MO* presenteert het secularisme als een van de krachtigste uitsluitingsmechanismen. Past daarbij overheidssubsidie?

Deze titel van een artikel van Samira Bendadi in het Vlaamse digitale magazine MO* op het gebied van ontwikkelingssamenwerking vraagt om een krachtige reactie. De titel waarvoor niet de auteur maar de eindredactie verantwoordelijk is valt op te vatten als kwaadaardig en onzinnig. De titel roept de vraag op waar de naïviteit en goedgelovigheid van MO* eindigen en waar de stemmingmakerij en kortzichtigheid beginnen. De titel is journalistiek onzorgvuldig omdat het een uitspraak  tussen aanhalingstekens zet en zo suggereert dat het om een citaat gaat, terwijl de uitspraak noch door auteur Samira Bendadi noch door Nadia Fadil zijn gedaan. De titel is ontsproten aan de fantasie van de eindredactie van MO*. Ik roep het Belgisch Federale en het Vlaamse Parlement op om hun subsidie aan MO* te heroverwegen. Mijn reactie op de FB-pagina van MO*:

De titel ‘Secularisme is een van de krachtigste uitsluitingsmechanismen’ is om twee redenen een onbegrijpelijke en fout gekozen titel. Ten eerste zegt Samira Bendadi in het artikel over Nadia Fadil: ‘Ze stelt daarin vast dat het discours over secularisme vandaag een van de krachtigste uitsluitingsmechanismen vormt’. De nuancering die de eindredactie van MO mist is dat niet het secularisme, maar het debat over het secularisme een uitsluitingsmechanisme vormt. Ofwel, het debat over het secularisme wordt door deelnemers aan het publieke debat om politieke redenen gekaapt. Dit houdt echter niet in dat het secularisme een uitsluitingsmechanisme vormt. Bendadi stipt aan en onderbouwt de stellingname die ze aan Fadil toeschrijft overigens niet, zodat het moeilijk te controleren valt hoe laatstgenoemde het precies bedoelt.

Ten tweede blijkt uit deze titel een totaal onbegrip en gebrek aan kennis van de eindredactie van MO over wat secularisme is. Het secularisme is een politieke filosofie die met de garantie van de nationale overheid en met verwijzing naar de rechtsstaat religies en levensovertuigingen een gelijkwaardige plek in de samenleving biedt. Zonder voorkeurs- en achterstandsposities.

De eindredactie van MO vat het secularisme blijkbaar op als een anti-religieus of anti-minderheden instrument dat door rechts wordt gebruikt om die etnische minderheden en de maatschappelijke diversiteit te dwarsbomen. Zo’n titel is geen toeval en komt niet uit de lucht vallen. Zo’n foute titel groeit op de ondergrond van een sluimerend cultureel bewustzijn. Het is een onzinnig standpunt dat het secularisme een uitsluitingsmechanisme is. De titel is slecht doordacht, tendentieus en stemmingmakerij tegen het secularisme. Dit geeft zeer te denken over het intellectuele gehalte van MO.

Dit wringt des te meer omdat het secularisme juist het omgekeerde beoogt van wat MO in de titel suggereert. Het secularisme sluit niet uit, maar sluit juist in. Het secularisme beschermt minderheden die zich in kleinere organisaties rond religies of levensovertuigingen verenigen en neemt deze in bescherming door hun de garantie van een gelijke plek te geven. Het secularisme beschermt minderheden tegen de meerderheid.

In praktijk gaat deze gelijkstelling en emancipatie van minderheden ten koste van de voorkeurspositie van de maatschappelijk en politieke machtigste religies of levensovertuigingen. In België is dat de rooms-katholieke zuil. In Nederland het protestantisme. De reflex van deze religieuze organisaties die hun in eeuwen opgebouwde voorkeurspositie bedreigd zien is defensief en bedoeld om de afbraak van hun voorkeurspositie te vertragen. In hun publicitaire en politiek uitingen schilderen deze nationale religieuze organisaties het secularisme ten onrechte af als anti-religieus. Hiermee zaaien ze bewust verwarring door de politieke filosofie van het secularisme in een kwaad daglicht te stellen om de eerlijke uitvoering ervan te dwarsbomen.

