Kiezen tussen D66 en GroenLinks. Hoe de stemkeuze beredeneren?

look_outs_aboard_hms_ashanti_whilst_escorting_a_russian_convoy_march_1942-_a8202

Gisteren vroeg iemand me op FB wie goed en wie slecht is. Dat naar aanleiding van m’n commentaar op de brief van Mark Rutte en de selectieve hufterigheid die ik met velen daarin las. De laatste 24 uur wordt die hufterigheid van de VVD nog eens extra benadrukt door de nieuwste ontwikkelingen over de Teevendeal (‘de bonnetjesaffaire’) als gevolg van de onderzoeksjournalistiek van Bas Haan van Nieuwsuur. Het verschil tussen mooie verkiezingspraatjes en de werkelijkheid, tussen schijn en wezen, kan bijna niet groter zijn. De timing zit de VVD tegen. De mooie woorden van Rutte tonen nog potsierlijker en meer misplaatst dan ze al waren.

Iemand schreef op FB: ‘Iedereen moet maar zijn eigen keuze maken, de politiek is toch niet te vertrouwen.’ Daar antwoordde ik op: ‘Nou, dat is weer te veel van het goede. Het gaat om het verschil tussen goede en slechte politiek.’ Waarop dus de vraag aan me gesteld werd wat dan goede en slechte politiek was. Ik kwam niet weg met het antwoord dat iedereen dat maar voor zichzelf moet uitmaken. Uiteindelijk antwoordde ik: ‘Ik kan hooguit zeggen welke partijen op dit moment op m’n shortlist staan. Dat zijn D66 en GroenLinks. Maar ik zou daarmee niet willen suggereren dat dat goede partijen zijn.’ Met de belofte om dat nader toe te lichten. 

Partijen in het politieke landschap van Nederland lijken nog meer dan anders in te delen in tegenstellingen die niet exclusief zijn. Anders gezegd, partijen kunnen op de ene tegenstelling niets gemeenschappelijk hebben, maar op een andere tegenstelling raakvlakken of overeenkomsten vertonen. Dat maakt het vergelijken van partijen lastig. De volgende tegenstellingen zijn aan te wijzen als de belangrijkste kenmerken: 1) links-rechts (sociaal-economie); 2) progressief-conservatief (sociaal-cultureel; identiteit); 3) pro- en anti-EU; 4) religieus-vrijzinnig; 5) democratisch-anti-democratisch; 6) kwaliteit en doelmatigheid van leider en partijorganisatie.

Niet iedere kiezer vindt voor de eigen afweging hetzelfde kenmerk even belangrijk. Waar de één de relatie tot de EU vooropzet, zet de ander de economische situatie centraal. Of het religieuze karakter van de partij of het idee over identiteit en nationalisme. En op een bepaald kenmerk kan men natuurlijk ook verschillend denken.

Op mijn huidige shortlist fungeren de twee als links-liberaal te omschrijven partijen D66 en GroenLinks (GL). Ze hebben veel gemeen, maar verschillen ook sterk. Ze zijn de twee meest uitgesproken pro-EU partijen (3). Sociaal-economisch is D66 rechts en GL links (1). Sociaal-cultureel zijn ze allebei progressief (2). Ook zijn ze vrijzinnig (4). D66 is een door en door democratische partij, GL kent anti-democratische elementen. Of liever gezegd D66 steunt het idee van democratie onvoorwaardelijk, terwijl daar bij GL met een oude kern van anti-democratische kaderleden twijfel over bestaat (5). D66 is een coherente partij met een niet al te aansprekende leider, terwijl GL een onsamenhangende partij met gefragmenteerd gedachtengoed en een sterke leider is (6).

Deze opsomming geeft aan hoe lastig kiezen het al is tussen twee partijen die programmatisch dicht bij elkaar liggen. Het is niet makkelijk te beantwoorden wat een kiezer het zwaarste moet laten wegen. Tegen het einde van een campagne wordt de inschatting van de kwaliteit van partij en leider steeds belangrijker. Hoe opereren ze strategisch en sorteren ze verstandig voor op de onderhandelingen na de verkiezingen? De PVV kan de grootste of op een na grootste partij worden, maar heeft zich buitenspel gemanoeuvreerd door een harde politieke en persoonlijke toon naar de andere partijen. Fouten worden afgestraft en kiezers haken graag aan bij een leider of partij die het beeld van een winnaar vertoont en perspectief heeft voor na de verkiezingen.

