Trump grossiert op NAVO-top in valse claims en achterwaartse bewegingen. Dwingt het de EU tot een eigen defensiemacht?

Het panel van Morning Joe analyseert het gedrag van de Amerikaanse president Trump. Hij grossierde tijdens de NAVO-top in Brussel niet alleen in leugens, foute aannames, onlogische redeneringen, borstklopperij en egomanie, maar ook in het vooruitzicht het belang van NAVO bij de ontmoeting met de Russische president Putin in Helsinki op 16 juli te beschadigen. Er valt de mopperende, slecht voorbereide en megalomane Trump veel te verwijten, maar de EU evenzeer. Want hoe kan het dat als de Europese NAVO-leden aan defensie meer uitgeven dan China en meer dan viermaal zoveel dan de Russische Federatie ze blijkbaar toch zo afhankelijk zijn van de Amerikaanse krijgsmacht? Dit roept de vraag op hoe doelmatig het Europese defensiebudget nu wordt besteed en waarom dat na 2011 al niet tot een sterke Europese poot van de NAVO heeft geleid die op eigen benen kan staan? De oplossing lijkt simpel, de EU moet onder leiding van Frankrijk (en zonder Verenigd Koninkrijk, Turkije, Canada en VS) en met behulp van een eigen Europese wapen- en defensie-industrie die niet langer Amerikaans materiaal koopt een defensiemacht optuigen die de EU territoriaal kan verdedigen tegen agressors van buiten de EU. Zo’n EU-defensiemacht kan een gelijkwaardige partner zijn van VS en VK.

De kruisstelling van Luuk van Middelaar over Oekraïne

Schermafbeelding van deel artikelGeen centimeter oostwaarts’ van Luuk van Middelaar in NRC, 12 januari 2018.

Doorgaans kan ik me goed vinden in de observaties van Luuk van Middelaar in zijn column in NRC. Net als de andere NRC-columnist Caroline de Gruyter representeert hij een gematigde pro-Europese koers. Overigens geen wonder, want vanaf 2009 werkte Van Middelaar in het kabinet van de Belg Herman Van Rompuy, tot 2014 de eerste voorzitter van de Europese raad van regeringsleiders. Maar in zijn column ‘Geen centimeter oostwaarts’ van 12 januari kan ik me om verschillende redenen niet vinden. Ik zal uitleggen waarom dat is.

Van Middelaar neemt als uitgangspunt de levering door de Amerikaanse regering van de draagbare antitank-raket Javelin aan Oekraïne. Ermee kunnen moderne tanks worden uitgeschakeld. In een recent bericht van 17 januari zegt de Amerikaanse ambassadeur in Oekraïne Marie Jovanovic dat de VS de wapens gratis zal leveren.

Jovanovic zegt echter ook dat de details nog niet uitgewerkt zijn en het congres geïnformeerd moet worden. Maar dat is geen probleem omdat de Senaat al op 18 september 2017 met een meerderheid van 89 tegen 9 stemmen instemde met de levering van wapens aan Oekraïne ter waarde van 500 miljoen dollar. Senator John McCain was hier de afgelopen jaren één van de pleitbezorgers van.

Ambassadeur Jovanovic, senator McCain en andere voorstanders van levering van deze zogenaamde letale wapens aan Oekraïne benadrukken keer op keer dat de Javelin antitank-raketten defensieve wapens zijn die het Oekraïense leger de mogelijkheid geeft om zich te verdedigen tegen het hybride leger van Russische reguliere militairen en zogenaamde separatisten dat sinds 2014 delen van Oost-Oekraïne bezet houdt.

Het idee is dat de Javelin geen escalatie van de Russisch-Oekraïense oorlog inhoudt, maar juist het tegendeel. Levering van antitank-wapens trekt de strijd gelijk en zorgt voor deëscalatie. Naar verluidt omvatte het hybride Russische leger in de Donbas in 2017 bijna 700 tanks, meer dan het Oekraïense of het Duitse leger.

