Bij het artikel ‘Het wordt tijd om het eens niet over woke en identiteit te hebben’ met Paul Goossens

Schermafbeelding van deel artikel ‘Het wordt tijd om het eens niet over woke en identiteit te hebben’ in De standaard, 22 april 2023.

Interessant interview in De Standaard met journalist, econoom en auteur Paul Goossens naar aanleiding van het verschijnen van zijn boekDe ongelijkheidsmachine. Een verborgen Europese geschiedenis‘ dat wordt gepubliceerd door Uitgeverij Epo. Ik heb het nog niet gelezen.

Mij triggerde het begin van het artikel dat zegt: ‘Ook al maakt de samenleving zich druk over identiteit en woke, de werkelijke problemen hebben volgens Paul Goossens nog altijd te maken met scheve sociaal-economische verhoudingen. (…) Het ergert hem mateloos dat er nu al jarenlang over identitaire kwesties wordt gesproken, terwijl de dingen die er écht toe doen ondergesneeuwd­ raken. Ongelijkheid, dus. Koopkracht, ook. De verhouding tussen arbeid­ en kapitaal.’

Dit thema van identiteit komt niet aan de orde in het interview. Het is jammer dat beide interviewers niet ter sprake brengen waarom Goossens het er niet over wil hebben. Dat blijkt indirect wel uit de rest van het interview, maar het was wenselijk geweest om Goossens uit te laten leggen wat de negatieve invloed op de samenleving van dat debat over identiteit is. De 80-jarige Goossens is zijn eigen tijdscapsule die oude verworvenheden verwoordt waar je van zou wensen dat ze eigentijds doorklonken. Maar hij is onheilspellend uniek in zijn analyse.

Dat debat over identiteit ergert mij ook. Niet omdat het in samenhang met vragen over emancipatie niet gevoerd moet worden, maar omdat het het zicht ontneemt op ‘werkelijke problemen‘ en sociaal-economische ongelijkheid. Die problemen worden in de publieke opinie verdrongen door een mistig en improductief debat over identiteit.

Anders gezegd, iedereen in een economisch achtergestelde positie heeft er meer aan dat de sociaal-economische ongelijkheid wordt verkleind, dan dat er een sociaal-cultureel debat wordt gevoerd over zondebokken, slachtoffers en cultuurverschillen.

Met het identiteitsdebat is de economische macht gediend. Hoe meer debat over identiteit, hoe minder het debat over sociaal-economische ongelijkheid wordt gevoerd, en hoe meer welkom de zittende orde dat gehakketak over woke en identiteit is.

Maar het is nog erger dan hier wordt samengevat. Want sociaal-democratische partijen kunnen dan in de EU niet sterk hebben geopereerd, maar nationaal hebben ze het contact met hun achterban verloren. Mede door het accent te leggen op identiteit en de oude kernwaarden los te laten.

Juist door te veel in te zetten op identiteit en immigratie en te weinig op het traditionele sociaal-democratische gedachtegoed van gelijkheid, solidariteit en sociale rechtvaardigheid hebben de Europese sociaal-democratische partijen sinds omstreeks 2000 hun identiteit verloren. Dat is de paradox, de sociaal-democratie heeft haar identiteit verloren door in te zetten op identiteit. Het lijkt alsof ze blind in de val zijn getrapt van de sociaal-economische macht. Zonder ideologische veren hebben ze zich machteloos laten maken.

Identiteitspolitiek is iets om je aan te ergeren, maar daarmee is het nog niet uit de wereld. Het is zelfs een succesvolle afleiding om eigen gebreken te verhullen of carrière te maken.

Een zwarte museumdirecteur kiest met identiteitspolitiek de aanval tegen een wit publiek om niet op zijn ontbrekend professionalisme bevraagd te worden. Een radicaal-rechtse politicus kiest met vragen over moslims en immigranten de aanval door niet bevraagd te worden over de gatenkaas van zijn programma. Een radicale prediker kiest een vijandbeeld om de eigen kring bij elkaar te houden.