De titel die zo vijandig tegenover het secularisme staat roept vragen op over het karakter van MO. Waar staat het voor en wat beoogt het? MO is naar eigen zeggen een initiatief van Wereldmediahuis en krijgt financiering door subsidies van onder meer de federale en Vlaamse overheid uit overheidsfondsen voor ontwikkelingssamenwerking. MO zegtonafhankelijk’ en ‘niet verbonden aan een politieke partij, zuil of strekking’ te zijn. Dat is de theorie.

Het is de vraag of in praktijk de pretentie van een blik op de wereld met ‘een open geest‘ en ‘zonder vooroordelen’ waargemaakt wordt door redacteuren van MO die in ogenschijnlijke behoefte om radicaal-rechts te corrigeren doorschieten naar de kritiekloze presentatie van radicaal-linkse standpunten. Gastauteurs die vanuit een islamitische agenda redeneren en eveneens een religieus perspectief hebben wordt alle ruimte geboden. Zo wordt het secularisme opgeofferd in een schijntegenstelling tussen gesloten rechts en de pluriforme openheid die bij nader inzien net zo eng begrensd en gesloten is als rechts. Terwijl rechts nog het voordeel heeft dat het zich niet anders voordoet dan het is en overloopt van morele pretenties.

Zijn de redacteuren van MO echt bevrijd en vrij van geest of hangen zij collectief of voor een deel cultureel nog in een niet volledig verwerkt verleden dat hun geest gevangen houdt? Zodat ze niet vrij kunnen denken. MO zegt over voorlichting en emancipatie van de Vlaamse bevolking over ontwikkelingssamenwerking te gaan, maar lijkt iets fundamenteels vergeten. Namelijk de eigen emancipatie. Dit geeft te denken over de ware identiteit van MO. Hoe kan een journalistiek medium beweren anderen te willen voorlichten als het naar het zich laat aanzien zelf onvoldoende is voorgelicht?

De tendentieuze titel waarachter een bedenkelijke en geborneerde denkwereld schuilgaat vraagt om kamervragen in het Federale en het Vlaamse Parlement van politieke partijen over de subsidie aan MO. Waarom overheidssubsidie verlenen aan een medium dat blijkbaar zo vijandig staat tegenover het secularisme en bij wie de journalistieke zorgvuldigheid ver te zoeken is?

Foto: Schermafbeelding van deel artikelSecularisme is een van de krachtigste uitsluitingsmechanismen’ van Samira Bendadi in MO*, 24 maart 2018.

Dibi kletst lekker weg over acceptatie van LHBT’ers en ontkent verband tussen islam en moslims. En het onderzoek van het SCP

lhbt

‘Het is een misvatting dat het vooral de religie is, die de coming out tegenhoudt. Bij mij was het nooit de islam, juist binnen mijn geloof voelde ik me veilig en getroost, het waren de mensen – de moslims –  die het mij moeilijk maakten.’ Aldus de voormalige Marokkaans-Nederlandse GroenLinkser en homoseksueel Tofik Dibi in een interview met Janita Naaijer in De Volkskrant. Aanleiding is het verschijnen van de LHBT-monitor 2016 van het SCP. Uit bovenstaand citaat blijkt dat de acceptatie van homoseksualiteit zich in de hele samenleving positief ontwikkelt, maar religieuze Nederlanders en etnische minderheden daarin achterblijven.

Het is interessant dat Tofik Dibi een onderscheid maakt tussen geloof (islam) en gelovigen (moslims). Je zou menen omdat het geloof via de gelovigen wordt uitgedragen en de gelovigen inspiratie vinden in hun geloof, dat geloof en gelovigen onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden. Ofwel, geen geloof zonder gelovigen, en geen gelovigen zonder geloof. Gesteld dat een geloof meer is dan een lege huls die niet gevuld wordt.

De reflex van Dibi om geen rechtstreeks verband te willen zien tussen geloof en gelovigen komt overeen met de reflex van communisten die het ondanks structurele weeffouten en breuklijnen in communistische staten steevast op bleven nemen namen voor de leer. Ze trachtten de kritiek erop te ontzenuwen door te suggereren dat de leer nooit goed in praktijk was gebracht en dat dat de communisten te verwijten viel. Aan de leer van het communisme zelf zou niets verkeerd zijn. Dibi redeneert identiek door het geloof als onaantastbaar te zien, de schuld op de moslims te laden en een rechtstreeks verband tussen geloof en gelovigen te ontkennen.

