Schijn en werkelijkheid over Europese Verkiezingen. Timmermans manoeuvreert via de linkse flank naar het centrum van de macht

De strategie van Frans Timmermans lijkt duidelijk: richting links, weg van het centrum en de christen-democraten. Of dat zijn overtuiging is of een eerste stap in de onderhandelingen over een coalitie is de vraag. Politico doet verslag van een slotdebat waaraan Timmermans, maar ook de christen-democratische ‘spitzenkandidaat’ Manfred Weber deelnam. Politico: ‘Reagerend op een vraag over klimaatverandering, prees Timmermans de inspanningen van zijn Socialisten, evenals van de Groene-genomineerde Ska Keller en de partij van Europees links Nico Cué, en drong erop aan dat zij een breed spectrum van progressieve politici konden verenigen’. Dat laatste is pikant omdat de SP deel uitmaakt van die partij van Europees links GUE/NGL en die partij laatst in een verkiezingspotje Timmermans en de PvdA hard en persoonlijk aanviel. Is het zo dat de SP door de samenwerking met de socialistische S&D eraan meehelpt om Timmermans voorzitter van de Europese Commissie te maken? Dan helpt de SP eraan mee om ‘Hans Brusselmans’ op het schild te hijsen.

Uit de laatste peiling van april 2019 voor het komende Europarlement blijkt dat zowel de sociaal-democraten als de christen-democraten in gelijke mate verliezen, allebei naar schatting zo’n 37 zetels. Als Timmermans probeert om een links blok dat bestaat uit S&D, Greens/EFA en GUE/NGL als opstapje naar de macht te vormen, dan komt hij uit op 252 zetels. Voor de meerderheid zijn 376 zetels nodig. Alleen de christen-democratische EPP is als fractie groot genoeg om die zetels in haar eentje te leveren. Maar het valt niet te verwachten dat de EPP in zee gaat met de radicaal-linkse GUE/NGL. Van hun kant vormen de liberale ALDE en de EPP weer een blok van 256 zetels. Vergelijkbaar met de 252 zetels van Timmermans. Dat verklaart mogelijk waarom hij zijn linkse ‘hulpconstructie’ optuigt om de centrum-rechtse combinatie EPP-ALDE te counteren.

Uitgaande van de peilingen zijn getalsmatig de volgende combinaties mogelijk om tot een coalitie te komen: 1) EPP, S&D, Greens/EFA of 2) EPP, S&D, ALDE. Een derde mogelijkheid bevat naar de twee grootste fracties zowel de Groenen als de Liberalen, maar dat is minder logisch omdat dan de kleinste partij (waarschijnlijk de Groenen) overbodig is. Een combinatie van christen- en sociaal-democraten met radicaal-links (GUE/NGL) of radicaal-rechts (ECR, EFDD, ENF) ligt niet voor de hand. Kortom, de christen- en sociaal-democraten lijken tot elkaar veroordeeld. Dat weet Timmermans als geen ander. Eigenlijk is het best voorspelbaar welk compromis er uit de bus komt. Namelijk Manfred Weber wordt als spitzenkandidaat van de grootste fractie EPP de eerste 2,5 jaar van de zittingsperiode van 5 jaar voorzitter van de Europese Commissie, en Frans Timmermans de volgende 2,5 jaar. De derde partij in de coalitie mag de voorzitter van het Europarlement leveren. Doen?

Foto: Schermafbeelding van peiling over de samenstelling van het volgende Europarlement (2019-2024).

Duyvendak: achterban PVV denkt over emancipatie niet anders dan laagopgeleide Nederlands-Marokkanen. Niet vooruitstrevend

0bf4dd39b7bc0bd5b2fb85fe3e67bd8bb2b0fce477fa4cd5ee54a6673b961abe

Mijn ogen bleven haken op twee zinnen in een essay van de Amsterdamse socioloog Jan Willem Duyvendak in De Groene van 10 maart 2016 dat ook in S&D van de Wiardi Beckman Stichting verschijnt: ‘Bij precieze analyse blijkt dat de achterban van Wilders qua emancipatiegezindheid sterk lijkt op laagopgeleide Nederlands-Marokkanen. Niet heel vooruitstrevend dus’. Hij verwijst hierbij naar het onderzoekAcceptatie van homoseksuelen, biseksuelen en transgenders in Nederland‘ van Lisette Kuyper en Saskia Keuzenkamp.

