Bestuur Piratenpartij stapt over naar Forum voor Democratie. Partij is in rechtse richting bijgebogen. Hoe nu verder?

pir

Het schip van de Nederlandse Piratenpartij (PPNL) heeft ernstige averij opgelopen. De NOS bericht dat alle bestuursleden zijn overgestapt naar het Forum voor Democratie (FvD). Het vehikel dat Thierry Baudet rond zich opgetrokken heeft en nu meedoet aan de komende verkiezingen voor de Tweede Kamer. Het bevestigt mijn vermoeden dat de PPNL de afgelopen jaren in rechts vaarwater verzeild was geraakt. De overstap van leden van de in beginsel toch links-liberale of links-anarchistische PPNL naar de rechts-populistische FvD is een politieke oversprong die vrijdenkende Piraten het schaamrood naar de kaken jaagt. Of lijsttrekker Ancilla van de Leest die interviews afneemt voor Café Weltschmerz in politiek opzicht zoveel anders is betwijfel ik.

Op 15 juli 2012 maakte ik hier in een commentaar bekend dat ik lid was geworden van de PPNL. Tegen mijn natuur in omdat ik een natuurlijk wantrouwen heb jegens politieke partijen. Het was de toenmalige lijsttrekker Dirk Poot die me over de streep trok. Hij is een voormalig VVD-stemmer met een links-liberaal wereldbeeld. Iemand die als een wetenschapper bleef uitgaan van de feiten en geen complottheorieën optuigde door feiten te verdraaien. Vanaf 2013 analyseerde hij in de media scherp en deskundig de gebeurtenissen rond Edward Snowden en de NSA. Mij bleef het een raadsel waarom Poot met zijn genuanceerd beoordelingsvermogen en digitale expertise niet ingelijfd werd door de journalistiek of een NGO. Of door de overheid die liever met Bas Eenhoorn in zee ging. Maar bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer van 12 september 2012 had de PPNL niet meer dan een halve zetel gehaald. Mijn stem en steunbetuiging aan de partij hadden niet geholpen.

In 2014 en 2015 raakte de PPNL uit mijn gezichtsveld. Ik hield me verre van partijbijeenkomsten. De partij haalde nauwelijks de media nog. Tot ik in oktober 2015 een nieuwsbrief van de PPNL las en me doodschrok. Erin stond: ‘De opstelling van de PP t.o.v. de GeenPeil actie is besproken en er is besloten hieraan steun te verlenen omdat alle uitbreidingen van de democratische inspraakmogelijkheden welkom zijn.’ Dat was in de periode dat Geen Peil (voor het commercieel aanjagen van Geen Stijl) in de zomer van 2015 het Oekraïne-referendum had opgestart. Met partners zoals FvD. Naar nu achteraf valt te reconstrueren gebruikten de voormannen Jan Roos (Geen Stijl) en Baudet (FvD) dit referendum als carrière-opstapje naar de partijpolitiek.

