Het gebruik van het uniform

Sinds ik in de jaren 1970 tegen mijn zin in in militaire dienst moest en in een opvallend slecht passend, lelijk en schurend uniform werd gehesen heb ik een grondige hekel aan uniformen. Zowel om ze aan te hebben of te zien.

Hoewel ik begrijp dat uniformen noodzakelijk zijn voor het handhaven van de orde bij krijgsmacht of politie. Als ze maar functioneel, neutraal en minimaal zijn vormgegeven om er niet nog meer symboliek in te leggen dan strikt noodzakelijk is. Daarom ben ik tegen het uitbreiden van het uniform met religieuze symbolen zoals de hoofddoek. Dat dient een ander doel.

Als het verder gaat, dan vind ik het van een kinderlijke onzin om je uit vrije wil in een uniform te hijsen. Er lijkt sprake van een zekere her-uniformering van de samenleving in jeugdcultuur, paramilitaire groepen en particuliere beveiliging. Dat kleedt zich in nep-uniformen. Een aparte categorie is de re-enactment van groepen die opgedirkt in historische uniformen veldslagen naspelen.

Het uniform geeft de worsteling aan tussen individu en gemeenschap. Het lijkt alsof iemand alleen mee kan tellen als individu door op te gaan in de groep. Dat is de paradox van het ‘maatschappelijke’ uniform.

Toch moet men dat relativeren, want nog tot de jaren 1970 waren uniformen en beroepskleding meer wijdverbreid dan nu. Dat bepaalde voor een groot deel iemands maatschappelijke positie die voor iedereen zichtbaar was.

Nu zijn die grenzen vervaagd, maar zoeken sommigen opnieuw het uniform om zich te uiten. Of dat geheel vrijwillig gebeurt of uit sociale dwang valt te bezien.

Uniformen vertegenwoordigen niet alleen de zittende macht, maar ook de orde die daar onder ligt. Met allerlei onderdrukkende, ‘onzichtbare’ mechanismen, Het uniform is de zichtbare uitsluiting van de ander. Dat is een extra argument tegen het uniform.

Als het handhaven van de orde blijkbaar het uniform van krijgsmacht, politie en brandweer noodzaakt, dan kan de uitbreiding ervan door her-uniformering naar de rest van de samenleving op twee manieren opgevat worden. Als bevestiging of ondermijning ervan.

Dit is spannend en sluit aan bij de ironisering van de samenleving. Wanneer ben je wie je denkt te zijn en is daarvoor uniformering nodig?

Wordt de orde die het uniform vertegenwoordigt versterkt of verzwakt door her-uniformering? Ik denk niet dat daar een eenduidig antwoord op te geven is. Ook omdat de bedoelingen van de dragers van nep-uniformen niet eenduidig zijn. Wat bedoelen ze ermee? Enfin, het is duidelijk, voor mij hoeft het niet.

Gedachte bij de foto ‘Easter ritual’ (1959)

George Brich, Easter ritual, 1959. Collectie: Valley Times Collection.

Als je een rol speelt, dan moet je erin geloven. Anders wordt het niks. Dat geldt voor alles in het leven. Het is een kwestie van geloofwaardigheid. Of in dramatische termen gezegd, vraisemblance. De rol kan niet overeenkomen met de waarheid, maar dient er wel sterk op te lijken. De speler moet zich inspannen om de waarheid van het ritueel te benaderen. Zonder zich af te laten leiden.

De deelnemer wisselt het Individualisme tijdelijk in voor een hoger doel. Juist dat maakt iemand tot speler. Dat is de afspraak van drama waar spelers en toeschouwers zich aan onderwerpen. Ze doen alsof ze niet doen alsof. Dat is de noodzakelijke voorwaarde voor doen alsof.

Rituelen in godsdienst, theater, performance kunst, openbare optredens of wat dan ook zijn geformaliseerd in afgezaagde vormen. Dat dient het gemak en de verwachting van spelers en toeschouwers. Ze stappen in een model dat zich door herhaling in de tijd bewezen heeft.