Tofik Dibi gaat nog verder als hij in het interview ontkent dat het taboe op homoseksualiteit bij religieuze Nederlanders en etnische minderheden het grootst is, hoewel dat onomstotelijk uit de LHBT-monitor 2016 blijkt. Dibi: ‘Maar het idee dat het taboe op homoseksualiteit het grootst is bij religieuze Nederlanders, deel ik niet. In religieuze gemeenschappen zie je namelijk dat er wél heel veel discussie plaatsvindt. In de sportwereld is het probleem ook heel groot, daar wordt veel minder gepraat.’ Het is bedenkelijk dat Tofik Dibi acceptatie gelijkstelt met discussie. Dat is aantoonbare onzin als men focust op maatschappelijke groeperingen waar de acceptatie van LHBT’ers vanzelfsprekend is en niet bediscussieerd hoeft te worden. Daarnaast is veel discussie er geen garantie voor dat dit leidt tot meer emancipatie. Het omgekeerde is evengoed voorstelbaar, dat mensen binnen een subgroep door interne discussie verder af komen te staan van acceptatie van LHBT’ers.

ec351ddf0f763074c111256b93753c4d

Dibi mist het vermogen om op een analytische manier naar de acceptatie van LHBT’ers in de Nederlandse samenleving te kijken. Hoewel hij gelijk heeft dat ook in religieuze kringen de acceptatie ervan toeneemt. Dibi neemt de islam in verdediging en ontkent ondanks onderzoek dat leden van religieuze instellingen achterblijven in de acceptatie van LHBT’ers en suggereert dat dit niets met het geloof te maken zou hebben.

Met de oproep aan niet-moslims om zich niet te bemoeien met LHBT-moslims gooit Dibi de deur van zijn verstand definitief in het slot van zijn gebrekkig inzicht. In een samenleving leven groepen samen en kunnen ze invloed op elkaar uitoefenen. Dibi wil niet dat andere Nederlanders de moslims helpen in hun emancipatie. Het raadsel dat rest na dit interview is waarom Dibi om zijn mening gevraagd wordt. Hij laat zich kennen als een struisvogel die de kop in het zand steekt, en het lef heeft zijn zanderige blik te presenteren als open.

Foto 1: Schermafbeelding van fragment uit persbericht van 12 mei 2016 van het SCP over de LHBT-monitor 2016.

Foto 2: IS gooit in Palmyra, Syrië een geblinddoekte man die door een rechter is ‘beschuldigd’ van homoseksualiteit van het dak van een flatgebouw, december 2015. Still uit een video.

Bert de Vries verlaat PvdA: ‘partij is niet langer seculier’

bdv

Deze tweet van 14 november is niet bijzonder door de inhoud, maar wel door de afzender. Er bestaat immers al enige jaren tijd kritiek op de PvdA omdat het het eigen sociaal-democratisch gedachtengoed om electorale redenen zou verpatsen, teveel naar de moskee zou luisteren en de scheiding van kerk en staat te ver oprekt.

Liefdevol PvdA-lid Eddy Terstall schetste die kritiek in 2010 in zijn boek Ik loop of ik vlieg: ‘Dezelfde verbazing hebben tegenwoordig van oorsprong linkse atheïstische activisten die gebroken hebben met de islam. Die zien vol verbazing aan hoe hun medeprogressieven en vooral ex-feministen zich het vuur uit de sloffen lopen om de islam te verdedigen en hoe die blind smoorverliefd zijn op de hoofddoek, terwijl ze ooit hun bh’s verbrandden. In 2006 zei toenmalig partijleider Wouter Bos in Het Parool: ‘Ik zie het gevaar van een Partij van de Allochtonen waar de autochtonen weglopen. Maar als wij vasthouden aan ons verhaal, blijven we de partij voor iedereen.’ De zoektocht binnen de brede volkspartij PvdA naar politieke wonderlijm die alles met alles verbond was gestart. En zou nooit gevonden worden. Dat kon alleen maar in teleurstelling eindigen.

Afzender is Bert de Vries. Tot voor kort Statenlid van de PvdA in de Provinciale Staten van Utrecht. Hij heeft nu een eigen fractie gevormd. Naar verluidt ontbrak-ie op de conceptlijst van kandidaten voor de komende Provinciale verkiezingen. Mogelijk speelde dat mee bij zijn overstap. In zijn afscheidsbrief schrijft De Vries: ‘Ik vind dat de PvdA seculier moet blijven dus los van de invloeden van kerk en moskee. Ik verzet me er tegen dat de PvdA bij elke verkiezing zo gedreven in de moskee probeert stemmen te winnen. Met deze stemmen wordt ook de invloed van de moskee naar binnen gehaald. De fractie heeft een werkbezoek afgelegd aan drie moskeeën. Het lijkt mij een verkeerd signaal. Ik ben dan ook niet mee geweest. (..) De PvdA stond eerst driedubbelvierkant achter vrouwenrechten en homorechten. Hoe scherp zit de PvdA hier tegenwoordig in?