Identiteitspolitiek werkt als wondermiddel voor sociaal-economische ongelijkheid. Het laat onderbedeelden tegen hun eigenbelang in handelen. Voor degenen die er een beroep op doen is het een lift naar omhoog om snel een positie te veroveren en tegenstrevers met een ‘foute’ identiteit en verwijtbaar gedrag uit te laten schakelen.

Bestuurders hebben geen idee hoe ze om moeten gaan met identiteitspolitiek, zodat niet alleen dat woke-isme -dat akelig onbepaald blijft en weer rechtse tegenkrachten oproept- voortwoekert. Maar wat kwalijker is, er niks wordt gedaan om sociaal-economische ongelijkheid te verkleinen en de macht van de zittende orde ter discussie te stellen. Niemand is eigenaar van ‘werkelijke problemen‘.

Van der Meer: Vroeger wist PvdA wat er in samenleving speelde

De Rotterdamse oud-journaliste bij het Vrije Volk Annie van der Meer legt de vinger op de wond van de PvdA en strooit er extra zout in. Ze figureert in de publiciteitscampagne Mijn partij’. De suggestie die de campagne wekt is dat niet alles centraal vanuit de partij georkestreerd wordt, maar iedereen ‘van harte uitgenodigd is om de eigen videoboodschap aan te leveren’. Dat lijkt in strijd met de vorm van de videoboodschappen die gelijkluidend zijn en identieke slogans kennen. Hoezo leveren de PvdA-leden hun eigen videoboodschap aan?

Annie van der Meer blijft een onafhankelijke geest die subtiliteit biedt waar de marketing van de PvdA niet van terug heeft. Ze legt uit waarom ze op de partij stemt: ‘En waarom kies ik voor de PvdA? Omdat die partij vroeger altijd wist wat er in de maatschappij gebeurde en wat er speelde. En dat is iets wat we niet mogen vergeten. En daarom is de Partij van de Arbeid mijn partij’. Annie stemt op de PvdA omdat de partij vroeger altijd wist wat er in de maatschappij gebeurde en wat er speelde. Vroeger, dat voegt ze niet voor niets toe.

Hoe moet het verder met deze PvdA die niet eens helder een boodschap kan verkopen? Een videoboodschap die bedoeld is om mensen te overtuigen wordt zo tot een boodschap die potentiële kiezers munitie geeft om kritisch te zijn op de huidige koers van de partij. In tegenstelling tot de PvdA van vroeger die wel wist wat er in de samenleving gebeurde. Het is vaker gezegd dat het de PvdA prima lukt om interne geschillen naar buiten te brengen. Maar dat dit zelfs doordringt tot een officiële publiciteitscampagne wekt verwondering over de psychische gesteldheid van de huidige PvdA. Is de partij afgedaald tot een diepere laag van masochisme of is het zo de werkelijkheid voorbij dat het niets eens meer beseft waarmee het bezig is? Aan u de keuze.

AM

Foto: Still uit videoboodschap ‘Annie van der Meer: daarom is de PvdA mijn partij’.

Nouhi als namaak-PVV’er: Marokko voor de Marokkanen

Het raadslid in Breda namens de PvdA Jamal Nouhi kwam eerder in het nieuws met uitspraken over homo’s. De PvdA accepteerde niet dat Nouhi vervolging van homoseksuelen in Marokko goedpraatte onder verwijzing naar het karakter van de cultuur, het land en de mensen in Marokko. De PvdA wil niet meer met hem verder en heeft hem uit de partij gezet. Zoals het er nu naar uitziet houdt hij zijn raadszetel. Naar nu blijkt heeft Nouhi nog meer controversiële uitspraken gedaan. Ze komen opnieuw voort uit het idee van Nouhi dat Marokko een unieke cultuur heeft die beschermd moet worden. Nouhi zegt in feite over de Marokkanen: ‘eigen volk eerst‘.