Dat is deel van de maatschappelijke orde die op zijn beurt ook een afspraak is die dit zowel mogelijk maakt als er door versterkt wordt. Daarom is de macht zo dol op rituelen. Hoe autoritairder de macht, hoe meer de protagonisten ervan belang hechten aan rituelen.

Parades, massabijeenkomsten en samenwerking met godsdiensten met hun traditie van rituelen en hun steun onder de lokale bevolking die tegen een tegenprestatie worden ’uitgeleend’ aan de lokale dictator of autoritaire leider zijn hiervan het symbool.

De foto toont een paasritueel van een Oosters-orthodoxe kerk in Los Angeles, 1959. Het bijschrift zegt (vertaald): ‘Kerkenraadsleden van St. Innocent Eastern Orthodox Church in Encino, 5501 Newcastle Ave., tonen de begrafenis van Christus, die vanavond zijn hoogtepunt zal bereiken in de opstandingsdiensten voor leden van de oosters-orthodoxe kerken. Met pope Sergei A. Glagolev, rector, van links, zijn George Vag, Edward Sutyak, Stephen Kosct en Nicholas T. Geeza. Mannen houden ‘het opwindlaken’ of de lijkwade van Christus vast. De lijkwade wordt van de kist verwijderd en de verduisterde kerk wordt verlicht nadat woorden, ‘Christus is opgestaan’, zijn gesproken.”‘

De drie middelste mannen Edward Sutyak, Stephen Kosct en Nicholas T. Geeza loeren naar fotograaf Brich. Ze laten zich afleiden van het ritueel dat ze uitvoeren. Waarschijnlijk is het een eer dat zij daarvoor zijn uitgekozen. Het is wellicht te veel gezegd dat ze zich betrapt voelen en twijfelen over de handeling die ze verrichten, maar ze laten evenmin zien dat ze er ondubbelzinnig in geloven.

VOLT manoeuvreert zich in een Catch-22 situatie in de kwestie Nilüfer Gündoğan

Schermafbeelding van deel verklaringVolt schorst Kamerlid Gündoğan: vragen en antwoorden‘ op site van Volt Nederland van 14 februari 2022.

Je zou er bijna een gecombineerde actie van D66 en radicaal-rechts in zien om Volt-kamerlid Nilüfer Gündoğan te schorsen. Dat heeft het bestuur van Volt op z’n ongelukkige manier gedaan dat het ermee vooral in eigen voet schiet. Hoe kunnen kiezers vertrouwen hebben in een partij die zo handelt? De concurrenten van Volt spinnen er garen bij. De rechtse pers smult.

Tegelijk ondermijnt deze schorsing het vertrouwen in de landelijke politiek omdat het voedsel geeft aan complotdenkers die de centrumpolitiek het liefst tot de grond toe willen afbreken. Volt helpt hen daarbij een handje.

Neem de volgende zinnen in een verklaring van 14 februari 2022 van Volt over deze kwestie: ‘In dit onderzoek werd duidelijk dat melders zich onveilig voelen, omdat zij als fractielid ten opzichte van hen een machtspositie heeft. Nadat het bureau vanwege de aard van de meldingen had aangegeven het onderzoek uit te breiden, besloten wij om Nilüfer Gündoğan als fractielid te schorsen‘.

De hele samenleving bestaat uit een sociaal en economisch netwerk van machtsposities. De vader, de moeder, de onderwijzer, de leraar, de politieagent, de sergeant, de baas, de burgemeester, de bankier, de schuldsaneerder, de huisarts, de museumdirecteur, de minister, de cursusleider.

Noem maar op, machtsposities vormen de orde, Machtsposities schragen de samenleving. Daarom klinkt het verwijt van Volt niet sterk dat kamerlid Nilüfer Gündoğan een machtspositie heeft. Tja, uiteraard heeft een kamerlid een machtspositie. Wat is daar bijzonder aan?