Als Jesse Klaver (GL) zich in m’n ogen niet waarmaakt of de beslissing neemt om de toenadering van de PvdA en SP te gedogen en goed te praten zal ik in gedachten GL van mijn shortlist schrappen. Als Alexander Pechtold (D66) teleurstelt in debatten of interviews dan maakt dat nog geen verschil omdat zijn kwaliteit niet de reden is dat D66 op mijn shortlist staat. Maar als D66 als partij beslissingen neemt over vrijzinnigheid, de EU of directe democratie die afwijken van wat ik van die partij op z’n minst verwacht, dan schrap ik D66. Nieuwe partijen kunnen op m’n shortlist komen als ze de kenmerken vertonen die ik van een partij verwacht. Rechts-populistische of christen-democratische partijen zullen dat niet zijn omdat die voor mij de verkeerde kenmerken vertonen. Als op 15 maart 2017 geen enkele partij meer op mijn shortlist blijkt te staan, dan ga ik niet stemmen. Niet door een tekort aan politieke interesse, maar vermoedelijk door een teveel eraan.

Foto: Uitkijkposten aan boord van HMS Ashanti dat een Sovjet-convooi escorteert, maart 1942.

PvdA stevent af op slechtste resultaat ooit. Hoe erg is dat?

???????

Media brengen het groots. De PvdA stevent af op het slechtste resultaat ooit bij gemeenteraadsverkiezingen. Het AD kopt aan de hand van peilingen: ‘Peiling: PvdA stevent af op slechtste resultaat ooit’. De in 1946 opgerichte PvdA haalde in 2002 haar slechtste resultaat: 15,74%. Nu dreigt de partij dik onder de 16% te duiken. PvdA-leider Diederik Samsom verklaart dit door de crisis: ‘Het heeft er mee te maken dat de PvdA-kiezer het misschien wat zwaarder heeft dan de VVD-kiezer. De crisis duurt 5 jaar, dat is voor veel mensen gewoon te lang geweest.‘ Alsof de crisis een natuurverschijnsel is waarop de PvdA geen enkel invloed had.

Moeten we onze schouders erover ophalen of ons zorgen maken dat een belangrijke partij zoveel minder dan voorheen aanspreekt? Zodat een in jaren opgebouwde politieke structuur verbrokkelt. Het ligt eraan aan welke kant men staat. Maar sowieso is het voortbestaan van de PvdA ondergeschikt aan het voortbestaan van het sociaal-democratisch gedachtengoed. Dat eerste kan zonder probleem verdwijnen als dat laatste voortleeft. Voor de motivatie van andere partijen en de vertegenwoordiging van de universele waarden waarvoor dat gedachtengoed staat. Bijvoorbeeld binnen SP,  GroenLinks of nieuw te vormen sociaal-progressieve partijen.

De Vlaamse komiek Urbanus noemde onlangs de Vlaamse socialisten voor driekwart rechtse zakken met een rood vlagje. In Nederland een rode roos. Hij verwoordde het krachtig: ‘(..) eigenlijk sta ik achter ideologie van links. Maar de linksen van nu staan met een vlagje te zwaaien maar die vlag dekt de lading niet meer.’ Zo denken vermoedelijk veel Nederlanders over de PvdA. Ze haken af omdat ze de pretentie van de PvdA dat het opkomt voor de sociaal-zwakkeren niet meer aan kunnen zien. Terwijl het vooral de eigen continuïteit en functies die het inneemt beschermt. Dan nog liever kiezen ze PVV, SP of VVD. Dat is wat het is. De PvdA niet.

Foto: Affiche PvdA 1946.

PvdA beantwoordt domheid Wilders met eigen domheid. En emotie

wild

Hoe dom kun je zijn als politici? PvdA-bestuurder Fouad Sidali en minister Lodewijk Asscher bewijzen in reactie op een uitspraak van Geert Wilders over Marokkanen hun domheid. Ze beantwoorden Wilders’ domheid met hun eigen domheid. Niets voor niets wordt de huidige generatie politici niet als zeer talentvol gezien.

