
Dit is een petitie met een grimlach. Kwaadaardig en ironisch tegelijk. Het is een reactie op de minachting die minister van Volksgezondheid Hugo de Jonge (CDA) tentoonspreidde toen hij de Nederlanders adviseerde thuis een DVD’tje op te zetten omdat het kabinet de sportscholen, bordelen, dierentuinen en caféterrassen wel opende, maar de kunstsector niet. De Jonge begreep vermoedelijk niet hoe onnozel zijn opmerking was en hoe geringschattend dat klonk. Overigens voegde De Jonge zich hiermee in een reeks bewindslieden die kunst niet serieus neemt en als een luxeproduct of amusement ziet dat gemist kan worden.
Het is de vraag of De Jonge en zijn politieke collega’s bewust of onbewust voorbijgaan aan de functie van kunst. Het ontregelt, zet op scherp en is niet te vangen. Vooral dat laatste vinden politici vervelend. In hun regelzucht en streven naar controle begrijpen politici de functie van kunst niet echt omdat ze het niet kunnen sturen en voorspellen. Overigens sloeg De Jonge de afgelopen 1,5 jaar in de projecties over het verloop van de pandemie en de bestrijding ervan zo vaak de plank mis en verkocht hij zo vaak leugens die hem om onbegrijpelijke redenen niet zijn functie kostten dat de kunst die zich aan beteugeling onttrekt erbij in het niet viel.
Vanuit het perspectief van een sturende overheid was de dynamiek van de pandemie kwalijker dan de dynamiek van de kunsten. Dat laatste zou de politici tot enige relativering over de vermeende onvoorspelbaarheid van de kunst moeten brengen. Bij nader inzien is de kunstsector niet zo uniek als politici menen. Wat er in China, de Russische Federatie, de bankwereld of de multinationals gebeurt is niet minder onvoorspelbaar en stuurbaar dan wat er in de kunstsector gebeurt. Waarom dan toch die koudwatervrees voor de kunsten?
Tegelijk is het zo dat kabinetsleden graag de praal en schittering van de meer sexy aspecten van de kunsten op zich af willen laten stralen. Dan zijn ze niet te beroerd om in het middelpunt van de belangstelling te staan naast een ster uit de cinema, de beeldende kunst of design, de klassieke of populaire muziek. De oproep van de petitie snijdt daarom hout. ‘Leden van dit kabinet zijn daarom niet langer welkom in theaters, concertzalen, musea’ zegt de petitie.
Er zijn twee kanttekeningen bij te plaatsen. De petitie zou uitgebreid moeten worden tot leden van de regering, zodat ook de koning en indirect zijn echtgenote hier onder vallen. De koninklijke familie kwam afgelopen jaren herhaaldelijk negatief in het nieuws door hun omgang of verkoop van beeldende kunst waarvan het de vraag was of het er wel de eigenaar van was. Deze familie heeft zich hiermee laten kennen als hebzuchtig ten koste van de kunst en het algemeen belang. Hun houding tegenover kunst rechtvaardigt niet dat ze publiekelijk optreden als ambassadeurs ervoor.
Daarnaast is het de vraag of het principe van oog om oog, tand om tand werkt. Als dat de kloof tussen politiek en kunst nog meer verdiept, dan zijn zowel de kunstsector als de politiek daarmee niet geholpen. De symboliek van de petitie is weliswaar duidelijk doordat het de minachting van het kabinet voor de kunstsector beantwoordt met de minachting van de kunstsector voor de politiek, maar wijzer worden ze er niet van.
Een petitie die op zou roepen om de huidige politieke klasse verplicht bij te scholen over kunst zou een constructiever antwoord zijn. Leden van de Tweede Kamer hebben doorgaans overal een mening over, maar weten feitelijk niet altijd echt iets over het onderwerp waarover ze een mening verkondigen. Bij de kunst lijkt die kloof van onkunde bij politici nog groter dan bij andere onderwerpen. Ook van kabinetsleden kan aangenomen worden dat ze niet echt weten waarover ze praten als ze het over kunst hebben.
Overigens is een gemis van de petitie dat het spreekt over ‘de cultuursector’. Dat is fout. Kunst en cultuur staan haaks op elkaar en hebben tegengestelde functies. In de titel had moeten staan ‘de kunstsector’.