Als Nilüfer Gündoğan wordt vervangen door een ander kamerlid, dan heeft dat nieuwe kamerlid ook een machtspositie tegenover de vrijwilligers en medewerkers van de partij. Er verandert niets.

In de verklaring gebruikt Volt een cirkelredenering. Die komt op het volgende neer: ‘Omdat het bureau aangeeft het onderzoek uit te breiden vanwege de aard van de meldingen besloot Volt om Gündoğan te schorsen’. Dat is niet specifiek en algemeen. Het kan over elke persoon in elk onderzoek gezegd worden. Wat de aard van de meldingen zijn maakt Volt niet duidelijk. Door tegenstrijdigheden die met elkaar strijdig zijn heeft Volt zich in een Catch-22 situatie gemanoeuvreerd.

Schermafbeelding van deel berichtVolt-Kamerlid Gündogan houdt zetel, ook als sprake is van ongewenst gedrag‘ op Nu.nl, 15 februari 2022.

Het kan best dat Nilüfer Gündoğan een bitch, een kreng, een serpent is die gedrag vertoont dat een naaste medewerker verlamt of als bedreigend ervaart. Dat komt voor bij mensen in machtsposities die niet goed met die macht weten om te gaan. Maar dan moet dit gedrag wel aangetoond worden.

Voor een organisatie is het oorbaar om betreffende persoon die misbruik van de machtspositie maakt eerst intern te waarschuwen. Die stap is blijkbaar overgeslagen. Gündoğan wordt nu publiekelijk beschadigd zonder dat ze zich kan verweren.

De paradox is dat nu vooral de partij die haar op een zijspoor probeert te zetten beschadigd wordt: Volt. Dat lijkt geen gemenigheid, maar naïviteit en onbeholpenheid. Een politieke partij die deze zelfbeschadiging niet vooraf voorziet, manoeuvreert zich in een verloren positie. Dat geeft te denken over het leiderschap van Volt.

Het is zaak voor een politieke partij die continu voor het voetlicht van de publiciteit optreedt om onregelmatigheden tijdig te signaleren, intern te benoemen en op te lossen zonder dat het onbeheersbaar wordt. Daar is Volt tot nu toe niet in geslaagd.

Kunnen Olympische Spelen worden gerestaureerd?

Times Wide World Photos, ‘Official Souvenirs of the Fourth Winter Olympics‘, 1936. Collectie: MoMA.

Morgen beginnen de Olympische Winterspelen in Peking. Ik heb niks met sport, maar het is best. Het klinkt al snel neerbuigend en vanuit de hoogte om er kritiek op te hebben. Daarom moet men oppassen om er afkeurend over te spreken. Want als het volk sport wil, dan krijgt het volk sport. Dat loopt van verslagen van wedstrijden, tot voor- en nabeschouwingen. Ellenlang.

Met topsport is niks mis. Sporters spannen zich jarenlang in en proberen beter te presteren dan anderen. Dat is lovenswaardig. Maar de Olympische gedachte is meer dan sport alleen. Het omvat ook internationale verbroedering en een ‘heilmiddel tegen tal van maatschappelijke kwalen‘ zo zegt Jelle Zondag in een commentaar voor de Radboud Universiteit.

Olympische Spelen zijn een mengvorm geworden die weliswaar om sport draait, maar waar sport steeds minder centraal staat. Aan Olympische Spelen kunnen allerlei karakteriseringen toegevoegd worden. Ze zijn gepolitiseerd, vercommercialiseerd, gecorrumpeerd en los komen te staan van een hogere doelstelling.

Zondag concludeert: ‘Sport werd, en wordt, beschouwd als een idealistische activiteit, die moest zorgen voor vrede, vriendschap en verheffing. Mooie idealen die vaak spaak liepen op de weerbarstige realiteit‘. De Olympische Spelen tonen een vals gezicht. Ze zijn gekaapt door ontwikkelingen die haaks staan op dat idealisme en er zelfs tegenstrijdig aan zijn: nationalisme, meedogenloze competitie, dopinggebruik, commercie en het tegendeel van verheffing.

