Maatschappelijke en theologische kritiek op kardinaal Eijk en zijn boek over de ethiek van huwelijk en seksualiteit

Tweets van Evelyn Noltus, 24 oktober 2022.

Er is rumoer en onduidelijkheid over uitspraken van de Utrechtse kardinaal (R.K.) Wim Eijk in het door hem geschreven boekDe band van de liefde’. De presentatie inclusief symposium ervan is geschrapt. In een bericht verwijst het Aartsbisdom Utrecht naar ‘om kardinaal Eijk moverende redenen‘. Dat geeft geen duidelijkheid, maar vergroot de onduidelijkheid. Het boek wordt voorgesteld als ‘Het standaardwerk over de ethiek van de Rooms-Katholieke Kerk op het gebied van huwelijk en seksualiteit‘ en is bedoeld als naslagwerk voor katholieke kerkdienaars.

RTV Utrecht zegt in een bericht over deze kwestie dat het ietwat smeuïg een ‘seksboek‘ noemt: ‘Wie de inhoudsopgave van ‘De band van de liefde’ bestudeert, ziet al snel dat geen onderwerp wordt geschuwd op het gebied van seksualiteit. Van prostitutie tot masturbatie en van pedofilie tot bestialiteit. Seksuele handelingen worden expliciet en technisch beschreven. Waarom eigenlijk?

Met name homoseksuele katholieken zeggen zich geschoffeerd te voelen door het boek omdat het ‘elke aansluiting met de samenleving mist en ook een beetje viezig en voyeuristisch is’. Het gezag van kardinaal Eijk als ethicus die voor Nederlandse katholieken het laatste woord heeft over huwelijk en seksualiteit wordt zo niet alleen betwist, maar hij wordt als persoon weggezet als verdorven. Dat voelt als wraak van degenen die jarenlang door de Nederlandse katholieke kerk in de ontaarde hoek werden geplaatst waar ze nu deze kardinaal plaatsen. Eijk krijgt een koekje van eigen deeg.

Fundamentele kritiek komt van Evelyn Noltes, de protestante predikante van de Johanneskerk in Leersum als ze over de gedachten van kardinaal Eijk in een interview in bovenstaande tweet zegt: ‘Ik probeer het open en respectvol te lezen. Maar haak af bij de stelling dat Gods zegen niet kan rusten op een homosexuele liefdevolle relatie. Wie bepaalt dat?

De kritiek verbindt ze direct met Eijks visie op homoseksualiteit en jammergenoeg niet met de theologische filosofie of het voor mensen mogelijk is namens God te praten. Op internet en in godshuizen wemelt het van de Godsfluisteraars die God tot eigen object maken. Dat benadrukt het idee dat God door mensen geconstrueerd is, terwijl deze Godsfluisteraars juist het omgekeerde willen aantonen. Die valkuil begrijpen ze niet. Kardinaal Eijk bekent zich ook tot Godsfluisteraar.

Toch slaat Noltes de spijker op de kop. Het namens God praten wat Eijk suggereert te doen ondermijnt de geldigheid van godsdienst omdat het de mystiek en mythologie van Gods bestaan eenzijdig verbreekt. Zoals zij zich afvraagt ‘Wie bepaalt dat?‘.

Wie namens God mag praten is de aloude spanning binnen godsdiensten. Dat gaat om macht en gezag. Want wie door de gelovigen aanvaard wordt als iemand die namens God mag praten heeft een scala aan argumenten die niet weerlegd kunnen worden om de gelovigen in het gareel te houden en de macht binnen de godsdienst te bestendigen. Het voorrecht van Eijk om namens God te praten wordt aangevochten door andere katholieke en niet-katholieke christenen. Dat tast zijn gezag aan.

Het betwisten van dit voorrecht is voor hem kwalijker dan de beschuldiging om als conservatief buiten de samenleving te staan of er merkwaardige standpunten over seksualiteit op na te houden. Het lijkt er sterk op dat Eijk met dit boek over ethiek zijn hand overspeeld heeft. Gelovigen volgen hem niet, terwijl de boek wel de brede pretentie heeft. Het is niet uitsluitend gericht op een harde kern van orthodoxe gelovigen die zijn dogmatiek blindelings volgen.