Duyvendak focust op de vraag welk beeld van Nederland ‘wordt uitgedragen in reactie op dergelijke aanslagen en, breder, in discussies over migranten en asielzoekers.’ Aanleiding voor het essay is een recente publicatie van de Franse demograaf Emmanuel Todd die stelt dat de demonstraties na de terroristische aanslagen van januari 2015 (Charlie Hebdo, kosjere supermarkt) vooral een uiting van islamofobie waren. Duyvendak wijst die claim af en vindt dat Todd de plank mis slaat. Hij ontleent er wel het perspectief aan hoe Nederlanders zichzelf presenteren in reactie op dit soort aanslagen of de instroom van migranten en asielzoekers.

Duyvendak gaat in op drie aspecten die kort samengevat de culturele kwestie vormen: vrouwenrechten, homorechten en de scheiding van kerk en staat. Hij geeft een goed overzicht van recente ontwikkelingen. Nog in 1960 was Nederland een van de meest traditionele landen van Europa op het gebied van gender (man/ vrouw relaties) en (homo)seksualiteit. Deels is dat nog zo, men hoeft maar te kijken naar de in vergelijking met andere Europese landen slechte positie van vrouwen op de arbeidsmarkt. En in de debatten over de scheiding van kerk en vindt Duyvendak de dubbelzinnigheid nog groter dan bij gender en (homo)seksualiteit: ‘Dezelfde partijen die het hardste roepen dat een modern land zich kenmerkt door een volledige scheiding van kerk en staat, stellen tegelijkertijd dat Nederland een joods-christelijke traditie heeft en moet houden. Voorstellen om bijvoorbeeld vrije dagen minder stringent te koppelen aan christelijke feestdagen kunnen op woedende reacties rekenen. Want dan is er plotseling sprake van een aanval op ‘onze cultuur’.’

Uiteindelijk is toch door de verwerking van de verworvenheden van de jaren 1960 een omslag gekomen die Nederland tot een progressief land hebben gemaakt. Vaak is dat een revolutie in woorden geweest die nog niet altijd en overal in de praktijk van de samenleving zijn terug te vinden, maar het onderscheidt volgens Duyvendak Nederland wel van meer traditionele landen als de VS of Frankrijk die nog voor het proces staan dat zich in Nederland al voltrokken heeft. Door de snelheid van de veranderingen kijkt Nederland er dubbelhartig tegenaan. En met enige mate van geheugenverlies. Want die culturele verworvenheden die nu als vanzelfsprekend worden gepresenteerd zijn behalve in progressieve enclaves van D66- en GroenLinks-kiezers nog niet overal ingedaald. Pikant is trouwens dat Duyvendak in het PvdA-huisblad S&D Paul Scheffer te kijk zet als iemand die nog in 2005 in het openbaar ‘demonstratieve homoseksualiteit’ afwees. Wat geeft dat aan?

Maar die zin dus over de achterban van de PVV die niet heel vooruitstrevend is en over emancipatie niet heel anders denkt dan laagopgeleide Nederlands-Marokkanen. Henk en Ingrid denken over culturele kwesties hetzelfde als Achmed en Fatima. Duyvendak constateert dat ze veel gemeen hebben: ‘zowel PVV-stemmers als de laagopgeleiden onder de Nederlands-Marokkanen voelen zich vaak miskend, niet gezien door de politiek; ze wonen in de ‘slechtere wijken’; en ze hebben traditionelere opvattingen.’ Het is niet nieuw wat Jan Willem Duyvendak zegt en het komt niet verrassend, maar het is goed om het opnieuw te beseffen.