De bodem is weggeslagen onder de Olympische Spelen zonder dat het benoemd wordt. De uitzendrechten zijn een miljardenbusiness geworden. De Olympische Spelen draaien om hun eigen continuïteit en winstgevendheid, niet langer om een ideologische gedachte. Of het moet de opvatting van autoritaire landen als China zijn om zich met een vals gezicht en dubbele bodem te presenteren aan de wereld. Dat is neorealisme dat idealen inwisselt voor macht, geld en beeldvorming.

Het zou zinvol zijn om opbouwende kritiek op de Olympische Spelen aan een breed publiek te presenteren. Wat als blijkt dat de nadelen groter zijn geworden dan de voordelen? Wat dan? Kunnen ze ideologisch gerestaureerd worden en uit de greep van autoritaire landen en het grote geld gered worden? Laten Nederlands programma- en beleidsmakers die zich sterk maken voor de Olympische Winterspelen in Peking zich daar de komende weken en jaren eens over uitlaten.

De wereld kan dan wel steeds platter en dorpser worden, maar de Olympische Spelen lopen daar in bedorvenheid ver op vooruit. Zijn inmiddels de Olympische Spelen ‘too big to fail’ geworden, zodat ze niet meer gerestaureerd kunnen worden omdat de organisatie erachter een ongrijpbare macht is? Mogelijk, maar laten we dat dan bespreken. Het getuigt van grote absurditeit om kijkers wekenlang een Potemkin-dorp voor te schotelen zonder dat te benoemen. Kunnen Olympische Spelen meer zijn dan buitenkant, dekmantel en façade?

Fictief drama valt nooit samen met werkelijkheid. Over ‘The Crown’

De Britse TV-serie ‘The Crown‘ is drama. Gebaseerd op de werkelijkheid van het Britse koningshuis en de regeringsperiode van koningin Elizabeth II. Het moet niet verward worden met die werkelijkheid waar het niet mee samenvalt. Het lijkt er sterk op dat zowel publiek als zogenaamde deskundigen die zich er over uitspreken niet goed beseffen wat fictief drama is.

Marketing en publiciteit over zo’n dramaproduct die verkeerde verwachtingen scheppen zijn eerder het probleem, dan het drama zelf. Dat komt tot uiting in het bericht van RTV Boulevard als critici worden geciteerd die zeggen dat distributeur Netflix die de serie uitzendt duidelijker moet maken dat het om fictie gaat. Onder wie de conservatieve en gezagsgetrouwe Julian Fellowes. Tegelijk is dat onzinnige kritiek die RTL zonder kritiek naar boven haalt omdat iedereen kan weten dat het kenmerk van fictie is dat het per definitie nooit kan samenvallen met de werkelijkheid.

Zo kondigt zich een ander knelpunt aan dan het altijd onterechte verwijt dat fictie zich verkeerd verhoudt tot de werkelijkheid. Namelijk die van de media educatie die in Nederland al tientallen jaren achterblijft bij de groei van de (sociale) media. Het publiek zou in onderwijs, media en ook door dee distributeurs van fictie beter moeten worden voorgelicht over wat de kenmerken van en de grenzen aan het genre zijn. Dat dat niet of onvoldoende gebeurt is inherent aan het kenmerk van het drama dat de illusie in stand wil houden dat het zichzelf vertelt. Daar past geen waarschuwing bij dat het fantasie is. Toch zou met name het onderwijs veel meer kunnen doen om het publiek mediawijs te maken dan het nu doet.

Drama moet op de eigen waarde beoordeeld worden en niet in relatie tot de werkelijkheid waar het op gebaseerd is. Dat speelt op het aspect van samenhang, geloofwaardigheid en waarschijnlijkheid. Ofschoon via een omweg de relatie tot de werkelijkheid een van de kenmerken kan zijn waar drama aan afgemeten kan worden. Denk aan een sleutelroman die vanuit geslotenheid intimiteit openbaart onder het mom van overtreding en openbaring. Maar ook dan dient dat afmeten uitsluitend begrepen te worden binnen de constructie die drama hoe dan ook is.