De PvdA maakte afgelopen 20 jaar één fout, maar wel een grote: het koos niet voor het eigen gedachtengoed. Het is de strijd tussen verstandig en dom links. Tussen behoudend en progressief. Verder is er niets aan de hand. Er is gewoon sprake van emancipatie van minderheidsgroepen. Waar voorheen kiezers van Turkse, Marokkaanse, Surinaamse of Antilliaanse herkomst in met name de grote steden in meerderheid op de PvdA stemden, is dat veranderd. Dat dat gebeurde was abnormaal en wordt nu gecorrigeerd door maatschappelijke ontwikkelingen. Leden uit de minderheidsgroepen diversifiëren zich en hebben de PvdA niet meer nodig. Dit proces is mede door de PvdA in gang gezet. De eigen overbodigheid is geen schande, maar een verdienste van de PvdA omdat de doelstellingen bereikt zijn. Zoals dat voor elke politieke partij zo zou moeten zijn.

De prestaties van de PvdA liggen in het verleden. Daar worstelen alle Europese sociaal-democratische partijen mee. De PvdA moet een nieuwe bestaansgrond met een nieuw kernelectoraat vinden dat naadloos aansluit bij de ideeën over vrijheden, gelijkheid en verheffing. Daar passen geen leden bij die religie boven de waarden van de sociaal-democratie stellen. De herstart kan het best gerealiseerd worden door een nieuwe partij te vormen. Zonder VVD-light of SP-light te worden. Vogelaristen en islam-socialisten kunnen dan in de oude partij blijven. Partijvorming kan de balast van het verleden afschudden en de ideologische veren weer opprikken. Zolang links en progressief elkaar niet langer overlappen -en neutraliseren- blijft de PvdA een in zichzelf gekeerde bestuurderspartij die niet gevoed wordt door kritische geesten die naast de macht staan.

bdv2

Foto 1: Tweet van Bert de Vries, 14 november 2014.

Foto 2: Tweet van Bert de Vries, 2 december 2014.

Marokkanen zijn zo zwakbegaafd nog niet. Met Mano Bouzamour

Dia2

‘Een groot deel van de Marokkaanse gemeenschap viel over mijn boek. Voorspelbaar. Een groot deel is ook zwakbegaafd. Als je verhaalt hoe het eraan toegaat, ben je voor die imbecielen al snel een verrader.’ Aldus de Nederlands-Marokkaanse schrijver Mano Bouzamour over de negatieve ontvangst van zijn debuutroman De belofte van Pisa in zijn column in Het Parool. Deze uitspraak is een kwestie van emancipatie en openheid. Los van het feit of het klopt wat-ie zegt. Verrassend omdat het zelden zo gezegd wordt. Zwakbegaafd wil zeggen dat iemand  met leren en ontwikkeling achterloopt op de rest en zeker geen IQ heeft dat hoger is dan 90.

De termen imbeciel en zwakbegaafd worden doorgaans vermeden en eufemistisch gebruikt. Want ze komen hard aan. Er zijn twee mogelijkheden. 1) Bouzamour zegt precies wat-ie bedoelt. 2) Bouzamour speelt met de termen, bedoelt niet echt dat een groot deel van de Nederlands-Marokkanen imbeciel en zwakbegaafd is, maar een groot deel van deze gemeenschap daar wel toe neigt in gedrag. Toegespitst op het onbegrip voor literatuur, cultuur en vrijheid die hij als schrijver bij veel Nederlandse-Marokkanen meende waar te nemen. Het is dus niet op voorhand duidelijk waarom Bouzamour de termen gebruikt. Het kan ook een uiting zijn van ‘kijk eens hoe weinig fijngevoelig ik durf zijn’. Maar ook mogelijk is het niet langer willen meewerken aan het verdoezelen van een politieke correcte waarheid ‘veel Marokkanen zijn zwakbegaafd en imbeciel’.