Kardinaal Eijk heeft met zijn boek op twee paarden tegelijk willen wedden, maar heeft zijn inleg verloren. Nederlandse gelovigen zijn allang verder getrokken. Ze wijzen zijn standpunten niet zozeer af, maar vinden ze niet meer relevant en van deze tijd. Eijk benadrukt met dit boek onnodig zijn eigen overbodigheid.

Gedachten bij twee politiefoto’s van Eugenia Falleni (1920 en 1928)

Hetzelfde individu staat op twee verschillende lijstjes van de amusementswebsite Twisted Sifter (zie: betekenis) die zijn samengesteld uit politiefoto’s (mugshot) van het Australische The Sydney Justice & Police Museum dat een collectie heeft ‘met objecten die betrekking hebben op misdaad, politie en rechtsgeschiedenis, waaronder een uitgebreid archief van forensische negatieven van de politie gemaakt door de politie van NSW tussen 1910 en 1964’. 

Het wordt er verwonderlijk op als blijkt om welke lijstjes het gaat: ‘Vintage Mugshots from the 1920s’ met 30 dossierfoto’s met mannelijke criminelen en ‘Femme Fatales: 35 Vintage Female Mug Shots’. Een individu kan zowel een mannelijke als vrouwelijke identiteit aannemen. Kleren en vermomming maken blijkbaar de man of de vrouw.

Het gaat om de Italiaans-Australische Eugenia Falleni, alias Harry Crawford alias Jean Ford (1875-1938). De bovenste foto dateert uit 1920 en is waarschijnlijk genomen op de dag van de arrestatie en de onderste uit 1928. Deze vrouw en moeder ging sinds 1899 door het leven als man. Zij trouwde in 1913 met weduwe Annie Birkett die verdween. Falleni werd ervan verdacht haar vermoord te hebben.

De beschrijving bij de bovenste foto is raadselachtig en roept vragen over het huwelijk op: ‘Drie jaar later [= 1917], kort nadat ze aan een familielid had aangekondigd dat ze ‘iets geweldigs aan Harry’ had ontdekt, verdween Birkett’. Ging het hier om een lesbische relatie zoals een artikel in The Sydney Herald Tribune voorzichtig suggereert?

Eugenia Falleni werd ter dood veroordeeld. Dat werd later omgezet in levenslange gevangenisstraf. Ze werd in 1931 na 11 jaar vrijgelaten op voorwaarde dat ze als vrouw leefde. Of ze Annie Birkett vermoord heeft lijkt bij nader inzien niet duidelijk. Wat waren de omstandigheden en het motief voor de moord? Speelde bij haar veroordeling het feit mee dat ze zich als man vermomde en bij het niet voltrekken van het doodsvonnis dat ze een vrouw was?  

Ze overleed in 1938 in Sydney bij een verkeersongeluk tijdens een carnavalsoptocht. Dit einde is bijna te mooi, te afsluitend om waar te zien omdat het het verhaal van vermomming en identiteitswissel rond maakt. Vanaf 1978 kent deze stad het jaarlijkse Sydney Gay and Lesbian Mardi Gras dat een van de grootste in z’n soort ter wereld is.

Foto 1: [4. Eugenia Falleni, alias Harry Crawford, 1920]. Collectie: The Sydney Justice & Police Museum.

Foto 2: [13. Eugenia Falleni, alias Harry Crawford, 16 August 1928]. Collectie: The Sydney Justice & Police Museum

Slobs uitspraak over homoseksualiteit op scholen thematiseert het debat over de bekostiging van het bijzonder onderwijs

Scholen mogen ouders vragen een verklaring te ondertekenen waarin ze een homoseksuele levenswijze afkeuren. Dat zei de minister van basis- en voortgezet onderwijs Arie Slob maandag in de Tweede Kamer. Hij reageerde daarmee op kritische vragen van Kamerleden over de identiteitsverklaringen die op sommige reformatorische scholen worden gehanteerd.‘ Aldus een verslag in Trouw.