Lid van het hoofdbestuur van de PvdA Sidali vergeleek gisteren Wilders met Hitler in een tweet:‘Hitler is onder ons. In de gedaante van Geert Wilders. Hitler vond ook dat er minder Joden moesten zijn. Opdat we nooit zullen vergeten.’ Sidali nam deze uitspraak onder druk terug: ‘De vergelijking die ik maakte is ongepast en had ik niet mogen maken.’ Hij gaf als verklaring dat het kwam door de emoties die Wilders’ uitspraak bij hem opriep. Minister Lodewijk Asscher geeft een stemadvies aan de Hagenaars dat morgen in de regionale bladen van Wegener verschijnt. Hij vindt wat Wilders zei ‘schandalig’. Het is ongebruikelijk dat kabinetsleden een stemadvies tegen een andere partij afgeven. Diederik Samsom doet ook een duit in het zaakje met een tweet:

sam

Er resteert geen rooskleurig beeld van de Nederlandse politiek. Leiders van een belangrijke partij als de PvdA laten zich ogenschijnlijk overmannen door emoties door een uitspraak van Wilders. De partij laat zich ‘framen’ door Wilders’ agenda over islam, integratie en immigratie. Van de ene kant is het onbegrijpelijk dat de PvdA zulk grof geschut inzet tegen de PVV die slechts in Den Haag en Almere meedoet aan de verkiezingen. Op 19 maart zijn de echte concurrenten van de PvdA D66, lokale partijen en VVD. Begrijpelijk is dat de PvdA elke aanleiding aangrijpt om de aandacht af te leiden van de eigen politiek die weinig steun geniet. Het gaat met de PvdA niet goed in peilingen, niet goed in het programma en niet goed met de partijleider die rancuneus en oncontroleerbaar overkomt. De PvdA van Samsom kan geen koers vinden tussen VVD en SP en oogt kleur- en stuurloos. Oorlogskleuren die het opschildert in antwoord op Geert Wilders verhullen de eigen fletsheid niet.

Foto 1: Tweet van Geert Wilders, 14 maart 2014.

Foto 2: Tweet van Diederik Samsom, 14 maart 2014

GroenLinks mist opdracht voor groene partij van de toekomst

Er gaat onder voorzitterschap van burgemeester Eduard van Zuijlen van het Groningse Menterwolden tot uiterlijk april 2013 een interim-bestuur aan de slag bij GroenLinks. Het interim-bestuur bereidt het partijcongres voor. Dus een doorstart. Maar heeft GroenLinks niet elke geloofwaardigheid en bestaansrecht verloren? Onbegrijpelijk is waarom in de opdracht aan het interim-bestuur opheffing niet genoemd wordt.

Was het gebrek aan professionaliteit bij de leiding maar de enige oorzaak voor de afgang van GroenLinks geweest. In de publiciteit zijn allerlei problemen naar voren gekomen: de praat- en vergadercultuur, de partijbaronnen, de verdeeldheid tussen vrijzinnig-liberalen en de rest van de partij, het gebrek aan aandacht voor milieu en duurzaamheid. In ieder geval resteert er een flets profiel. Ook de slechte peilingen waren niet de oorzaak. De verleiding om de fout niet in eigen gelederen te zoeken leidt nu tot een leven na de dood.

Gepast om te constateren dat GroenLinks landelijk nooit aan de verwachtingen heeft voldaan. Ook onder Rosenmöller werden niet meer dan 11 zetels behaald. Altijd werd er gehoopt op meer met vergezichten over een linkse meerderheid die nooit in de parlementaire geschiedenis van Nederland is gerealiseerd. Zelfs in 1973-1977 onder Joop den Uyl niet. Die vlucht in visioenen en vergezichten zegt dat GroenLinks los staat van de politieke werkelijkheid. Dat relativeert het gebrek aan leiding van nu. Dat zoekt de oorzaak dieper.

