PvdA-leden willen naar links. Maar kijken naar rechts. Bizar?


Wordt het chagrijn van de PvdA’ers ingegeven door verloren posities als gevolg van verkiezingen, een fletse leiding, een slechte presentatie of een koers die te veraf is komen te staan van het sociaal-democratische gedachtengoed? In de analyse en de emoties loopt het allemaal door elkaar: campagne, leiding, inhoud en coalitie. Waarom een koers samen met de VVD die verkeerd geacht wordt niet opgezegd wordt vanwege een dreigend slecht resultaat bij de verkiezingen laat zien dat bij de PvdA principes niet de boventoon voeren. De analyse zegt: de inhoud deugt niet en de oplossing wordt gezocht in de vorm en de bijverschijnselen. Wat is zo’n partijbijeenkomst meer dan een therapeutisch praathuis als frontaal de waarheid wordt ontweken?

Advertentie

PvdA: notitie ‘Met vertrouwen linksom!’ bevat bruikbare elementen

death-of-10000-roses-07

De samenbindende sleutelzin van de notitie ‘Met vertrouwen linksom!’ van verontruste PvdA-ers luidt: ‘Echter, als wij blijven hangen in het naar rechts opgeschoven politieke centrum, zullen de extreem-rechtse, conservatief-nationalistische en xenofobe bewegingen zoals PVV, Front National, de Liga Nord, De Gouden Dageraad en vele anderen aan de macht komen.’ Dat wordt uitgewerkt in het laatste van de aandachtspunten ‘Vijf over Links’: ‘Het assertief uitdragen en verdedigen van onze Europese waarden uit de Verlichting’:

Wij pleiten ook voor meer aandacht voor het uitdragen van en de verdediging van onze Europese waarden die zijn oorsprong vinden in de Verlichting, zoals tolerantie, pluriformiteit, vrijheid, democratie, mensen- en burgerrechten, non-discriminatie, rechtstaat en scheiding van kerk en staat. Ze worden aan onze buitengrenzen openlijk aangevallen door jihadisten en autoritair- islamitische regeringen als ook door de conservatief-nationalistische autoritaire regimes in Rusland en China. De soft-power van Europa moet geloofwaardiger worden met een Europees geïntegreerd buitenlands beleid, een humaner en effectiever asielbeleid, meer hulp aan vluchtelingen en meer en effectievere ontwikkelingssamenwerking, en worden versterkt met hard-power van een moderne, effectieve Europese defensie.’

In drie zinnen wordt een helder perspectief voor de Nederlandse- en Europese buitenlandpolitiek geschetst die erop neerkomt dat om de EU te redden de EU moet veranderen door terug te gaan naar de eigen waarden. Dit is ook richtinggevend voor de binnenlandse politiek. Hier valt weinig op af te dingen, hoewel het de vraag is of de beschikbare middelen deze principes kunnen dragen. Maar de richting tussen aantasting van waarden door externe (Rusland) en interne krachten (‘neoliberalisme’) is een geloofwaardige en realistische koers.

Deze principiële stellingname stelt de vergezichten over een linkse meerderheid in de schaduw die klinken als een uitgevonden traditie die nooit was en zelfbedrog is als gevolg van groepsdynamiek. Het schetst het tekort van de PvdA dat romantisch blijft terug-verlangen naar een linkse meerderheid die Nederland nooit gekend heeft. Als de PvdA van dat denken en die retoriek afstand kan doen en beseft dat het beter een sterke linkse eigenheid en standvastigheid kan combineren met een soepele en niet rigide toenadering tot partijen in het politiek midden (D66, CDA) dan kan de PvdA weer relevant worden en in zichzelf gaan geloven. Uitgevonden traditie en symboliek met rozen zit de PvdA in de weg. Dat moet slijten om de PvdA bij de tijd te brengen.

PvdA-denker René Cuperus zag Nederland voor drie vuurproeven staan: de uitweg uit de financiële crisis, het antwoord op het politieke onbehagen, en herstel en rehabilitatie van het publieke ethos van overheid en publieke sector. Het accent op de Europese waarden verbindt in de notitie deze drie vuurproeven en voorziet ze van een positief stempel. Weg van het verwijt van jaloezie. Bovenop de alarmtoestand die alle sociaal-democratische partijen treft en niet typisch PvdA is. Nu de praktijk nog. In de PvdA wordt goed nagedacht, maar verkeerd gekozen. Leiders zijn te pragmatisch (Kok), te weinig tactisch (Bos), te weinig operationeel (Cohen), te weinig strategisch (Samsom) of te wendbaar (Asscher). Welke leider past bij het nieuwe profiel?