Het is vreemd dat een kabinetsminister zulke uitspraken doet over homoseksualiteit. Gelijke monniken, gelijke krantenkoppen. Het gevolg van zijn woorden is dat scholen van het kabinet toestemming krijgen om uit te sluiten. Stel dat het om christenen gaat en scholen ouders mogen vragen een verklaring te ondertekenen waarin ze een christelijke levenswijze afkeuren. Wat zou daar de reactie van de Nederlandse christenen op zijn?

Bijzondere scholen die door de overheid worden bekostigd mogen dit soort uitsluitende eisen stellen. De uitspraken van minister Slob geven echter aan dat dit geen duurzame situatie is. Scholen hebben de vrijheid om in eigen kring andersdenkenden uit te sluiten, maar het is niet passend dat dit door financiële ondersteuning van de overheid gebeurt en wordt gelegitimeerd.

Zo kunnen Slobs woorden aan waarde winnen. Namelijk dat er in de Tweede Kamer een fundamenteel debat op gang komt over het automatisme om het bijzonder onderwijs door de overheid te laten bekostigen en de bijkomende voorwaarden die daar mee samen behoren te gaan.

De politici van de vrijzinnige partijen doen er, als ze van de schrik van Slobs woorden bekomen zijn, verstandig aan om dit debat over de bekostiging van het bijzonder onderwijs in de Tweede Kamer hoog op de agenda te zetten. Het is een al meer dan 100 jaar oud compromis dat zichzelf overleefd heeft en niet meer houdbaar is. Het is niet de taak van de overheid om scholen die de ongelijkheid prediken te subsidiëren.

In zijn politieke onhandigheid heeft minister Slob dit aspect gethematiseerd dat de christelijke koepels niet bespreekbaar willen maken. Minister Slob die bekend staat als een zwakke minister is niet voor het eerst de weg kwijt. Hij probeerde met zijn uitspraken over homoseksualiteit op scholen zijn achterban te bedienen, maar bereikt het omgekeerde als vrijzinnige partijen als GroenLinks, D66, VVD, PvdA en SP een debat opstarten over de voorwaarden van de bekostiging van het bijzonder onderwijs door de overheid.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelSlob: Homoseksualiteit afkeuren mag, zolang scholen zorgen voor een veilig leerklimaat’ in Trouw, 9 november 2020.

Christelijke IFTCC heeft een verwrongen beeld van het secularisme

De IFTCC (International Federation for Therapeutic and Counselling Choice) is een christelijke organisatie die vol op het orgel gaat tegen het secularisme. Het pretendeert een thuis te zijn voor mensen die slachtoffer zijn van een vermeend agressieve seculiere cultuur. De IFTCC houdt zich het recht voor om te discrimineren. Het claimt dat het niet mogen discrimineren discriminatie is. Hoe kortzichtig kunnen christenen zijn? Om dat te bereiken misleidt het IFTCC en verspreidt het desinformatie. Hier met een zogenaamd redelijke Noorse dominee die in de kern onverdraagzaam is. Het is onjuist wat de IFTCC beweert over een ‘agressieve seculiere cultuur’ waarin iedereen verplicht zou zijn om homoseksualiteit of ‘transgender ideologie’ te omarmen. Want binnen het secularisme is iedereen vrij om wat dan ook af te wijzen om te omarmen. Keuzevrijheid is het kenmerk van het secularisme. Wat IFTCC vermoedelijk steekt is dat het in steeds minder landen conversie therapie aan mag bieden om zogenaamd homoseksuelen om te turnen tot hetero. Maar dat heeft niets met het secularisme te maken, maar alles met een ondeugdelijke therapie die homoseksualiteit als een ziekte probeert te framen. Terwijl eerder dit soort christelijk denken een ziekte is. Mijn commentaar bij de video:

What a bizarre framing to talk about the religion of secularism. Is that only in the spirit of the iftcc? Why that reduction and condescension? With this the iftcc violates itself.

Secularism is not a position for or against religion, or for or against beliefs. It is a neutral political philosophy in which all religion and beliefs are equal.

I understand that it is tempting for (some) Christians to name anything that is by definition non-Christian religious. But that is an inappropriate, insincere and essentially church-political claim to attract people who have nothing to do with religion (both in a positive and negative sense) to the domain of religion. That is childish of the iftcc.

You would hope that there would be some intellectual maturity within the iftcc. Not so. The framing betrays the expansion drive of the iftcc. Very disappointing.

