Heertje: Domheid en arrogantie nekten PvdA. Hoe verder?

Oud-hoogleraar Economie en kritisch PvdA-lid Arnold Heertje geeft in een opiniestuk ‘Domheid en arrogantie hebben de Partij genekt‘ in De Volkskrant aan wat er volgens hem mis is met de PvdA. Da’s veel zoals de titel doet vermoeden. De partij zou geen antwoord hebben op de problemen van deze tijd en daar verkeerd op reageren, maar doet alsof het dat antwoord wel heeft. Dus: domheid en arrogantie. Het is geen nieuwe vraag.

Ik vermoed trouwens dat het met de uitwerking van de domheid net iets anders gesteld is dan Arnold Heertje denkt. Met dank aan Matthijs van Boxtel: ‘Intelligentie biedt nog geen garantie voor zelfbehoud. Sterker nog: intelligentie kan domheid zelfs kracht bij zetten.’ Als de leden van het kabinet Rutte-Asscher uitsluitend dom waren zouden ze allang tot inzicht gedwongen zijn. Maar hun domheid is kern van een denken dat wordt gemaskeerd door intelligentie en daarom niet tot zelfbesef komt. Zelfreflectie wordt niet overdacht.

PvdA-denker René Cuperus zag eerder Nederland voor drie vuurproeven staan: de uitweg uit de financiële crisis, het antwoord op het politieke onbehagen, en herstel en rehabilitatie van het publieke ethos van overheid en publieke sector. Daarbij komt voor de PvdA nog eens de alarmtoestand bij die alle sociaal-democratische partijen treft. In de PvdA wordt goed nagedacht, maar verkeerd gekozen. De leiders zijn te pragmatisch (Kok), te weinig tactisch (Bos), te weinig operationeel (Cohen) of te weinig strategisch (Samsom).

In het programma gaat het mis. Heertje verwijst de verklaring van de nederlaag die Diederik Samsom en andere PvdA’ers geven regelrecht naar de vuilnisbak: ‘Tegen deze historische achtergrond herleidt de leiding van de PvdA de vernietigende verkiezingsuitslag tot de lange duur van de crisis en het onvermogen van de potentiële aanhang reeds nu de vruchten te zien van een beleid dat inzet op een sterk en sociaal Nederland. De grootscheepse nederlaag ontspruit aan oorzaken van voorbijgaande aard, waaraan niemand iets kan doen.’

Want vervolgt Arnold Heertje: ‘Intussen schrijven in de Verenigde Staten economen als Robert Reich en Joseph Stiglitz indrukwekkende boeken over de toenemende scheefgroei in de inkomens- en vermogensverdeling, waardoor de samenhang in de maatschappij verkorrelt, de traditionele arbeiders verpauperen en in hun voetspoor de middenklasse wordt bedreigd. Die schrikbarende verschijnselen doen zich ook in Nederland voor, maar daarover geen woord van de zijde van de Partij van de Arbeid.’

Wegkijken en blijven hangen in symboliek is karakteristiek voor de PvdA sinds Kok. Met als gevolg dat het vlees nog vis is. Geen VVD of D66, evenmin SP. Zo ontstaat door een rammelend zelfbeeld een voorstelling van zaken die niemand kan volgen. De pretentie van brede volkspartij noemde gisteren bij Nieuwsuur minister Frans Timmerman leidend voor de PvdA. Was het maar zo. Om met Heertje te spreken: ‘Kortom, de Partij van de Arbeid is ongewild aan de verkeerde kant van de geschiedenis terechtgekomen door het samengaan van een intellectueel tekort (..) met de intimiderende en arrogante houding van met de Partij van de Arbeid verbonden bestuurders en ambtenaren, jegens de werkvloer van de samenleving.‘ Wat de PvdA nodig heeft is nadenken over programma en mensen die onvervalst de pretentie van brede volkspartij kunnen waarmaken.

Drie pleidooien voor politiek die aan burger denkt. Een trendbreuk?

