Welke afslag kiest de PvdA na het aftreden van Ploumen?

Schermafbeelding van deel artikelLilianne Ploumen stopt als PvdA-leider en vertrekt uit de Kamer: ‘Ik kan leiderschap niet genoeg waarmaken’ in Het Parool, 12 april 2022.

Ik ben geen fan van de PvdA, maar zie een sterke sociaal-democratische partij als een noodzaak voor de stabilisatie van het politieke midden. Zoals de SPD van Friedrich Ebert, zeker in de eerste jaren, de sterkste steunpilaar onder de Weimar-republiek was.

Lilianne Ploumen was een zwakke leider die de last van de traditie van de sociaal-democratie niet kon dragen. In mijn ogen is ze op geen enkel moment geloofwaardig geweest. Ze speelde weinig overtuigend dat ze leider was, maar werd het nooit.

Ze laat vandaag weten dat ze aftreedt en de Tweede Kamer verlaat om haar opvolger niet voor de voeten te lopen. Dat is genereus en verstandig van haar.

Vooralsnog zijn er geen geloofwaardige opvolgers die intellectueel en tactisch de last van de sociaal-democratie kunnen dragen. Splijtzwam binnen de PvdA is de fusie met GroenLinks.

Zoals de geschiedenis van de Weimar-republiek in de eerste jaren verduidelijkt waren gematigde sociaal-democraten, links-liberalen en christelijke partijen (Zentrum) partners die elkaar aanvankelijk goed konden vinden. Radicalisering naar links (SPD) en naar rechts (liberalen en katholieken) ondermijnde die samenwerking en maakte de weg vrij voor radicaal-links (communisten) en radicaal-rechts (NSDAP).

Dat is de les voor de PvdA van nu. En de nieuwe leider. Het moet door de samenwerking met GroenLinks zich niet te veel in links-radicale richting laten dwingen. Kan Lodewijk Asscher niet gewoon terugkomen als leider? Meer geloofwaardige kandidaten zijn er voorlopig niet.

Maakster podcast Deventer Moordzaak heeft kritiek op Maurice de Hond en media die zijn beweringen klakkeloos overnamen

Laatst schreef ik een commentaar over een cartoon van Maurice de Hond door Joost Halbertsma in De Volkskrant. Die had volgens sommigen een antisemitisch karakter. Ik vond dat niet. De cartoon ging over de Deventer moordzaak. Wat er gebeurde was typisch voor het opereren van De Hond in de publieke opinie en de media die zich telkens door hem laten intimideren. Het lukte De Hond door zijn goede netwerk de aanval op hem af te leiden door de cartoon te framen als antisemitisch. De Hond is van joodse afkomt. De Hond kreeg het gedaan dat Halbertsma en hoofdredacteur Pieter Klok afstand namen van de cartoon. De media en politici als Lodewijk Asscher hadden niet eens door dat ze zich opnieuw lieten gebruiken door De Hond.

Ik schreef over de manipulatie van De Hond die in Halberstma’s cartoon werd gethematiseerd: ‘Zonder diepgaande deskundigheid dringt hij zich in de publieke opinie telkens op als deskundige in zaken waar hij geen professionele binding mee heeft. Dat was zo in de Deventer moordzaak en is zo bij de coronapandemie. De Hond dringt zich op en heeft door zijn netwerk in de media toegang tot studio’s en redacties. Hij bespeelt de media en richt veel schade aan. Zo vergezocht is het dus niet van Halbertsma om hem als een poppenspeler af te beelden. Een botte bijl in De Honds handen was wellicht nog een geschikter beeld geweest’. 

Annegriet Wietsma heeft een podcast gemaakt over de rol van De Hond in de Deventer moordzaak. De titel ervan is veelzeggend: de ‘Deventer Mediazaak’. Volgens Wietsma heeft De Hond gezorgd voor een framing waardoor de schuld van de veroordeelde dader (Ernest Louwes) werd betwist en iemand die er niks mee te maken had, namelijk ‘de klusjesman’ (Michael de Jong) verdacht werd gemaakt. De media hebben zich volgens haar op een makkelijke manier door De Hond om de tuin laten leiden. Ze namen De Honds bewering klakkeloos over. Die misleiding door De Hond en het ontbreken van kritisch vermogen (noem het: ‘journalistieke kwaliteit’) van de Nederlandse media is het onderwerp van de podcast.

