Amsterdam door Hongaarse ogen (1962)

Nederland, Amsterdam, 1962. Schenking van Janos Metneki. Collectie: Fortepan (Boedapest. Hongarije).

Betoverend zijn de kleurenfoto’s uit 1962 van net voor de provojaren met een schraal herkenbaar Oostblok-achtig kleurenpatroon. Het is het niet zo bekende beeld van vlak voor een grote gebeurtenis. 1962. Als aanloop naar 1965.

Jongeren en een enkele oudere genieten op de Dam van de zon. Zijn het medewerkers van banken en winkels in hun middagpauze? Waarom wil een Hongaarse fotograaf dit beeld vastleggen? Spreekt hem het exotisme van het vrije, ontspannen Westen aan? Verbeeldt dit de sfeer van vrijheid die hij in eigen land mist? Het is gissen.

Op de Wallen valt het vizier op een jongen en meisje die midden in de steeg (Lange Niezel) met elkaar praten. Een lookalike van Marilyn met petticoat en een nozem in een pak. In een afgezwakte alledaagse verschijningsvorm. Toen normaal, nu een verdwenen stadsbeeld. Zo verklaren we het nu, om iets dat we niet helemaal begrijpen dichterbij te brengen.

Transitie is het begrip dat deze foto’s uitdrukken. Zowel van de mensen die op de foto tot object worden gemaakt als van de fotograaf die erdoor gefascineerd wordt. De gevestigde orde van Nederland zou enkele jaren later met krenten uitgedaagd worden en had er geen passend antwoord op. Hier is het nog enkelzijdig Amstel Bier, Willem II sigaren en Heineken.

Wat komen ging was ludiek én serieus. Hangt het in 1962 al in de lucht? Dat valt uit deze foto’s niet af te leiden. Er heerst rust. Toch lezen we er stil protest in dat van zich gaat laten horen. Een kwestie van een kritische grens die eenmaal overschreden de weg vrijmaakt voor allen. Dat wordt hier opgebouwd. Wie kon dat vooraf weten?

Nederland, Amsterdam; Lange Niezel gezien vanaf de Oudezijds Voorburgwal, 1962. Schenking van Janos Metneki. Collectie: Fortepan (Boedapest. Hongarije).
Advertentie

Duyvendak: achterban PVV denkt over emancipatie niet anders dan laagopgeleide Nederlands-Marokkanen. Niet vooruitstrevend

0bf4dd39b7bc0bd5b2fb85fe3e67bd8bb2b0fce477fa4cd5ee54a6673b961abe

Mijn ogen bleven haken op twee zinnen in een essay van de Amsterdamse socioloog Jan Willem Duyvendak in De Groene van 10 maart 2016 dat ook in S&D van de Wiardi Beckman Stichting verschijnt: ‘Bij precieze analyse blijkt dat de achterban van Wilders qua emancipatiegezindheid sterk lijkt op laagopgeleide Nederlands-Marokkanen. Niet heel vooruitstrevend dus’. Hij verwijst hierbij naar het onderzoekAcceptatie van homoseksuelen, biseksuelen en transgenders in Nederland‘ van Lisette Kuyper en Saskia Keuzenkamp.

Duyvendak focust op de vraag welk beeld van Nederland ‘wordt uitgedragen in reactie op dergelijke aanslagen en, breder, in discussies over migranten en asielzoekers.’ Aanleiding voor het essay is een recente publicatie van de Franse demograaf Emmanuel Todd die stelt dat de demonstraties na de terroristische aanslagen van januari 2015 (Charlie Hebdo, kosjere supermarkt) vooral een uiting van islamofobie waren. Duyvendak wijst die claim af en vindt dat Todd de plank mis slaat. Hij ontleent er wel het perspectief aan hoe Nederlanders zichzelf presenteren in reactie op dit soort aanslagen of de instroom van migranten en asielzoekers.

Duyvendak gaat in op drie aspecten die kort samengevat de culturele kwestie vormen: vrouwenrechten, homorechten en de scheiding van kerk en staat. Hij geeft een goed overzicht van recente ontwikkelingen. Nog in 1960 was Nederland een van de meest traditionele landen van Europa op het gebied van gender (man/ vrouw relaties) en (homo)seksualiteit. Deels is dat nog zo, men hoeft maar te kijken naar de in vergelijking met andere Europese landen slechte positie van vrouwen op de arbeidsmarkt. En in de debatten over de scheiding van kerk en vindt Duyvendak de dubbelzinnigheid nog groter dan bij gender en (homo)seksualiteit: ‘Dezelfde partijen die het hardste roepen dat een modern land zich kenmerkt door een volledige scheiding van kerk en staat, stellen tegelijkertijd dat Nederland een joods-christelijke traditie heeft en moet houden. Voorstellen om bijvoorbeeld vrije dagen minder stringent te koppelen aan christelijke feestdagen kunnen op woedende reacties rekenen. Want dan is er plotseling sprake van een aanval op ‘onze cultuur’.’