Van Middelaar redeneert omgekeerd en denkt dat de levering van de Javelin voor escalatie zorgt: ‘Maar als Washington een tandje bij steekt, zal ook Moskou beter materiaal sturen. Dan kan het conflict dat sinds 2014 al 10.000 slachtoffers vergde, uitgroeien tot Amerikaans-Russische war by proxy op Europese bodem.

Dit is theoretisch mogelijk, maar vindt geen onderbouwing in de praktijk. Uit bronnen blijkt dat het Kremlin al in 2014 haar modernste materiaal naar Oost-Oekraïne stuurde. Onder meer om deze oorlog als proeftuin te gebruiken en nieuwe wapens te testen.

Sinds 2014 is de kloof tussen de vuurkracht van het leger van Oekraïne met dat van de Russische Federatie aanzienlijk vergroot. Oekraïne moest sinds de vlucht van president Viktor Janoekovitsj en de Maidan-opstand in 2014 haar leger met behulp van westerse partners (VS, Canada, Polen, Tsjechië, Kroatië, Turkije) praktisch opnieuw opbouwen vanwege materiaalgebrek, onderbesteding, corruptie, slechte commandostructuur en Russische ondermijning van het leger tot op het hoogste niveau.

Van Middelaar doet ook de Amerikaanse politieke praktijk geweld aan als hij zegt: ‘Washington raakt steeds verder in de greep van anti-Russische retoriek. Van de Republikeinen wekt het geen verwondering. Maar ook de Democraten zijn sinds de nederlaag van Hillary Clinton tegen Trump volledig door Poetin geobsedeerd.’

Door het te etiketteren als ‘anti-Russische retoriek’ suggereert Van Middelaar dat kritiek op het Kremlin loos en bombastisch is, en geen aangrijpingspunten in de werkelijkheid vindt. Hij gaat voorbij aan de inmenging van het Kremlin in de presidentsverkiezingen van 2016 dat het establishment in Washington uit balans heeft gebracht. Des te meer omdat de Russische inmenging tot op de dag van vandaag doorgaat en de regering-Trump in haar eerste regeringsjaar geen enkel beleidsprogramma of zelfs maar vergadering hieraan heeft willen wijden.

Het is dan ook onjuist om te constateren dat de Republikeinen in de greep van anti-Russische retoriek zijn. Eerder het omgekeerde is waar: de regering Trump en de leidende Republikeinen in het congres die Trump steunen zijn in de greep van pro-Russische retoriek. Veelzeggend zijn opiniepeilingen over de Republikeinse achterban die door de pro-Russische politiek van Trump en de Republikeinse meerderheidsleiders in Huis en Senaat in twee jaar sinds 2015 een omslag van een toegenomen populariteit van 20% ten gunste van Putin laten zien.

Het is de vraag hoe Van Middelaar die daar niet vaak op te betrappen valt in dit geval tot zijn verkeerde inschatting van de feiten komt. Mogelijk geeft de volgende zin dat aan: ‘ook de pro-Russische separatisten doen geen concessies als Poetin ze niet dwingt’. Van Middelaar lijkt niet echt te begrijpen hoe het Kremlin in de bezette gebieden van Oost-Oekraïne aan de touwtjes trekt en de Russische geheime dienst de operatie leidt.

Warlords die zich tegen de sturing vanuit het Kremlin verzetten zijn de afgelopen jaren stuk voor stuk door de Russische geheime dienst uit de weg geruimd. De oorlog kan uitsluitend voortduren door de levering van militair materiaal, munitie en personeel vanuit de Russische Federatie. Dit alles houdt niet in dat Putin op dit moment zijn macht niet wil inzetten om Minsk-II af te dwingen, maar dat hij zijn macht juist heel specifiek inzet om de uitvoering van Minsk-II te blokkeren. Overigens doet Kiev niet veel anders, maar het heeft in de bezette gebieden uiteraard niet dezelfde krachtige machtspositie die Putin daar heeft.

