Leon de Winter zit nog steeds gevangen in zijn radicale standpunten over Trump

Leon de Winter, ColumnWachten op excuses voor fakenieuws‘. De Telegraaf, 10 november 2021.

Het is triest om te lezen hoe diep Leon de Winter het konijnenhol is ingedoken. Daarin leeft De Winter met zijn medestanders die hem naar de mond praten in zijn eigen surrealistische werkelijkheid. De Winter die ooit een beloftevolle cineast en schrijver was is verworden tot een complotdenker aan wie de nuance niet is besteed, maar de opruiing en de leugen des te meer.

Het is nog om een andere reden triest om te zien, want De Winter schaart zich in zijn Telegraaf-columns steevast aan de kant van Trump die in november 2020 met groot verschil de presidentsverkiezingen verloor en steeds meer in het nauw wordt gebracht door lopende civiele, publiekrechtelijke en strafrechtelijke rechtszaken.

Om het in voor hem gepaste termen te zeggen, De Winter is de troonhemel, de marquee van radicaal-rechts Nederland. Hij geeft legitimatie en zichtbaarheid aan het complotdenken. De haat van links overschaduwt zijn denken en inschattingsvermogen. Het is een dubbele gijzeling. De Winter wordt gegijzeld door zijn radicale denkbeelden en daarmee gijzelt hij de publieke opinie van rechts-radicaal Nederland.

In zijn column Wachten op excuses voor fakenieuws‘ in De Telegraaf van 10 november 2021 associeert De Winter er in zijn konijnenhol uitgebreid op los. Hij neemt het feit van een FBI-onderzoek en knoopt daar met halfslachtige koppelingen zijn onwaarheden aan vast. De leugens en insinuaties zijn te talrijk om ze allemaal te behandelen.

De Winter is de meester van de geprefabriceerde mening waarmee zijn columns in elkaar worden gezet. De Winter schrijft al jaren dezelfde column met dezelfde strekking. Het is niet de bedoeling dat zijn lezers nieuwe inzichten worden voorgehouden. Laat staan dat het de opzet is dat De Winter tot nieuwe inzichten komt. Het is juist de bedoeling dat de lezers oude standpunten krijgen voorgeschoteld die ze herkennen en kunnen herkauwen.

In een commentaar van 30 oktober 2019 ging ik in op een andere column van De Winter die ook ging over het Steele dossier. Daarin schreef ik: ‘De Winter verwijst naar het Steele Dossier. Het is onjuist dat alle constateringen eruit niet kloppen. Wel is door deskundigen op het gebied van inlichtingendiensten zoals John Schindler vanaf de publicatie geopperd dat de uitleg dat de Russen compromitterend materiaal van Trump met prostituees in een Moskouse hotelkamer hebben vermoedelijk Russische desinformatie is om Trumps werkelijke rol te verdonkeremanen. Die bestond uit het witwassen van illegaal geld van Russische criminelen en politici uit de kringen van het Kremlin via Westers vastgoed.’

Als analist Igor Danchenko gelogen heeft tegen de FBI, dan moet hij daarvoor aangeklaagd worden. Dat gebeurt ook, want inmiddels is hij daar vorige week donderdag voor aangeklaagd en in hechtenis genomen. De Democratische volksvertegenwoordiger Adam Schiff heeft afgelopen week in de media onderschreven dat dat de juiste gang van zaken is.

De door Trump benoemde speciale onderzoeker John Durham die al sinds april 2019 bezig is en langer onderzoek heeft verricht dan Robert Mueller maakt gezien de uitkomsten zijn claim niet waar. Het onderzoek zou leiden tot aanklachten tegen topfunctionarissen van de inlichtingendienst uit het Obama-tijdperk en zou beweringen beamen dat het Rusland-onderzoek een politieke ‘heksenjacht’ was. Maar dat maakt Durham niet waar door nu op de proppen te komen met een kleine vis als Danchenko.

Voor de zoveelste keer herhaalt De Winter in zijn column de onwaarheid dat speciale aanklager Robert Mueller in zijn onderzoek niets gevonden heeft. Dat is onjuist. Mueller heeft in zijn rapport 11 gevallen van potentiële obstructie opgesomd. Door die obstructie en de tegenwerking in het onderzoek door Trump die overal rode lijnen aanbracht die Mueller niet mocht overtreden is de onderste steen over de samenwerking van Trump met het Kremlin nog niet boven gekomen.

Het is stemmingmakerij als De Winter over Mueller zegt: hij ‘leidde de jacht’. Mueller kreeg juist het verwijt van Democratische zijde dat hij te bestuurlijk-correct en terughoudend opereerde. Nogmaals, dat kwam mede omdat Trump en toenmalig onderminister Rod Rosenstein rode lijnen bleven trekken die Mueller niet mocht overtreden zodat er van een breed onderzoek nooit sprake kon zijn.

De Winter maakt er een potje van als hij zegt dat de elites zich tegen Trump keerden. Het omgekeerde is waar. De elites spanden Trump voor hun karretje. Dat resulteerde in belastingwetgeving die de vermogenden en bedrijven financieel bevoordeelde en de regelgeving afzwakte. Daarvan profiteerde ook Trump de zakenman. Dat gaf sponsors als Robert Mercer, de toenmalige Koch Broers en Sheldon Adelson de financiële tegenprestatie die ze van Trump eisten. Ook nu nog ondersteunen de grotere Amerikaanse bedrijven de Republikeinse politici die op 6 januari 2021 deelnamen aan de planning om de Republiek omver te werpen. Hoewel de bedrijven dat niet publiekelijk toegeven en lippendienst bedrijven aan de democratie. Wellicht dat de Winter daardoor in verwarring wordt gebracht.

Logisch klopt het evenmin als De Winter beweert dat de Democraten is veranderd in een partij van hoger opgeleiden en beter gesitueerden. Als dat werkelijk zo was, dan zouden de Republikeinse bestuurders in staten als Texas, Arizona, Pennsylvania, Georgia en nog een handvol andere ‘rode’ staten niet alle moeite nemen om de toegang van minderheden en jongeren tot de stembus te onderdrukken omdat ze kiezersonderdrukking als de enige mogelijkheid zien om in de toekomst verkiezingen te winnen.

Het bontst maakt De Winter het in zijn konijnenhol als hij zegt dat Mike Flynn een onkreukbare man is. Hij zou volgens De Winter ‘een onschuldig slachtoffer in de jacht op Trump zijn’. Dat is klinkklare onzin. Flynn moest onder druk van Trump aftreden als Nationaal Veiligheidsadviseur omdat hij gelogen had tegen vice-president Mike Pence. Flynn zei onlangs in de show van Tucker Carlson dat hij Trumps gratie niet verdiende. Flynn ziet zichzelf niet als onkreukbaar. Verder handelde Flynn in strijd met de wet door te lobbyen voor buitenlandse overheden (onder meer Turkije) zonder dat tijdig te melden. In 2017 heeft Flynn toegegeven dat hij heeft gelogen tegen de FBI.