Foto 1: Schermafbeelding van een deel van de homepage van iftcc.org.

Foto 2: Schermafbeelding van videoResponding to the Religion of Secularism’ met toelichting op het YouTube-kanaal van de IFTCC, 27 december 2019.

Zinloze wedstrijd over identiteitspolitiek tussen een homo-activist en een conservatieve christen: Megan Rapinoe vs. Jerry Newcombe

Voetbal. Volgens velen de belangrijkste bijzaak in het leven. Wie afgelopen weken de media volgde moet concluderen dat voetbal eerder hoofdzaak is. Aan de hand van het Wereldkampioenschap in Frankrijk werd heel wat afgeanalyseerd, om niet te zeggen afgekletst. Iedereen lijkt er eigen wensen, verwachtingen en voorwaarden op te projecteren. Miljoenen spreekwoordelijke bondscoaches staan opgewonden langs de lijn.

Veelzeggend is de opstelling van de mede-aanvoerder van de ploeg van de VS Megan Rapinoe. Zij laat zich behoorlijk gelden in de publiciteit. Wat ze zegt blinkt vaker uit door politiek activisme dan door logica. In het artikelThe Era of the Ungrateful American’ op ChristianHeadlines valt de voor de evangelistische D. James Kennedy Ministries werkzame Jerry Newcombe Rapinoe aan en claimt dat ze ondankbaar is jegens haar land en de Heer van het Christendom. Dat is ook weer teveel van het goede. Mijn reactie op ChristianHeadlines:

Een tweet van Megan Rapinoe waar ik mede bovenstaande reactie op baseerde, plus mijn antwoord:

Foto’s 1 en 2: Schermafbeelding van delen van artikelThe Era of the Ungrateful American’ van Jerry Newcombe op ChristianHeadlines, 4 juli 2019.

Foto 3: Tweet van Megan Rapinoe en eigen antwoord, 8 juli 2019 (Nederlandse tijd).

Onbewust wijst Nashville-initiator Piet de Vries erop dat religieuze organisaties geen ruggegraat hebben

Dit citaat is afkomstig van voormalig predikant Piet de Vries uit een bericht van het AD van vandaag over de kritische reacties op de Nashville-verklaring over homoseksualiteit en transgenderisme. De Vries is verbonden aan de faculteit Religie en Theologie van de VU. DDS zet het citaat in een kader en onderstaande reactie is een antwoord op een artikel met dit citaat. De Vries heeft gelijk dat kerken zich moeten laten horen. Zeker als een maatschappij dreigt te ontsporen en gelovigen en niet-gelovigen opkijken naar de kerk als moreel kompas. Maar over welke ontsporing heeft hij het met zijn vergelijking tussen nazi- en genderideologie?

Want wat bedoelt De Vries met ‘genderideologie’? Hoe wordt volgens hem dat aan de christelijke kerken of de leden hiervan opgelegd? Het is begrijpelijk dat De Vries vanuit zijn religieuze overtuiging bepaalde standpunten afwijst. Daarvoor leven we in een pluriforme samenleving die als politieke filosofie het secularisme heeft dat godsdiensten en levensovertuigingen een gelijke plaats geeft, en onder de rechtsstaat die onder meer de grondrechten garandeert op het juridische vlak. Binnen die kaders mogen we met elkaar van mening verschillen dat het een lieve lust is. Daarom is onze veelzijdige en veelkantige samenleving ook zo boeiend. En altijd in beweging. Die zogenaamde genderideologie is dus uitsluitend voor intern gebruik. Als De Vries en zijn medestanders er niks mee willen, dan hoeven ze er niks mee te doen en kunnen ze het afwijzen.

De Vries en zijn medestanders wordt niets door iemand opgedrongen. Hij kan autonoom in eigen kring zijn. Hij wil echter meer, zo lijkt het. Namelijk bepalen hoe de samenleving ingericht is en hoe andersdenkenden zich naar zijn christelijke ideologie moeten voegen. Of in pure vorm of in de verwaterde vorm van het compromis. Die wens is terecht en begrijpelijk, want maatschappelijke organisaties zoals politieke partijen of religieuze organisaties zoals kerkgenootschappen mogen zich laten horen. Die ruimte hebben De Vries en de orthodoxe kerken op dit moment al. Vanwaar dan toch zijn angst om onder de voet te worden gelopen en zijn onrust die leiden tot een vergelijking met nazi-ideologie die feitelijk zegt dat hij geen recht van spreken heeft en hem een dictaat wordt opgelegd dat hij en de orthodoxe christenen vanwege levensgevaar moeten slikken?