Foto: Anya Gallaccio ‘The Beautiful Life and Death of 10,000 Roses’.

Putin als pop in de geschiedenis. Kritiek of geen kritiek?

Indirect weerlegt deze speelautomaat van de president van de Russische Federatie Vladimir Putin de kritiek over kunst die maatschappelijk niet relevant meer kan zijn. In een cultureel determinisme beredeneert die kritiek dat als kunst al kritisch is, het de status quo bevestigt en niet verandert. Want maatschappijkritische kunst zou alleen kunnen dienen als versiering van het bestaande waar het wordt ingepast. Op dezelfde manier redeneert neurobioloog Dick Swaab dat ons leven in en door onze hersenen voorbestemd is en we daar zelf geen sturing aan kunnen geven. Ofwel, hersenen of kunst kunnen niet anders dan reageren door de gebaande paden te volgen. Ontsnappen aan de noodwendigheid is onmogelijk. Uitbreken en revolutie zijn uitgesloten.

Een pop die Putin voorstelt dus. Als mechanische pop die niet anders kan dan de geschiedenis volgen. Steeds weer. In een volgens velen illegale daad die herhaald wordt. Het Duitse veilinghuis Auction Team Breker dat gespecialiseerd is in mechanische instrumenten veilt ‘Putin de Schrijver’ die de wet tekent over de Russische annexatie van de Krim en Sebastopol van de Zwitserse poppenmaker Christian Bailly. Gebaseerd op ‘Pierrot Ecrivain’ (circa 1890) van Gustave Vichy. In de catalogus is de vraagprijs 25.000 tot 35.000 euro. Het object thematiseert zowel de noodwendigheid van de geschiedenis, de menselijke soort als de kunst. Door dit mechanisme zichtbaar te maken doorbreekt het de voorbestemming niet zelf, maar wel het debat erover.

Jonathan Jones trekt vandaag in The Guardian ongemeend fel van leer tegen politieke kunst. Zoals enige tijd terug kunstcriticus Hans den Hartog Jager met zijn ‘Geëngageerde kunstenaars: de wereld luistert niet’ in de NRC deed. Net als Hartog trekt Jones politieke kunst in het absurde, ontneemt het haar bestaansrecht en stelt het als een modieuze bevlieging voor: ‘Political art used to be real and urgent. Now it is an art world fashion. In our Russell Branded days, being angry is being hip. Instead of truly cogent political statements, artists throw in ideological references that have no real relevance.’ Niet toevallig komen deze geluiden uit de ‘burgerlijke’ The Guardian en NRC die zich hoogstens cosmetisch tegen de macht verzetten, maar als het erop aankomt daar altijd voor buigen omdat ze de macht nooit echt zullen uitdagen. Zulke media brengen critici voort die bewust of onbewust deze positie verdedigen door maatschappijkritiek die doorbijt te ridiculiseren.

auc

Foto: Schermafbeelding van deel catalogus ‘Fine Toys & Automata, November 15, 2014’ van het Keulse veilinghuis Auction Team Breker. 

Dichteres Heleen Bosma doet wat ze doet. Wat is dat nou waard?

In de NRC is een debat ontbrand naar aanleiding van het artikel ‘Geëngageerde kunstenaars: de wereld luistert niet’ van Hans den Hartog Jager. Met de sleutelzinnen: ‘Het rare is dat kunstenaars als Hito Steyerl, Jonas Staal of Jeanne van Heeswijk en dito curatoren als Charles Esche, Maria Hlavajova of Jelle Bouwhuis, die zich heel gretig druk maken om allerlei maatschappelijke ontwikkelingen, dit elementaire probleem in hun eigen wereld nauwelijks de moeite van het overdenken waard lijken te vinden. Steeds vaker vraag ik het me af: zijn ze nou werkelijk zo naïef dat ze niet doorhebben dat hun ‘engagement’ gewoon een integraal onderdeel is van de carrousel van kunstproductie, subsidies en (museale) tentoonstellingen?’ Den Hartog Jager stelt vragen en doet een poging tot reflectie, maar relativeert ook veel en vernietigt hoop. Navelstaarderij ontroert omdat mensen zich belangrijk achten. Ze integreren kunst in hun denken en schatten eigen belangrijkheid hoog in.