Wietsma verwijt de media dat ze niet zorgvuldig gehandeld hebben in de Deventer moordzaak. Ze hebben volgens haar De Hond te veel ruimte gegeven en lieten na om hun feiten te checken. Zij vindt dat een slechte ontwikkeling en meent dat dat moet veranderen. De podcast is populair en dat wordt verklaard door de opkomst van én kritiek op fake news. De beïnvloeding van de publieke opinie door De Hond via de media en sociale media is een goed voorbeeld van fake news. De media hebben De Hond nooit afgedwongen dat hij zijn verontschuldiging aanbiedt aan Michael de Jong of het Nederlandse publiek voor zijn bewuste misleiding van de publieke opinie. De Hond heeft met zijn inmenging veel kwaad aangericht.

Is het terecht dat illustratie met Maurice de Hond wordt gereduceerd tot antisemitisme?

Illustratie van Joost Halbertsma in de Volkskrant, 19 april 2021.

Voor een cartoon van Joost Halbertsma met een afbeelding van Maurice de Hond als poppenspeler heeft hoofdredacteur Pieter Klok van de Volkskrant zijn excuses aangeboden. Volgens hem had de cartoon niet geplaatst moeten worden.

De reden die onder meer een bericht in Adformatie geeft is: ‘De illustratie heeft grote overeenkomsten met de historische antisemitische poppenspeler-tekeningen die worden gebruikt om een ‘joods complot’ tot wereldoverheersing uit te beelden’. De Hond heeft joodse ouders.

Is dit een overdreven reactie van Klok? Ik twijfel. Wie cartoons van de laatste jaren bekijkt ziet dat het beeld verdeeld is. Ja, joden als George Soros of Bernie Sanders werden afgebeeld als poppenspeler die anderen bespelen. Maar nee, ook niet-joden als Vladimir Poetin, de Chinese president Xi Jinping, Donald Trump of de Britse spindoctor Dominic Cummings werden afgebeeld als poppenspeler die anderen bespelen.

Hoe dan ook is de poppenspeler die anderen bespeelt geen exclusief joodse topos. Het is een universeel thema en komt in alle landen en culturen voor waar iemand ervan wordt verdacht aan de touwtjes te trekken en anderen voor zijn of haar karretje te spannen. Dat neemt niet weg dat het in joodse kringen gevoelig kan liggen en men daarom van goede huize moet komen om dit stereotypische beeld zorgvuldig te gebruiken.

De vraag waar het dus draait is of dat hier gebeurt en vanuit welke intentie illustrator Joost Halbertsma heeft gehandeld. Welke elementen in zijn cartoon heeft hij benadrukt en welke niet? Heeft hij karakteristieken gebruikt waarmee joden in anti-semitische spotprenten worden afgebeeld? Nee, dat lijkt hier niet het geval. De figuur die De Hond moet verbeelden lijkt eerder op een Russische gevangenisboef dan op een mythologische karikatuur à la Jud Süß.

Verder is De Hond iemand die dit beeld oproept. Zonder diepgaande deskundigheid dringt hij zich in de publieke opinie telkens op als deskundige in zaken waar hij geen professionele binding mee heeft. Dat was zo in de Deventer moordzaak en is zo bij de coronapandemie. De Hond dringt zich op en heeft door zijn netwerk in de media toegang tot studio’s en redacties. Hij bespeelt de media en richt veel schade aan. Zo vergezocht is het dus niet van Halbertsma om hem als een poppenspeler af te beelden. Een botte bijl in De Honds handen was wellicht nog een geschikter beeld geweest.

Wat verklaart dan de felle, afwijzende tweet van de joodse oud-leider van de PvdA Lodewijk Asscher? Hij noemt het een ‘hufterige cartoon’. Het zich beledigd voelen is subjectief. Noemt Asscher de cartoon hufterig omdat die oude anti-semitische stereotypen op zijn netvlies staan gebrand en hij onvoldoende beseft dat ze de afgelopen 80 jaar zijn overschreven door ander gebruik van dit motief dat niet per se antisemitisch van strekking is? En dat een jongere generatie waar Halbertsma een vertegenwoordiger van is daar heel anders naar kijkt?

Kortom, is hier sprake van te weinig gevoeligheid van de illustrator of overgevoeligheid van degenen die zich beledigd voelen en de cartoon reduceren tot een antisemitisch vehikel ? Of is het allebei waar? Dat Pieter Klok het niet eens is met de cartoon kan waar zijn, maar dat hij er in het openbaar afstand van neemt is nogal een rigoureuze stap omdat het de verloochening van de Volkskrant en illustrator Joost Halbertsma inhoudt.