Van Middelaar besluit zijn in mijn ogen niet overtuigende column met het aanstippen van de afspraken op het hoogste politieke niveau over de uitbreiding van de NAVO. Hij suggereert met de titel ‘Geen centimeter oostwaarts’ dat westerse leiders in de jaren 1990-1991 aan de leiding van de toenmalige Sovjet-Unie wellicht niet naar de letter (in een verdrag), maar wel naar de geest (via informele afspraken) hebben beloofd om de NAVO niet verder dan de toenmalige DDR oostwaarts uit te breiden. Dat staat haaks op zijn opvatting tussen de regels door van geopolitiek die de geest van Realpolitik boven de letter van internationale verdragen en soevereiniteit van staten stelt. Macht boven recht.

Zo resteert de kruisstelling van gelegenheidsdenkers als Van Middelaar of Jaap de Hoop Scheffer. In het opinie-artikelDe NAVO brak zijn woord aan Rusland niet’ verwijst Hubert Smeets de theorie dat westerse leiders hun beloften zouden hebben gebroken naar het rijk der fabelen. Niet de Sovjet-Unie of de Russische Federatie zijn bedrogen door het Westen, maar opinie-leiders als Luuk van Middelaar laten zich om de tuin leiden door Russische retoriek die het verleden verkeerd voorstelt. Hun mening weerklinkt zelfs met een valse echo tot in Washington en op het slagveld in Oost-Oekraïne.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelGeen centimeter oostwaarts’ van Luuk van Middelaar in NRC, 12 januari 2018.

De Hoop Scheffer keuvelt over NAVO en Russische Federatie. Nieuwsuur zendt het nog uit ook

De voormalige secretaris-generaal van de NAVO (2003-2009) Jaap de Hoop Scheffer doet aan waarzeggerij. Hij kijkt in de glazen bol van de recente geschiedenis en brouwt daar zijn aannames uit. Actieve politici hoeden zich om hypothetische als/dan-vragen te beantwoorden, maar De Hoop Scheffer schudt ze moeiteloos uit zijn mouw. De relevantie van wat hij zegt is nul. Het is de vraag wat voor belang de redactie van Nieuwsuur erin ziet. Waarom geeft Nieuwsuur De Hoop Scheffer een podium? Wat denkt Nieuwsuur dat hij toevoegt?

Daarbij spreekt hij zich ook nog eens tegen wat zijn betoog er nog onbeduidender op maakt. In maart 2017 zette hij in bovenstaand fragment vragen bij de rationaliteit van de Russische president Putin, maar in januari 2018 gaat De Hoop Scheffer uit van de rationaliteit van Putin. Dat kan niet allebei waar zijn. Wat De Hoop Scheffer met deze buitenfeitelijke geschiedschrijving vooral oproept is vragen over zijn eigen rationaliteit.

Jaap de Hoop Scheffer is weer een CDA-politicus die pas assertief wordt na zijn carrière als actieve politicus. Als het er niet meer toe doet. Wijsheid komt bij dit soort politici blijkbaar met de jaren. Net als oud-premier Dries van Agt die van de weeromstuit overgestapt is naar GroenLinks. Sapristi! De Hoop Scheffer gaat nog verder. Hij kijkt niet alleen terug en bouwt met onnavolgbare aannames zijn kaartenhuis, maar doorgrondt ook de toekomst. Zo zegt hij volgens een bericht van de NOS dat er voor Georgië en Oekraïne geen sprake meer zal zijn voor NAVO-lidmaatschap. Hoe kan hij dat weten en waarom loopt hij als voormalig secretaris-generaal het huidige leiderschap van de NAVO hiermee voor de voeten? De Hoop Scheffer gaat daar helemaal niet over. Nog los van het feit dat zijn inschatting niet op feiten, maar op hypotheses is gebaseerd.