De relatie zwakbegaafd en etniciteit is lastig omdat het speelt op het snijvlak van gedrag, politiek, integratie, onderwijs, opvoeding en cultuur. Een samenleving heeft 2% tot 2,5% zwakbegaafden. In 2013 noemde de Nederlands-Marokkaanse burgemeester van Rotterdam Ahmed Aboutaleb toen-ie het over criminaliteit had de Antillianen zwakbegaafd: ‘Dat speelt volgens mij een belangrijke rol in het probleem. Je ziet het niet alleen bij Antilianen uit de Antillen, maar ook bij Antillianen die in Nederland zijn geboren.’ Deze uitspraak om een etnische groep zwakbegaafd te noemen zorgt voor begripsverwarring. Om de tegenstelling te benadrukken tot de begrippen slim, snel van begrip, betrokken, creatief, zelfstandig en nieuwsgierig kan het werken.

Zwakbegaafdheid is dus een relatief begrip. Het zegt iets over het achterblijven bij anderen. Echte laag- (of zwak) en hoogbegaafden vormen samen hooguit 5% van de bevolking. De rest zit er tussenin. Dus de ‘zwakbegaafde’ Nederlands-Marokkanen van Bouzamour ook. Echt licht-verstandelijk gehandicapt zal slechts een klein deel van de Nederlandse-Marokkanen zijn. Het grote deel dat Bouzamour zwakbegaafd noemt zal eerder een gebrek aan doorzettings- en aanpassingsvermogen hebben, gecombineerd met een negatieve sociale omgeving. En vooral onbegrip over literatuur en zijn roman. Dat steekt Mano Bouzamour.

Foto: Mano Bouzamour presenteert zijn debuutroman ‘De belofte van Pisa’ in de Bijenkorf.

In A’dam verandert uiterlijk Zwarte Piet om hetzelfde te blijven

Zwarte Piet moet veranderen om hetzelfde te blijven. Da’s de uitkomst van een maatschappelijk proces. Burgemeester Van der Laan liet vandaag weten in beroep te gaan bij de Raad van State tegen de beslissing dat hij de vergunning voor de sinterklaasintocht opnieuw moet bekijken. Het Amsterdamse Sinterklaascomité werkt al aan een nieuw uiterlijk van Zwarte Piet. Dat Amsterdamse voorbeeld doet wellicht elders volgen.

De burgemeester heeft gelijk zich niet in de rol van zedenmeester te laten drukken. Voor je het weet beginnen tegenstanders van de Gay Pride een zaak om een voor velen controversieel uiterlijk aan de kaak te stellen. Verschil is dat nu Zwarte Piet de wind tegen heeft en de Gay Pride de wind mee. Ofwel, Gay Pride is nu politiek correct en Zwarte Piet incorrect. Maar die mode kan zo omdraaien. Dan moeten homojongens en lesbomeisjes zich aanpassen aan de nieuwe zedelijkheid om stereotypering tegen te gaan. Tegenstanders van Zwarte Piet doen er verstandig aan geleidelijkheid te zoeken. Altijd beter om verder te kijken dan de eigen neus lang is.

Yahya, Mano, Özcan, de islam en het onbegrip van moslims

Update 20 april 2015: De Palestijns-Deense Yahya Hassan, rapper, dichter en sinds kort politicus voor de in oktober 2014 door drie Pakistaanse broers opgerichte Nationalpartiet werd afgelopen zaterdagavond in een discotheek in Kopenhagen door twee mannen aangevallen. Hassan werd op dat moment beveiligd door de Deense Veiligheids- en Inlichtingendienst PET vanwege bedreigingen van islamitische zijde. Hij wordt door sommige moslims als ongelovige bestempeld en om die reden bedreigd. Intussen heeft Hassan het zwaartepunt van zijn kritiek verlegd naar rechtse politici door wie hij zich in de steek gelaten voelt en van wie hij vindt dat ze het integratieprobleem in Denemarken niet goed hebben aangepakt. Zie ook TheLocal.DK

Mensen die uit hun eigen sociale kring treden hebben het niet makkelijk. Zoals dichter Yahya Hassan die wereldberoemd is in Denemarken. Trouw schetst zijn achtergrond onder de titel ‘Angry young man wekt woede moslims‘. Zijn autobiografische dichtbundel ‘is een aanklacht tegen zijn ouders, tegen wat hij betitelt als de schijnheiligheid van veel moslims en tegen de cultuur waarin hij opgroeide‘. Dit resulteert in doodsbedreigingen. Hij werd onlangs zelfs door een 24-jarige allochtoon aangevallen in Kopenhagen.