Een bredere interpretatie van De Vries’ woorden is dat religieuze organisaties zich in de geschiedenis voortdurend in de luren hebben laten leggen door de wereldlijke overheid. Dat varieert van de vermenging van religie en politiek door de kruisvaarders tot het hedendaags knechten van hele volkeren uit naam van een godsdienst, zoals in Saoedi-Arabië. Religieuze organisaties waren en zijn tot op de dag van vandaag met één vinger te lijmen. Zij staan pas op tegen onrecht als dat het onrecht van de eigen religieuze organisatie is. Dat is de schijnheiligheid van religieuze organisaties die zingeving en ethiek ondergeschikt maken aan machtsvorming. Piet de Vries is duidelijk met zijn krakkemikkige en contra-productieve vergelijking. Het artikel ‘The Subversion of Christianity’ van Alan Cross droeg bij aan mijn meningsvorming over dit onderwerp.

Foto 1: Schermafbeelding van deel artikelDoorgedraaide Nashville-initiatiefnemer vindt homohuwelijk vergelijkbaar met het nazisme: ‘En de kerk zwijgt!’’ van Tim Engelbart voor DDS met een citaat van Piet de Vries, 8 januari 2019.

Foto 2: Schermafbeelding van eigen reactie bij artikelDoorgedraaide Nashville-initiatiefnemer vindt homohuwelijk vergelijkbaar met het nazisme: ‘En de kerk zwijgt!’’, DDS, 8 januari 2019.

Conservatieve christenen laten zich kennen in Nashville-verklaring

Tientallen protestante predikanten, docenten en politici hebben de Nashville-verklaring ondertekend. Een Nederlandse versie van een Amerikaanse verklaring uit 2017. Het gaat over de afwijzing van homoseksualiteit en transgenderisme. Mensen zouden zich volgens deze christenen niet als zodanig mogen identificeren. Het doet stof opwaaien onder medewerkers van de Vrije Universiteit, zoals blijkt uit dit bericht van AT5. Dit nieuwsmedium ziet het als ‘anti-homomanifest’. De verklaring gaat er ook over wie de Bijbelse waarheid in pacht heeft. De conservatieve ondertekenaars van de verklaring of de christenen die ruimdenkender zijn?

Opmerkelijk is de volgende passage die zegt: ‘Deze seculiere geest van onze eeuw brengt een grote uitdaging mee voor de christelijke kerk. Zal de kerk van de Heere Jezus Christus haar Bijbelse overtuiging, duidelijkheid en moed verliezen en opgaan in de tijdgeest?’ Dit is een valse tegenstelling. Leden binnen een Nederlandse kerkelijke organisatie hebben de volledige vrijheid en zeggenschap om in eigen autonomie te leven volgens de beginselen die ze waardevol achten. Door niemand worden ze verplicht om ‘op te gaan in de tijdgeest’.

Deze kleine, geradicaliseerde, conservatieve gemeenschap van christenen stelt de eigen situatie slechter voor dan die in werkelijkheid is. Waarom ze dat doen is de vraag. In eigen kring zijn ze vrij, terwijl de verklaring de suggestie wekt dat dat niet zo is. Hoe dan ook voelen ze zich onder druk gezet door de samenleving en vrezen ze voor hun eigen overtuiging. Door dat in een verklaring te zetten hopen ze mogelijk te voorkomen dat leden afglijden. Maar van de andere kant kunnen deze christen-fundamentalisten niet hun wil opleggen aan een meerderheid van andersdenkenden, onder wie homoseksuelen en transgenders met een andere geloofsovertuiging of levensovertuiging. Want die hebben eveneens autonomie in hun eigen kring.