Een vlucht in visioenen en vergezichten had positief aangewend kunnen worden als het een pleidooi voor de inhoud was geworden. Maar de vlucht bleef steken in machtspolitiek. Als Jolande Sap iets te verwijten valt is het dat ze niet de groene inhoud liet spreken. Extra meelijwekkend was dat ze op een linkse meerderheid hintte. Sap was de enige politicus in de campagne die serieus een verkeerd vergezicht als uitgangspunt nam.

De documentaire Power to the People van VPRO’s Tegenlicht schetst onbedoeld toekomstige overbodigheid en gemiste kansen van GroenLinks. Dat gaat over kleinschaligheid, zelfvoorzienende energie en zelfredzaamheid van burgers. Het tekent de contouren van de duurzame samenleving van de toekomst. Weg van de grote verbanden en bedrijven, op weg naar baas in eigen huis. Daaruit volgt gemeenschapszin en sociale gelijkheid.

Als GroenLinks visie had gehad, dan had het in de campagne maatschappelijke trendsetters gemobiliseerd om te hinten naar dat toekomstbeeld en het losjes in haar programma gevoegd. Dan had het zich onderscheidend gemaakt. Dat gemis maakt nu de weg vrij voor een groene partij van de toekomst. Die verder kijkt dan het Binnenhof en ministersposten. Een partij met een belast verleden als GroenLinks staat dat ideaal in de weg.

Foto: Pavel Constantin, Greenwashing, 2011

GroenLinks als tweederangs partij kan beter ophouden te bestaan

De pers meet het breed uit: De chaos in GroenLinks is compleet. Na partijleider Jolande Sap en het voltallige partijbestuur stapt nu ook voorzitter van de evaluatiecommissie Andrée van Es op. In een verklaring laat de partij weten dat Van Es zich terugtrekt omdat de suggestie dat ze als voorwaarde voor het voorzitterschap zou hebben gesteld dat Sap moest aftreden aan publiciteit wint. De partij ontkent dit, maar geeft toe dat Van Es na het aanvaarden van het voorzitterschap aan zowel Sap als partijvoorzitter Heleen Weening liet weten dat ze zouden moeten opstappen. Van Es wil de evaluatiecommissie niet in opspraak brengen en trekt zich terug.

GroenLinks is geen partij zonder ideeën. Het heeft er misschien eerder te veel. Leden geven hun evaluatie over de verkiezingsnederlaag in de discussie van het wetenschappelijk bureau de Helling. Die van Frank Hemmes is interessant. Het verscheen eerder op Vrij-Zinnig. Hemmes verwijt het GroenLinks van de afgelopen jaren hoogmoed. Hij toont naar mijn idee overtuigend de overbodigheid van de partij op de electorale markt aan. Het heeft niets unieks dat andere partijen niet bieden. D66, PvdD, PvdA en SP doen dat veel beter.

Over het ontbreken van het eigen gedachtengoed: ‘Het voornaamste probleem is dat GroenLinks niet uit lijkt te stijgen boven een incoherente verzameling standpunten die bij elkaar gehouden moeten worden door een links-liberaal groen vernis. Er is als het ware geen ideologische kern, zoals het liberalisme of de sociaaldemocratie dat is, van waaruit de standpunten uitgelegd kunnen worden en waaraan een vast electoraat zich kan binden.‘ En: ‘In plaats van een solide kern zijn er meerdere facetten die allemaal een andere kiezersgroep aanspreken. Er is een groen facet, een vrijzinnig-liberaal facet en een sociale kant.’

Over het ontbreken van politieke traditie: ‘Maar de echte hoogmoed van GroenLinks zat hem in de manier waarop de partij haar boodschap de afgelopen jaren uitdroeg. Het constante verkondigen dat het progressieve of radicale midden het alfa en omega van de nieuwe politiek in de 21e eeuw was, en dat begrippen als socialistisch, liberaal, links of rechts verouderd waren en hadden afgedaan. Als er iets is dat door de huidige verkiezingen, waarin links en rechts duidelijk de spil vormden, is gelogenstraft, dan is het dat waanidee wel. De arrogantie en pedanterie van wat in feite een tweederangs partij is om met onverholen minachting te beweren dat links en rechts achterhaalde begrippen zijn, terwijl voor veel kiezers deze tweedeling nog springlevend is, heeft GroenLinks nu de marge ingeduwd.