Petitie ‘Vrijspraak voor Julian Assange’ is gedateerd en onvolledig

Schermafbeelding van deel petitieVrijspraak voor Julian Assange‘ van Robert Bos op Petities.nl.

Ik ben het oneens met de petitie Vrijspraak voor Julian Assange. Ik vind dat de onderbouwing niet klopt en het uitgangspunt van de petitie fout is dat Assange een journalist is.

Wat de petitie vergeet is dat Julian Assange een ontwikkeling heeft doorgemaakt. Wat is er sinds 2012 veranderd? Het lijkt er sterk op dat Assange is geradicaliseerd. Wie hem op en gegeven moment hartstochtelijk verdedigden zijn daar een aanwijzing voor: complotdenker Alex Jones van Infowars, Sean Hannity van Fox News, UKIP-voorman en Brexiteer Nigel Farage en de Russische propagandazender RT. Dat is niet een gezelschap dat zweert bij democratie en rechtsstaat, maar juist het standpunt ondersteunt dat ‘media de vijand van de staat’ zijn. Dat roept de vraag op of Assange zelf wel een journalist is zoals hij claimt.

Over Assange bestaat sinds midden 2013 de controverse of hij een agent van Russische inlichtingendiensten is. Op zijn minst bestaat de verdenking dat hij er nauw mee heeft samengewerkt in de presidentscampagne van 2016 die Trump het presidentschap bracht. Roger Stone zou de tussenpersoon tussen het Kremlin en Trumps campagneteam zijn geweest.

Noam Chomsky geloofde in een gesprek met BBC’s Newsnight van mei 2017 niet dat aanklachten tegen Assange wegens een Zweedse verkrachtingszaak hout sneden. Daar heeft hij vermoedelijk gelijk in. In vele commentaren is in de jaren 2012-2014 op dit blog een lans gebroken voor Assange, zoals hier. Mijn toenmalige pro-Assange opstelling resulteerde in 2012 zelfs in kamervragen. Maar toen moest de Trump campagne en de Russische beïnvloeding via sociale media nog komen. Daarom is het perspectief van die Zweedse zaak niet actueel.

De vraag is hoe Assange beoordeeld moet worden. Is hij een journalist, een politieke activist of een ingelijfde medewerker van een ‘buitenlandse’ inlichtingendienst? En wat betekent dat dan voor zijn juridische positie?

Het heeft ermee te maken waar men de grens van de weerbare democratie legt. Bij gebleken of dreigende ondermijning is het aanvaardbaar dat counterintelligence diensten actie ondernemen om dat te beëindigen. Ze zijn immers bezig hun eigen democratie te beschermen. Dus als Assange deel van een operatie is om de Amerikaanse democratie en het electorale systeem te ondermijnen, dan kan hij verwachten dat er tegen hem wordt opgetreden door de zich aangevallen voelende instituties. 

Wat als achteraf blijkt dat hij eerst (zeg van 2010 – 2013) binnen de democratische spelregels een rol speelde die toentertijd in de Amerikaanse propaganda verkeerd werd voorgesteld als ondermijnend? De financieel-economische blokkade van WikiLeaks via druk van de regering Obama op PayPal en andere bedrijven maakte Assange afhankelijk van externe steun. Terwijl zijn steun daarvoor van kleine donoren kwam.

Wat als Assange uiteindelijk daadwerkelijk de ondemocratische, ondermijnende rol ging spelen die hem daarvoor abusievelijk door de Amerikaanse regering was toegekend? Waarbij zijn psyche door de omstandigheden pathologische trekjes ging vertonen en de self fulfilling prophecy uitkwam. Kan die omslag nog gereconstrueerd worden? 

Wie is er dan het meest schuldig, Assange, de Amerikaanse regering of de Russen die hem tegen de VS hebben opgezet? Of is dat gedeelde schuld?

John Schindler wees er in 2013 in een analyse op dat WikiLeaks via Israel Shamir waarschijnlijk geïnfiltreerd was door de Russische inlichtendienst. Dat verklaarde de opstelling van Wikileaks in de campagne van 2016 die volledig in lijn was met de opstelling van het Kremlin. De ‘progressieve’ Assange kwalificeerde tijdens de campagne de Democratische Hillary Clinton als kwalijker dan de Republikeinse Donald Trump. Daarmee probeerde Assange progressieve Democratische, pro-Bernie Sanders kiezers te ontmoedigen om te gaan stemmen. Achteraf kan dat alleen maar begrepen worden vanuit het idee van een georkestreerde campagne om verschillende doelgroepen in de richting van Trump en weg van de Democraten te laten bewegen.

Verdient Assange juridische bescherming of heeft hij door vanaf 2013/2014 samen te spannen met het Kremlin zijn rechten verspeeld? Hoe dan ook is hij afgelopen 8 jaar door zijn activistische opstelling en handelswijze terechtgekomen in het kruisvuur tussen Kremlin en Witte Huis.

De internationale petitieDefend press freedom, defend Julian Assange‘ uit 2019 heeft drie gebreken. 1) Niet alle steunverklaringen zijn recent en sommige ervan gaan terug tot voor 2013/2014 toen Assange nog opereerde als journalist. Dat gaat voorbij aan zijn latere politieke verandering en radicalisering. 2) De supporters eisen niet allen hetzelfde. De een vraagt erom om Assange niet uit te leveren aan de VS, de ander vraagt om vrijlating. 3) De toon van de meeste steunverklaringen is een anti-Trump sentiment dat een pro-Assange opstelling grotendeels lijkt te bepalen. Acht maanden presidentschap van Joe Biden heeft de opstelling van de VS niet veranderd.

Als Assange in een kerker in Virginia verdwijnt, waar het trouwens nog niet naar uitziet, dan kan op zijn minst worden gezegd dat hij door zijn pro-Kremlin opstelling de Amerikanen alle munitie heeft gegeven om hem in handen te krijgen. Assange verdient het om berecht te worden voor zijn daden, maar een eerlijk proces zit er vermoedelijk niet in. Wie hoog spel speelt en verliest, heeft blijkbaar dat recht verspeeld. Dat is de harde praktijk van de strijd tussen landen. Wie niet oppast wordt daarin vermalen. Assange heeft hoog spel gespeeld en verloren. Dat kan hij alleen zichzelf verwijten.