Hoe is het werkelijk gegaan? Op de NAVO-top in Boekarest, 2008 zei Putin tegen president Bush: ‘You don’t understand, George, that Ukraine is not even a state. What is Ukraine? Part of its territories is Eastern Europe, but the greater part is a gift from us.’ Een citaat dat overigens door sommigen als apocrief wordt bestempeld. Maar als de bron klopt, dan onderstreept dat de onjuistheid van wat De Hoop Scheffer zegt. Dan werd Putin in 2008 niet radicaler door een hem onwelgevallig besluit van de NAVO, maar was Putin al door en door radicaal voordat de NAVO in 2008 besloot om Georgië en Oekraïne het lidmaatschap in het vooruitzicht te stellen.

Er bestaat consensus over dat Putin los van welk besluit van de NAVO ook Oekraïne hoe dan ook geen autonomie gunde. Hij ontkende zelfs dat Oekraïne een autonome staat was, kon of mocht zijn. Autonomie die Putin 10 jaar later door inmenging in Oost-Oekraïne nog steeds blokkeert overigens. Dat is de rode lijn in het beleid van het Kremlin. Want volgens de voorwaarden van de NAVO kan een land dat gedestabiliseerd is geen lid worden. Dat tekent Putins missie: Oekraïne door destabilisering afhouden van het NAVO-lidmaatschap.

Wat de NAVO verweten kan worden is dat het besluit om Georgië en Oekraïne lidmaatschap te bieden Putin de gelegenheid bood om zijn weerzin tegen een autonoom Oekraïne te verbergen achter dat besluit. In die val trapt De Hoop Scheffer 10 jaar later nog steeds. De NAVO had Putin die politieke dekking nooit moeten geven. Die inschattingsfout is gemaakt tijdens het secretariaat van Jaap de Hoop Scheffer en heeft hij niet kunnen voorkomen. Dat valt niet hem maar vooral president Bush aan te rekenen. De huidige relativering van De Hoop Scheffer verklaart dat echter niet, maar onttrekt het aan het zicht door er een laag van aannames overheen te leggen. Voor het begrip van wat er in 2008 gebeurde is dat een zinloze exercitie. Er valt zelfs een misleiding door De Hoop Scheffer in te zien. Het was beter geweest als de NAVO in 2008 beide landen per onmiddellijk lid had gemaakt of hun kandidatuur geheim had gehouden totdat het besluit effectief zou worden genomen.

De wijsheid achteraf van Jaap de Hoop Scheffer verwisselt oorzaak en gevolg. Hij schat Putin in 2018 in tegensstelling tot wat hij in 2017 beweerde 100% rationeel in terwijl de Russische president zonder de NAVO en voor 2008 ook al radicaal was. Want zo kan het misgunnen of blokkeren van de autonomie voor het 44 miljoen inwoners tellende Oekraïne wel genoemd worden. Machtspolitiek waartoe De Hoop Scheffer zich blijkbaar achteraf bekeerd heeft. Dat maakt internationale verdragen en grondrechten ondergeschikt aan botte macht en is per definitie radicaal omdat het voorbijgaat aan de soevereiniteit en het recht van staten.

In zijn betoog heeft De Hoop Scheffer het geen moment over de rechten en volkssoevereiniteit van Georgië en Oekraïne. Hij gaat voorbij aan internationale verdragen (Helsinki 1975, Parijs 1990, Boedapest 1994) die autonome staten zoals Oekraïne soevereiniteit garanderen en het recht op een eigen koers. De Hoop Scheffer redeneert alsof hij Oekraïne ondergeschikt ziet aan of als een verlengde (‘Klein Rusland’) van de Russische Federatie. Dat is te grof voor geschiedschrijving die de werkelijkheid genuanceerd en waarheidsgetrouw beschrijft of voor historiserende journalistiek die het moet hebben van een zorgvuldige reconstructie die het verleden helpt inzichtelijk te maken. De Hoop Scheffer dendert met de fijngevoeligheid van een olifant in de porseleinkast door de recente geschiedenis. Zijn revisionisme rammelt aan vele kanten en is niet to the point.