Als Nederlanders dat over Nederland zeggen roept dat commentaar op, als Jamal Nouhi dat over immigranten in Marokko zegt is dat niet anders. Nouhi is kampioen scheefdenken. Hij dacht er nog mee weg te komen ook want zocht de openbaarheid. Steeds raadselachtiger wordt het hoe iemand met verschrikkelijke denkbeelden als Nouhi ooit geselecteerd kon worden als PvdA-kaderlid. De les voor de PvdA is dat in de werving en selectie nog steeds fouten worden gemaakt. De interne scholing van kaderleden lijkt ook veel te wensen over te laten.

 

PvdA Breda zet Jamal Nouhi uit fractie na uitspraken homorechten

Opnieuw problemen in de PvdA. De PvdA Breda ‘stelt vast dat het raadslid Jamal Nouhi niet langer deel uit kan maken van de fractie’. De Marokkaans-Nederlandse Jamal Nouhi is in opspraak gekomen door uitspraken op internet over homorechten in Marokko. Hij had kritiek op mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch die kritiek had op de veroordeling van zes homoseksuelen in Marokko. HRW riep Marokko op de vervolging van volwassen homoseksuelen vanwege hun gedrag te stoppen. De moslim Nouhi praatte de vervolging goed en stelde dat HRW zich verre moet houden van de cultuur, het land en de mensen in Marokko. Dat kan Nouhi in alle vrijheid zeggen, maar niet binnen de PvdA als-ie het sociaal-democratisch gedachtegoed onderschrijft. Nouhi heeft gesteld nog steeds achter z’n woorden te staan. Zodat de kloof tussen hem en de partij diep is.

Het is niet de eerste keer dat ‘allochtonen’ in de PvdA hun cultuur en religie boven het sociaal-democratisch gedachtegoed stellen. Toenmalig leider Wouter Bos voorzag in 2006 ‘ongelukken’ met allochtone PvdA’ers die met voorkeurstemmen gekozen waren en in 2008 zei hij in Londen pratend over de modernisering van de sociaal-democratie: ‘Take homosexuals and women, who thought they had achieved equal rights but now have to defend their rights and freedoms all over again, with the arrival of new communities with different values.’  De PvdA Breda heeft correct gehandeld door Jamal Nouhi uit de partij te zetten. Iemand met zijn waardenpatroon hoort niet thuis in een seculiere partij als de PvdA. Integendeel, hij maakt er de PvdA mee te schande. Vraag blijft waarom iemand met denkbeelden als Nouhi geselecteerd kon worden als PvdA-kaderlid.

Nieuwe methodieken en verdienmodellen voor PvdA’ers: de markt

Laat de markt z’n gang gaan en wees daar niet te kritisch op’, zegt een deelnemer aan de ‘Masterclass nieuwe methodieken en verdienmodellen’ van de dienst Stadsontwikkeling van de gemeente Rotterdam. Externe expert en projectontwikkelaar Friso de Zeeuw inspireert de deelnemers ‘over de wijze waarop we onze rol opnieuw kunnen invullen’. Friso de Zeeuw is directeur Nieuwe Markten bij Bouwfonds Ontwikkeling en heeft namens de PvdA in het verleden talloze bestuursfuncties in het openbaar bestuur bezet.

Samen met een andere PvdA’er en oud-wethouder Jos Feijtel schreef De Zeeuw een opiniestuk voor de NRC. Beide PvdA-leden proberen de kritiek op de PvdA-leiding te ontkrachten. De partij zou lusteloos zijn. Ze verwijten de critici ‘hang naar dramatiek met de onweerstaanbare neiging om juist bij regeringsdeelname de hele wereld in één keer te willen hervormen’. Vooral Sander Terphuis nemen ze op de korrel.