De petitie ‘Vrijspraak voor Julian Assange’ slaat de plank mis door uit te gaan van de aanname dat Julian Assange een journalist is. Of hij een goede journalist was wat de petitie claimt is een aanname binnen een aanname. Van Assange kan aan de hand van de feiten gezegd worden dat hij tot 2013/2014 functioneerde als journalist, maar daarna niet meer.

Het is ondanks alle bovenstaande overwegingen toch begrijpelijk dat organisaties op het gebied van journalistiek en mensenrechten het opnemen voor Assange. Zeker tegen de achtergrond van boeman Trump die in 2019 het grotere kwaad was. Maar onbegrijpelijk is dat ze daarbij de draai die Assange in 2013/2014 gemaakt heeft niet noemen en zich uitsluitend richten op de eerdere periode. Ze eisen een zorgvuldige en schappelijk behandeling van Assange, maar onderbouwen hun eis zelf niet zorgvuldig en schappelijk. Daarmee beschadigen ze vooral hun eigen geloofwaardigheid en uiteindelijk ook Assange’s zaak door zo aantoonbaar eenzijdig te zijn en niet zijn negatieve kanten te noemen.

Heksenjacht van rechtse media op Annalena Baerbock en Sigrid Kaag

Lezersbrief in De Telegraaf, 9 september 2021.

Het is een wetmatigheid dat de rechtse pers een centrum-linkse partij als favoriet doelwit voor aanhoudende kritiek neemt. Niet een radicaal-linkse partij, want die zit in hetzelfde frame als de rechtse pers. Namelijk schoppen tegen de gevestigde orde en de overheid.

Rechts valt partijen aan die zich het meest sterk maken voor de gevestigde orde, zich het actiefst verzetten tegen de tegenstanders ervan die EU en Europese landen willen destabiliseren en geen stabiele machtsbasis hebben om hard terug te slaan.

Als de lijsttrekker van zo’n centrum-linkse partij dan ook nog een vrouw is, dan is het helemaal heerlijk scoren voor de rechtse pers die nog grotendeels in een mentaliteit van machismo is blijven hangen omdat masculiniteit in de verdrukking zou zijn geraakt.

Naast een ideologisch heeft dat ook een economisch motief. Aanvallen op vrouwen jagen de clicks de hoogte in. Ze worden vooral op hun persoon of karakter en vrouw-zijn en niet op de inhoud van het politieke programma van hun partij aangevallen. In de populistische rechtse pers worden lifestyle en politiek hecht met elkaar verbonden en lopen zelfs zo in elkaar over dat ze niet meer van elkaar te onderscheiden zijn.

Schermafbeelding van deel artikelWoke’ D66 afgeslacht door eigen prominenten‘ op Geen Stijl, 9 september 2021.


In Nederland zijn Sigrid Kaag (D66) en in Duitsland Annalena Baerbock (Groenen) het kop van jut van rechtse media en rechtse opiniemakers. In de VS was dat in 2016 Hillary Clinton. Het is trouwens de vraag of vooral D66 en de Democraten in alle gevallen centrum-links zijn, maar in de beeldvorming worden ze zo wel gekarakteriseerd door rechts. Dat valt een stropop aan, dus een fictief persoon, ofwel een sprookjesversie van een politicus, en niet de echte politica.

Tweet van Anne met verwijzing naar Telegraaf-column van Ronald Plasterk.

Onderzoek van Avaaz maakt duidelijk dat Baerbock via sociale media vooral door Russische staatsmedia met desinformatie wordt aangevallen. De Groenen zijn vanwege zorgen over het klimaat en de geopolitiek de grootste tegenstanders van de Russische gaspijplijn Nord Stream II. De aanval heeft dus een strategische reden van een buitenlandse actor om het eigenbelang veilig te stellen.

De ongerijmdheid is dat rechtse media die dat eigenbelang niet hebben en zeggen te gaan voor wet en orde, nationalisme en eigenheid voortborduren op de buitenlandse inmenging. Dat is het raadsel van een rechtse pers die zweert bij nationalisme, maar in de praktijk daar haaks op staat en de eigen democratie helpt verzwakken. Onder het mom de vijand van mijn vijand is mijn vriend.

Tweet van Syp Wynia, 11 september 2021.

Deze observaties maken maakt duidelijk dat de aanval van de rechtse media en rechtse opiniemakers op centrum-links gerelativeerd moet worden. Het is niet waarover het lijkt te gaan. Het is het dienen van de belangen van anderen in de hoop om makkelijk te scoren door oude, overleefde vooroordelen op te poetsen en telkens te recyclen zodat de eigen achterban gevangen blijft in een vijandbeeld en mentaal niet meer kan weglopen.

De hetze tegen centrum-links is de lopende band van simplisme waar de rechtse pers mee scoort en in een automatisme niet meer hoeft na te denken hoe het werkelijk is door het denken uit te besteden aan de eigen reflex.

Rudy Giuliani leert dat Amerikaanse politiek een gok is. Groot inzetten is voorwaarde voor succes, maar leidt tot grote risico’s

De gok is mislukt. Voormalig president Donald Trump en zijn medestanders gingen over grenzen om aan de macht te blijven. Met het doel om hun operaties te verhullen en rechtszaken die daar uit zouden kunnen volgen tegen hen te blokkeren. Juist omdat ze over grenzen gingen en alles op alles zitten om aan de macht te blijven hebben ze zich kwetsbaar gemaakt. Nu alle details naar buiten komen blijkt pas goed wat ze hebben uitgevreten. Daarom kunnen ze diep vallen omdat ze misgegokt hebben.

Het verschil tussen president Joe Biden en voormalig president Trump is dat de laatste de begunstigde was van Russische operaties en de eerste het doelwit. Trump dekte die Russische acties af omdat hij ervan profiteerde. President Biden geeft het ministerie van Justitie, de FBI en andere overheidsdiensten volop de ruimte om de Russische operaties en de samenspanning van pro-Trump sympathisanten met de handlangers van het Kremlin te onderzoeken en aan te klagen in rechtszaken.

Justitieel onderzoek vraagt tijd en daarom is het drie maanden relatief stil geweest. Onderzoek dat tijdens Trumps presidentschap van bovenaf werd geblokkeerd. President Biden wil niet alleen de rotte appels uit de mand halen, hij wil ook geopolitieke gevolgen geven aan de Russische inmenging in de Amerikaanse politiek. Deze rechtszaken dienen daarom indirect als onderbouwing voor hardere actie tegen het Kremlin in Europa of Oekraïne. President Biden pakt het groot aan en bouwt het dossier zo op dat zijn Republikeinse tegenstanders het niet als partijdig ter discussie kunnen stellen. In elk geval niet geloofwaardig dat ze veel mensen meekrijgen.