Het is de vraag voor wie deze verklaring bedoeld is. Het is duidelijk dat de harde kern van orthodox-conservatieve protestanten zich ertoe aangesproken voelt. Maar zij hebben die verklaring niet nodig omdat ze toch al denken volgens hun Bijbelse waarheid die hiermee in lijn is. Dat deze christenen deze verklaring ondertekenen geeft duidelijkheid en laat goed uitkomen wat fundamentalistische religie in de kern betekent.

Dat gaat om insluiten, om niet te zeggen opsluiten van de eigen gelovigen in de eigen kring, en uitsluiten van anderen daarbuiten. Daar is niks merkwaardigs aan omdat dit nu eenmaal het kenmerk van godsdienst is. Die insluiting én uitsluiting zijn zowel de kracht als de zwakte van godsdienst. De Nashville-verklaring heeft de verdienste dat het dit kenmerk van godsdienst benadrukt en voor iedereen duidelijk maakt. Het past andersdenkenden niet om daar neerbuigend of lachwekkend over te doen omdat ze daarmee hetzelfde doen wat de Nashville-verklaring doet. Namelijk het veroordelen van mensen die anders denken en anders zijn.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelOnenigheid op Vrije Universiteit om christelijk anti-homomanifest’ op AT5, 6 januari 2019.

Waarom ik niet bij voorbaat voor of tegen het homohuwelijk ben: ‘Kan ik dit mezelf uitleggen’. Pluriformiteit werkt tegen polarisatie

Het homohuwelijk heb ik altijd komiek gevonden. Grappig, heet dat in hedendaagse termen. Zelf ben ik hetero en niet getrouwd, wel heb ik een notarieel samenlevingscontract gesloten met een vrouw om de zakelijk kant van onze relatie veilig te stellen in verband met overlijden en/of een erfenis. Ik heb nooit de behoefte gehad om te trouwen en de relatie met een huwelijk te bezegelen. Maar daarmee is niet gezegd dat ik een ander een huwelijk ontzeg. Ik ben niet tegen het homohuwelijk, maar ben er evenmin voor. Ik ben niet van mening dat iemand die niet voor het homohuwelijk is per definitie niet voor een gelijke positie van homoseksuelen is. Als dat het geval is, dan ben ik voor het homohuwelijk. Want de afwijzing ervan mag in mijn ogen niet gebruikt worden om de gelijkwaardigheid van homoseksuelen ter discussie te stellen. Dat staat buiten kijf.

Ik moest hieraan denken door twee actualiteiten van afgelopen week. Dat was een interview in NRC van Bas Heijne met de Franse sociologe Nathalie Heinich waarin Heijne opmerkt: ‘In een wat sofistisch betoog had ze gesteld dat je op basis van seksuele voorkeur niet automatisch de openstelling van het huwelijk ‘voor iedereen’ kon afdwingen.’ De pas met een man getrouwde Heijne is het niet met haar eens. Ik ben het met Heijne eens dat Heinichs betoog over deze ‘delicate kwestie’ dat zij onder meer verwoordt in een artikel uit 2013 in Le Monde vergezocht en mooipraterij is. Maar ik ben eveneens van mening dat iemand tegen het homohuwelijk kan zijn zonder per se homofoob te zijn of tegen de ongelijkheid van homoseksuelen.

De andere actualiteit was het besluit van de synode van de Protestante Kerk (PKN) om ‘op papier het onderscheid te handhaven tussen het kerkelijk huwelijk van homo’s en hetero’s’ zoals Trouw het in een artikel van 16 november 2018 samenvat. De PKN beschrijft het besluit in een persbericht. In Nederland gaat het burgerlijk huwelijk hoe dan ook aan het kerkelijk huwelijk vooraf. Trouw laat teleurgestelde gelovigen aan het woord die het niet eens zijn met het besluit en twijfelen of ze de kerk moeten verlaten. Overigens maakt dat niet veel uit te maken omdat gemeenten hun eigen beleid mogen voeren. Synodelid Peter Goudkamp is kritisch: ‘We hebben de deur gesloten gehouden voor een bepaalde groep mensen. We zijn bij elkaar gebleven met mensen die anderen buiten de deur houden. Als een homoseksueel wil trouwen in een bondsgemeente, of er ouderling wil worden of dominee, dan krijgt die nul op het rekest. Ik vind dat onbegrijpelijk.’