Over de toekomst: ‘Wil GroenLinks haar bestaansrecht behouden en meer zijn dan een marginale partij, dan zal het een eigen, unieke, herkenbare en vooral samenhangende ideologie of verhaal moeten ontwikkelen. Doet het dat niet, dan kan elke kiezer inmiddels bij een andere partij op zoek naar ideeën en macht.’

Hemmes neemt geen ruimte om de ontstaansgeschiedenis te schetsen. De fusie in 1990 van de vier uiteenlopende partijen CPN, PSP, PPR en EVP was een valse start die nooit goedgemaakt is. Nooit werd het een geheel. Als stemmer op de PSP heb ik nooit de overstap naar GroenLinks kunnen maken dat twee religieuze partijen (PPR en EVP) en de crypto-religieuze CPN omvatte. Dat getuigende en zalvende is vanaf het begin in GroenLinks gaan zitten. Onder Ina Brouwer of Paul Rosenmöller meer dan onder Femke Halsema. Dit komt niet precies overeen met de verklaring van Frank Hemmes over hoogmoed, maar geeft wel raakvlakken aan.

De remedie voor de toekomst lijkt duidelijk. GroenLinks kan ophouden te bestaan en zich opsplitsten. Een socialistisch-pacifistische kern heeft als zelfstandige partij bestaansrecht door een onderscheidende ideologie en kan zich vernieuwen door het gedachtengoed dat in de hackersgemeenschap leeft. De rest kan opgaan in bestaande partijen. Een liberaal-vrijzinnige kern in D66, een duurzame kern in de PvdD, de religieuze kernen in de ChristenUnie, en een socialistische kern in de PvdA. Een partij is ondergeschikt aan het gedachtengoed.

Foto: Affiche GroenLinks, lijst zes (PPR, PSP, CPN, EVP), 1989

Job Cohen relativeert, maar hoopt op progressieve volkspartij

In een NRC-interview van Marc Chavannes kijkt Job Cohen terug op zijn leiderschap van de PvdA. Naar eigen zeggen mislukte hij omdat-ie onvoorbereid was. Over Wouter Bos zegt Cohen: ‘Die had me laten weten dat er een moment zou komen waarop hij wilde stoppen als partijleider. Hij dacht dat ik degene was die het moest overnemen. Als je kijkt hoe het gelopen is kan je je afvragen waarom hij dat dacht.’ Sommigen dachten dat al vanaf het moment dat Cohen het van Bos overnam. Twijfels over Cohen werden ook hier herhaaldelijk geuit.

Job Cohen gebruikt het interview om afstand te nemen van de Haagse politiek en een staatsman-achtige pose aan te nemen. Als politicus die het allemaal gezien heeft en nu probeert boven de partijen uit te stijgen. Eindelijk vrij om te spreken. Terwijl Cohen als partijleider vooral PvdA-er was, neemt-ie daar nu afstand van: ‘Als je er middenin zit dan zie je de verschillen tussen cultuur en opvattingen van de partijen; van de SP, van de Partij van de Arbeid, van GroenLinks, van de Partij voor de Dieren; die zie je allemaal haarscherp. Sta je er wat verder vanaf, dan denk je, jongens, wat moeten we in hemelsnaam met al die partijen?’ 

Cohen ziet een fusie op links voor zich: ‘Nu ik op meer afstand sta, denk ik: waarom kan dat niet gewoon in één club? Niet nu, maar in de komende jaren zou je met een grote progressieve volkspartij zoveel sterker staan’. Cohen ziet dus de SP en de PvdA als progressieve partijen. De afgelopen week noemde de VVD’er Halbe Zijlstra D66 zijn favoriete partner. En D66 ziet zichzelf als kern van de vrijzinnige politiek die door kan groeien naar tientallen zetels. Als een Vrijzinnig Democratische Bond die de Doorbraak juist terugdraait.

Toch heeft Cohen gelijk dat herschikking van partijen nodig is. Het is alleen de vraag of dat volgens de lijnen moet die hij schetst. Recent waren er talloze centrum-linkse pogingen om de partijpolitieke verstarring te doorbreken. In december 2010 was er het initiatief van een fusie tussen D66 en GroenLinks. In september 2011 ‘Leden van zes PvdA-afdelingen starten een traject om de Nederlandse progressieve beweging van nieuwe ideeën en energie te voorzien‘. In december 2011 was er het initiatief van een vrijzinnige beweging tussen leden van D66, GroenLinks en PvdA. En Tofik Dibi sprak in mei 2012 over een progressieve bundeling.