De PvdA’ers schuiven Terpstra van alles in de schoenen. Hij zou vinden dat ‘nivellering de belangrijkste missie van de PvdA in dit kabinet is’. Maar Terpstra heeft het in z’n stuk ‘Het is code rood voor de PvdA’ waarnaar ze verwijzen over meer dat mis is in de huidige PvdA. Zoals een vertrouwenscrisis tussen partij en kiezer, het accent op de economie en het weggeven in de onderhandelingen met de VVD van principiële zaken van de PvdA. Kortom, over de uitverkoop van de sociaal-democratische beginselen dat verder gaat dan kritiek op nivellering en niet zozeer de hele wereld in één keer wil hervormen, maar juist het ouderwetse sociaal-democratisch gedachtegoed weer centraal wil zetten. Met behoud van de verzorgingsstaat.

De Zeeuw en Feijtel denken fundamenteel anders over de inrichting van de samenleving dan Terphuis. De Zeeuw wil de markt z’n gang laten gaan en Terpstra niet. Binnen een partij zijn er altijd rechtse en linkse vleugels die van mening verschillen. De Zeeuw en Feijtel verwoorden de visie van de PvdA-leiding die akelig dicht tegen de markt en de VVD aanschuift. Het kan zijn dat ze Terphuis en andere critici wereldvreemd en dramatisch vinden, maar het is leugenachtig van De Zeeuw en Feijtel om vervolgens die goedbedoelende critici van alles in de schoenen te schuiven en hun kern van kritiek bewust verkeerd voor te stellen.

Jan Pronk stapt uit PvdA. En verklaart zijn bezwaren

Jan-Pronk_EVS

Jan Pronk is anti-links links. Hij herkent zich niet meer in de PvdA en zegt na bijna 49 jaar zijn lidmaatschap op. In een afscheidsbrief noemt-ie als stenen des aanstoots de ontwikkelingssamenwerking en de strafbaarstelling van illegaal verblijf. In een schets van de fasen van zijn lidmaatschap omschrijft Pronk de laatste twee perioden van zeven jaar als verwarring (2000-2006) en aanpassing aan rechts (2007-2014).

Wie de lijn die Pronk schetst doortrekt komt tot de slotsom dat de Nederlandse politiek beneden de maat opereert. Het motorblok van hervormingen is vastgelopen en ligt voor schroot achter de schutting. Ondanks oppervlakkige glans verkeert de PvdA in organisatorische chaos en intellectuele armoede. De VVD breekt beloften, is uit het centrum weggekoerst en heeft in de slipstream de PvdA meegezogen. Dienstbetoon aan de kiezer, ofwel electorisme heeft de Nederlandse politiek in haar greep. De partijpolitiek is dolgedraaid.

Op het moment dat volgens Jan Pronk de periode van aanpassing aan rechts was begonnen, signaleerde in oktober 2009 Diederik Samson dat de partij in deplorable staat verkeerde. De fractie was niet in staat om het tij te keren. Da’s toen begrepen als het rechten van de sociaal-democratische rug, maar moet nu achteraf -gezien het pragmatische leiderschap van Samson- eerder beoordeeld worden als het nog verder aanpassen.

Sociaal-democratische uitgangspunten als vrijheden, gelijkheid en verheffing verdienen representatie door een geloofwaardige partij met een eigen koers. Het opportunisme van de PvdA valt partijleiders als Cohen of Samson niet uitsluitend te verwijten. Hoewel ze er evenmin een eind aan maakten. Ze wisten geen vernieuwing op de rails te zetten. In de marges van de partij wordt die bij de Wiardi Beckman Stichting voorbereid. Maar zolang links en progressief elkaar niet langer grotendeels overlappen binnen de PvdA blijft de partij een in zichzelf gekeerde bestuurderspartij die niet gevoed worden door kritische geesten die naast de macht staan.