In het profiel van grensland Oekraïne is voor iedereen iets te halen

Ukrainian-bluecoats-1918

Slavist Sjeng Schrijen schrijft in De Groene over Oekraïne en de geschiedenis van de Oekraïense avant-garde. Met het volgende citaat: ‘De Oekraïense identiteit is niet een jong verzinsel. Al eeuwen beschouwen vooraanstaande intellectuelen, politici en ondernemers zichzelf als Oekraïner, ruim voordat een Oekraïense staat zelfs maar als gedachte-experiment mogelijk was. Dat Oekraïense zelfbewustzijn is geen excentriek of marginale toestand (..) maar een cultuurbesef gegrond in een eigen taal en geschiedenis, dat gedeeld en beleefd wordt door miljoenen mensen‘. Hij toont tevens overtuigend aan dat de Oekraïense identiteit minder eenzijdig is dan Oekraïense nationalisten het voorstellen. En betwijfelt of dat aansluit bij wat Europa graag hoort. Vraag is dus of de Oekraïners zich in Europa verstandig profileren om brede steun te verwerven.

Niemand kan voorspellen of Oekraïne niet ooit lid van de EU wordt. Er is weliswaar een bijna door alle EU-lidstaten geratificeerd associatieverdrag met Oekraïne -en met Moldavië en Georgië- maar niet gezegd is dat dat naadloos en zonder een nieuwe ronde van politieke besluitvorming overgaat in een EU-lidmaatschap van dat land. Associatie is nog geen lidmaatschap. Chili, Jordanië en Israël gaan niet op voor het EU-lidmaatschap, maar zijn wel associatiepartners. Turkije zit als associatiepartner al sinds 1963 in de wachtkamer van Europa.

Soms beweren degenen die liever in termen van invloedssfeer dan van soevereiniteit denken dat Oekraïne lang deel uitmaakte van de Russische geschiedenis. Maar dat is onvolledig. Het is juister om te zeggen dat Rusland en Oekraïne een lange gemeenschappelijke geschiedenis hebben. In zekere zin geldt zelfs het omgekeerde, namelijk dat Rusland een bakermat vindt in Kiev en dus ontstaan is op grondgebied dat nu Oekraïens is. Het vroeg-Middeleeuwse Rusland is vanaf de 9de eeuw ontstaan uit het Kievse Rijk. Een voorloper van Oekraïne.

Leidend in de geschiedenis van Oekraïne is het Russisch kolonialisme of imperialisme dat Oekraïeners en anderen op grondgebied dat nu Oekraïens is zoals Polen, Wit-Russen, Roemenen, Litouwers, Krim-Tataren en Hongaren werd opgelegd door de Russen. Hoewel ietwat vertraagd, past een sinds 1991 autonoom Oekraïne in het proces van dekolonisatie dat vele landen na WOII vanuit een idee van rechtvaardigheid zelfstandigheid gaf. Feit is dat het Russische koninkrijk of hoe het in de verschillende fasen van haar bestaan heette een koloniserende macht was die talloze landen heeft veroverd. Dat valt nu nog steeds af te lezen aan het groot aantal volkeren en etniciteiten, nationaliteiten, taalgroepen en religies binnen de huidige Russische Federatie.

Voor de politieke situatie zijn overwegingen over geschiedenis of invloedssfeer niet de hoofdzaak. Oekraïne is een soevereine staat die over zichzelf kan beslissen. Soevereiniteit in het internationaal recht gaat over het zelfbeschikkingsrecht. Dat is in 1975 voor Europese landen extra geformuleerd in de Helsinki Final Act. Dus als de meerderheid van de Oekraïners bij de EU aansluiting wil zoeken dan is het aan de EU om te bepalen of en onder welke voorwaarden het Oekraïne wil toelaten. Het is niet aan een land buiten de EU om dat een ander land te verbieden. Ondanks het wat vage idee van invloedssfeer dat zou volgen uit machtspolitiek.