Ik schreef op 30 oktober 2015 een brief naar het partijbestuur en vroeg om opheldering: ‘Deze opstelling van de PPNL treft me onaangenaam. Niet alleen omdat ik de campagne van GeenPeil als een conservatief en rechts-populistisch geluid inschat en de PPNL daartoe geen afstand houdt, maar juist omdat de PPNL het nog ondersteunt ook. De reden die wordt gegeven komt me eerlijk gezegd tamelijk naïef voor en doet me opnieuw twijfelen aan het politiek-strategisch inzicht van de leiding van de PPNL. Waar staat de PPNL nou eigenlijk voor als het steun geeft aan een conservatieve EU-scepticus als Thierry Baudet die de belangrijkste geestelijke vader van de campagne tegen het Associatieverdrag met Oekraïne is? (..)// Graag nodig ik het bestuur uit om duidelijk te maken wat de overwegingen waren van de PPNL om steun te verlenen aan genoemde campagne van GeenPeil. Van het antwoord laat ik mijn besluit afhangen of ik mijn lidmaatschap opzeg. Dit laatste bedoel ik niet als dreigement, maar eerder om aan te geven welk belang ik aan deze kwestie hecht. Een lidmaatschap van een politieke partij vat ik op als een afspraak van twee kanten. Ik meende in juli 2012 lid geworden te zijn van een links-liberaal-anarchistische beweging met mooie kernpunten over internetvrijheid, bestuurlijke transparantie, democratisering en andere onderwerpen die me aan het hart gaan en waarin ik me helemaal kan vinden. // Sinds 2012 bespeur ik weinig voortgang in de opbouw van de PPNL en het doordringen van het Piratengeluid in de publiciteit. Op een incidenteel optreden van Dirk Poot na waarvan het me trouwens meestal onduidelijk is of hij voor de partij of op eigen titel optreedt. Ik begrijp de organisatorische en financiële  problemen van de PPNL en wil daar niet te hard over vallen. Maar als de PPNL nu ook al steun verleent aan de campagne van GeenPeil dat ik inschat als een vehikel om de democratie en de EU te verzwakken dan voel ik me niet meer thuis bij zo’n PPNL. Ik zie het als een teken van het wegglijden van de PPNL in een richting die niet de mijne is. Hoe dat dan ook komt. Een halszaak is het allemaal niet. Zo gaat het nu eenmaal. Mensen ontmoeten elkaar en nemen weer afscheid. Vat dit schrijven dan ook niet op als kritiek, maar als een tussenbalans, als een teken van een buitenstaander die hoe dan ook constructief staat tegenover de PPNL.’ 

Constructief was ik tot vandaag. Ik heb dit 11 maanden laten rusten. Maar nu het bestuur van de PPNL in zijn geheel overstapt naar het FvD en ik evenmin vertrouwen heb in de koers van de huidige lijsttrekker voel ik me niet meer gebonden om te zwijgen. De top van de partij heeft de eigen denkbeelden verloochend.

Op 21 december 2015 kreeg ik een mailtje van de nieuwbenoemde penningmeester als reactie op het mailtje waarin ik om opheldering vroeg. Het antwoord bevatte zinsneden die me tegen de haren in streken. Zoals ‘Wie denk jij wel dat je bent als jij de mening van zeer veel Nederlanders kan afdoen als populair of conservatief’ en ‘In een (politieke)discussie is er geen foute mening, maar vrijheid van mening’. Ik laat het hier maar bij, ik vond het niet van het niveau dat ik verwachtte van het hoofdbestuur van een politieke partij. Ik antwoordde op 21 december 2015: ‘Hierbij zeg ik per 1 januari 2016 mijn lidmaatschap op de PPNL op. Ik verzocht via de secretaris om een uitspraak van het bestuur en krijg een in mijn ogen kwalitatief bedenkelijk antwoord van de penningmeester dat naar mijn idee ook nog eens persoonlijke opmerkingen bevat. Dat alles was niet wat ik voor ogen had en verwacht van het landelijk bestuur van een politieke partij. Bestuurlijk en politiek-inhoudelijk voel ik me niet thuis bij de huidige PPNL.’ Ik heb nooit antwoord gekregen van het bestuur.

Foto: Schermafbeelding van deel artikel ‘Het rommelt binnen de Piratenpartij’ van de NOS, 26 september 2016.

Lente in Jalta moet wakker schudden uit geestelijke winterslaap

jalta

Het in 2013 gelanceerde De Correspondent krijgt er in november een concurrent van rechtse signatuur bij als 5000 abonnees zich aanmelden: Jalta. Het eerste kost 60 euro per jaar, het tweede 84 euro. Initiatiefnemer Joshua Livestro gaat het om de verdediging van ‘West-Europese waarden’ zoals hij zegt in een opiniestuk met Annabel Nanninga in De Volkskrant: ‘Tegen het dictatoriale sofisme van Poetin en Erdogan en de openlijke minachting van de fundamentalisten moet een overtuigend intellectueel weerwoord worden geformuleerd. Wie wij West-Europeanen zijn, wat wij doen en zeker ook wat wij laten: dat verhaal schrijven wij zelf.’ De praktijk zal het leren hoe Jalta het intellectuele debat kan aanjagen. Waar De Correspondent vooral journalistiek wil vernieuwen, lijkt Jalta zich een andere opdracht te stellen. Namelijk de geestkracht van Nederland mobiliseren.