Er bestaan theorieën over maatschappelijk kloven: tussen nationalisten en kosmopolieten (wereldoriëntatie), progressieven en conservatieven (culturele waarden), laag- en hoogopgeleiden (ontwikkelingsniveau), individualisme en gemeenschap (burgermaatschappij, zie ook Wiki-lemma Communitarisme) of autochtonen en nieuwkomers (herkomst). Hoe dan ook stelt Duyvendak met zijn essay de claims van het Wij/Zij-denken bij dat mensen eenzijdig probeert te ronselen. De werkelijkheid is genuanceerder en veelzijdiger. Godzijdank. 

Foto: ‘Demonstratie in Amsterdam, provo Hans Tuijnman wordt door enige agenten weggesleept‘, 17 juli 1966. Collectie nationaal Archief. Credits: Joost Efers / Anefo.

Verschrikkelijke partijen in Europarlement. Met PVV, CDA en PvdA

Dat de PVV samen met het Front National een fractie wil vormen in het Europees Parlement is bekend. Daaraan zitten haken en ogen omdat een fractie uit zeven partijen uit zeven landen moet bestaan. Die zijn niet makkelijk bijeen te harken. De stand is zes na het binnenhalen van het antisemitische en vrouwonvriendelijke Poolse Nieuw Rechts. Afgelopen weekend deed Jean-Marie Le Pen -de vader van partijleider Marine Le Pen- weer eens van zich spreken door antisemitische uitspraken. Verschrikkelijke uitspraken van een verschrikkelijke man. Geert Wilders nam er afstand van. Hij zegt zaken te doen met dochter Marine, maar vergeet dat vooral in Zuid-Frankrijk de steun voor vader Jean-Marie groot is. Ook dat is het Front National.

Partijen in het Europarlement hebben het niet voor het uitzoeken. Dat geldt niet alleen voor de PVV. Maar ook voor het CDA dat samen met Forza Italia van de verschrikkelijke Silvio Berlusconi in de EVP-fractie van de christen-democraten zit. Of voor de PvdA dat samen met het Bulgaarse BSP van Sergej Stanishev in de sociaal-democratische S&D-fractie zit. De verschrikkelijke Stanishev is niet minder erg dan Le Pen of Berlusconi. Zo is er de kwestie van een opdracht aan Monika Stanisheva, de echtgenote van Stanishev dat naar corruptie ruikt. Een onderzoek wordt maar niet afgerond. Zie hier. De voormalige communist Stanishev is een voorstander van South Stream een gaspijplijn die Rusland minder afhankelijk van Oekraïne moet maken. Dat verzwakt de strategische positie van Kiev. Deze week werd onder Amerikaanse druk het werk aan South Stream stilgelegd omdat het niet volgens de Europese regels gegund zou zijn. De Russen kwaad. Stanishev dreigde daarop met verkiezingen. Vandaag blijkt ook dat weer ingewikkelder, Stanishav werd door z’n eigen BSP teruggefloten.

Conclusie is dat zo goed als alle Nederlandse democratische partijen met verschrikkelijke partijen in hun fractie van het Europarlement zitten die in Nederland de toets der kritiek niet zouden kunnen doorstaan. Antisemitisch, vrouwonvriendelijk, crypto-communistisch, extreem-rechts of extreem-links, in elke fractie is het prijs. In de publiciteit relativeert het CDA de uitingen van Forza Italia, of de PVV van het Front National. En de PvdA van de Bulgaarse BSP. Maar kwalijk is het wel zo’n rotte appel. Ach kan men zeggen, het hoort nu eenmaal bij Europa en het Europarlement dat het niet zo nauw neemt met democratisering. Niet in de structuur en niet in de invulling. In de praktijk lijken Nederlandse partijen onderling veel meer op elkaar dan op de exotische buitenbeentjes waarmee ze soms in een fractie verzeild raken. Is dat niet verschrikkelijk?