Drama is een opgetuigde werkelijkheid die in zichzelf bestaat. Drama als ‘The Crown‘ hanteert een klassieke, Hollywoodiaanse vertelwijze waarin vanwege het streven naar realisme de constructie van het drama, zeg de montage, weggemoffeld wordt. Waarbij realisme niet begrepen moet worden als de vertaling van de werkelijkheid waarnaar het drama verwijst, maar als realisme van de constructie in de eigen gesloten werkelijkheid.

De opzet van dit soort fictie als ‘The Crown’ dat een traditionele, verhalende vertelwijze hanteert is om de identificatie van de kijker met dat drama te maximaliseren, maar met de ‘echte’ werkelijkheid erachter te minimaliseren. Ook daarom is het verwijt over het vermeende gebrek aan realisme onterecht. Twee belangrijke kenmerken van dit soort drama zijn a) dat de kijker geen kritische afstand kan nemen tot dat drama en b) het verhaal verteld wordt aan de hand van de personages. Dat is de dubbele garantie dat het systeem waarbinnen het drama tot stand is gekomen ongenoemd blijft en geen kritiek krijgt. Met dient goed te beseffen dat verwijzingen naar het systeem, zeg de samenleving of de machtsstructuur, binnen dat drama ook fictie zijn.

Hoe dat in de praktijk werkt laat de kritiek op ‘The Crown’ zien. Het is tamelijk potsierlijk dat kritiek op een fictief drama op zijn beurt ook weer fictie is. Die kritiek kan opgevat worden als de verdere bevestiging van het beeld dat fictie een illusie is, zonder dat dit als zodanig gezegd kan worden. Deze kritiek is de perfecte afleiding om in een dubbele ontkenning via een omkering van waarden de ware aard van fictie te verhullen.

Foto 1: Schermafbeelding van deel artikelNetflix-serie The Crown ligt flink onder vuur’ op RTL Boulevard, 22 november 2020.

Foto 2: ‘Werkfoto’ met Stephen Daldry, Anton Lesser en Claire Foy in The Crown (2016). Credits: Robert Viglasky / Netflix.

Rechtlijnigheid tot in het graf is het beeld dat viruswaanzinnigen van zichzelf schetsen. Houden ze dat vol tot het bittere einde?

Er is wat voor te zeggen om de ernst van de COVID-19 pandemie te bagatelliseren. Het is weliswaar een onwetenschappelijke mening die anderen in gevaar brengt, maar tot het einde volgehouden kan daar nog enig respect voor opgebracht worden.

Dat komt overeen met het exotische buitenbeentje die zich doodhongert voor een hoger doel. Dan zit er een methode in de waanzin. Beredeneerd vanuit de realiteit van alledag is het onnozel, maar vanuit een parallelle werkelijkheid logisch in zichzelf. Ondanks de verstandsverbijstering roept het toch ook respect op vanwege de zelfopoffering tot het bittere einde.

Rechtlijnigheid tot in het graf is het beeld dat antivaxers, complotdenkers en viruswaanzinnigen van zichzelf schetsen. Ze zien zichzelf als frontsoldaten in de strijd tegen de leugenpers, de dominante overheid, belangengroepen achter de schermen  (George Soros, Bill Gates) en de manipulatie van de waarheid. Ze ontkennen de ernst van de COVID-19 pandemie en als die dan toch blijkt te bestaan en vele doden eist, dan kunnen ze op straffe van het verlies van hun geloofwaardigheid niet meer op hun schreden terugkeren. Als ze getroffen worden door het COVID-19 virus waarvan ze de mortaliteit schaamteloos hebben ontkend, dan verloochenen zichzelf door zich te laten vaccineren.