De afrekencultuur als gevolg van identiteitsdenken heeft vandaag een slachtoffer gemaakt. Volgens sommigen is dat Maurice de Hond, volgens anderen illustrator Joost Halbertsma. Hoe dan ook is de vrije meningsuiting de getroffene. Dat zegt iets over onze gevoeligheid voor afwijkende meningen en de krimpende marges om nog iets te mogen vinden in de publieke opinie.

Op wie moet ik stemmen op 17 maart 2021? Aflevering 2: partijpolitiek

In een commentaar van 20 februari 2018 over de gemeenteraadsverkiezingen van 21 maart 2018 schreef ik het volgende: ‘Nog een maand campagne. Nog een maand leuzen, versimpelingen, verdraaiingen en de vermarkting van politici. Ik weet werkelijk niet of ik ga stemmen en als ik ga stemmen welke partij het wordt.

Dat ik het niet weet komt niet door een tekort aan politiek besef of interesse, maar door een teveel eraan. Wat moet ik met partijpolitiek, en krampachtige en onopvallende politici die naar mijn gunst dingen? Tegelijkertijd wil ik niet meedoen aan de retoriek van de stemmingmakers die tegen ‘de politiek’ schoppen. Ik ben voor de politiek. Hoe kan ik een stem voor de politiek uitbrengen, terwijl ik geen vertrouwen heb in de partijpolitiek en de huidige generatie politici? Ik ben nijdig dat partijen me voor het blok zetten met hun onheuse voorstelling.’

Slechte voorbeelden uit het buitenland stralen negatief af op de Nederlandse situatie. De onwaarachtige en leugenachtige verklaringen van Republikeinse vertegenwoordigers in het Amerikaanse Huis versterken het beeld dat het in de partijpolitiek niet gaat om het landsbelang, maar om persoonlijk belang. Wat krom is wordt recht verklaard en eigen fouten worden aan de concurrentie toegerekend. In de kern is partijpolitiek kinderachtig gedoe van grote mensen die in hun speeltuin een steeds nauwere blik op de werkelijkheid ontwikkelen totdat ze zelfs over zichzelf niet meer weten hoe nauw en verkeerd hun blik is.

Ik ken geen alternatief.  De partijpolitiek is leidend en gezaghebbende partijen staan hun macht niet vrijwillig af. Ontwikkelingen met burgerfora of loterijen om burgers bij het bestuur te betrekken blijven kleinschalig en lijken eerder een cosmetische operatie, dan een welgemeend streven van de macht naar machtsdeling en het teruggeven van macht aan de burger. Uit onderzoek blijkt dat er met name bij jongeren een groot engagement is en ze wakker liggen van maatschappelijke thema’s, maar zich niet kunnen identificeren met de partijpolitiek.

Wat de gevestigde partijen doen is teleurstellend. Ze verliezen de strijd op twee fronten. Ze laten zowel in de beeldvorming als in de politieke realiteit een idee postvatten dat ze niet oprecht zijn in hun sociaal-economisch beleid en niet eens meer zelf aan de knoppen zitten om het vorm te geven. Het zijn de multinationals, de banken en de EU die het voor het zeggen hebben. Dat relativeert het belang van de gevestigde partijpolitiek en verkleint het verschil met de radicale randpartijen van rechts en links. De gevestigde partijpolitiek laat deels bewust, deels onbewust na om te formuleren, te verduidelijken en te presenteren hoe in Nederland de macht verdeeld wordt en welke richting het land moet inslaan om toekomstbestendig en duurzaam te zijn. Zo resteert pragmatisme dat politiek zonder politieke beginselen en programma biedt.

Een oplossing voor de gevestigde politiek om de schijnvoorstellingen en -oplossingen van de radicalen te ontmaskeren ligt voor de hand. Het moet aan geloofwaardigheid, voorspelbaarheid en verantwoording winnen om het verschil met het ongeloofwaardige beleid van de radicalen te benadrukken. Gevestigde partijpolitiek moet met realisme en transparantie rekenschap van zichzelf geven om het verschil te onderstrepen met de randpolitiek die bestaat uit onrealistische toekomstbeelden. Maar het terugtreden van Lodewijk Asscher als partijleider van de PvdA schetst het dilemma. Door transparantie en oprechtheid leveren hij en zijn partij aan macht in. In elk geval voorlopig. Zolang de gevestigde partijpolitiek onvoldoende handelt kan het de politieke handelaren in hersenschimmen niet de pas afsnijden.