Trouw citeert Hassan: ‘Ik ben kwaad op mijn ouders en hun generatie. Zij hebben de problemen gecreëerd waarin ik en vele anderen zijn terecht gekomen. Zij hebben ons ermee geïndoctrineerd dat alles wat niet op henzelf lijkt, bestreden moet worden. Daarom loopt er nu een hele generatie van kutbuitenlandertjes rond die de maatschappij waarin ze leven niet erkennen. Iedereen verkoopt hasj, iedereen steelt, iedereen heelt. En om te zeggen dat er een paar zijn die het voor iedereen verpesten, is absurd. Het is precies omgekeerd’.

De Marokkaans-Nederlandse Mano Bouzamour treft een vergelijkbaar lot. Op z’n boek ‘De Belofte van Pisa‘ dat positief werd ontvangen kreeg-ie vanuit eigen kring negatieve kritiek. Hij zou z’n eigen nest bevuilen. De Turks-Nederlandse Özcan Akyol overkwam hetzelfde na verschijning van z’n boek ‘Eus‘. Ze worden geclaimd en geïntimideerd vanuit eigen kring en willen zich daaraan ontworstelen. Ze zijn in Nederland geboren en getogen en willen hun leven zelf vormgeven. Mano en Özcan vertellen hun verhaal bij Pauw & Witteman.

PW

Foto: Schermafbeelding uit uitzending van P&W van 8 november 2013 met citaten over de Marokkaans-Nederlandse schrijver Mano Bouzamour.

Tien redenen om het niet over Zwarte Piet te hebben

SFA002014878

Internet is dol op lijstjes. Ze gaan over van alles en nog wat. Ze vullen lekker op, vragen weinig onderzoek of kennis, hoeven niet compleet of doortimmerd te zijn en kloppen daarom altijd. Een buil is er niet aan te vallen. Om de reden dat ze toch nergens over gaan. De tien grootste boeven uit de filmgeschiedenis, de tien rijkste kruideniers, de tien gewiekste cultureel ondernemers die niks van kunst begrijpen, de tien slechtst geklede politici met of zonder stropdas, de tien beste honkballers van Nederland die niet uit Nederland komen. De mogelijkheden zijn eindeloos. In Nederland was het trouwens publicist Nico Scheepmaker die deze triviale lijstjes introduceerde. Lijstjes zijn de halsbandparkieten van internet, niet meer tegen te houden.

Nou, dan is het maar beter om mee te doen. Een actueel onderwerp in Nederland dat tegelijk nergens en overal over gaat is deze dagen de rol van Zwarte Piet bij het Sinterklaasfeest. Racisme, slavernij, betutteling, nationale identiteit, volkscultuur, commercie, traditie, verontwaardiging en het wij-gevoel komen er allemaal in samen. Welk lijstje valt daar van te maken? Ik doe een poging. Alle aanvullingen zijn van harte welkom!

  • 1.  Die mevrouw Verene Shepherd is een muts en de reactie niet waard
  • 2.  Er zijn belangrijkere dingen op de wereld: oorlog, honger, uitbuiting, ziekte
  • 3.  Het snoepgoed dat Zwarte Piet uitdeelt is niet om te vreten zo zoet
  • 4.  Er zijn in Nederland steeds minder schoorstenen en mooie puntdaken
  • 5.  De traditie van het Sinterklaasfeest met Zwarte Piet emancipeert vanzelf
  • 6.  Zwarte Piet is helemaal niet zwart, maar bruin
  • 7.  Kleine kinderen zouden nog gaan denken dat Sinterklaas evenmin bestaat
  • 8.  Voor we het weten hebben we Smurf-, Boeren-, Roze- of Regenboog Pieten
  • 9.  Racisme drukt andere vormen van ongelijkheid weg, zoals van vrouwen
  • 10. In het personeelsbeleid van de BV Sinterklaas zit toch geen beweging

SFA003000164

Foto 1: Intocht van Sinterklaas en (Surinaamse) Zwarte Pieten in Amsterdam, Nederland 1934-1937. Credits: Nationaal Archief.

Foto 2: Sint Nicolaas-optocht door Utrechtse studenten, 1913. Sinterklaas met twee Zwarte Pieten met zak en roede voor de deur van een “Cuisinier” (of Cuisinair) te Utrecht. Credits: Nationaal Archief.

Who framed het vrijheidcollege Vrijheid van godsdienst in Utrecht?