Dwarsdenken of politiek opportunisme gaat over in schijnheiligheid als degenen die zich in de publiciteit hebben geprofileerd door te ageren tegen vaccinatie en die de ernst van de pandemie ontkennen zich zouden laten vaccineren. De keuze is aan Willem Engel, Lange Frans, Doutzen Kroes, Karel van Wolferen, Ab Gietelink, Geert Wilders, Thierry Baudet en al die complotdenkers die in 2020 op sociale media tegen de ernst van COVID-19 hebben geageerd. Kiezen ze als het erop aankomt voor hun geloofwaardigheid?

De macht die de ernst van de pandemie ontkent zorgt als eerste voor zichzelf als de dreiging dichtbij komt. In het geval van president Trump, juridisch adviseur Rudy Giuliani of andere naaste medewerkers van Trump die besmet waren met COVID-19 zorgden ze ervoor dat ze de beste behandeling kregen die gewone burgers ontzegd werd. Dat is niet alleen paradoxaal, dat is ethisch verwerpelijk gedrag.

Trump naaste medewerkers zullen als eersten gevaccineerd worden voor een pandemie waarvan ze de ernst in de openbaarheid al 10 maanden in twijfel trekken. Terwijl ze al sinds februari 2020 beseffen dat het ontkennen van de ernst van de pandemie een leugen is en uitsluitend een narratief dat om partijpolitieke redenen is opgetuigd. Nu staan ze vooraan voor een vaccin tegen een dreigende pandemie waarvan ze ontkend hebben dat die kwalijker is dan een griepje. Waar ze zich evenmin voor laten vaccineren. Deze mensen verdienen geen respect. Hoewel ook zij vermoedelijk gegijzeld werden door de waanzin van Trump en zijn handlangers. Ze hadden ontslag moeten nemen of nu het vaccin weigeren omdat ze verkondigen dat de dreiging van COVID-19 vaccinatie niet noodzaakt.

Trumps schijnheiligheid is immens. Voor wie het nog niet wist, zijn daden en woorden zijn in flagrante tegenspraak met elkaar. Zelden wordt de laakbaarheid van de macht zo duidelijk aangetoond in de reactie van Trump en zijn kornuiten die met de beste behandeling en een vroege vaccinatie eersteklas voor zichzelf zorgen tegen een pandemie waarvan ze de ernst ontkennen. Hun viruswaanzin wordt er warempel zowat menselijk van.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelMembers of White House staff to get early access to coronavirus vaccine’ van Felicia Sonmez enJosh Dawsey voor The Washington Post, 14 december 2020.

Trumps invloed neemt af als hij president af is. Daarna zullen tegenstanders bewust zijn prestige afbreken

Joe Biden is door de media tot de volgende president van de VS uitgeroepen. Het is vreemd dat er niet zo iets is als de Kiesraad in Nederland die die taak op zich neemt met een officiële verklaring die vooruitloopt op de definitieve uitslag. Enfin, dat is nu eenmaal het gebruik in de VS. Het is niet zo dat Biden de overwinning niet heeft binnengesleept. Nee, de cijfers zijn duidelijk en overtuigend, hij heeft gewonnen. Ofschoon de winst kleiner is dan de Democraten hoopten.

Dat president Trump zijn nederlaag niet wil toegeven viel te verwachten. Hij reageert als een klein kind dat niet tegen zijn verlies kan. Dat hij zijn eigen partij meesleept in zijn val was ook te voorzien. Nog steeds laten de Republikeinen zich gijzelen.

Maar in januari 2021 is Trump zijn presidentschap kwijt. Dan pas zijn z’n huidige medestanders mentaal vrij om zich uit zijn schaduw te bevrijden. De bescherming door het ambt die Trump nu nog geniet verdwijnt. Dat heeft als gevolg dat Trump aan prestige en invloed inboet. Twitter kan Trump schorsen. Rupert Murdochs Fox News zal de meest fanatieke Trump-getrouwe commentatoren inperken en minder ruimte geven. Deutsche Bank kan een deel van Trumps bezittingen opeisen vanwege een schuld van honderden miljoenen dollars als hij die niet kan herfinancieren.