Maar kan de gevestigde partijpolitiek nog wel geloofwaardig, voorspelbaar en met verantwoording handelen? Valt het politieke systeem nog wel te repareren of is het het punt al gepasseerd dat de partijpolitiek en de burgers samen er nog voldoende grip op kunnen krijgen om het te repareren omdat het al bezit van externe krachten is? Het antwoord op die vraag is onduidelijk. De paradox is dat wat Forum voor Democratie en de PVV als bezwaar zien, namelijk het weggeven van de soevereiniteit van Nederland, precies hun electorale opgang mogelijk maakt. Niet omdat ze daarin beleidspunten scoren die van belang zijn voor de praktische politiek, maar omdat het het verschil met de geloofwaardigheid van de gevestigde partijpolitiek verkleint.

Het gebrekkige en uitblijvende antwoord van de gevestigde partijpolitiek dat schippert tussen het inleveren van soevereiniteit en het ophouden van de schijn dat dit niet aan de orde is, baart meer zorgen dan de schijnoplossingen van radicaal links en rechts. De politieke filosofieën van het communisme en het fascisme die ten grondslag liggen aan de programma’s van de radicale partijen hebben hun geloofwaardigheid voor de praktische politiek allang verloren. Dat is een doodlopende weg waar de gevestigde politiek minder bevreesd voor zou moeten zijn dan het nu is. Dat maakt het uitblijven van een passend antwoord er des te raadselachtiger op.

Zie hier voor commentaar ‘Op wie moet ik stemmen op 17 maart 2021? Aflevering 1: religie rukt op in D66 en GL’ van 2 december 2020.

Foto: Minister Wiebes in gesprek met scholieren. beeld ANP, Robin van Lonkhuijsen, 2019.

Tom Watson verlaat Labour. De twee belangrijkste partijen radicaliseren en alle Britse politieke leiders zijn impopulair

De aankondiging dat de tweede man van Labour het voor gezien houdt sloeg gisteren in als een bom. De timing aan het begin van de campagne voor de verkiezingen van 12 december 2019 was afgestemd met het leiderschap van de partij. Tom Watson verenigde en vertegenwoordigde de gematigde vleugel van de partij, of wat daar na vier jaar partijleiderschap van de links-radicale Corbyn nog van over is. Sociaal-democraten binnen Labour delven het onderspit tegenover socialisten die met de beweging Momentum en de invloed van vakbondsleiders als Len McCluskey de partij in hun greep houden. Watson werd ingeperkt door deze radicale facties die hem tegenwerkten en niet automatisch het leiderschap wilde geven als Corbyn zou vertrekken. Het antisemitisme dat onder Corbyn de partij vergiftigt wordt niet afdoende aangepakt. Overigens verlaten nu eveneens vele gematigde Tories de partij of het parlement, zodat ook deze partij in snel tempo radicaliseert. Het is een verlate echo van wat er in de Amerikaanse politiek gebeurt waar de Republikeinse en Democratisch partij sinds enkele jaren zijn geradicaliseerd, hoewel de gematigde Democraten de hoop nog niet opgegeven hebben de partij op een middenkoers te houden. In de VS komt de druk tot radicalisering vanuit het land.

Watsons vertrek benadrukt extra waarom de uitnodiging van de PvdA aan Corbyn om te spreken in Nederland zo’n blunder was. Ik schreef in een commentaar van 8 augustus 2018: ‘De paradox is dat als Asscher een Britse Labour-politicus was hij net als de gematigde Stephen Kinnock, Chuka Umunna of Chris Leslie door de links-radicale Momentum-beweging van Corbyn op een zijspoor gemanoeuvreerd zou zijn’. Tom Watson is de Lodewijk Asscher van Labour. De PvdA begrijpt zelf niet waar het voor staat en waar Labour (nog) voor staat.