Livestro’s opmerking over ‘de zouteloze driekeer-de-Volkskrant’ pap van Hilversum is nog niet aangepast aan een medium en idioom dat bij de nieuwe wind hoort, maar vervalt in oude reflexen. Jalta moet leren doen waarin het goed is zonder te blijven hangen in negativisme. De paradox lijkt dat Livestro die zijn opiniestuk waarin hij Jalta uitlegt niet toevallig aanbiedt aan De Volkskrant. Vraag is of zijn achterban de oproep tot een intellectueel weerwoord volgt. Mogelijk is de afstand tussen Livestro en linkse intellectuelen minder overbrugbaar dan tussen hem en iemand als Frits Bolkestein met de rank and file van de rechtse beweging.

Foto: Schermafbeelding van ‘En de naam is… Jalta!’ van Joshua Livestro op De Dagelijkse Standaard.

Gekissebis in 50Plus geeft te denken over politieke partijen

mediaplaza2

Politiek is prachtig als het goed gaat. Maar vermakelijk als het slecht gaat. Binnen politieke partijen jagen mensen op baantjes. Maar soms worden mensen de politiek uitgejaagd. Alles is mogelijk. Dat maakt politiek enerverend, maar ook tot een uitvergroting van het menselijk tekort. Omdat mensen zich soms laten kennen.

Neem nou seniorenpartij 50Plus, waar Henk Krol op een zijspoor is gezet wegens het niet afdragen van pensioenpremies in een vorige functie, maar vanaf de zijlijn steevast z’n opvolgers voor de voeten loopt. Die sinds vandaag ook elkaar voor de voeten lopen. De tweemansfractie bestaat uit fractieleider Norbert Klein en Martine Baay. Klein zette Baay uit de fractie, en in een reactie verzocht het bestuur Klein z’n zetel op te geven ‘omdat het het vertrouwen in Klein verloren heeft’. Klein accepteert dat echter niet en wil het oordeel van de ledenraad omdat deze hierover zou gaan. En niet het hoofdbestuur. Het gevolg is onduidelijkheid, chaos en ‘een onwerkbare situatie’. Dat laatste als de gebruikelijke sluitsteen bij dit soort ontwikkelingen. 

Politieke partijen als uitvergroting van het menselijk tekort maken veel duidelijk over de tekortkomingen, ambities en zwakheden van mensen. Soms vervelend, soms vermakelijk, soms ontroerend. Altijd herkenbaar omdat wij uit hetzelfde hout gesneden zijn. Daarom past een terughoudend oordeel over betrokkenen. Ze volgen hun zwakheden, en dat is dat. Dat geldt echter niet voor de werking van politieke partijen. Dat verdient kritiek omdat de structuur ervan maar steeds geen vorm weet te vinden voor de menselijke factor.

Oplossing is een gedeeltelijke ontmanteling van politieke partijen en een vertegenwoordiging in de politiek die meer in overeenstemming is met de samenstelling van de bevolking. Vluchtiger, vloeiender en flexibeler. Politieke partijen zijn een parodie geworden van de slogan van de Occupy-beweging : wij zijn de 99%. Zo’n 2% van de bevolking is lid van een politieke partij, zodat 98% buitenspel staat als het over besluitvorming in raden en parlementen, en functies in het openbaar bestuur gaat. Ondanks inspraakprocedures die burgers erbij betrekken. Maar da’s niet het echte werk. Vormen van directe democratie kunnen door machtsdeling en inspraak de kloof tussen de 2% en 98% verkleinen. Zodat het gewicht van vertegenwoordigers als Klein en Baay afneemt. En vooral het belang afneemt van politieke partijen die goedwillende burgers gevangen houden.

Foto: Grote zaal Media Plaza, Utrecht. 