Wat maakt dit alles duidelijk? Welnu, naar mijn idee dat er variatie in het denken kan zijn. Iemand kan tegen het homohuwelijk -of het huwelijk in algemene zin- zijn zonder homofoob te zijn en homoseksuelen een gelijke positie te ontzeggen. Het is verfrissend dat mensen niet volgens patronen of pakketten meningen denken, maar zich per onderwerp een eigen mening vormen. Anders vormen zich meningen door polarisatie en staat het conservatieve monolitische blok tegenover het progressieve monolithische blok. Geborgen en gevangen in eenvormigheid van blokken waarin iedereen individueel denkt te zijn door op alle onderwerpen hetzelfde te denken als bentgenoten. Verschillen geven ruimte. Pluriformiteit en diversiteit binnen partijen of bewegingen is politiek en maatschappelijk stabieler dan pluriformiteit tussen partijen of bewegingen.

Wie geld heeft hoeft niet te pronken met uiterlijke verschijningsvormen. Wie kennis en inzicht heeft hoeft niet te pronken met wetenswaardigheden. Wie een stabiele relatie heeft hoeft die voor de wet niet om te zetten in een officieel huwelijk. Het omgekeerde is allemaal best toegestaan, maar niet noodzakelijk. Ofwel, het een of het ander is niet vanzelfsprekend. Vanuit een progressieve gedachtenwereld kan men niet voor het homohuwelijk zijn of twijfels hebben over de vanzelfsprekende goedkeuring voor euthanasie of abortus. Nogmaals, zonder dat men er evenmin faliekant tegen is. Het is de modieusiteit en de verplichting die medestanders opleggen om volgens patronen te denken die benauwt. Een individu onttrekt zich aan die druk.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelSynode handhaaft onderscheid homo’s: ‘Ik kan dit mijn dochter niet uitleggen’’ van Maaike van Houten in Trouw, 16 november 2018.

Praktiseren leerlingen van Hengelose basisschool homoseksualiteit op toneel tijdens musical? De directeur vreest van wel

De meest bizarre opmerking van basisschooldirecteur Ben de Vlugt van de Anninkschool in Hengelo is: ‘Je mag wel homo zijn, maar je mag het niet praktiseren’. Het gaat over een musical op deze openbare montessorischool waarin een homostel optreedt. Hoe ziet De Vlugt dit praktiseren van homoseksualiteit door kinderen van groep 8 voor zich? Zoent het homostel of bedrijft het zelfs de geslachtsdaad op het toneel?

Wie weet waar directeur Van Vlugt deze kinderen van 12 jaar toe in staat acht. Hij meent niet dat ze in hun rol net doen alsof ze homo zijn, dus een homoseksueel spelen, maar dat ze de homoseksualiteit praktiseren. Het moet niet gekker worden in de geest van deze basisschooldirecteur die niet begrijpt wat toneel is. Dat is ‘doen alsof’, in een rol kruipen. Dat hij aan projectie doet door een dochter van een gezin van Jehova’s Getuigen in bescherming te nemen is nog tot daar aan toe, maar dat hij niets van theater begrijpt tekent zijn onbegrip en besef aan inlevingsvermogen. Deze directeur speelt dat hij basisschooldirecteur is, maar praktiseert het niet.

De VVD’ers Rudmer Heerema en Yesilgöz-Zegerius hebben over deze kwestie kamervragen gesteld aan de minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media en de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelBasisschool Hengelo schrapt homorollen uit musical vanwege geloof leerling’ in Tubantia, 30 mei 2018.

Zie ook het commentaar: Jehova’s Getuigen geloven nog steeds in homoconversie. Ze isoleren zich ermee

Uit de tijd. Petitie ‘Stop de roze zaterdag kerkdienst in de Goudse Sint-Jan Kerk’ redeneert vanuit een achterhaald wereldbeeld

De petitie ‘Stop de roze zaterdag kerkdienst in de Goudse Sint-Jan Kerk’ is gebaseerd op een misverstand. Niet omdat het de datum verkeerd weergeeft. Roze Zaterdag is niet op 23 juli, maar op 23 juni in Gouda. Een onderdeel is de ‘Geloofsviering | 11.00-12.00 | Sint-Janskerk’. Daar verzet petitionaris Marc Alterna zich tegen. Maar hij richt zijn verzoek aan het verkeerde adres. ‘De raad van kerken te Gouda’ gaat er niet over.