Het is lastig voor Britse kiezers om te moeten kiezen tussen de clown en demagoog Boris Johnson en de antisemiet en anti-Westerse Corbyn die ervan beschuldigd wordt een ‘asset’ van het Kremlin te zijn. Corbyn populariteitscijfers staan met 36% onder water (23% + tegenover 59% -), terwijl Johnson met 14% onder water staat (34% + tegenover 48% -). Na meer dan drie jaar Brexit-geworstel waarin de onmacht van de Britse politiek uitgebreid is uitgemeten is geen enkele leider nog populair. Op een enkeling na als de vertrokken Schotse sociaal-conservatieve leider Ruth Davidson. Maar net als Watson voelde ze zich haar partij uitgejaagd door de onrealistische en harde politiek en net als hem voerde ze in een verklaring persoonlijke redenen aan voor haar vertrek. Maar iedereen weet beter. Kiezen tussen Johnson en Corbyn is een onmogelijke keuze. In een politiek landschap dat weliswaar steeds minder een keuze is tussen de twee grootste partijen, maar waar verkiezingen toch nog een tweestrijd zijn tussen Labour en Conservatieven. Voor vele Remain Labour-kiezers die hoopten dat hun partij ooit weer zou deradicaliseren is Tom Watsons vertrek een teken aan de wand.

Foto: Tweet.

Geert Wilders claimt op te komen voor Nederlandse cultuur. Moet dat opgevat worden als satire waarin hij zichzelf op de hak neemt?

Ze komen er weer aan, verkiezingsdebatten. De logica ervan is onduidelijk. Op 20 maart zijn er verkiezingen voor de Provinciale Staten en daarom worden fractievoorzitters van de Tweede Kamer uitgenodigd. Dat is zoiets als hockeyers over voetbal laten praten. Amusant en irrelevant. Omdat door een stemming uit de Provinciale Staten de Eerste Kamer wordt gevormd had een debat tussen lijsttrekkers uit de Eerste Kamer meer voor de hand gelegen. De formule dat politici niet direct verantwoordelijk zijn voor dat waar ze over praten maakt het debat vrijblijvend. Wat ze ook zeggen, het doet er niet toe. Het voedt cynisme. Een voorbeeld is Geert Wilders die zegt op te komen voor Nederlandse cultuur. Dat is als een slager die zegt dat hij opkomt voor de dieren die hij slacht of Shell dat pretendeert fossiele brandstof te delven die duurzaam en groen is. Hoe dan ook voedt dit de vermoeidheid over de politiek. Mijn reactie bij het artikelVideo! Ontketende Wilders tegen Asscher: ‘U gooide de Nederlandse cultuur bij grofvuil en verklaarde islam heilig!’ op DDS:

Foto’s: Schermafbeelding van deel van artikel ‘Video! Ontketende Wilders tegen Asscher: ‘U gooide de Nederlandse cultuur bij grofvuil en verklaarde islam heilig!’ van Tim Engelbart voor DDS, 8 maart 2019 en eigen reactie.

PvdA belichaamt race naar de bodem door uitnodiging Corbyn

Op 5 juli 2018 was de Britse Labour-leider Jeremy Corbyn op bezoek bij de PvdA in Den Haag. Aanleiding was het Fair Tax Event dat de PvdA had georganiseerd. Kritisch, rechts Nederland greep het bezoek aan om het antisemitisme van Corbyn centraal te stellen zoals uit dit interview van Lissauer.com met Lodewijk Asscher is op te maken. Zinvolle kritiek, maar niet de essentie van waar Corbyn voor staat.  De centrum-linkse Asscher en de radicaal-linkse Corbyn passen slecht bij elkaar, zoals ook het geradicaliseerde Labour en de gematigde bestuurderspartij PvdA weinig gemeenschappelijks hebben. Behalve dat ze officieel zusterpartijen zijn.

James Kirchick zet voor Politico de gedachten van de radicale Corbyn op een rijtje en plaats dat in de context van de sociaal-democratie. De titel van het artikel geeft aan waar het om gaat: ‘Britain’s most dangerous export: Corbynism’. De essentie is dat een partij als de PvdA helemaal niets met Corbyn te maken zou moeten willen hebben: ‘Maar zo oppervlakkig aantrekkelijk de prestaties van Corbyn kunnen lijken, de neerslachtige sociaal-democraten van Europa moeten proberen te vermijden zijn ogenschijnlijke politieke succes na te bootsen. Elke progressieve persoon met een sociaal geweten en kennis van geschiedenis – laat staan een verlangen om daadwerkelijk verkiezingen te winnen – moet het Corbynisme massaal verwerpen’.