Uiteindelijk is toch door de verwerking van de verworvenheden van de jaren 1960 een omslag gekomen die Nederland tot een progressief land hebben gemaakt. Vaak is dat een revolutie in woorden geweest die nog niet altijd en overal in de praktijk van de samenleving zijn terug te vinden, maar het onderscheidt volgens Duyvendak Nederland wel van meer traditionele landen als de VS of Frankrijk die nog voor het proces staan dat zich in Nederland al voltrokken heeft. Door de snelheid van de veranderingen kijkt Nederland er dubbelhartig tegenaan. En met enige mate van geheugenverlies. Want die culturele verworvenheden die nu als vanzelfsprekend worden gepresenteerd zijn behalve in progressieve enclaves van D66- en GroenLinks-kiezers nog niet overal ingedaald. Pikant is trouwens dat Duyvendak in het PvdA-huisblad S&D Paul Scheffer te kijk zet als iemand die nog in 2005 in het openbaar ‘demonstratieve homoseksualiteit’ afwees. Wat geeft dat aan?

Maar die zin dus over de achterban van de PVV die niet heel vooruitstrevend is en over emancipatie niet heel anders denkt dan laagopgeleide Nederlands-Marokkanen. Henk en Ingrid denken over culturele kwesties hetzelfde als Achmed en Fatima. Duyvendak constateert dat ze veel gemeen hebben: ‘zowel PVV-stemmers als de laagopgeleiden onder de Nederlands-Marokkanen voelen zich vaak miskend, niet gezien door de politiek; ze wonen in de ‘slechtere wijken’; en ze hebben traditionelere opvattingen.’ Het is niet nieuw wat Jan Willem Duyvendak zegt en het komt niet verrassend, maar het is goed om het opnieuw te beseffen.

Er bestaan theorieën over maatschappelijk kloven: tussen nationalisten en kosmopolieten (wereldoriëntatie), progressieven en conservatieven (culturele waarden), laag- en hoogopgeleiden (ontwikkelingsniveau), individualisme en gemeenschap (burgermaatschappij, zie ook Wiki-lemma Communitarisme) of autochtonen en nieuwkomers (herkomst). Hoe dan ook stelt Duyvendak met zijn essay de claims van het Wij/Zij-denken bij dat mensen eenzijdig probeert te ronselen. De werkelijkheid is genuanceerder en veelzijdiger. Godzijdank. 

Foto: ‘Demonstratie in Amsterdam, provo Hans Tuijnman wordt door enige agenten weggesleept‘, 17 juli 1966. Collectie nationaal Archief. Credits: Joost Efers / Anefo.

Paus Benedictus treedt af. Komt er ruimte voor moderniteit?

0802-OPOPE-pope-CATHOLIC_full_600

Paus Benedictus XVI treedt af. Hij is op. Katholieke gelovigen zijn verrast. Aan anderen gaat het bericht voorbij. Moeten zij er iets van vinden? Nee, ze hebben er niks mee te maken. Natuurlijk kunnen ze er wel een mening over hebben. Van het bericht op RTL Nieuws dat de paus zichzelf nog steeds beschouwt als ‘gematigd progressief‘ keek ik op. Hoe moet een conservatief er dan wel niet uitzien binnen de Rooms-Katholieke Kerk?

Ook progressiviteit is relatief. Een wereldkerk is als een pendule. Soms wijst het richting moderniteit, soms richting conservatisme. Na de omslag worden de medewerkers gemaand om met een eed afstand te nemen van het oude, en het nieuwe te omhelzen. De antimodernisme-eed van 1910 is tot in 1967 blijven bestaan. Tot de tijd van de progressieve paus Johannes XXIII. In de wereldse samenleving lieten provo’s van zich horen.

Wie wordt de volgende paus, dus de 266ste? Voor katholieken is dat een enerverende vraag. Want als er straks een nieuwe wind gaat waaien, dan moeten ze om kerkpolitieke redenen wellicht weer een nieuwe eed zweren. Richting progressiviteit. Want dat een volgende nog conservatiever kan zijn dan de laatste twee pausen is nauwelijks voorstelbaar. Maar met religieuze instellingen weet je maar nooit. Ze kennen hun eigen dynamiek.

Foto: ‘Pope Benedict XVI (at far end, c.) led a meeting at the Vatican in February to canonize five new church saints, including the first one from Australia, a 19thcentury nun‘. Credits: Osservatore Ro mano/Reuters