Het opvallende nieuws van afgelopen week was dat de kantoren van Trumps’ adviseur Rudy Giuliani door de FBI zijn onderzocht en bleek dat ook zijn computer en telefoon in beslag waren genomen. Hij is focus van onderzoek omdat hij een intermediair was tussen Trump en het Kremlin. Noem hem de missing link die nu aan het licht is gebracht. Giuliani en de Republikeinse senator Ron Johnson waren tijdig door de FBI gewaarschuwd dat ze zich voor het karretje lieten spannen door het Kremlin en deel van een Russische inlichtingenoperatie waren. Maar ze negeerden die waarschuwingen.

In 2016 lukte het het Kremlin om Donald Trump via inmenging in de Amerikaanse politiek president te maken. Om twee redenen heeft Trump dat nooit toegegeven. Omdat daaruit zou blijken dat hij niet op eigen kracht had gewonnen en omdat het zijn samenspanning met het Kremlin zou bevestigen. Trumps tegenkandidaat Hillary Clinton werd door computerbacks beschadigd. Toenmalig FBI-directeur James Comey stapte in dat Russische frame door elf dagen voor de verkiezingen van 2016 publiekelijk te verklaren dat er een onderzoek naar Clinton was ingesteld. Dat was tegen alle gebruiken van niet-inmenging voor overheidsdiensten om 60 dagen voor of na verkiezingen geen gevoelige informatie naar buiten te brengen. Volgens velen kostte Comey’s inmenging haar het presidentschap.

Terwijl in 2016 de Amerikaanse politieke klasse min of meer overvallen werd door de Russische inmenging, was dat in 2020 niet het geval. Ze waren gewaarschuwd en kunnen zich nu niet verschuilen achter een gespeelde houding dat ze het niet wisten. Overheidsdiensten op het gebied van inlichtingen of cyberveiligheid bleven onder Trump goed functioneren, hoewel ze wel beperkt werden in wat ze publiekelijk konden zeggen. Carrièrefunctionarissen als directeur Chris Wray (FBI) of Chris Krebs (CISA) zorgden ervoor dat de Russische inmenging geen tsunami werd die de Amerikaanse politiek wegspoelde. Onder mogelijke omstandigheden met de vijand als chef hebben ze op de winkel gepast.

Op de achtergrond spelen de tussentijdse verkiezingen van 2022. Die verklaren de haast waarmee president Biden zijn hervormingen op het gebied van economie. gezondheidszorg, infrastructuur en sociale cohesie wil doorvoeren. In normale omstandigheden heeft de oppositie goede kansen om die tussentijdse verkiezingen te winnen. Het Democratische overwicht is flinterdun.

Dubbel belangrijk zijn daarom de wetsvoorstellen, zoals de For the People Act (S. 1) voor de hervorming van de democratie, het neutraliseren van kiezersonderdrukking en het tegengaan van raciale ongelijkheid. In de nasleep van Trumps nederlaag en het verlies van de Senaat hebben Republikeinen in verschillende staten wetten aangenomen om de toegang tot de stembus te beperken. Afro-Amerikaanse en andere minderheden zijn ervan het doelwit.

Zo is de cirkel rond. Trump en zijn waterdragers als Rudy Giuliani en senator Ron Johnson gokten op winst zodat ze voor hun daden die grenzen aan landverraad niet ter verantwoording geroepen konden worden. Want als Trump zijn presidentschap in 2020 had voortgezet dan had hij zowel de controle gehouden over het ministerie van Justitie dat hij gepolitiseerd had als over overheidsdiensten als de FBI waarvoor hij voortdurend minachting liet blijken en die hij vermoedelijk verder afgebroken had in zijn tweede termijn.

Ook president Biden gokt, hoewel niet zoals Trump deed door samenspanning met een buitenlandse tegenstander als de Russische Federatie, maar door zijn hoop op samenwerking met het Amerikaanse electoraat. Noem het een sociaal contact zoals president Roosevelt in 1932 met zijn New Deal allerlei maatschappelijke groepen aansprak. Over het hoofd van de Republikeinse partij heen die nog steeds onder invloed van Trump staat en niet uit zijn schaduw kan treden probeert president Biden met zijn grootste plannen de kiezer aan te spreken.

De paradox is dat door Trumps voortdurende bemoeienis met de Republikeinse partij die leidt tot radicalisering het daarmee het bedrijfsleven, het maatschappelijke middenveld en de centrumkiezer kan verliezen. Vandaar ook de recente waarschuwing op Vox van de Democratische strateeg James Carville tegen de wokeness, cancelcultuur en de in zijn ogen contraproductieve acties van de links-radicale factie binnen de Democratische partij die haaks staat op Bidens electorale strategie om de Republikeinse centrumkiezer binnen te halen.

Raymond Mens mag in talkshow Op1 van publieke omroep als Koning Eenoog paraderen om boek over Trump te promoten

Iemand gaf me de tip om naar de uitzending van Op1 van 5 oktober te kijken. Van de Publieke Omroep. Ik kijk nooit naar dit soort Nederlandse talkshows. Nu weet ik precies weer waarom niet na het bekijken van het fragment met Raymond Mens en Laila Frank. Het informeert niet, amuseert niet en focust niet. Het heeft geen scherpte of humor en schiet alle kanten op. Het is van een ontluisterend laag niveau, hoewel Frank een paar zinnige opmerkingen maakt. Dit soort talkshows is de beste reclame om lid van de bibliotheek te worden (lees de stijlvaste en goed geschreven, interessante, amusante en sprookjesachtige boeken van Lida Winciewicz).

Vooral Mens laat zich kennen als een naïeve onbenul. Waarom hij als Amerika-kenner wordt opgevoerd is een raadsel. Uit zijn cv blijkt niet dat hij Amerikanistiek heeft gestudeerd. Het is een raadsel waarom iemand met zo’n eenzijdige blik wordt uitgenodigd als gast. Is dat uitsluitend omdat hij zijn nieuwe boek over Trump mag promoten? Hij krijgt geen enkele kritische vraag van de presentatoren. Ze horen het aan als zombies.

In de promotie van de kleine uitgeverij ‘Sparkle Auteurs’ wordt op vele plekken gezegd dat Mens ‘begin 2016 voorspelde dat Donald Trump de presidentsverkiezingen weleens zou kunnen winnen’. Dat is een vrijblijvende voorspelling die als verworvenheid wordt opgevoerd. Het is logisch dat Trump weleens zou kunnen winnen. Met de CIA, de FBI en het Kremlin aan zijn kant. Dat gold toen ook voor de frontrunners Hillary Clinton, Bernie Sanders en Ted Cruz die in het voorjaar en de vroege zomer van 2016 allen ‘weleens zouden kunnen winnen‘.