Stemoproep Jan Pronk maakt PvdA ongeloofwaardig

Jan Pronk stapte een jaar geleden uit de PvdA. Hij zei na 49 jaar z’n lidmaatschap op. In een afscheidsbrief zei hij over de PvdA: ‘De partij heeft zich steeds verder van de beginselen van de sociaal democratie verwijderd‘,  ‘De basiswaarden van de sociaaldemocratie zijn in het geding. De kern daarvan wordt gevormd door het beginsel van solidariteit. Dat beginsel is terzijde geschoven‘, .'(..) wanneer beginselen eenmaal terzijde zijn geschoven, zijn er geen grenzen meer en helt het vlak‘ en ‘Beginselen worden verloochend. Daarom voel ik mij in de Partij van de Arbeid niet meer thuis en heb ik besloten dat huis te verlaten. Ik doe dat met heimwee, maar het is mijn politieke thuis niet meer. Ik ervaar de partij niet langer als sociaaldemocratisch.‘ 

Binnen een jaar slikt Pronk zijn bezwaren in zonder dat de PvdA fundamenteel van koers is veranderd. Hoe kan dat? Pronk verwoordde in z’n afscheidsbrief dat-ie kritiek had op de PvdA vanwege veronachtzaming van de basiswaarden. Die waren in z’n ogen in het geding en werden niet langer goed vertegenwoordigd. Dit is hypocriet van Jan Pronk. Hij maakt zichzelf met de steunverklaring ongeloofwaardig. Z’n opstelling van een jaar geleden viel nog op te vatten als opkomen voor de eigen principes. Dat de PvdA zich dit laat aanleunen en de steun van de PvdA-kritische Pronk blijkbaar nodig heeft geeft te denken over het geslonken zelfvertrouwen van de PvdA. En de paniek die er in de organisatie heerst. Bang voor weer een slecht verkiezingsresultaat.

Meest verontrustend voor de huidige PvdA is nog dat het het nodig acht de zeventiger Pronk te revitaliseren. Is het verleden de toekomst van de PvdA? Het risico is dat de bezwaren uit de afscheidsbrief weer opgerakeld worden in de publiciteit. De PvdA zit met een probleem. Het zet met alle middelen marketing in, voert zelfs op on-Nederlandse wijze een negatieve campagne tegen concurrent PVV met de site devriendenvanwilders, maar heeft geen geloofwaardig product meer in huis om te verkopen. Dat tegenpolen als de PVV en Pronk vanuit het negativisme de eigen lege huls moeten verhullen is geen teken van geloof in eigen kracht van deze PvdA.

Oproep tot fundamenteel debat over organisatie van Piratenpartij

162193713

Er moet niet te zwaar getild worden aan het feit dat Erwin Lensink namens de Piratenpartij verkiesbaar is voor de gemeenteraadsverkiezingen in Nijmegen. Lensink is landelijk bekend als de waxinegooier. De Piratenpartij is er niet blij mee. Het is een incident dat in alle partijen kan voorkomen. Of staat het voor meer dan dat?

Binnen de partij is in de coördinatie veel misgegaan. Eerst zou het bestuur niet geweten hebben wie ‘Erwin’ was, maar toen weer wel zoals uit een persbericht blijkt. Later beweerde Dirk Poot dat Lensink zich op eigen houtje aangemeld zou hebben bij de Kiesraad, maar zoals BB meldt kan dat niet omdat het ‘H3-1-formulier was per ongeluk al getekend door de voorzitter‘. Toen diende het partijbestuur bij de Raad van State een dag te laat een bezwaarschrift in tegen de verkiesbaarheid van Lensink namens de partij. Een reeks van foutjes. 

Vraag is of de fouten samenhangen of los van elkaar zijn ontstaan. Het ligt trouwens nog ingewikkelder als blijkt dat de Nijmeegse piraten niet en de ledenraad en het landelijk bestuur wel aan de verkiezingen mee wilden doen. Er lijkt sprake van een bedrijfscultuur binnen de Piratenpartij die gekenmerkt wordt door een tekort aan centrale regie. Overigens een keuze waar de meerderheid van de leden op de ledenraad bewust voor kiest. Het is een gevolg van de afweging tussen basisdemocratie en uniformiteit. Met voor- en nadelen. 

Als lid van de Piratenpartij heb ik me de afgelopen jaren herhaaldelijk in discussies op internet met andere leden gemengd over de vraag hoe de afweging tussen centrale regie en basisdemocratie gemaakt kan worden. Intussen ben ik daar mee gestopt. Ik zie aan beide standpunten voor- en nadelen, maar neig toch naar meer centrale sturing. Zeker als het om verkiezingscampagnes gaat die nu eenmaal continuïteit, eenduidige beeldvorming en doelmatig omgaan met middelen vragen. En een snelle en daadkrachtige aanpak in de concurrentie met andere partijen. De Piratenpartij is ondanks alles en het bij sommige leden bestaande idee van eigen ‘exceptionalisme’ in de eerste plaats een ‘normale’ politieke partij en geen pressie- of actiegroep.