Het is onjuist en in strijd met verdragen over territoriale integriteit en soevereiniteit om Oekraïne niet als een soevereine staat te beschouwen. Bekend is dat dit het Russische standpunt is dat door de Russische propaganda wordt verspreid. Zo zei Putin in april 2008 in de marge van een NAVO-top tegen toenmalig president Bush dat hij Oekraïne niet als een staat beschouwt. Dat Putin dat vanuit zijn gedachtenwereld zegt komt niet onverwachts, maar het is onbegrijpelijk dat iemand in het Westen dit standpunt zou overnemen.

Juridisch doen die overwegingen er weinig toe. Ook (het Duitstalige deel van) Zwitserland en Oostenrijk die cultureel georiënteerd zijn op Duitsland en waarschijnlijk een speciaal gevoel hebben over die relatie met Duitsland zijn soevereine landen. En zo zijn er overal ter wereld van dat soort relaties tussen landen, volkeren en minderheden in die landen. Bij Oekraïne is het niet anders. Maar dat betekent niets over de soeveriniteit of de territoriale integriteit die vanwege die culturele redenen daarom minder waard zouden zijn vergeleken bij andere landen. Dit standpunt is onwerkbaar en ongewenst omdat het het hele stelsel van het volkerenrecht omver zou kegelen. Dat zorgt voor onrust en onzekerheid en bedreigt de veiligheid tussen landen.

In het geval van Oekraïne is dat boven de normale internationale rechtsorde nog eens extra gegarandeerd in het Boedapester Memorandum van 1994 waarin de Russische Federatie, de VS en het Verenigd Koninkrijk de soevereiniteit en territoriale integriteit van Oekraïne garandeerden. Achtergrond daarvoor is dat Oekraïne na politieke druk en langlopende onderhandelingen haar verouderde, maar redelijk omvangrijke kernwapenarsenaal inleverde in ruil voor die garantie over soeveriniteit en territoriale integriteit door de drie genoemde landen doordat Oekraïne zich kwetsbaar maakte door de eigen kernwapens de deur uit te doen.

Oekraïne is meer eensgezind dan de Russen het voorstellen, maar diverser dan Oekraïners het voorstellen. Oekraïne is het meest corrupte land van Europa dat nog lang niet klaar is voor aansluiting bij de EU. Oekraïne heeft meer zelfbeschikkingsrecht dan Europese rechts-radicalen menen, maar minder manoeuvreerruimte dan de Oekraïners wensen. Het doet Oekraïne als grootste land van Europa dat geheel in dat continent ligt en cultureel zo divers is tekort om het binnen de Russische invloedssfeer te laten vallen, maar de wisselwerking met de Russen blijft wel een belangrijk onderdeel van de geschiedenis. Oekraïne is het grensland waar Oost en West elkaar ontmoeten en dat op zichzelf is aangewezen en niet op steun van anderen hoeft te rekenen.

Foto: Ansichtkaart 1918: Eerste Oekraïense Divisie op oefening- de zogenaamde blauwjassen.

Hoe moeten Oekraïne of de Russische Federatie er echt uitzien?

M’n commentaar bij de video: ‘Interesting exercise which can be done for almost every country. For instance the Russian Federation which had a lot of territorial changes over the centuries. Must the Russian Federation go back to the 13th, 15th or 17th century? You name it. All is possible without territorial integrity and sovereignty of countries. So maybe its better to respect international borders as they are. Although it does not suit the warmongers and arms manufacturers.’ Met link naar ‘Territorial changes in Russia over the centuries’.