Het gemis aan pretentie en dikdoenerij van de dichteres van Overijssel Heleen Bosma is ontwapenend. Daarbij houdt ze hoop in de lucht. Maar aan haar lijkt het nadenken over de functie van kunst, poëzie niet besteed. Lastig om het niet onaangenaam te zeggen, maar haar dichten mist de laag die het dichten zelf meeneemt in dat dichten. Zelfreflectie dus. En die haar poëzie maatschappelijk verankert. Zonder dat wordt het plat. Ze doet verslag. Is ze nou werkelijk zo naïef om niet een een begin van engagement te tonen en de macht van alles aan de orde te stellen? Echt creatief is dat Heleen Bosma gewoon dicht: ‘in plaats daarvan vliegt/ een schim door de lucht/ verslindt het verleden/ verorbert de toekomst/ spuugt veel te grote feiten’. Jeminee.

Bij een luchtdicht museum: Adrien Tirtiaux in Eupen

De in Antwerpen wonende Belgische kunstenaar en architect Adrien Tirtiaux toont de presentatie ‘Les douze travaux d’Adrien Tirtiaux’ in het Belgische museum voor hedendaagse kunst Ikob in het Duitstalige Eupen. Hij gaat met het museum als basismateriaal aan de slag. Directeur Maïté Vissault legt uit hoe dat in z’n werk gaat.

Klopt de bewering dat Tirtiaux met zijn werk de ziel van het museum onthult? Kan dat eigenlijk wel, en hoe valt die ziel dan te omschrijven? Valt deze tentoonstelling op te vatten als de ultieme navelstaarderij, l’art pour l’art in een uitgekleed jasje? In zelfreflectie zouden kunstenaar en museum naar elkaar verwijzen. Wonderen vinden hun plek niet langer in de kerk, maar in het museum. Zo wordt ons te kennen gegeven. Leidt dat heen en weer verwijs echt tot bespiegelingen die onze blik op de wereld scherpen? Of zijn het de gewone praatjes voor de vaak? Het zit er allemaal in: marketing, theorievorming, publieksbereik, kunstcircuit, genrevervaging, reguliere programmering, cultuurpolitiek, minimale ingrepen die maximaal zouden renderen en bedrog. Hol?

Heertje: Domheid en arrogantie nekten PvdA. Hoe verder?

Oud-hoogleraar Economie en kritisch PvdA-lid Arnold Heertje geeft in een opiniestuk ‘Domheid en arrogantie hebben de Partij genekt‘ in De Volkskrant aan wat er volgens hem mis is met de PvdA. Da’s veel zoals de titel doet vermoeden. De partij zou geen antwoord hebben op de problemen van deze tijd en daar verkeerd op reageren, maar doet alsof het dat antwoord wel heeft. Dus: domheid en arrogantie. Het is geen nieuwe vraag.

Ik vermoed trouwens dat het met de uitwerking van de domheid net iets anders gesteld is dan Arnold Heertje denkt. Met dank aan Matthijs van Boxtel: ‘Intelligentie biedt nog geen garantie voor zelfbehoud. Sterker nog: intelligentie kan domheid zelfs kracht bij zetten.’ Als de leden van het kabinet Rutte-Asscher uitsluitend dom waren zouden ze allang tot inzicht gedwongen zijn. Maar hun domheid is kern van een denken dat wordt gemaskeerd door intelligentie en daarom niet tot zelfbesef komt. Zelfreflectie wordt niet overdacht.

PvdA-denker René Cuperus zag eerder Nederland voor drie vuurproeven staan: de uitweg uit de financiële crisis, het antwoord op het politieke onbehagen, en herstel en rehabilitatie van het publieke ethos van overheid en publieke sector. Daarbij komt voor de PvdA nog eens de alarmtoestand bij die alle sociaal-democratische partijen treft. In de PvdA wordt goed nagedacht, maar verkeerd gekozen. De leiders zijn te pragmatisch (Kok), te weinig tactisch (Bos), te weinig operationeel (Cohen) of te weinig strategisch (Samsom).