Haperingen, dilemma’s en foutjes zijn naar mijn idee terug te brengen tot het zelfbeeld van de piraten. Dat schuurt. Daarom blijft de doorbraak uit. Piraten komen met liberale eisen, maar velen voelen zich anarchisten en buitenstaanders. Hoe kan een maatschappijcriticus als Erwin Lensink zich anders tot de partij aangetrokken voelen? Het geeft te denken dat een partij die als kernpunten onder meer transparant bestuur, internetvrijheid en privacy/ burgerrechten heeft zo weinig steun verwerft in het jaar dat Edward Snowden, de NSA en de blunders van minister Plasterk het nieuws beheersten. Het is de hoogste tijd voor een fundamenteel debat over een andere organisatie waarbij niet de rol van de ledenraad maar de potentiële kiezers centraal staan.

Foto: Vakulenchuk, de leider van de opstand op de Potemkin. Still uit ‘Bronenosets Potemkin‘ (1925) van Sergei Eisenstein.

Piratenpartij moet meer aan de weg timmeren. Kei- en keihard

pirates3_3

Wordt het ooit nog iets met de Piratenpartij? Ik twijfel. Zomer 2012 werd ik lid, maar ik hou m’n hart vast. De Nederlandse Piratenpartij wil maar niet doorbreken. Niet in de peilingen en niet in het publieke debat. Het blijft marginaal. Als het bij de volgende verkiezingen voor gemeenten en Europa niet lukt, dan lukt het nooit.

Wat is er meer nodig dan de onthullingen van Edward Snowden die de vreselijkste schendingen van de privacy aantonen, de scoops van Glenn Greenwald, de NSA die eigenmachtig burgerrechten opzuigt en van Orwellls 1984 een kindersprookje maakt, een AIVD-directeur Rob Bertolee die in het ontwijken van de waarheid z’n eigen waarheid naar zich toetrekt, een regenteske en bullebakkende minister Opstelten en een suffe, sullige minister Plasterk, een kundige lijsttrekker Dirk Poot en een gemotiveerde achterban met het hart aan de goede kant? Secretaris Gerben Brands legt het uit voor radio 1. Dat doet-ie goed. Maar toch overtuigt het niet.

De Nederlandse Piraten maken nog steeds weinig klaar. Ik breek graag een lans voor de partij, maar kan er niet meer van maken dan wat ik zie. Het product dat de Piraten in handen hebben is van goud, maar ze weten het tot nu toe niet te verzilveren. Op geen enkel moment. Waarom niet? Komt het door intern gekissebis? Of hun beroerde publiciteit met een website die een vormgeving heeft uit het jaar nul en maar niet spannend wil worden? Ik gun het de Piratenpartij, en bovenal de Nederlandse politiek zo graag, maar zie geen verbetering. Is het het tekort aan middelen dat een doorbraak door nieuwkomers verhindert? Het is nog 2,5 maand tot de gemeenteraadsverkiezingen van 19 maart. Piraten, gooi de schroom van jullie af. Ga in de aanval. Frontaal.

Foto: ‘Circa 1925: A fencing duel scene from the pirate film ‘Contraband‘, produced by Fred Leroy Granville. (Photo by General Photographic Agency/Getty Images)’

Jan Pronk stapt uit PvdA. En verklaart zijn bezwaren

Jan-Pronk_EVS

Jan Pronk is anti-links links. Hij herkent zich niet meer in de PvdA en zegt na bijna 49 jaar zijn lidmaatschap op. In een afscheidsbrief noemt-ie als stenen des aanstoots de ontwikkelingssamenwerking en de strafbaarstelling van illegaal verblijf. In een schets van de fasen van zijn lidmaatschap omschrijft Pronk de laatste twee perioden van zeven jaar als verwarring (2000-2006) en aanpassing aan rechts (2007-2014).

