Bart de Wever voorstaat afwijst. En de partijen omarmt die tegen overheveling van bevoegdheden vanuit het landelijk niveau zijn. Hij legt het uit in De Tijd dat ter promotie ook het filmpje van hem maakte.

Voor het schoolbord vergelijkt Paul De Grauwe de ontwikkeling van de Vlaamse met die van de Waalse economie. Zijn conclusie is dat de realisatie van groei van de Vlaamse economie faliekant is mislukt. De gematigde Vlaamsgezinde en econoom Peter De Roover maakt in Doorbraak gehakt van de economische ‘analyse’ van De Grauwe die naar zijn idee methodologisch niet klopt. Zo beantwoordt De Grauwe niet de vraag hoe het de Vlaamse en Waalse economie vergaan zou zijn zonder staatshervorming. En vergelijkt-ie beide economieën alleen met elkaar, maar niet met de ontwikkeling van andere gelijksoortgelijke regio’s.

De Roover plaatst De Grauwe via een omweg in het kamp van federalist Guy Verhofstadt van de liberale Open VLD. Hij meent dat het interview in De Tijd -wat veel publiciteit genereert- wordt geplaatst naar aanleiding van het verschijnen van de bundel ‘Een beter België‘ van Verhofstadt met een bijdrage van De Grauwe: ‘Het boek is dan ook minder een pro-VLD-werkstuk dan één tegen N-VA. Dat project ligt in het verlengde van het grote doel – meer Vlaamse autonomie verhinderen – waarin De Grauwe en Sinardet zich uiteraard wel vinden. Mooi voor de zuiverheid van het debat dat ze zich nu echt expliciet outen als politieke activisten.

Peter De Roover heeft gelijk dat Paul De Grauwe z’n wetenschappelijke status te grabbel gooit. Het lijkt er sterk op dat de Vlaamse middenpartijen alle middelen inzetten om Bart De Wever te stoppen. Da’s toegestaan, maar jammer is dat De Grauwe er z’n wetenschappelijke integriteit voor inlevert met een suffe goocheltruc met grafieken op een schoolbord. Het lijkt nergens op. De Roover wijst in de laatste alinea’s in zijn stuk voor Doorbraak De Grauwe er nog eens extra op dat halfslachtige economische hervormingen niemand dienen. Maar ook dat past niet in het dualisme van Paul De Grauwe die wetenschap met politiek activisme verwart.

leen-voet-ma-1

Foto: Leen Voet, Machteld & Adolf, 1302. Tekening, 2013.

Klimaattop Warschau: VS wil arme landen niet helpen

De een z’n brood is de ander z’n dood. Zo is het ook met het klimaat. Dat verandert. Kleine eilanden dreigen te verdwijnen omdat de zeespiegel stijgt, stormen en orkanen lijken sterker dan voorheen in een seizoen dat langer duurt dan voorheen en andere gebieden worden weer getroffen door extreme droogte. Het zijn de minst-ontwikkelde landen die het zwaarst getroffen worden. En juist deze landen hebben de minste reserves of infrastructuur om de schade die door de klimaatverandering ontstaat op te vangen. De aarde wordt zwaar belast, en de minst-ontwikkelde landen het allermeest. Ze hebben ook nog eens weinig politieke invloed.

Er is een politiek debat over de vraag of de klimaatverandering door de mens ontstaat. Wetenschappers zijn het er in overgrote meerderheid over eens dat dat zo is. Klimaatrapporten worden onderdeel van die strijd. Landen en lobbyisten die naar voren brengen dat klimaatverandering niet het gevolg is van menselijk ingrijpen hebben een eigenbelang. Ze willen doorgaan met produceren en het vasthouden van het welvaartspeil voor de eigen bevolking. Complicatie is dat zich ontwikkelende landen als India, Brazilië, Zuid-Afrika of China recht hebben op hetzelfde welvaartspeil als de klassieke geïndustrialiseerde landen. De kwantificering van de ecologische voetdruk van de toekomst geeft aan dat de aarde nog meer overbelast dreigt te worden dan deze nu is. Reageert het klimaat daar neutraal op? Een ramp kondigt zich aan. Hoe verdedigen landen hun positie?

Indirect bewijs dat een land als de VS er belang bij heeft om de milieuproblematiek te bagatelliseren en een oplossing in supranationale overlegorganen te vertragen geeft een uitgelekt document van de Amerikaanse delegatie op de UN-klimaattop in Warschau. Nitin Sethi van The Hindi legt het uit aan Amy Goodman.