Een herschikking kan ook bestaan uit  een vrijzinnig blok (D66, Piraten, delen GroenLinks, PvdA en VVD), een links-conservatief blok (SP, delen PvdA, PvdD en GroenLinks), een liberaal blok (delen VVD, Brinkman, 50Plus), een religieus blok (deel CDA, CU en SGP) en een conservatief blok (PVV, delen VVD en CDA). De herschikking die Cohen voor ogen staat is dus niet de enige mogelijkheid. Daarom zal niet snel gebeuren wat-ie voorziet.

Foto: Partijen

Dibi streeft bijdetijds naar nieuwe progressieve partij

Tofik Dibi kijkt over partijgrenzen heen. Juist nu hij bij GroenLinks als kandidaat-lijsttrekker partijleider Jolande Sap uitdaagt. Tegen Nu.nl zegt Dibi: ‘Als de progressieve partijen zo versplinterd blijven, zullen ze nooit een meerderheid halen om Nederland socialer te maken.’ Een vreemde uitspraak omdat de geschiedenis leert dat als progressieve partijen zich verenigen ze nog geen meerderheid halen. Daarbij komt dat PvdA en SP hebben gezegd voor links van het midden te kiezen, en niet voor progressief. Overigens een vaag begrip. Een progressieve meerderheid is op dit moment nog minder haalbaar dan vroeger toen het evenmin haalbaar was.

Toch zijn Dibi’s denkbeelden interessant. Oprichting van een partij tussen GroenLinks, D66 en mogelijk de Partij voor de Dieren kan vrijzinnige politiek focus en ambitie geven. Het is 66 jaar geleden dat de Vrijzinnig Democratische Bond opging in de PvdA die mislukte als Doorbraak. Maar eenzame voetsoldaten in PvdA, VVD, GroenLinks en D66 hebben nog steeds de doorbraakgedachte in hun ransel. Wanneer durven deze individuen de stap te zetten om tegen hun partijkaders in samen af te koersen op een progressief-liberale partij?

Recent zijn op centrum-links pogingen ondernomen om de verstarring te doorbreken. Omdat individuele leden van GroenLinks, D66 en PvdA teleurgesteld waren in hun eigen partij zochten ze in wisselende combinaties samenwerking over partijgrenzen heen. In december 2010 was er het initiatief van een fusie tussen D66 en GroenLinks. In september 2011 ‘Leden van zes PvdA-afdelingen starten een traject om de Nederlandse progressieve beweging van nieuwe ideeën en energie te voorzien‘. In december 2011 was er het initiatief van een vrijzinnige beweging tussen leden van D66, GroenLinks en PvdA. Alles zonder resultaat.

Foto: Verkiezingsaffiche van de Vrijzinnig Democratische Bond, 1918

GroenLinks: de ondraaglijke lichtheid van een gewichtige partij

GroenLinks heeft problemen met democratie. Het valt binnen de partij niet in goede aarde dat Tofik Dibi zich kandideert als lijsttrekker. Fossielen als Bas de Gaay Fortman, Herman Meijer en Wijnand Duyvendak bestoken hem vanuit de tweede linie. Partijvoorzitter Heleen Weening stelt in een zuinige reactie dat Dibi ‘alle recht heeft zijn sollicitatie bekend te maken‘. De mededeling op Weenings site is exemplarisch: onder constructie.

Partijpolitiek in werking is geen fraai gezicht. Bij de kandidaatstelling voor verkiezingen knokken leden van de Tweede Kamer voor een hoge plaats op de lijst. Hun carrière staat op het spel. Of facties trekken de macht naar zich toe met uitsluiting van rivalen. Zie 50PLUS. Op het spel staan functies in het openbaar bestuur die volgens een ongeschreven regel zijn voorbehouden aan leden van politieke partijen. Feitelijk is dit nepotisme van 2% partijleden over 98% niet-partijleden een weeffout die alle politieke partijen actief in stand houden. Maar geen enkele maatschappelijke groepering stelt de vanzelfsprekendheid van deze claim ter discussie.