Wie de lijn die Pronk schetst doortrekt komt tot de slotsom dat de Nederlandse politiek beneden de maat opereert. Het motorblok van hervormingen is vastgelopen en ligt voor schroot achter de schutting. Ondanks oppervlakkige glans verkeert de PvdA in organisatorische chaos en intellectuele armoede. De VVD breekt beloften, is uit het centrum weggekoerst en heeft in de slipstream de PvdA meegezogen. Dienstbetoon aan de kiezer, ofwel electorisme heeft de Nederlandse politiek in haar greep. De partijpolitiek is dolgedraaid.

Op het moment dat volgens Jan Pronk de periode van aanpassing aan rechts was begonnen, signaleerde in oktober 2009 Diederik Samson dat de partij in deplorable staat verkeerde. De fractie was niet in staat om het tij te keren. Da’s toen begrepen als het rechten van de sociaal-democratische rug, maar moet nu achteraf -gezien het pragmatische leiderschap van Samson- eerder beoordeeld worden als het nog verder aanpassen.

Sociaal-democratische uitgangspunten als vrijheden, gelijkheid en verheffing verdienen representatie door een geloofwaardige partij met een eigen koers. Het opportunisme van de PvdA valt partijleiders als Cohen of Samson niet uitsluitend te verwijten. Hoewel ze er evenmin een eind aan maakten. Ze wisten geen vernieuwing op de rails te zetten. In de marges van de partij wordt die bij de Wiardi Beckman Stichting voorbereid. Maar zolang links en progressief elkaar niet langer grotendeels overlappen binnen de PvdA blijft de partij een in zichzelf gekeerde bestuurderspartij die niet gevoed worden door kritische geesten die naast de macht staan.

Pronks brief is een zwakke echo van een debat uit een bijna vergeten verleden. Met een eigentijdse draai. Het meest interessant is het slot van Pronks afscheidsbrief omdat het vooruit kijkt: ‘Mocht er ooit een vereniging van sociaaldemocraten worden opgericht (..) om het debat te voeren over de betekenis van het gedachtengoed van de sociaaldemocratie in het bestek van de huidige tijd, dan meld ik mij als eerste aan.‘ Jan Pronk heeft gelijk dat het sociaal-democratische gedachtengoed niet het monopolie van de PvdA is en te belangrijk is om aan deze politieke partij toe te vertrouwen. Het kan ook niet eeuwig door de PvdA vertegenwoordigd en geclaimd worden. Pronk concludeert dat het voortbestaan van het gedachtengoed belangrijker is dan het voortbestaan van de partij PvdA. Dat geeft ‘m de ruimte om na bijna 49 jaar zijn lidmaatschap op te zeggen.

Foto: Jan Pronk, 2007. Credits: Spaarnestad Photo.

Dirk Poot van de Piratenpartij beantwoordt vragen

Lijsttrekker Dirk Poot van de Piratenpartij geeft duidelijkheid in gesprek met de NRC en met kiezers in Direct Den Haag. Hij memoreert dat zijn themapartij gaat voor: auteursrechten, octrooirechten en een open overheid met privacy. In onderhandelingen zijn dit de kernpunten die naar voren worden gebracht. Zeg maar, de kroonjuwelen van de Piratenpartij. Maar er is meer met een partijprogramma van 60 pagina’s.

Opmerkelijk is dat Dirk Poot zijn partij in de liberale traditie plaatst. Als-ie op een andere partij zou moeten stemmen werd dat D66 of GroenLinks. Over de huidige VVD met staatssecretaris Fred Teeven is-ie minder enthousiast. Maar indien de VVD terug zou keren naar de liberale wortels zou samenwerking mogelijk zijn.

Economische onderwerpen komen niet aan de orde, maar door de verwijzing naar D66 en GroenLinks mag men aannemen dat de Piratenpartij op deze onderwerpen een gematigd centrum-links standpunt inneemt. Bij de mede dankzij BREIN sinds april 2012 sterk gegroeide partij is nog niet alles uitgekristalliseerd. Startende partijen hebben het lastig om hun plek in te vechten zonder overheidssteun en deelname aan grote debatten.