2010-06-15__pcp02

De redding van de politiek moet van de politiek komen. Dit lijkt vanzelfsprekend, maar is niet langer zo. Uit een onderzoek van PR-bureau Edelman bleek dat politici niet worden vertrouwd. Slechts 11 procent van de Nederlanders vertrouwt ‘dat bestuurlijke leiders competent genoeg zijn om maatschappelijke vraagstukken op te lossen’. Het vertrouwen in het bedrijfsleven is gedaald. Wie profiteert van dat wantrouwen? De doodlopende weg wordt van drie verschillende kanten opgemerkt. De burger zal het toch van de politiek moeten hebben.

1) Directeur van de aan de PvdA gelieerde Wiardi Beckman Stichting Monika Sie Dhian Ho doet in het rapport ‘Van Waarde’ een oproep om de menselijke maat weer centraal te stellen in de politiek. Het wordt morgen gepresenteerd. Mensen zijn meer dan cijfers, politiek is meer dan economie. Ze pleit voor een politiek die het liberalisme voorbij is. Volgens haar is er de afgelopen jaren onvoldoende geluisterd naar de verzuchtingen van mensen. De politiek heeft de dagelijkse problemen en wensen van mensen veronachtzaamd. Monika Sie Dhian Ho sluit met haar oproep voor een kwalitatief vooruitgangsgeloof aan bij een econoom als Arnold Heertje die al jaren pleit voor kwaliteit ven leven en humanisme waarbij de behoeften van de burger centraal staan.

2) Vice-president van de Raad van State Piet Hein Donner (CDA) zegt in het Het Financieele Dagblad dat een land niet bestuurd moet worden als een bv, maar als een overheid. Bij wetten en maatregelen gaat het niet alleen om doelmatigheid, rendement en resultaat, maar ook om het scheppen of veranderen van rechtsverhoudingen. ‘Dat aspect moet bij alle zorg over de financiën niet uit het oog worden verloren‘ zo citeert Het Parool. Wetten moeten beantwoorden aan het rechtsgevoel van de burger. Elementaire zaken die de burger raken dreigen door het ‘economisch’ denken verwaarloosd te worden. Vice-president Donner zegt zich hier als politicus ook schuldig aan gemaakt te hebben toen-ie de griffierechten wilde verhogen.

3) Antropoloog en journalist voor The Guardian Joris Luyendijk pleit in een column ‘De journalist als nuttige idioot?‘ voor herwaardering van de politiek. Luyendijk heeft zich tot doel gesteld om te beschrijven hoe de financiële sector werkt en waarom de politiek onmachtig is deze krachtig te hervormen. Hij overstijgt met dit nieuwe inzicht zijn eerdere cynisme over de politiek. De enige hoop voor de burger is nog de politiek. Kritiek van loslopende idioten, cabaretiers en reaguurders die vol op het orgel gaan tegen vermeende politieke zakkenvullers speelt de financiële sector in de kaart. Om de bankdirecteuren die politici omkopen terug in hun hok te krijgen is een sterke, ambitieuze politiek vol welgemeende idealisten nodig. Ze zijn onze bondgenoot.

Geven deze drie uiteenlopende commentaren uit verschillende hoeken een trendbreuk aan? Zoekt de politiek de onmachtige burgers weer op die het sinds midden jaren ’90 in de steek liet? Het valt te bezien. Piet Hein Donner redeneert nog steeds als de partijpoliticus die zijn eigen oude schaduw inzet. Monika Sie Dhian Ho roemt minister Lodewijk Asscher als een menselijk politicus, maar heeft van de technocratische Dijsselbloem en Plasterk minder te verwachten. Laat staan van de VVD’ers in het kabinet. Joris Luyendijk verstaat als geen ander het ritme van zijn tijd, maar weet tegelijk onmiskenbaar hoe krachtig banken zijn en hoe machteloos de politiek. Het is hopen tegen beter weten in. Maar een omslag wordt altijd vanuit de marge in gang gezet.

Foto: Gevangen in het labyrint van Bangladesh politiek. Foto: Jeremy Mayes / Gettyimages