Jolande Sap is sinds december 2010 een weinig overtuigende leider van een partij die niet goed met de macht omgaat. Het Kunduz-akkoord knelt nog steeds en nu zijn er weer geruchten dat GroenLinks de JSF steunt. Onder Femke Halsema probeerde de partij de weg naar het centrum te vinden. De paradox is dat Halsema faalde waar Sap met het ‘Lenteakkoord‘ slaagde. PvdA-partijleider Diederik Samson bood haar die kans, zodat GroenLinks niet meer naar links getrokken werd. Maar Sap is tweeslachtig als ze zegt de ruimte naar de PvdA open te willen houden. En zelfs met de SP wil praten. Telkens bezorgt Sap haar partij een onduidelijk profiel.

Haar onvastheid maakt het onvermijdelijk dat iemand Sap uitdaagt. Dibi kiest eenduidig voor hervormingen en het centrum. De tragiek van GroenLinks is dat Dibi als ‘lichtgewicht‘ evenmin voldoet, aldus de Volkskrant. Halsema is jonger dan Sap en zou de geschikte kandidaat zijn. Zij kan niet meer terugkomen. GroenLinks is zowel meer als minder dan Sap. Opsplitsing en aansluiting van een deel bij D66 en PvdA is het beste dat de partij kan overkomen. Zodat principes niet langer verward worden met realisme binnen hetzelfde debat.

Foto: Emile Roemer, Job Cohen en Jolande Sap presenteren een gezamenlijk alternatief voor het bezuinigingsbeleid van het kabinet Rutte, januari 2012.

Cultuurrelativisme op terugtocht: Cohen, Al-Haddad en Kashgari

Wat hebben Job Cohen, Haitham al-Haddad en Hamza Kashgari met elkaar te maken? Hun aanwezigheid of aftocht markeert het afscheid van het cultuurrelativisme. Ineens moesten hoofdpersonen die afgelopen week het nieuws haalden het veld ruimen omdat duidelijk werd dat ze niet meer geaccepteerd werden. Cohen en Al-Haddad ogen als relicten uit een vorige fase. Kashgari is een speelbal die ongekende reacties oproept.

Job Cohen heeft de afgelopen jaren z’n eigen demonen bestreden. Een kansloze strijd. Het valt Wouter Bos te verwijten dat-ie Cohen begin 2010 uit de hoge hoed toverde. Los van zijn onmin met de media en gebrekkige debattechniek miste Cohen aansluiting bij zijn tijd. Hij dacht nog in compenserende neutraliteit toen die door de Amsterdamse raad al bij het huisvuil was gezet. Door het krachtige en heldere optreden van Eberhard van der Laan als burgemeester van Amsterdam komt Cohens tijd in Amsterdam hevig overgewaardeerd over.

Met de komst van Haitham al-Haddad naar Nederland diende deze Brits-Pakistaanse shariageleerde zijn zaak niet. Hij profileerde zich als malloot die met vrouwonvriendelijkheid en gebrek aan openheid niets in een pluriform land te zoeken heeft. Meest interessant waren nog de reacties die Al-Haddad bij kamerleden en programmamakers opriep. Ze grepen terug op cultuurrelativisme zonder vertrouwen in de open samenleving.

Probleem van het Nederlandse publieke debat is dat het richting volle vrijheid van de VS laveert, maar daar nog niet is aangeland. Onbegrijpelijk was dat Al-Haddad eenzijdige voorwaarden aan gesprekspartners mocht opleggen. Zoals het niet accepteren van een vrouw aan tafel. Hoe halen gespreksleiders het in hun hoofd om daaraan toe te geven? Wat is er simpeler om Al-Haddad te verstaan te geven dat-ie welkom is, maar geen enkele bijkomende eis kan stellen. Verouderde journalisten kiezen in hun cultuurrelativisme tegen de vrouw.

