Op 10 september sluiten de verkiezingen voor een leider van Labour. Er zijn vier kandidaten: Andy Burnham, Yvette Cooper, Jeremy Corbyn en Liz Kendall. Op 12 september worden de resultaten bekendgemaakt.
De links-radicale Corbyn voert de polls aan. Met 66 jaar is hij oud voor een nieuwe partijleider. Vergelijkbaar met de 73-jarige Democratische presidentskandidaat Bernie Sanders. Brandt bij de oudere generatie nog het heilig vuur van de jaren ’60 waar het bij veertigers en vijftigers gedoofd is in neo-liberalisme?
Dat Jeremy Corbyn het zo goed doet jaagt velen vrees aan. Onvrede over de koers van Labour geeft hem vaart. De andere drie kandidaten overtuigen niet. Andy Burham maakt nog enige kans. Corbyns opkomst wordt aangejaagd door het afgebladderde aanzien van de oud-premiers Tony Blair en Gordon Brown, en het mislukte leiderschap van Ed Milliband. Corbyn heeft in het verleden uitspraken gedaan over de NAVO die hem buiten het centrum plaatsen waar verkiezingen worden beslist. En gewonnen. Corbyn spreekt weliswaar vele burgers rechtstreeks aan, maar in de Labour partij heeft hij geen machtsbasis. Wat kan z’n effectiviteit in parlement en partij zijn als hij partijleider wordt? Corbyn lijkt net zo’n buitenbeentje als Donald Trump.
Het kan zijn dat Corbyn uiteindelijk de geschiedenis ingaat als aanjager voor maatschappelijke vernieuwing en de hoognodige herijking van het sociaal-democratische gedachtengoed, maar dat niet zelf kan uitvoeren omdat hij in electoraal opzicht te radicaal is. Er bestaat geen compromis tussen zijn anti-oorlogs retoriek en de pro-oorlogs retoriek van het politieke en militaire establishment zoals dat door David Cameron verwoord wordt. Zo raken ook de andere denkbeelden van Jeremy Corbyn buiten beeld. Dat is een gemiste kans.