Corbyn is alles wat Asscher en de PvdA niet zijn. Corbyn is NAVO-scepticus en euroscepticus die niet tegen de Brexit is en zich in de buitenlandse politiek opstelt als Putin-verdediger. Over hem werd eerder dit jaar beweerd dat hij zo’n 30 jaar geleden een communistische spion was. Of dat waar is of niet, hoe dan ook hangt rond Corbyn een zweem van antidemocratie en verraad van de EU en het Westen. Corbyn is exact de politicus waartegen anticommunistische PvdA’ers Jacques de Kadt of Joop den Uyl zich zouden verzetten omdat hij slechts in naam (sociaal)-democraat is. Dit maakt het des te raadselachtiger waarom de gematigde Asscher die het in het kabinet Rutte II goed kon vinden met VVD’er Rutte Corbyn uitnodigde voor het Fair Tax Event.

Er is maar één verklaring voor wat gerust een noodgreep genoemd kan worden. Namelijk dat de paniek en de uitzichtloosheid in de PvdA zo groot zijn dat er het idee heeft postgevat dat wat het ook doet dat niet echt uitmaakt. Dus een gokje met Corbyn moet kunnen. In de publiciteit werd vorige maand het bezoek negatief noch positief verslagen, het werd zo goed als genegeerd. Herbronning en terug naar de basis door links af te slaan zouden nog enigszins een uitleg voor Corbyns uitnodiging kunnen zijn geweest als hij aansloot bij de traditie van de PvdA en een volbloed democraat en Europeaan was. Maar dat doet hij niet. De paradox is dat als Asscher een Britse Labour-politicus was hij net als de gematigde Stephen Kinnock, Chuka Umunna of Chris Leslie door de links-radicale Momentum-beweging van Corbyn op een zijspoor gemanoeuvreerd zou zijn.

Wat Lodewijk Asscher bezielde om te denken dat samen op een podium staan met Jeremy Corbyn gunstig voor hem en de PvdA zou uitpakken geeft vooral te denken over de radeloze vertwijfeling binnen de PvdA. Zelfs een doodskus van een antidemocraat wordt binnen deze sociaal-democratische partij als lichtpuntje gezien. Deze PvdA heeft geen vijanden meer nodig, het is immers in stuurloosheid een vijand van zichzelf.

Het zijn NIDA’s principes die hebben geleid tot een breuk in het Rotterdamse Links Verbond. SP, PvdA en GL nemen terecht afstand

Update 9 december 2020: GroenLinks krijgt kritiek omdat het Kauthar Bouchallikht op nummer 9 van de kandidatenlijst voor de Tweede Kamer heeft gezet. Zij was tot 1 december 2020 via een jongerenvereniging gelieerd aan de Moslimbroederschap. De leiding van GroenLinks lijkt niet tot in detail te hebben begrepen waar Bouchallikht voor staat en wil achteraf niet toegeven dat de screening onvoldoende is geweest en ze niet bij het karakter van de partij past. Die vrijheid heeft GroenLinks, maar het is de vraag of het deze publicitair zeurende kwestie goed behandelt. De vergelijking met een alliantie voor de Rotterdamse gemeenteraadsverkiezingen in 2018 van SP, PvdA en GroenLinks met de islamitisch geïnspireerde partij NIDA is treffend. Vanwege de overeenkomst tussen de kwestie Kauthar Bouchallikht en de kwestie NIDA herplaats ik onderstaand commentaar.

Het ontbreekt de linkse partijen aan een goede antenne. De fout die ze maken is dat ze niet inzien dat deze islam-fundamentalisten in vorm modernistisch zijn, maar niet in inhoud. Met de aan de Moslimbroederschap gelieerde Tariq Ramadan maakten de gemeente Rotterdam en de Erasmus Universiteit dezelfde fout. De linkse partijen laten zich door schone schijn van conservatief-religieuze opvattingen verleiden die in tegenspraak met hun uitgangspunten zijn. Vaak komt daar nog antisemitisme bij. In onderstaand commentaar concludeer ik: ‘De linkse reflex van diversiteit en insluiting is even kwalijk als de rechtse reflex van homogeniteit en uitsluiting als die niet samengaat met het toetsen van uitspraken op hun betekenis.’ 

In een opinie-artikel voor NRC geeft de Rotterdamse hoogleraar Sociologie Willem Schinkel commentaar op het opbreken van het zogenaamde Links Verbond in Rotterdam. Dat was een samenwerking tussen de drie linkse partijen GroenLinks, PvdA en SP en de islamitsch geïnspireerde partij NIDA die een maand geleden werd gesloten en deze week uit elkaar viel. Aanleiding voor die breuk was was een tweet van vier jaar geleden van NIDA waar het geen afstand van wilde nemen: ‘Wij zeggen #Zionisme = #ISIS #vrijheidmeningsuiting’. Schinkel hangt aan deze tweet zijn hele betoog op. Door deze bijziendheid die zich ook vertaalt in een dualisme dat de politiek in een links-rechts frame vangt, mist hij de essentie voor de breuk. Dat zijn de principes van NIDA.