Indirect verwijst Poot naar het Liquid Feedback systeem van directe democratie als-ie stelt dat de politiek beter naar de burgers moet luisteren en hen bij de besluitvorming moet betrekken. Immers, door burgers bij het proces te betrekken neemt hun wantrouwen in de politiek af en worden hun keuzes voor partijen aan de flanken overbodig. De oplossing van de eenvoud, nodig om de praktische politiek nieuw leven in te blazen.

Piratenpartij in de StemWijzer maakt mij niet wijzer

Ik heb de Stemwijzer ingevuld. Wat zeggen de 30 vragen? Ik weet het niet en ga het proberen te achterhalen. De uitkomst klinkt me niet gek in de oren, GroenLinks komt als eerste en de SGP als laatste uit de bus. Vlak voor de VVD. Maar om nou te zeggen dat ik GroenLinks ga stemmen. Nee, dat was ik geenszins van plan.

De Piratenpartij (PP) waarvan ik sinds kort lid ben eindigt als zesde. Omdat de partij de politiek verbreedt, sta ik er welwillend tegenover. Maar dat wil niet zeggen dat ik er ook op ga stemmen. Sowieso weet ik nog niet of ik op 12 september ga stemmen. Ik leef zogezegd in continue onmin met de Nederlandse partijpolitiek. Van de Piratenpartij werd ik lid om de partij de kans te geven aan de verkiezingen mee te doen. Want dat de partij waardevolle standpunten heeft over internetvrijheid, privacy en een transparante overheid is me wel duidelijk.

Ik kijk alleen naar de vragen waar de PP en ik het volstrekt oneens zijn. Het gaat al fout bij de eerste vraag. De PP is het er mee oneens dat het tekort op de begroting in 2013 niet meer dan 3% mag bedragen ‘omdat dit niet voldoende wetenschappelijk-economisch onderbouwd is om er strak aan vast te houden‘. Maar het tegendeel is evenmin waar, want economie is geen wetenschap maar gedragsleer. Daarbij komt dat het merkwaardig is dat de PP die het ook van jongeren moet hebben, de schuld naar de toekomst doorschuift.

Dan gaat het goed tot vraag 13 die stelt dat het publieke bestel van radio en tv net omroepverenigingen moet blijven bestaan. De PP is het daar mee eens, ik niet. De toelichting verbaast me opnieuw: ‘Het volk heeft recht op hun eigen televisie, gemaakt door hun eigen verenigingen, naast de televisie van commerciële bedrijven. De democratisering op televisiegebied moet niet ingeperkt worden.’ Een ouderwets geluid dat ik niet verwacht van een partij die gaat voor informatievrijheid en een vrij internet. De omroeppolitiek bewijst toch dat ‘Hilversum’ elke modernisering en democratisering afwijst? De PP geeft er een andere interpretatie aan.

Dan gaat het opnieuw fout bij vraag 16 die stelt dat de regering flink moet bezuinigen op aanleg van nieuwe wegen. Dat ‘flink‘ is me trouwens een raadsel. Is dat 10, 40 of 90%? Dat soort woorden vertroebelt de vraag. Ik ben het er mee eens, maar de PP niet. Want: ‘Bezuinigen mag geen doel op zich zijn, maar investeringen in Openbaar Vervoer en internet kunnen een hoop autoverkeer overbodig maken’. Maar da’s een antwoord op een andere vraag. Ook nog eens onlogisch verwoord, want meer OV en thuiswerken via internet pleiten toch juist voor minder wegen? Mij blijft onduidelijk waarom de PP niet tegen de aanleg van nieuwe wegen is.

Bij vraag 18 is de PP niet tegen het terugdraaien van de maximumsnelheid van 130 km op snelwegen. Ik wel. Een toelichting van de PP ontbreekt. Geeft de PP niets om milieu, luchtkwaliteit of gezondheid van mensen? Juist hier had een opmerking over OV niet misstaan. Bij vraag 20 wil de PP de huursector liberaliseren met vaststelling van een maximumhuurprijs voor zowel vrije als sociale huursector. De PP geeft de huurder hiermee veel macht en breekt de sociale huursector open. Een neoliberaal idee dat me onverstandig lijkt.

Bij vraag 21 is de PP niet voor een belastingverhoging op vlees, ik wel. In subsidie voor biologisch vlees ziet de partij meer. Maar is de logica van een belastingverhoging niet dat vlees marktconform geproduceerd wordt onder betere omstandigheden? Juist in de biologische vleessector is op dat aspect minder winst te halen.