Zo zal het prestige van Trump afbrokkelen. De strategie ligt voor de hand. Zijn tegenstanders binnen de Democratische en Republikeinse partij doen er verstandig aan om Trump alle symbolen van macht en invloed die hij bezit stuk voor stuk te ontnemen. Zoals steen voor steen een huis wordt gesloopt. Tot en met de misvatting dat Trump een succesvol zakenman en dealmaker is. Het is bizar dat ook Trumps critici nog steeds in de Trump-wolk verkeren en niet buiten de wolk kunnen denken voor wat de toekomst brengt. Ook zij laten zich gijzelen door Trumps succesverhaal dat zij denken door te prikken.

Shaun King heeft kritiek op witte Jezus, maar laat de ongeloofwaardigheid van het christendom ongemoeid

Het is goed verdedigbaar om het gevestigde christendom een conservatieve en zelfs ietwat achterlijk en gesloten wereldbeeld te verwijten. Religie bevat per definitie idiote en lachwekkende uitgangspunten en elementen. Dat begint al bij de ontkenning dat religie een menselijke constructie is, terwijl er geen bewijs en logische verklaring voor is dat het aan iets anders ontsproten is dan het menselijk brein. Wie de inschatting maakt dat religie nou eenmaal malligheid, stompzinnigheid en nep is, kan het met tolerantie aanvaarden zoals het is. Religie moet niet langs de lat van de redelijkheid gelegd worden. Religie is een bloedserieus sprookje dat eigen regels schrijft en in zichzelf verkeert. Bij religie hoort schouderophalen. In een open, pluriforme samenleving heeft iedereen recht op een eigen domein, dat geldt ook voor degenen die een religie belijden.

Daarom is de tweet van de Amerikaanse links-radicale activist en BLM-aanhanger Shaun King zo onbenullig omdat hij logica zoekt in een onlogisch systeem. Dat zal hij niet vinden. Hij is van mening dat de fresco’s, standbeelden en glas-in-lood ramen met een witte Jezus ontmanteld moeten worden. Want Jezus zou wit gemaakt zijn en daardoor een symbool van wit racisme zijn. Ja, uiteraard, wie had het anders verwacht? De macht schrijft de verhalen. De macht vormt de constructie. De witte macht maakt helden wit. Ook als Shaun King gelijk heeft, dan is het vergezocht dat hij in een in de kern ongeloofwaardig systeem één element als ongeloofwaardig aanwijst. Het is krom dat hij uitsluitend vraagtekens zet bij één element van het christendom dat hij ongeloofwaardig acht, namelijk de huidskleur van Jezus, maar alle andere ongeloofwaardige elementen ongemoeid laat. Als hij rechtlijnig was, dan zou hij niet uitsluitend de uitingen van een witte Jezus, maar het hele christendom ontmantelen. Bij het oud vuil zetten als een breedopgezet systeem van onderdrukking.

Nog op een andere wijze is King dom bezig en lijkt hij zijn eigen profilering voor het landsbelang te zetten. Want hij geeft in een verkiezingsjaar voeding aan de culturele oorlog die president Trump zo graag wil voeren. Het is bekend, Trump heeft zo ongeveer op alle belangrijke beleidsterreinen gefaald: de gezondheidszorg, de buitenlandse politiek, migratie, een betrouwbare overheid, een solide rechtsstaat en binnenlandse veiligheid. De enige troef die Trump bij gebrek aan resultaten om op te pochen nog uit kan spelen is het motiveren van zijn achterban van zo’n 40% van de bevolking met verhalen over het belang van het christendom en de witte bevolkingsgroep die onder druk zou staan. Precies daar geeft King voeding aan. Het lijkt er sterk op dat hij als Sanders-aanhanger en met de rugwind van de BLM-beweging aan het doorslaan is. Met zo’n vijand als Shaun King heeft Trump geen vrienden meer nodig. King is de zoveelste zwetser die politiek en religie combineert.

Foto: Tweet van Shaun King, 22 juni 2020.

Krijgt u ook zo’n wee gevoel als machtigen het woord ‘verbinding’ gebruiken?