Pronks brief is een zwakke echo van een debat uit een bijna vergeten verleden. Met een eigentijdse draai. Het meest interessant is het slot van Pronks afscheidsbrief omdat het vooruit kijkt: ‘Mocht er ooit een vereniging van sociaaldemocraten worden opgericht (..) om het debat te voeren over de betekenis van het gedachtengoed van de sociaaldemocratie in het bestek van de huidige tijd, dan meld ik mij als eerste aan.‘ Jan Pronk heeft gelijk dat het sociaal-democratische gedachtengoed niet het monopolie van de PvdA is en te belangrijk is om aan deze politieke partij toe te vertrouwen. Het kan ook niet eeuwig door de PvdA vertegenwoordigd en geclaimd worden. Pronk concludeert dat het voortbestaan van het gedachtengoed belangrijker is dan het voortbestaan van de partij PvdA. Dat geeft ‘m de ruimte om na bijna 49 jaar zijn lidmaatschap op te zeggen.

Foto: Jan Pronk, 2007. Credits: Spaarnestad Photo.

Eddy Terstall kiest voor de Partij voor de Dieren

Eddy Terstall is wat je zou kunnen noemen een zwevende filmregisseur. Ooit kandidaat-kamerlid voor de PvdA, maar uiteindelijk weggelopen voor de wegkijkende Job Cohen. In 2010 stemde Eddy op de VVD. In die tijd ontmoette ik hem op de site van Marcel Duyvestijn en ontwikkelde in de aanloop naar de verkiezingen het idee van ‘electoraal poolen‘. Splitsen van de stem met als opzet het vergroten van de macht van de burger ten koste van de partijpolitiek. Door de korte voorbereiding konden we onze combinatie aan stemvoorkeuren onvoldoende afstemmen. Nu is dat idee van electoraal poolen opgepakt door G500 die het met de stembreker zo gecompliceerd heeft dat de organisatie leidend lijkt. Tegenstrijdig aan mijn idee van electoraal poolen.

Nu is Eddy Terstall weer weggezweefd bij de VVD. Ik ging dezelfde weg. Ook ik stemde in 2010 op de VVD zonder me bij die partij thuis te voelen en met maar een doel voor ogen. Namelijk zorgen dat Cohen met de toenmalige PvdA niet de verkiezingen won. Dat lukte, maar de gevolgen waren immens. De animositeit die ik jegens de PvdA van Cohen voelde, voel ik nu geenszins jegens Diederik Samsom. Hij heeft de partij uit het multiculturalisme weggevoerd en economisch naar links gebracht. Waar de PvdA als vanouds thuishoort.

Nu heeft Eddy Terstall onderdak gevonden bij de Partij voor de Dieren. Hij maakt niet alleen campagnespots, maar presenteert zich ook als stemmer op de partij. Roberta Petzoldt uit zijn film Deal figureert als ‘kunstenares’ in de spots. Wat ze aanstipt over internetvrijheid en internetprivacy deed mij uitkomen bij de Piratenpartij. Hoe Roberta met de kernpunten van de Piratenpartij kan kiezen voor de Partij voor de Dieren is een raadsel van politieke marketing. Als oud-stemmer op de Partij voor de Dieren deel ik de uitgangspunten, maar door aandacht voor internetvrijheid en privacy te suggereren overspeelt de partij in m’n ogen zijn hand.

Terstall over links

Update 16 oktober: Bijna een jaar geleden besteedde ik aandacht aan een kritische beschouwing van Eddy Terstall. Over de onzichtbaarheid van links. Het onderwerp staat nog steeds hoog op de agenda. Nog onlangs kregen de PvdA en Job Cohen kritiek de weg kwijt te zijn. Is er in een jaar iets veranderd?  

Eddy Terstall schetst in zijn verhaal Pinocchio is links uit het boek Ik loop of ik vlieg de onzichtbaarheid van links. Sociaaleconomisch voelt-ie zich nog steeds thuis bij links, maar cultureel, op het gebied van de persoonlijke vrijheid, niet meer. Hoe is dat onbehagen ontstaan? Overtuigt Terstall in zijn schets?