Alle (niet-Nederlandse) onafhankelijke waarnemers zijn het erover eens dat in 3,5 jaar Trump de VS heeft ingeboet aan internationaal aanzien, invloed en coherentie. Het land is er slechter aan toe dan in januari 2017.

Dat betreft nog niet eens de verkeerde aanpak van de COVID-19 pandemie door president Trump met nu meer dan 210.000 doden van wie velen onnodig zijn gestorven. Mens wimpelt dat weg, maar de 6500 Nederlandse doden ten gevolge van COVID-19 zijn percentueel ongeveer de helft minder dan in de VS.

Aan VVD’er Mens zijn feiten niet besteed. Hij handelt in partijdige meningen. Ik kan niet begrijpen waarom de Nederlandse publieke omroep zulke minkukels opvoert als deskundige. Of ik begrijp het wel, maar zou het eigenlijk niet willen begrijpen. Dat is trouwens sowieso een probleem met nieuws over de VS omdat de beter geïnformeerde kijker via internet direct de Amerikaanse media kan volgen. Wat is dan nog de noodzaak voor Nederlandse media om er (proportioneel veel) aandacht aan te besteden? Types als Mens blijven zo over om als éénoog koning in het land der blinden de slecht geïnformeerde kijkers te informeren en met medewerking van slecht geïnformeerde presentatoren knollen voor citroenen te verkopen. In Nederland moeten toch beter geïnformeerde, breder kijkende en intelligente America watchers te vinden zijn met een voorkeur voor Trump?

Jan Roos weet niet waarover hij praat. Met column over Trump verliest hij het laatste restje geloofwaardigheid dat hij nog bezat

Mijn reactie bij de columnTrump wint met historische zege straks groots van verwarde bejaarde Biden’ van Jan Roos op DDS. De column wekt medelijden op met een opinieleider die blijkbaar gedwongen wordt om zijn kletspraatjes te verkopen, maar geen idee heeft waarover hij praat en door niemand serieus genomen wordt:

Jan Roos is een clown. Hij noemt nieuws nepnieuws en noemt nepnieuws nieuws. Jan Roos keert het om. Jan Roos veegt feiten van tafel en boetseert met de overgebleven kruimels zijn fantasieverhaal. Jan Roos is het gezicht van 2020. Dat is het gezicht van iemand die aandacht wil en zijn meningen verkoopt zonder dat hij zelf gelooft wat hij zegt.

Het is te veel eer om Roos’ meningen te weerleggen omdat ze zulke aantoonbare onzin bevatten. Want het gaat hem duidelijk niet om het weergeven van de waarheid, maar om het vertroebelen ervan. Maar goed, ook Jennifer Griffin van Fox News heeft het bericht van Jeffrey Goldberg van The Atlantic over Trumps uitspraken dat gesneuvelde militairen ‘losers’ en ‘suckers’ zijn bevestigd. Vele critici en mensen die Trump al lang kennen hebben bevestigd dat dit past in het patroon van Trumps denken.

In zijn nieuwe boekRage’ tekent Bob Woodward op dat president Trump op 7 februari 2020 tegen hem in een (getaped) gesprek zei dat COVID-19 vijfmaal dodelijker is dan een gewone griep. Waar laat dat complotdenkers als Willem Engel of andere voormannen van deze tegenbeweging die op sociale media carrière maken door onwaarheden over COVID-19 te verkondigen? Onder meer met de claim dat een gewone griep dodelijker is dan COVID-19. Als Trump meent dat COVID-19 vijfmaal dodelijker is dan de griep, hoe brengen deze complotdenkers dan hun mening over Trump en COVID-19 in harmonie?

Sinds eind januari 2020 wordt Trumps beleid inzake de bestrijding van COVID-19 dagelijks aangevallen. Door onder meer Democraten, ex-Republikeinen en medische experts in zijn regering die door Trump op een zijspoor zijn gezet omdat ze de waarheid vertellen die Trump alleen tegen Bob Woodward bevestigt maar publiekelijk ontkent. Ofwel, Trump spreekt zichzelf tegen. Het is onzin van Roos dat Trump niet kan worden aangevallen op zijn beleid. Trump wordt continu aangevallen op zijn beleid. Roos heeft zitten slapen, begrijpt niets van de Amerikaanse politiek of liegt bewust.

Het is niet ondenkbaar dat Trump de verkiezingen van 3 november wint. Maar het wordt onwaarschijnlijk geacht dat hij de meeste stemmen krijgt. Ook in 2016 kreeg Hillary Clinton ongeveer 2,1% of 2,9 miljoen stemmen meer dan Trump. Roos’ bewering dat in 2016 uit de peilingen zou blijken dat Clinton met 97% zekerheid zou winnen is onjuist. Het is onduidelijk op welke data hij zich baseert. De meest gezaghebbende verkiezingstatisticus van de VS Nate Silver voorspelde op 8 november 2016 dat Clinton 71,4% en Trump 28,6% kans had om te winnen. Nu is die inschatting ongeveer hetzelfde, hoewel Trump het iets slechter doet met 25% tegen 75% kans voor Biden om te winnen.

Het probleem met het Amerikaanse electorale systeem waarbij niet de meeste stemmen gelden, maar via een getrapt systeem per staat kiesmannen worden gekozen, is dat het een vertekening van 3% in het voordeel van de Republikeinen heeft. Dat komt onder meer door de bovengemiddelde weging van het platteland waar overwegend Republikeinen wonen. Daarbij komt nog het actieve programma van kiezersonderdrukking en -ontmoediging van de Republikeinen, de desinformatiecampagne van de Russen op sociale media en specifiek voor 2020 het bewust afbreken door de regering-Trump van de Posterijen die het stemmen per post moeten faciliteren.

De inschatting is dat Joe Biden om gelijk te eindigen met Trump om deze redenen een vertekening van flink meer dan 3% moet wegwerken. Dat tekent gelijk het probleem van de opiniepeilers om deze aspecten in hun modellen te vangen. In 2016 was er nog de complicatie van de ‘derde’ kandidaten Jill Stein (Greens) en Gary Johnson (Libertarians) die voornamelijk stemmen bij de Democraten weghaalden. Zo haalde Stein in een staat als Michigan meer stemmen dan het verschil tussen de winnende Trump en Clinton was. Zonder Steins deelname had Clinton zeer waarschijnlijk deze staat en nog twee andere swing states gewonnen waar in totaal het verschil in stemmen ongeveer 70.000 was.