In het programma gaat het mis. Heertje verwijst de verklaring van de nederlaag die Diederik Samsom en andere PvdA’ers geven regelrecht naar de vuilnisbak: ‘Tegen deze historische achtergrond herleidt de leiding van de PvdA de vernietigende verkiezingsuitslag tot de lange duur van de crisis en het onvermogen van de potentiële aanhang reeds nu de vruchten te zien van een beleid dat inzet op een sterk en sociaal Nederland. De grootscheepse nederlaag ontspruit aan oorzaken van voorbijgaande aard, waaraan niemand iets kan doen.’

Want vervolgt Arnold Heertje: ‘Intussen schrijven in de Verenigde Staten economen als Robert Reich en Joseph Stiglitz indrukwekkende boeken over de toenemende scheefgroei in de inkomens- en vermogensverdeling, waardoor de samenhang in de maatschappij verkorrelt, de traditionele arbeiders verpauperen en in hun voetspoor de middenklasse wordt bedreigd. Die schrikbarende verschijnselen doen zich ook in Nederland voor, maar daarover geen woord van de zijde van de Partij van de Arbeid.’

Wegkijken en blijven hangen in symboliek is karakteristiek voor de PvdA sinds Kok. Met als gevolg dat het vlees nog vis is. Geen VVD of D66, evenmin SP. Zo ontstaat door een rammelend zelfbeeld een voorstelling van zaken die niemand kan volgen. De pretentie van brede volkspartij noemde gisteren bij Nieuwsuur minister Frans Timmerman leidend voor de PvdA. Was het maar zo. Om met Heertje te spreken: ‘Kortom, de Partij van de Arbeid is ongewild aan de verkeerde kant van de geschiedenis terechtgekomen door het samengaan van een intellectueel tekort (..) met de intimiderende en arrogante houding van met de Partij van de Arbeid verbonden bestuurders en ambtenaren, jegens de werkvloer van de samenleving.‘ Wat de PvdA nodig heeft is nadenken over programma en mensen die onvervalst de pretentie van brede volkspartij kunnen waarmaken.

Irshad Manji vindt moslims het grootste probleem van de islam

Irshad Manji  is een Canadese schrijfster, journaliste en activiste van Egyptische en Gujarati afkomst. Zij ijvert voor de modernisering van de islam en is een uitgesproken feministe. Aldus Wikipedia. Nauman Janjua legt in De Volkskrant uit waar Irshad Manji voor staat. En veroordeelt tegelijkertijd de ‘haatimam’ Haitham al-Haddad. In de Zweedse-Noorse talkshow Skavlan praat Manji met de Noorse Fredrik Skavlan over de islam.

Irshad Manji houdt haar vijf vingers omhoog en vraagt welke vinger naar de moslims zelf wijst. Da’s een echo van de vraag in het debat of de islam een religie van vrede is als de tegenstanders van de stelling opmerken dat moslims altijd de schuld op anderen afschuiven, maar nooit aan zelfreflectie doen. Kritiek krijgt Manji ook.

Usman Ahmedani reageert indirect op deze stelling en stelt dat moslims niet enkel vast te pinnen zijn op hun religieuze identiteit. Dat klopt, maar vanuit die identiteit laat-ie na een begin te maken met zelfreflectie en zorgt-ie zo voor een afleiding. Ahmedani stelt dat er een disproportionele fixatie op de kwalen van de islam bestaat en vraagt zich zelfs of of dit in het Westen een politieke truc is om dieperliggende angsten te verhullen. Ook daarin heeft-ie gelijk, maar opnieuw laat-ie de kans op zelfreflectie en zelfkritiek liggen. Een en ander geeft aan hoe gelaagd de vraagstelling over het ontbrekende zelfonderzoek van moslims is.

Irshad Manji steekt als moslimvrouw de hand in eigen boezem, maar staat vermoedelijk toch te veel aan de zijlijn van de islam om veel invloed uit te oefenen. Voor een Nederlands publiek zegt ze eigenlijk weinig opzienbarends. ‘Handsome‘ Fredrik Skavlan verwoordt politiek correct denken dat ouderwets oogt.