FoW

Wat betekent: ‘In de huidige seculiere samenleving vormen religieuze groeperingen, zeker orthodoxe, een minderheid.’ Ik begrijp niet alleen dat ‘zeker orthodoxe‘ niet omdat orthodox-religieuze groeperingen juist het best georganiseerd zijn en de meeste steun weten te regelen. Ik begrijp evenmin waarom het bijzonder is dat een religieuze minderheid een minderheid vormt. Vormen in de pluriformiteit immers niet allerlei sociale, etnische of anderssoortige groeperingen een minderheid? Wat maakt de orthodoxe religie bijzonder?

De zin komt voor in een aankondiging van het ‘Vrijheidscollege Freedom of WORSHIP met Barbara Oomen‘ op de site van Forum, instituut voor multiculturele vraagstukken. Een samenwerking met de Vrede van Utrecht en Bevrijdingsfestival Utrecht. De lezing vindt vanavond plaats in het Utrechtse stadhuis. Het is de laatste in een reeks met als thema de Vier Vrijheden van president Roosevelt: meningsuiting, gebrek, vrees en godsdienst.

Het slordig denken komt het beste in deze zinnen naar voren: ‘Vrijheid is zowel doen als laten. Vrijheid spreek je af.’ Echt? Met wie dan wel? De buren? De wetmakers? De sterke jongens van de sportschool? De orthodox-religieuze gemeenschap? De opstellers van de tekst gooien het over de boeg van de zelfregulering. We komen er samen wel uit. Maar ze beseffen niet dat dat geen waarborg voor vrijheid, maar een ernstige bedreiging ervan is. Zelfregulering is een hellend vlak omdat het uiteindelijk door dwang oplegt waar de regelgeving ontbreekt. Regelgeving biedt wel de vrijheid (van godsdienst) waardoor minderheden beschermd zijn.

De tekst vervolgt: ‘Hoeveel ruimte is er in de publieke sfeer voor deze minderheden? Wat is er sinds Roosevelt afgesproken rondom vrijheid van godsdienst en hoe is en wordt het maatschappelijk debat over dit thema gevoerd?’ Het valt te hopen dat Barbare Oomen de introductietekst door de papierversnipperaar haalt en haar eigen ruimte neemt om aan het ‘frame‘ van zowel reeks als organisatie te ontsnappen. Vrijheid is meer waard.

Foto: Schermafbeelding van aankondiging lezing Barbara Oomen en Ellen Dechwitz. 18 April 2013, Utrecht. 

Ouders van Marokkaans-Nederlandse rotjochies moeten opvoeden

koran

Directeur Hasib Moukaddim van het Samenwerkingsverband van Marokkaanse Nederlanders (SMN) zoekt het initiatief in de column: ‘Aan ouders van rotjochies: voedt jouw kinderen ook buiten de woonkamer op‘. De afgelopen week haakten belangengroepen aan bij de dood van grensrechter Richard Nieuwenhuizen die door enkele Marokkaanse Nederlandse rotjochies dood werd getrapt. Nederland verkeerde in een schok. De vonken sprongen van het debat, ook hier. Was het geweld gerelateerd aan voetbal, Marokkanen of aan iets anders?

Moukaddim keilt aan met het idee dat het publieke debat opvalt door het benoemen om het benoemen zonder aanpak en oplossing: ‘Dit alles in de traditie van het typisch Hollandse debat: het benoemen van het probleem, daarna nog eens benoemen, dan op eigen borst kloppen voor het benoemen om tot slot over te gaan tot de orde van de dag.’ Mooi gezegd. Het idee dat het bij dit soort maatschappelijke verschijnselen vaak aan aanpak en oplossing schort lijkt juist. Maar benoemen in de zin van kwalificeren? Gesteld dat dat voorafgegaan wordt door observatie, analyse en een presentatiestrategie. Het lijkt erop dat Moukaddim in een retorische valkuil loopt door het benoemen af te willen zetten tegen het uitblijven van de oplossing. Daardoor mist-ie het wegkijken en ontkennen als eerste fase in het weglopen voor een oplossing. Daar gaat het al mis.