Het is begrijpelijk dat Jan Roos in de aandacht wil staan. Hij heeft nog wat goed te maken. Zijn eigen politieke carrière werd een grote mislukking. Het is echter niet te verwachten dat lezers zijn mening als een serieuze analyse beschouwen en anders lezen dan amusement. Roos is een symbool van zijn tijd. Hij kletst uit zijn nek en probeert zijn gebrek aan kennis over en inzicht in de Amerikaanse politiek om te keren door zichzelf te overschreeuwen. Jan Roos is het gezicht van 2020. Van de lachende clown die van binnen huilt. Om zichzelf.

Foto: Schermafbeelding van deel columnTrump wint met historische zege straks groots van verwarde bejaarde Biden’ van Jan Roos op DDS, 4 september 2020.

Wat te doen aan Trumps autoritaire beleid? Het wonder aan de VS is dat hij nog steeds goede kansen heeft op een tweede termijn

Verbazingwekkend aan alle verontwaardiging van progressieve media en ex-Republikeinse spijtoptanten over de autoritaire aard van de regering-Trump is dat het maar tot op zekere hoogte werkt. Terwijl de argumenten over het ongrondwettelijk en ondoelmatig gedrag van Trump overtuigend en overweldigend is. De president van meer dan 20.000 leugens komt ermee weg. Dat is het gevolg van de stammenstrijd van een verdeeld land. Weliswaar heeft Trump in alle peilingen een achterstand van tussen de 5 en 10% op Joe Biden, maar wat dat waard is valt te bezien. Ook in 2016 liep Hillary Clinton voor in de peilingen en wist ze uiteindelijk het hoogste percentage aan stemmen te behalen, maar won Trump met slechts 46,1% van de stemmen dankzij het archaïsche kiesstelsel dat conservatieve, rurale streken bevoordeelt. Herhaling ligt op de loer. Volgens een gezaghebbende voorspelling van Nate Silver maakt Trump 29% kans om te winnen. Maar dat gaat voorbij aan fraude en misleiding. Het valt af te wachten of het brede programma van kiezersonderdrukking en het bewust uitkleden door Trump van de postdienst USPS om het stemmen per post tegen te gaan opweegt tegen het enthousiasme van de kiezers om een eind te maken aan het chaotische, autoritaire, versplinterde beleid en gedrag van Trump. Het wonder aan de VS is dat hij nog steeds goede kansen heeft op een tweede termijn.

Heldere stem van Sanders én enthousiasme van zijn achterban zijn onvoldoende om het in een vuile strijd van Trump te winnen


Update 8 april 2020: Bernie Sanders heeft aangekondigd zijn campagne op te schorten en dus uit de race te stappen om Democratische uitdager van president Donald Trump te worden. Aldus een bericht in Politico. 

Mijn reactie op de FB-pagina van NRC op het artikelSanders geeft verlangen naar verandering de helderste stem’ van 24 februari 2020 van Merijn Oudenampsen, Sinan Çankaya en Paul Mepschen:

Het is een wetmatigheid dat in een nominatiestrijd de koploper met de meeste gedelegeerden door de concurrenten aangevallen wordt. Daarom moet er onderscheiden worden tussen de normale, te verwachten aanvallen op Sanders die direct uit het verloop van de nominatiestrijd volgen en de meer ideologische aanvallen. De auteurs laten het maken van dat onderscheid na.

Het is trouwens nog maar helemaal de vraag of Sanders voorverkiezing op voorverkiezing wint. De suggestie van de auteurs is dat hij buiten zijn natuurlijke achterban veel enthousiasme oproept en kan bogen op veel steun. Werkelijk? In Iowa was het Pete Buttigieg die de meeste gedelegeerden (niet de meeste stemmen) achter zich kreeg. In New Hampshire en Nevada won Sanders wel. Maar de omvang van die winst is betrekkelijk. In Nevada gingen van de 691.922 geregistreerde Democraten (stand januari 2020) er in de slotronde van de caucus 101.543 stemmen. Dat is bijna 15%. Daarvan stemde iets meer dan de helft niet op Sanders. Zodat zo’n 93% van de geregistreerde Democraten in Nevada niet op Sanders stemde. In 2016 haalde Sanders onder andere omstandigheden en in een ander deelnemersveld een hoger percentage dan in 2020. Ofwel, Sanders’ resultaten tot nu toe wijzen niet ondubbelzinnig op veel steun, maar vooral op een positieve spin. Waarbij de paradox is dat zowel de conservatieve als de progressieve media om verschillende redenen het belang van Sanders overschatten.

Dus laten we voorzichtig zijn met de interpretatie van de resultaten tot nu toe en daar geen hosanna-verhaal pro-Sanders op bouwen. We weten op dit moment gewoonweg nog niet of Sanders een goede kandidaat is die voldoende aantrekkingskracht heeft om president Trump in de zogenaamde purple states (Pennsylvania, Michigan, Wisconsin, Florida) te verslaan. Dat Sanders het goed doet in blauwe staten als Vermont, Massachusetts, Oregon, New York of California is voor het Electoral College van geen belang omdat daar het verschil met de Republikeinen niet wordt gemaakt.

Laten we kijken wat we wel weten. Sanders’ zwakte is zijn radicalisme. Hij profileert zich nog steeds als ‘socialist’, terwijl hij zich in interviews en toespraken soms, maar niet altijd verklaart als ‘democratisch socialist’. Volstond hij maar door te verwijzen naar de Deense verzorgingsstaat. Maar zo rechtlijnig en gedisciplineerd is hij niet. Dat geeft op z’n minst een gemengd beeld af wat hem kwetsbaar maakt voor aanvallen van Trump en de rechtse pro-Trump media.

Bevat de Sanders Campagne wel voldoende wereldwijsheid? Want hoe slim is het voor een kandidaat om in de VS dat sinds Emma Goldman in de jaren 1910 geen socialistische traditie heeft gekend als personal branding het etiket ‘socialist’ te blijven gebruiken? Want dat doet Sanders tot nou toe. Dat gaat dus niet om Sanders’ beleid, maar om de marketing van zijn beleid. Dat kent tot nu toe onnodige zwakheden. Wellicht dat de stroomlijning daarin nog tijdig verandering brengt. Maar zeker is dat niet. De auteurs wijzen terecht op de inhoud van Sanders’ beleid en de ongelijkheid in de VS, maar laten de presentatie ervan buiten beschouwing. En in de beeldvorming wordt de strijd om de twijfelende kiezers beslist.