Schinkels artikel roept de vraag op of hij wel doorziet wat NIDA’s principes zijn en de partij beoogt. Schinkel lijkt zich te laten sturen door de actualiteit en partijpolitiek gehakketak. Hij kijkt niet naar de echte oorzaak voor de breuk. NIDA zegt in het beginselprogramma 25 CONCRETE IDEEËN: ‘Onze geloofsbeleving is van meerwaarde in de samenleving en verdient terecht de ruimte in de publieke sfeer, in publieke voorzieningen en het openbaar bestuur.’ Volgens NIDA is geloofsbeleving geen particuliere zaak, maar moet die in de publieke ruimte, openbaar bestuur en de publieke voorzieningen doorgevoerd worden.

NIDA rekt de scheiding van kerk en staat op. Is dat gewenst? Valt dat te verenigen met de opvatting van de nationale rechtsstaat? Daar gaat het echte verschil in opvatting tussen de drie linkse partijen en NIDA om. Schinkel creëert valse tegenstellingen. Het is niet voldoende om in een soort gemakzuchtig pamflettisme en verwijzing naar racisme en ‘witte politici’ die het bij de linkse partijen voor het zeggen hebben triomfantelijk te concluderen dat de vijand van mijn vijand een vriend is. Het gaat erom wat de principes van NIDA zijn en of die passen bij vrijzinnige partijen als SP, PvdA en GroenLinks die hun waarden als uitgangspunt hebben.

Ja, Wierd Duk is een rechtse onruststoker. Ja, Joost Eerdmans is een rechtse scherpslijper. Ja, Thierry Baudet is een rechts-extremistische opportunist met racistische neigingen in zijn partij. Ja, Geert Wilders is een islamhater. Ja, het debat in Rotterdam wordt fel gevoerd en de links-rechts tegenstelling wordt er aangedikt. Maar wat zegt dat dan nog over NIDA? Het terecht afkeuren van rechts is niet voldoende om het links-conservatieve of conservatief-religieuze NIDA blindelings te omarmen of het voor deze partij op te nemen.

Ik begrijp hoe iemand die zegt seculier, vrijdenkend of atheïstisch te zijn zich niet kan verenigen met de principes van NIDA. Deze partij wil terug naar de verzuiling van eind 19de eeuw. Ik ben het met dit principe van religie die zich uitgesproken manifesteert in publieke ruimte en openbaar bestuur fundamenteel oneens. Het valt niet in te zien hoe een partij die zich als vrijzinnig beschouwt en ondubbelzinnig de rechtsstaat onderschrijft -inclusief scheiding van kerk en staat- een partij als NIDA met zulke standpunten kan steunen.

En wat moeten kunstliefhebbers denken van een ‘Religieus-wetenschappelijk-kunstzinnige raad’ die het openbaar bestuur adviseert? Het is een krankjorum idee, een moskee die samen met een museum als Boijmans het openbaar bestuur adviseert en daar via een aparte raad onderwerpen voor agendeert. Dit is opnieuw een tactiek van NIDA om via de zijdeur de scheiding van kerk en staat op te rekken. NIDA depolitiseert de politiek door het te vermengen met het middenveld. Dat is de weg naar het corporatisme waarbij allerlei onverkozen groepen in een vaag verband een beslissende rol in de besluitvorming krijgen.

Ik vraag me werkelijk af of de landelijke en Rotterdamse leiders van SP, GroenLinks en PvdA de principes van NIDA wel goed tot zich hadden laten doordringen toen hun Rotterdamse afdelingen met NIDA een Links Verbond sloten. Hoewel Lilian Marijnissen (SP) vanaf het begin sceptisch was en zei het zelf niet gedaan te hebben. Maar wat de landelijke leiders van PvdA en GroenLinks bezielde toen ze dachten dat hun eigen gedachtengoed verenigbaar was met dat van NIDA blijft een raadsel. Ook na het verbreken van het verbond.

De linkse reflex van diversiteit en insluiting is even kwalijk als de rechtse reflex van homogeniteit en uitsluiting als die niet samengaat met het toetsen van uitspraken op hun betekenis. NIDA verdient het om op de principes die het voorstaat beoordeeld te worden. Niet op goede bedoelingen of slachtofferschap. Of een al te eenvoudige links-rechts tegenstelling die de positie van NIDA moet verklaren, maar die eerder vertroebelt.