Moukaddim constateert ‘een schrijnend gebrek aan toezicht op sociale regels in de openbare ruimten‘. Zijn uitspraak dat ook Marokkaanse-Nederlandse rotjochies daar gebruik van maken, klinkt als understatement. Als weinig anderen rekken ze grenzen op. Moukaddim manoeuvreert voorzichtig, maar ook voorspelbaar in het vinden van een middenweg. Hij verbreedt de opvoeding naast de ouders tot ‘de school, de buurtwerker, de voetbal- of handbaltrainer, de buurman en buurvrouw, familieleden en eventuele hulpverleners.’ Dat er in de opvoeding van de eigen kinderen ‘óók een belangrijke rol [is] weggelegd voor de Marokkaans-Nederlandse ouders‘ klinkt ongeloofwaardig. Natuurlijk ligt er een rol voor de ouders. Bizar dat het gezegd moet worden.

Deze ouders mag volgens Hasib Moukaddim niet het verwijt gemaakt worden dat ze hun kinderen niet goed opvoeden: ‘Ouders proberen wel degelijk hun kinderen op te voeden door ze de juiste normen, waarden en liefde mee te geven.’ Maar hier verwart-ie goede bedoelingen met feitelijke opvoeding. Intenties of pogingen zijn wat anders dan ouders die hun kinderen in de gaten houden, zich in hun plaats stellen en ook praktisch met hun kinderen verbinden. Dat gebeurt in vrijwilligerswerk, huiswerk, ouderavonden, spelen op straat, achter het beeldscherm of de spelcomputer en overal waar opgroeiende kinderen hun ouders tegenkomen.

Moukaddim loopt op eieren en spreekt tegen diverse doelgroepen die hij niet van zich wil vervreemden. Zijn betoog verbreedt tot ondoorzichtigheid toe. Het klopt: ‘De Marokkaanse gemeenschap is onderdeel van de Nederlandse samenleving en dus is ‘jouw probleem ook mijn probleem en andersom’‘. Maar dat betekent niet dat de verantwoordelijkheid voor de opvoeding van deze kinderen door de hele samenleving gedeeld wordt. Ouders hebben de eerste verantwoordelijkheid. Als ze die om culturele of sociaal-economische redenen niet kunnen nemen, dan moet dat benoemd worden. Maar juist dat laat Hasib Moukaddim na. Ook hij denkt dat-ie iets kan benoemen zonder man en paard te noemen. Hij past in het typisch Hollandse debat van wegkijken.

Foto:  Opvoeden met de koran.

Maakt het uit of Robin van Persie moslim is?

Al sinds 2005 zingt het rond op internet: Robin van Persie is moslim geworden. Afgelopen maandag merkte de NRC het op in een poging om te verklaren waarom Oranje zo onsamenhangend en ongeïnspireerd speelde. Met de opening: ‘Oranje miste teamgeest op het EK. Een man stond symbool voor het gebrek aan eenheid: Robin van Persie, vedette met privileges‘. Er zou een kamp Van Persie en een kamp Sneijder zijn. Iemands achtergrond wordt van belang bij verdeeldheid. Is er een Marokkaanse kabel met Khalid Boulahrouz, Robin van Persie and Ibrahim Afellay die zich losmaakt van de rest? En heeft dat met de slechte resultaten te maken?

Media zijn tot nu toe terughoudend geweest om te melden dat Robin van Persie in 2004 een Marokkaanse vrouw trouwde en moslim werd. Wat iemand achter de voordeur of in een gebedshuis uitspookt doet er niet toe. Als het niet van invloed is op de prestaties op het veld. Precies dat is veranderd. Daarom doorbreekt de NRC nu pas het taboe en haalt het naar boven. Is het cynisch om te zeggen dat het pas genoemd wordt als het slecht met Van Persie gaat? Doe ik eraan mee door het te noemen? Moet het daarom ongenoemd blijven?

Bij het EK van 1996 waren er geruchten over het bestaan van een Surinaamse kabel met de Ajacieden Patrick Kluivert, Edgar Davids, Michael Reiziger, Winston Bogarde en Clarence Seedorf. Reconstructies verduidelijken echter dat het gewoon vrienden waren. Ook nog eens met een gemeenschappelijk belang omdat bij Ajax de zwarte spelers minder verdienden. Of er een Marokkaanse kabel van Boulahrouz, Van Persie en Afellay bestaat is niet van belang. Feit is dat Van Persie de eenheid verstoorde, uitgeblust was na een lang seizoen en de nukken van een vedette vertoonde. Door zijn godsdienstige overtuiging was de afstand tot de groep vergroot.

Foto: (Vanaf links) Khalid Boulahrouz, Robin van Persie en Ibrahim Afellay dollen met assistant-coach Dick Voorn. Charkov, juni 2012. Credits AFP