Een en ander spitst zich toe op de PvdA. Immers traditioneel de partij met de pretentie van brede volkspartij en waardevolle kernwaarden. Deze uitgangspunten leggen de lat hoog. Volgens sommigen onaanvaardbaar hoog. Is de PvdA de monumentenwoning waarin nauwelijk nog normaal gewoond kan worden? Hoe dan ook, in dat huis wonen vele zielen die elkaar het eigendom betwisten.

Terstall trekt lijnen vanuit de jaren ’60 (vdve) en betrekt het op het huidige islamdebat: Dezelfde verbazing hebben tegenwoordig van oorsprong linkse atheïstische activisten die gebroken hebben met de islam. Die zien vol verbazing aan hoe hun medeprogressieven en vooral ex-feministen zich het vuur uit de sloffen lopen om de islam te verdedigen en hoe die blind smoorverliefd zijn op de hoofddoek, terwijl ze ooit hun bh’s verbrandden.

Verschil is dat de mensen die vroeger niet konden weten omdat ze onvoldoende informatie hadden, nu wel kunnen weten. Maar niet willen weten. Het ontkennen van de waarheid is een actieve daad: Diezelfde mensen verkondigen nu vanuit riante huizen hun verheven mening over het integratievraagstuk. Ook hier zullen ze het wel weer bij het rechte eind hebben. Ze schrijven namelijk met grote regelmaat in kwaliteitskranten of doceren aan universiteiten die de ouderen onder hen meer dan veertig jaar geleden bezet hielden. Vaak zijn ze ook nog ridders in de orde van huppelepup, dus wie ben ik eigenlijk om hun mening deze keer in twijfel te trekken? Dat ze er in het verleden meestal naast zaten, is nog geen garantie dat dat ook deze keer weer het geval is.
 
Overigens onderschat Terstall hiermee naar mijn idee de positie van de zogenaamde hoogopgeleide fellow-travellers, de nuttige idioten, die wel degelijk konden weten maar niet wilden weten. De geschiedenis is grijzer. In Terstalls vakgebied is Joris Ivens daar een voorbeeld van. Ook Harry Mulisch kwam nooit terug op zijn verering van Cuba en Castro en het goedpraten van onrecht. Maar toegegeven, die intellectuelen vormden een relatief kleine groep.

Terstall spreekt over fatsoenlijk links dat wel kritisch is over het totalitaire. Dat wel van de persoonlijke vrijheid uitgaat, of misschien wel júist van de persoonlijke vrijheid uitgaat. Bezoekers van dit blog zullen er het verschil tussen verstandig links en dom links in herkennen. Over dat laatste zegt Terstall: Jokkebrok-links daarentegen weet altijd wel iets te verzinnen om terreur en geweld goed te praten als de daders maar exotisch genoeg zijn. Als klootzakken van de ene Afrikaanse stam met hakmessen hele dorpen van een andere stam afslachten, komt dat door lukrake koloniale grenzen of economische knechting door witte multinationals.
 
Over oudere feministes en hun persoonlijke vrijheid zegt Terstall: Het probleem is ook dat veel van de vroege feministen de persoonlijke vrijheden die ze ooit hebben bevochten en voor geen goud zouden willen inleveren, niet gunnen aan vrouwen met een kleurtje. Die moeten het met heel wat minder doen. En dat is niet erg. Want ze zijn ook niet veel gewend. Deze neerbuigende houding komt neer op een zeer kwalijke vorm van betuttelracisme. Persoonlijke vrijheden van burgers met moslimouders doen er bij dat soort links niet toe.
 