Sanders recente uitglijer om de bestrijding van het analfabetisme in het Cuba van Fidel Castro als verworvenheid te presenteren is opnieuw van een ongelukkige wereldvreemdheid. Het is van een zelfde domheid als te verwijzen naar de treinen die Mussolini op tijd liet rijden en de Autobahnen die Hitler liet aanleggen. Het is een historisch feit, maar het getuigt van een gemankeerd politiek gevoel om dat in een campagne naar voren te brengen. Terwijl Sanders notabene weet dat hem dat kwetsbaar maakt. Het roept vragen op over Sanders politieke handigheid en gogme. Zo’n opmerking over Castro is ook electoraal onhandig omdat het de Democratische Latino-kiezers in Zuid-Florida tegen het hoofd stoot. De Democraten moeten hoogstwaarschijnlijk Florida winnen om Trump te kunnen verslaan.

De verwijzing van de drie auteurs naar Hillary Clinton als centrumkandidaat is ongelukkig. Want de suggestie is dat zij in 2016 verloor omdat zij een centrumkandidaat was. Maar dat is nog maar helemaal de vraag. Het gaat voorbij aan andere factoren in de campagne van 2016. Zoals de interventie die zonder precedent was van toenmalig FBI-directeur James Comey die op een persconferentie naar buiten bracht dat Clinton onderzocht werd. Terwijl het onderzoek tegen Trump door de FBI niet naar buiten werd gebracht. Daarnaast was Hillary Clinton een arrogante politicus die een slechte campagne voerde met een uitstraling dat zij recht had op het presidentschap. Dat werkte niet. Verder waren er de ontelbare onregelmatigheden die nog niet eens volledig in kaart zijn gebracht. Zoals honderden miljoenen dollars aan Saoedisch en Golfstaten-geld dat illegaal naar de campagnekas van Trump stroomde en de inmenging van de Russische Federatie via hacks en sociale media die eveneens onrechtmatig was. De Republikeinse partij blokkeerde in de herfst van 2016 bij monde van de meerderheidsleider in de Senaat Mitch McConnell een onderzoek naar de buitenlandse inmenging door de federale overheid. Zodat de toenmalige regering Obama geblokkeerd werd om te handelen. Desondanks kreeg Clinton zo’n drie miljoen meer stemmen dan Trump. Maar dat zijn overbodige stemmen waar nu ook deels het enthousiasme voor Sanders op wordt gebaseerd.

Mogelijk wint Bernie Sanders de Democratische nominatie en kan hij Trump verslaan, de meerderheid in het Huis vasthouden en die in de Senaat veroveren. Want zonder dat laatste zal hij hoe dan ook vleugellam zijn. De drie auteurs hebben het grooste gelijk van de wereld dat de ongelijkheid in de VS te groot is geworden en dat de rijken en vermogenden via hun greep op de politiek hun eigenbelang veiligstellen. Dat is onaanvaardbaar en onhoudbaar. Daarom moet de Amerikaanse politiek hervormd waren. Voor het belang van de burgers, het land en de sociale vrede. Trouwens te beginnen met het herroepen van de Citizens United-uitspraak van het Hooggerechtshof die het grote geld in de politiek introduceerde.

Maar de drie auteurs maken een vreemde sprong als ze uit het gelijk dat Sanders heeft concluderen dat hij ook gelijk zal krijgen. Want daar zijn heel andere kwaliteiten voor nodig in een campagne die naar verwachting vuiler en gemener zal zijn dan in 2016. En nog meer buitenlandse inmenging zal kennen dan vier jaar geleden. Enthousiasme en een heldere, rechtvaardige stem zijn onvoldoende om het te winnen van een opgehitste achterban en een liegende, bedriegende, valse stem die met de modernste technische analyse en middelen onder de aandacht wordt gebracht. Je zou bijna denken dat de wereldvreemdheid die Sanders tot nu toe vertoont is overgeslagen naar drie auteurs in Nederland. Wat je noemt multiculturalisme.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelSanders geeft verlangen naar verandering de helderste stem’ van Merijn Oudenampsen, Sinan Çankaya en Paul Mepschen in NRC, 24 februari 2020.

Max von Kreyfelt heeft het mis. Niet de media, maar Assange is veranderd

Update 20 april 2022: Uitlevering van Julian Assange aan de VS is een stap dichterbij gekomen na de beslissing van de rechter die het ultieme besluit over uitlevering in handen van Binnenlandse Zaken legt. De zaak is daarom niet langer een juridische, maar wordt een politieke kwestie. Dat is niet in het voordeel van Assange.

Mijn reactie bij de videoDon’t extradite Julian Assange – demonstratie Amsterdam’ op Café Weltschmerz:

Max von Kreyfelt laat zich kennen als complotdenker. Hij is neerbuigend naar de gevestigde media als hij meent dat de jongeren hun geschiedenis niet kennen en zich laten sturen door Brussel. Hij laat in het midden of hij hier de EU of het Mediahuis mee bedoelt. De laatste heeft overigens het hoofdkantoor in Antwerpen.

De geïnterviewde gaat voorbij aan het feit dat Assange is veranderd en zich tot een meeloper van het Kremlin heeft ontwikkeld. Dat verklaart de desinteresse van de media. En wees nou eerlijk, om wat voor nieuwsfeit gaat het hier nou eigenlijk? Er lopen wat Piraten die sinds het Oekraïne-referendum in rechts vaarwater terecht zijn gekomen en in de media geen smoel en geloofwaardigheid meer hebben.

Van de Robin Hood die tegen het establishment vocht is Assange in de loop der jaren geëvolueerd tot een pion van het Kremlin. In tegenstelling tot iemand als Edward Snowden die in elk geval besefte dat hij in de media zijn onafhankelijkheid van de Russen moest blijven benadrukken. Die schijn hield Assange niet eens op.

De som is dan snel gemaakt. President Trump die Assange in het zadel heeft geholpen heeft de media tot vijand van het volk verklaard. Is het een wonder dat de gevestigde Nederlandse media daar niet echt warm voor lopen? Het is inderdaad wel opvallend dat de alternatieve media het ook af lieten weten.

Wat is er sinds 2012 veranderd? Het lijkt erop dat Assange is geradicaliseerd. Wie hem hartstochtelijk verdedigen zijn daar een aanwijzing voor: complotdenker Alex Jones van Infowars, Sean Hannity van Fox News, UKIP-voorman en Brexiteer Nigel Farage en de Russische propagandazender RT. Dat is niet een gezelschap dat zweert bij democratie en rechtsstaat, maar juist het standpunt ondersteunt dat ‘media de vijand van de staat’ zijn. Dat roept de vraag op of Assange zelf wel een journalist is zoals hij claimt.

Over Assange bestaat sinds midden 2013 de controverse of hij een agent van Russische inlichtingendiensten is. Op zijn minst bestaat de verdenking dat hij er nauw mee heeft samengewerkt in de presidentscampagne van 2016 die Trump het presidentschap bracht. Roger Stone was de tussenpersoon tussen het Kremlin en Trumps campagneteam.