De Hervormde Gemeente Gouda is weliswaar de eigenaar van de Sint-Jan, maar de Stichting Goudse Sint-Jan beheert en exploiteert sinds 2010 gebouw en collectie. De Stichting heeft niet als hoofddoel om de christelijke leer te verkondigen zoals de petitie suggereert, maar heeft een historisch en cultureel karakter. De Stichting werd in 1938 opgericht om het cultureel erfgoed in de monumentale kerk (gebrandschilderde glazen) te bevorderen. De Stichting onderschrijft de definitie van een museum zoals opgesteld door ICOM. De museale functies worden in de doelstelling van het beleidsplan 2015-2018 verder benadrukt. Volgens de Stichting is ‘de Sint Jan (..) een levend monument met een belangrijke kerkelijke en culturele functie.’

Door de ontkerkelijking zijn kerkgebouwen gesloten of hebben ze een andere functie gekregen. Gewoonweg omdat het gebouw te duur werd en de lokale religieuze organisaties de exploitatie niet meer rond konden krijgen door oplopende kosten en afnemende inkomsten wegens een slinkende achterban. Ze zaten te ruim in hun jasje en daarom moest de kerk afgestoten worden. De Goudse Sint-Jan heeft een museale bestemming gekregen. Het is een cultureel en historisch museum waar een veelheid van activiteiten plaatsvindt. In 2015 kwam 70% van de omzet van €200.000 uit de museale functie. De rest van de omzet kwam uit zaalverhuur.

Bij de ‘geloofsviering’ op Roze Zaterdag gaat het om zaalhuur. De Stichting Goudse Sint-Jan verhuurt de zaal op 23 juni aan de Stichting Roze Zaterdag 2018 Gouda. Zoals dat ook voor een vergadering, huwelijk, congres of diner kan zijn. Er blijkt uit de voorwaarden niet dat er beperkingen zijn aan verhuur en de achtergrond van de huurder door de Stichting Goudse Sint-Jan wordt getoetst. Stichting Roze Zaterdag 2018 Gouda is een Gouds initiatief dat binnen de doelstelling van de Stichting Goudse Sint-Jan past. Er kan in overleg met ‘een van de wijkkerkenraden of via het Kerkelijk Bureau‘ in de Sint-Jan ook een kerkelijke huwelijksinzegening worden aangevraagd. Maar de lokale protestante gemeente is niet direct betrokken bij de verhuur aan de Stichting Roze Zaterdag 2018 Gouda en lijkt er daarom ook geen invloed op uit te kunnen oefenen.

Toch past Marc Alterna begrip voor zijn onbegrip. Het is voor traditionele kerkgangers lastig om de gevolgen van de ontkerkelijking te beseffen. Verwarrend is het om een kerk die een nieuwe bestemming als museum heeft gekregen, maar nog alle uiterlijkheden van een traditionele kerk vertoont, anders dan als gewijde kerk te zien. Des te meer als een lokale religieuze gemeenschap er ruimte huurt en erediensten houdt. Maar dan nog is een lokale kerkenraad niet meer dan een van de vele huurders. Bij de Utrechtse Willibrordkerk zorgde in 2014 deze verwarring voor een conflict tussen theatermaker Dries Verhoeven en het aan de RK-Kerk verbonden apostolaat dat er onder meer missen hield. De bestuurlijke constructie en het eigendom waren anders, maar evenals in Gouda werd de beheersstichting die er culturele evenementen coördineert op aangesproken door traditionele christenen. Dat resulteerde er in 2017 in dat de ultraconservatieve Priesterbroederschap Sint Pius X de met overheidsgeld gerestaureerde kerk kocht en het beheer overnam.

Foto 1: Schermafbeelding van deel petitieStop de roze zaterdag kerkdienst in de Goudse Sint-Jan Kerk’ op Petities.nl.

Foto 2: Schermafbeelding van presentatie zaalhuur ‘Uw evenement in de Sint Jan’ van de Stichting Goudse Sint-Jan.