Over de reactie op de islam merkt Terstall op: Gewetensvrijheid of vrijheid van partnerkeuze is iets voor witte mensen. En die moeten zich vooral ook niet bemoeien met de zaken van ‘non-whites’. Het is hún religie, hun ‘aangeboren mening’ over het ontstaan van hemel en aarde. Daar mogen witte mensen zich niet mee bemoeien, schijnt het. Gekleurde mensen die geen genoegen nemen met die aangeboren mening trouwens ook niet. Die zijn minstens even erg. Dat zijn ‘nestbevuilers’ of ‘aandachttrekkers’. Die hebben een persoonlijkheidsstoornis of zijn ‘getraumatiseerd’. Niet getraumatiseerd door de islam natuurlijk, want dat kan niet. Getraumatiseerd kun je alleen worden van iets westers. Iets blanks. Kritiek op de islam en op de mohammedaanse mannenmaatschappij mag eigenlijk niet van binnen en niet van buiten.

De verklaring voor de tegenstrijdigheden van degenen die namens links handelen ligt volgens Terstall in het calvinisme: Politieke correctheid is heel christelijk. Het collectief belijden van de eigen schuld of van mensen zoals jezelf. Dat is niet alleen heel beleefd en netjes, het geeft een fijn gevoel. Het is de aflaat. Het postchristelijk mea culpa. Het garandeert een plek in de progressieve hemel op aarde in de vorm van een leuke baan en een mooi koophuis in een witte wijk. Het is daarnaast ook een stiekeme beschuldiging aan de medemens. De gehele westerse wereld is slecht behalve ik, want ik begrijp het. Ik ben de witte roos tussen het onkruid.
 
Links is nog steeds de moeite waard, als het zich zou weten te hervinden volgens Terstall: Links stond dus onder meer voor het vrije woord, voor de ontworsteling van de burger aan kerk en kapitaal, en linkse vrouwen zochten meer vrijheid door ontworsteling aan de mannenmaatschappij. (..)Links had dus ook wel eens gelijk. Best vaak zelfs. Links was de vaandeldrager van het klassieke antiracisme. Links verzachtte het naoorlogse kapitalisme.
 
De oplossing voor jongere moslims ziet Terstall in hun ontwikkeling, het onderzoeken van hun eigen weg: (..)je wijsheid uit meer boeken halen dan één, de wetenschap serieuzer nemen dan religieuze boeken, religieuze doctrines eerst objectief op waarheid, moraliteit en kwaliteit onderzoeken alvorens ze te accepteren, leren even buiten de beperking van je religie te stappen en objectief naar de wereld te kijken, hoofddoeken afgooien want verkrachting is hier gewoon strafbaar, wat vaker Reve en Kafka lezen, seksueel experimenteren, ook als je vrouw bent, het patriarchaat in twijfel trekken (maar dan ook echt), af en toe een wijntje drinken voor de gezelligheid, een keer met de rugzak naar Australië gaan en slapen op het strand.

Wat de oplossing voor links is noemt Terstall tussen de regels. Het gaat erom wie de baas in huis mag zijn: verstandig links of dom links? Of zoals Terstall het noemt fatsoenlijk links of jokkebrok-links. Het is cynisch dat het advies aan de jonge moslims om zelf na te denken in de linkse PvdA zo weinig weerklank heeft gevonden. Vanwaar dan Terstalls aanname dat het bij de moslims deze keer wel zal lukken? Ik hoop met Terstall dat zij beter dan dom links niet-weten niet als keuze zien.

Met dit verhaal schetst Terstall programmatische contouren van een liberaalprogressieve partij die opteert voor eerlijke wereldhandel, voor antiracisme, voor milieubewustzijn, tegen overbevissing, voor burgerrechten en mensenrechten. Die uitgaat van de traditioneel sociaal-democratisch kernwaarden zonder het belang van de staat zwaar op te tuigen. Zijn geluid is in mijn ogen waardevol voor het publieke debat omdat Terstall van binnenuit links probeert te wijzen op haar schijnbewegingen en tegenstellingen. Links in vorm is te waardevol en te onmisbaar om er geen poging aan te wagen het weer bij de tijd te brengen. We zullen zien of links uit haar huidige vormcrisis komt. Aan Eddy Terstall zal het niet liggen.