De Saoedische blogger Hamza Kashgari is een pion in een spel dat nieuwe krachten mobiliseert. De reputatie van moslims en de islam wordt in diskrediet gebracht door het gedrag van beeldbepalende moslimstaten als Saoedi-Arabië en Maleisië die beweren te handelen in de naam of ter verdediging van de islam. Voor het eerst wordt die pretentie ontkend en wereldwijd doorgeprikt. Gewone moslims zijn het slachtoffer. Het recht van Kashgari om een beroep te doen op universele waarden wordt thema en gaat ten koste van islam-apartheid.

Cultuurrelativisme staat al jaren onder druk, maar nu lijkt de terugtocht te versnellen. Overblijfselen worden opgeruimd. Vertraagd rolt Nederland de 21ste eeuw in. Voorwaarde voor een geslaagde overgang is wel dat individuen voldoende beschermd worden door de staat. Daaraan te werken is de uitdaging voor de toekomst.

Foto: Cartoon van Andrew Dyson. Credits: Andrew Dyson.

Crisis binnen GroenLinks biedt zicht op vernieuwing

Er is gedonder binnen GroenLinks. Volgens een bericht in de NRC kunnen vier van de tien kamerleden zich niet vinden in de koers van fractievoorzitter Jolande Sap. Het komt erop neer dat Sap niet voor individuele vrijheid kiest zoals Femke Halsema deed, maar voor linkse samenwerking met SP en in mindere mate de PvdA. Sap volgde Halsema in december 2010 op. GroenLinks scoort slecht in de peilingen en de missie in Kunduz werkt als een splijtzwam. Overigens een erfenis van Halsema. Dat zorgt voor onzekerheid binnen de fractie.

Fractievoorzitters moeten rijpen. Van Emile Roemer bleek al na 2 maanden dat-ie het in zich had, bij Job Cohen is dat na 2 jaar nog steeds niet aangetoond. Jolande Sap is een twijfelgeval. Na 14 maanden heeft ze nog niet bewezen een leider te zijn, maar evenmin valt ze zo door de mand als Cohen. Haar uitleg met de stekkerdoos tijdens de Algemene Beschouwingen 2011 was tenenkrommend. De econome Sap zou zich tijdens de huidige crisis beter kunnen profileren als economisch expert. Met als complicatie dat ze dan financieel-economisch woordvoerder Bruno Braakhuis opzij moet zetten die een van de vier opposanten is.

Het gaat om een richtingenstrijd. Kiest GroenLinks voor oud-links en haakt het aan bij SP en PvdA of zet het de links-liberale koers van Halsema voort en stelt het zich vergelijkbaar op als D66? Ofwel, het gaat om een afweging tussen de gevestigde belangen van de verzorgingsstaat tegenover hervormingen voor de toekomst. Omdat komende bezuinigingen alleen te halen zijn met hervormingen lijkt de optie oud-links achterhaald.

Recent zijn op centrum-links pogingen ondernomen om de partijpolitieke verstarring te doorbreken. Omdat ze teleurgesteld zijn in hun eigen partij zoeken individuele leden van GroenLinks, D66 en PvdA in wisselende combinaties samenwerking over partijgrenzen heen. In december 2010 was er het initiatief van een fusie tussen D66 en GroenLinks. In september 2011 ‘Leden van zes PvdA-afdelingen starten een traject om de Nederlandse progressieve beweging van nieuwe ideeën en energie te voorzien‘. In december 2011 was er het initiatief van een vrijzinnige beweging tussen leden van D66, GroenLinks en PvdA. Tot nu toe tevergeefs.

Kan de huidige crisis in GroenLinks helpen bij nieuwe partijvorming? Als de stemming tussen de kamerleden van GroenLinks representatief is voor de richting dan is 40% bereid om te hervormen met anderen. Om samen te gaan met kritische VVD’ers (type Voorhoeve), liefdevolle PvdA’ers (type Terstall) en vrijzinnige D66’ers (type Van der Ham). Voor zo’n seculier-vrijzinnige hervormingspartij moeten tien zetels te halen zijn. Een wetmatigheid is dat partijen alleen bewegen als het slecht gaat. Het wachten is op een crisis binnen D66.

Foto: Jolande Sap probeert tijdens een debat in de Tweede Kamer met een stekker en stekkerdoos Geert Wilders iets te vertellen, 2011. Credits: ANP