De vraag is hoe Assange beoordeeld moet worden. Is hij een journalist, een politiek activist of een ingelijfde medewerker van een ‘buitenlandse’ inlichtingendienst? John Schindler wees er in 2013 in een analyse op dat WikiLeaks via Israel Shamir waarschijnlijk geïnfiltreerd was door de Russische inlichtendienst.

Dat verklaarde de opstelling van Wikileaks in de campagne van 2016 die volledig in lijn was met de opstelling van het Kremlin. De ‘progressieve’ Assange kwalificeerde tijdens de campagne de Democratische Hillary Clinton als kwalijker dan de Republikeinse Donald Trump. Daarmee probeerde Assange progressieve Democratische, pro-Bernie Sanders kiezers te ontmoedigen om te gaan stemmen. Achteraf kan dat alleen maar begrepen worden in de georkestreerde campagne om verschillende doelgroepen in de richting van Trump te laten bewegen.

Dus? Verdient Assange juridische bescherming of heeft hij door vanaf 2013/2014 samen te spannen met het Kremlin zijn rechten verspeeld? Hoe dan ook is hij afgelopen 7 jaar door zijn activistische opstelling en handelswijze terechtgekomen in het kruisvuur tussen Kremlin en Witte Huis. Als hij in een kerker in Virginia verdwijnt, dan kan op zijn minst worden gezegd dat hij door zijn pro-Kremlin opstelling de Amerikanen alle munitie heeft gegeven om hem in handen te krijgen.

Assange verdient het om berecht te worden voor zijn daden, maar een eerlijk proces zit er vermoedelijk niet in. Wie hoog spel speelt en verliest, heeft blijkbaar dat recht verspeeld. Dat is de harde praktijk van de strijd tussen landen. Wie niet oppast wordt daarin vermalen. En Assange heeft niet goed opgepast. De Nederlandse media zullen daar verslag van doen. Als er iets te melden valt dat meer is dan een verregende, troosteloze gebeurtenis op het Museumplein.

Bernie Sanders wint Nevada in race die verder gevorderd is dan het lijkt

MSNBC’s host Chris Matthews maakt een opmerkelijke vergelijking als hij de Franse premier Paul Reynaud citeert die op 15 mei 1940 tegen de Britse premier Winston Churchill zei dat het over was toen de Duitse troepen door de Franse verdediging bij Sedan waren gebroken. Terwijl Frankrijk een indrukwekkend leger had en zo op het oog nog lang niet verslagen leek. Reynaud die strijdbaar was vroeg de Britten om ondersteuning.

Matthews maakt deze vergelijking om de opgang van Bernie Sanders te verduidelijken. Uiteraard is de gelijkenis van Sanders met de Duitse invasie van Frankrijk in 1940 ongelukkig. Het is geen neutrale associatie, hoewel het de vraag is of hij het kwaadaardig bedoelt. Maar Matthews heeft gelijk in zijn observatie dat terwijl op het oog de Democratische nominatie nog niet beslist lijkt, dat in werkelijkheid wel eens degelijk het geval zou kunnen zijn. Hij sluit hiermee aan bij een opinie-artikel van 21 februari 2020 van Tim Miller voor het conservatieve The Bulwark dat zegt dat de race verder gevorderd is dan het lijkt (les 1) en dat de verdeling in progressieve en gematigde ‘paden’ (lanes) een verzinsel is (les 2) omdat kiezers makkelijk van lane wisselen.

In 2016 was ik een aanhanger van Sanders omdat ik in hem, zijn achterban en programma meer hart en energie zag dan in de gedoodverfde Hillary Rodham Clinton die uiteindelijk smadelijk van Trump verloor. In 2020 is de belangrijkste opdracht voor de Democraten om president Trump te verslaan. De reden is duidelijk: Trump zorgt voor onrust, chaos, verdeeldheid en corruptie, en beschadigt het aanzien en de nationale veiligheid van de VS, de westerse alliantie en is tot een marionet van de Russische president Poetin gemaakt.

Elke Democraat die de essentiële paarse staten (waar de blauwe Democraten en de rode Republikeinen min of meer in evenwicht zijn) wint, wordt de volgende president. Als blijkt dat Bernie Sanders de Democratische kandidaat is die meeste kans heeft om die paarse staten te winnen, dan hoop ik dat hij de uitdager van Trump wordt. Als dat toch Joe Biden of een andere kandidaat is, dan hoop ik dat die de uitdager wordt.

Hoe dan ook is Bernie Sanders met een indrukwekkende race bezig en blijkt dat hij een beweging ‘on the ground‘ heeft die goed georganiseerd, gedisciplineerd en enthousiast is. Hoopgevend voor Sanders is dat de demografische gegevens over Nevada aangeven dat hij bij alle kiezersgroepen hoog scoort. Sanders treedt buiten de doelgroepen die doorgaans met hem worden geassocieerd, zoals studenten, jeugdigen en progressieve of zeer progressieve kiezers. Voor het establishment van de Democratische partij is de opgang van Sanders lastig te verteren. Als Sanders het momentum volhoudt en op Super Tuesday 3 maart in staten als Texas, California en Noord Carolina goed scoort, dan is hij niet meer te stoppen. Omdat in vele staten al gestemd kan worden (early voting) wordt het effect van een winnende Sanders op dit moment al versterkt.

Omdat kandidaten in de voorverkiezingen radicaliseren om hun opponenten af te troeven, valt van Sanders te verwachten dat als hij op de Democratische conventie in Milwaukee in juli 2020 genomineerd wordt, hij daarna richting centrum beweegt. Al is het maar om de partij te verenigen en zoveel mogelijk Democratische en Onafhankelijke kiezers achter zich te krijgen. Hoewel dit bij Trump niet is gebeurd en ik daarover in een commentaar van 17 november 2016 al twijfels had toen Willem Post met de observatie kwam dat Trump zou normaliseren en als president zijn bizarre gedrag dat hij tijdens de campagne vertoonde achter zich zou laten.

Het valt te bezien hoe Sanders reageert op een mogelijke nominatie. Want er zijn gelijkenissen tussen de bewegingen van Trump en Sanders met hun eigen, krachtige dynamiek. Hoe dan ook moet voor de verbreding van zijn draagvlak het misverstand de wereld uit dat Sanders een ‘socialist’ zou zijn, terwijl hij een ‘sociaal-democraat Europese snit’ is die binnen de contouren van het kapitalisme blijft. Hervorming kapitalisme: ja, afschaffing ervan: nee. Het is essentieel dat Sanders’ campagneteam zijn radicale aanhangers tot de orde roept die met hun pleidooi voor socialisme en agitatie tegen het kapitalisme Trump wind in de zeilen geven.