Foto 1: Schermafbeelding van deel artikelRacisme breekt linkse samenwerking in Rotterdam op’ van Willem Schinkel in NRC, 14 maart 2018.

Foto 2 en 3: Schermafbeelding van paragrafen uit beginselprogramma25 CONCRETE IDEEËN’ van NIDA Rotterdam.

CDA benadrukt eigen conservatisme en zet formatie onder druk

Zomaar een mening van blogger Yuri Ankone over de verrechtsing van het CDA en de vertekening van de geschiedenis door CDA-leider Buma. Dat laatste is een wetmatigheid. Conservatieve christenen stellen met terugwerkende kracht steevast de rol van het christendom positiever en edeler voor dan een objectieve kijk op de geschiedenis rechtvaardigt. Waarna ze met een stalen gezicht de islam verwijten te weinig vaart te maken met de emancipatie. Het ligt overigens complex omdat het christendom ook als input voor de Verlichting heeft gediend. Hoe dan ook valt aan de uitlatingen van Buma nog weinig van de emancipatiestrijd en de onderlinge verschillen tussen de Nederlandse gereformeerden, protestanten en katholieken te herkennen.

Buma zet met zijn rechtse praatjes de formatie op scherp. Zoals de afgelopen week al van vele kanten geconstateerd is zet hij de toch al zo traag verlopende formatie extra onder druk. Hij attaqueerde in de H.J. Schoo-lezing frontaal het liberalisme en individualisme van VVD en D66 en de sociale politiek van de CU. Buma voedt met zijn voet op de rem, zijn vertragingstactiek en het nemen van de afslag naar rechts het wantrouwen tussen de partijen. Ze spelen wegens ontbrekend vertrouwen op veilig en willen alle afspraken in beton gieten. Daarbij komt nog de historische animositeit tussen D66 en christen-democratische politici zoals dat met verwijzing naar hun vermeende onbetrouwbaarheid ooit door D66-politicus Hans Gruijters werd samengevat: ‘als ik een confessioneel een hand heb gegeven, tel ik eerst mijn vingers na’.

Met terugwerkende kracht benadrukt Buma’s opstelling het ongelijk van GL en de PvdA die hun plek aan de formatietafel niet wilden of durfden innemen. Dat maakte de plek vrij voor het CDA dat zich onmisbaar voelt en de eigen radicalisering niet hoeft af te zwakken, maar vrijuit kan uitventen. De andere partijen, inclusief VVD en D66, hadden beter moeten beseffen dat het CDA van Buma in een kabinet een weinig coöperatieve kracht zou worden die nog minder in het landsbelang handelde dan de andere partijen. Het weglopen van de onderhandelingstafel door GL en PvdA was dat evenmin. De schone schijn en faalangst van Klaver en Asscher hebben het vooralsnog afgelegd tegen het conservatisme van Buma. De gezamenlijke partijpolitiek van Nederland heeft zichzelf een brevet van onvermogen gegeven door beoordelingsfouten, slappe knieën en een gebrekkig besef van urgentie. Het is de hoogste tijd voor de hervorming van het politieke bestel.

Staat ‘rechts met de bijbel’ tegenover D66?

Rechts met de bijbel is voorlopig het nieuwe normaal in de politiek. PvdA-leider Lodewijk Asscher gebruikte afgelopen week de term in een kamerdebat. Om D66 op stang te jagen. Vrijzinnigheid is uit, conservatisme met de bijbel is in. Zowel in de landelijke politiek als in Rotterdam -waar het college dreigt te vallen omdat een raadslid uit Leefbaar Rotterdam stapte- tekent zich een coalitie af van een rechts-conservatieve partij (VVD of Leefbaar Rotterdam), het CDA, een kleine christelijke partij (CU en SGP/CU) en de centrumpartij D66.

Omdat die laatste partij cultureel progressief is en anders denkt over sociaal-culturele onderwerpen zoals medische ethiek, homorechten, secularisme, integratie dan de christelijke partijen geeft dat D66 een extra verantwoordelijkheid. Het moet het vrijzinnig vuur brandend houden in een sociaal-cultureel conservatieve omgeving. Het is een uitdaging als het lukt en een risico om in conflict te komen met de eigen achterban als het mislukt. In Nederland polderland zijn verschillen overbrugbaar. En politieke formatie is geen reformatie.