Het is in deze tijden van het coronavirus moeilijk om niet wee te worden van alle oproepen om te verbinden. Of alle oproepen met een samenstelling met ’samen’ of ‘elkaar’. Deze opwekking is om moedeloos van te worden. Wie ermee komt verraadt de opzet ervan. Het zijn de machtigen, de vertegenwoordigers van de overheid, de leidende politici, het koningshuis of de werkgevers die aansporen om te verbinden. In navolging daarvan sluiten gevestigde media en publieke figuren zich erbij aan. Zo vormt zich de gevestigde orde.

Laat verbinding het nieuwe toverwoord van deze tijd zijn’ zei de onlangs afgetreden topbestuurder van DSM Feike Sijbesma in het FD. Hij is door het kabinet benoemd tot speciaal gezant voor de overheid. Maar een ‘toverwoord’ is niet eenduidig positief, zoals de betekenis ervan op WikiWoordenboek verduidelijkt: ‘een (modieus) begrip dat de oplossing is voor alle vraagstukken in een bepaald vakgebied’. Het woord ‘toveren’ draagt de betekenis ‘verblinden’ in zich, evenals ‘meeslepen’ en ‘in beslag nemen’. Daar gaat het in dit geval om. Het is geen directe afleiding, maar een zijdelings meelokken. Het publiek wordt verleid met taal die door de macht gekaapt wordt. Want machtigen bedoelen met ‘verbinding’ niet wat machtelozen eronder verstaan.

Het ‘verbinden’ dat ‘aaneensluiten’ of ‘verenigen’ betekent is een modieus begrip dat niet serieus wordt gebruikt voor het overwinnen van inkomensongelijkheid of maatschappelijke ongelijkheid in het algemeen, maar het tegenovergestelde beoogt. Namelijk het sturen van de beeldvorming door de ongelijkheid aan het oog te onttrekken door er een nietszeggend, humanistisch, algemeen begrip als ‘verbinding’ voor te zetten.

Wellicht zijn niet alle oproepen om te verbinden vals bedoeld. Maar ze pakken wel zo uit. In de coronacrisis trekt niet iedereen samen op en heeft dezelfde problemen of uitgangspositie. We komen niet ‘samen’ met het toverwoord ‘verbinding’ door deze crisis omdat de belangen niet gelijk zijn. Dat suggereren het kabinet, de speciaal gezant, de werkgevers en allen die oproepen tot ‘verbinding’ wel. Het is een bedrieglijke oproep.

Foto: Schermafbeelding van artikel ‘Verbinding het nieuwe toverwoord’ op Friese Exportclub, zonder datum. Waarschijnlijk april 2020.

Gesteggel over culturele toe-eigening is niet alleen hypocrisie, het onttrekt ook het sociaal-economische debat aan het zicht

Culturele toe-eigening is hypocrisie. Een manifestatie van identiteitspolitiek. Het is bij dit debat in de kunst niet verkeerd dat mensen het met elkaar oneens zijn. Wat verkeerd is dat deelnemers aan het debat het recht van spreken ontzegd wordt. Omdat ze de verkeerde identiteit zouden hebben ‘om ergens over te mogen spreken’. Dat is racisme. Dat schrijnend genoeg vaak een reactie is op racisme. Zo komt er geen debat tot stand omdat betreffende deelnemers ervan worden beschuldigd de verkeerde motivatie te hebben. Dat is onaanvaardbaar en een aanklacht waar men zich niet tegen kan verweren. Iets anders is het als iemand de eigen culturele eigenheid wil prijzen of bewaken. Dat mag. Maar culturele identiteit kan nooit met reden exclusief geclaimd worden. Laten we beseffen wat dit debat aan het zicht onttrekt en wie daarvan profiteert. Het schuift een culturele schil voor problemen van sociaal-economische aard. Zodat iedereen het heeft over kleur, gender, religie, etniciteit of hegemonie en niet over belastingontwijking, eigendom, rijkdom, macht of inkomensongelijkheid. Conclusie is dat het debat over culturele toe-eigening op twee manieren invalide is.