Alles overwegende resteren er twee meningsverschillen over de publieke omroep en de huursector waarmee ik het oneens ben met de PP. Andere geschilpunten komen in mijn ogen voort uit onwennigheid en kromme logica. Me nog verder verplaatsend in een partij onder druk valt dat geschilpunt over de huursector ook af door de ongelukkige toelichting. Blijft een Piratenpartij die met alle focus op internet en sociale media een omroepbestel uit het verleden ondersteunt. Daar kan ik met m’n kop niet bij. En met m’n stem ook nog niet.

Foto: Politiek: De macht van de mensen: zo werkt het, niet andersom

Piratenpartij hoeft niet verstrikt te raken in de Nederlandse politiek

Is de Duitse Piratenpartij conservatief? De partij vaart soms een onverwachte koers en is in botsing gekomen met Der Spiegel dat uitpakt met: ‘Die Piraten sind in den Mühen der politischen Ebene angekommen‘. Piraten verstrikt in de politiek. Eerder bekritiseerde het tijdschrift het verbod van de partij om op de Landesparteitag in Nedersaksen te filmen. Reden die de Piratenpartei aanvoert is dat de privacy van de leden beschermd moet worden. De Duitse Vereniging voor Journalisten DJV hekelt het gebrek aan openheid. Dit roept de vraag op wat piraten te verbergen hebben als het journalisten op een openbare politieke vergadering beperkingen oplegt. Wat verder geen partij doet. Naar Nederlandse verhoudingen doet dit denken aan de PVV of de oude CPN.

Wat voor partij is de Duitse Piratenpartij en heeft de Piratenpartij in Nederland hetzelfde profiel? Een commentaar in The European karakteriseert de Piratenpartie als liberaal en niet anarchistisch. Dit in tegenstelling tot de Duitse Groenen. Dit past bij het profiel van de Nederlandse lijsttrekker en oud-JOVD’er Dirk Poot die zich in interviews een verklaard liberaal met compassie toont, dus sociaal-liberaal. Maar of de meeste leden met dezelfde verwachting aan boord zijn gestapt is de vraag. Er is een partijprogramma, maar veel is nog niet geformuleerd. Trouwens begrijpelijk voor een beginnende partij en vervroegde verkiezingen.

Is het zinvol om de Duitse en Nederlandse Piratenpartijen met elkaar te vergelijken? Nee, want er zijn op het oog drie verschillen. Het Nederlandse politieke landschap is opener en diverser, en kent kleinere verschillen. De Nederlandse piraten kunnen leren van de fouten die de Duitsers hebben gemaakt. En de verwachtingen voor de Nederlandse piraten zijn bescheiden, 1 of 2 kamerzetels, zodat een geleidelijke opbouw mogelijk is.

De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat ik sinds vorige maand lid van de Piratenpartij ben, en dus niet meer geheel onafhankelijk. Ik zie mezelf als kritisch lid op afstand. Kernpunten over transparantie, internetvrijheid, privacy en burgerrechten, en het talent van Dirk Poot hebben me over de streep getrokken. Maar wat de partij over bijvoorbeeld kunst, economie, euro, zorg of scheiding van kerk en staat denkt is me nog een raadsel.

In tegenstelling tot veel piraten ben ik minder positief over het middel van de vloeibare democratie dat in mijn ogen het gevaar loopt alle kanten op te klotsen en de partij aan focus en integrale aanpak kan doen verliezen. Het gaat immers om een politieke partij en geen actiegroep. Een gevaar als er in de strijd met concurrenten daadkrachtig gehandeld moet worden. Dat vraagt mandaten die zich aan de vloeibaarheid onttrekken. Ook herken ik de kritiek van Der Spiegel op de Piratenpartei bij de Nederlandse Piratenpartij als het om het gebrek aan organisatie en professionaliteit gaat. Da’s niet altijd aanwezig. Maar de Nederlandse piraten kunnen leren, zullen veel vallen en nog meer opstaan om zich mettertijd onmisbaar te maken in de Nederlandse politiek.

Foto: Turn It Up to Eleven; Piratenpartij, lijstnummer 11