In de marge van de Russisch-Oekraïense oorlog circuleren op sociale media veel van dit soort filmpjes. Ze lappen internationale verdragen en afspraken aan hun laars en volgen een sentiment dat vanuit het Kremlin wordt gevoed. Aan Westerse kant is het niet veel beter gesteld, ook daar worden gegeven garanties over de soevereiniteit en territoriale integriteit van Oekraïne niet nagekomen. Landen staan er soms alleen voor.

Maar president Putin maakt het het bontst. Hij zei in 2008 tegen toenmalig president Bush dat Oekraïne niet eens een staat is. De Russische bezetting van de Krim die in maart 2014 in resolutie 68/262 door de Algemene Vergadering van de VN werd veroordeeld en de inzet van Russsische militairen in Oekraïne zijn er geen tekenen van dat het Kremlin daar nu anders over denkt. Zodat dit soort filmpjes die in de Russische propaganda passen gemaakt blijven worden. En wij daar weer hoofdschuddend en verontrust op reageren.

tc

Foto: Schermafbeelding van ‘Territorial changes in Russia over the centuries’, 18de eeuw.

Anti-oorlogs stemmen ontbreken in gevestigde media VS

Democracy Now! praat met Peter Hart van ngo en Media Watchdog Fairness and Accuracy in Reporting (FAIR) over de studie naar de houding van de gevestigde media in het debat over de oorlogen in Irak en Syrië. De conclusie is dat in deze media critici van de oorlog nauwelijks aan het woord gelaten worden. Debat ontbreekt volgens FAIR. Hiermee herhalen de Amerikaanse media (‘corporate media’) het blindelings achter president Bush aanlopen in de aanloop in 2002 en 2003 naar de Irak-oorlog. Nu lopen de gevestigde media blindelings achter president Barack Obama aan. In de Amerikaanse politiek klinkt alleen vanaf de flanken van het politieke spectrum kritiek tegen de oorlogen: van conservatieve libertariërs en progressieven buiten de Democratische Partij. De veiligheidsindustrie lijkt het debat door de greep op de gevestigde media te sturen. En te blokkeren.

Obama en netneutraliteit: politiek als kunst van het bedrog

Cenk Uygur belicht opnieuw de hypocrisie van president Obama. Deze keer aan de hand van netneutraliteit. Dat gaat om de vraag of providers bepaalde soorten internetverkeer met voorrang dan wel met vertraging behandelen mogen. Obama zei in zijn campagne dat niet toe te zullen staan, maar geeft er nu wel het groene licht voor. Naar verwachting komt dat er in de VS in 2014 door. Zodat het internet niet volstrekt open meer is.

Niet alleen uit dit voorbeeld blijkt volgens Uygur dat president Obama de klassieke politicus is die het een zegt en het ander doet. Politiek als de kunst van het bedrog. De partijpoliticus die zich omhoog vecht en aan de top alles vergeet waarvoor hij ooit stond. Obama is een bounty, rebels van buiten maar establishment van binnen. Moeilijker te plaatsen dan z’n voorganger president George ‘W’ Bush die duidelijk was in z’n keuze voor de gevestigde macht. Obama ontkent die keuze en is daardoor schijnheilig. Obama helpt er niet aan mee om de Amerikaanse democratie te revitaliseren en de mensen hoop te geven zoals hij beloofde. Obama helpt er actief aan mee om de democratie ten grave te dragen. Het kan hem werkelijk geen ene mallemoer schelen.

IMG_0069-2-640x360

Foto: Marcel Krebs, ‘Yes, We Can! Lie‘, 2012.

Hypocrisie van Amerikaanse progressieven die niet progressief zijn

Radiohost Richard A. Fowler heet ‘progressive‘ te zijn. Hij is ook interim directeur van Generational Alliance dat op de site strooit met het woord ‘progressive‘ zoals een kleuter die geen maat weet met hagelslag. De vertaling van ‘progressive‘ is progressief of vooruitstrevend. Wat de noties gelijkheid en machtsdeling omvat. Feitelijk is Richard Fowler niet progressief, maar een politiek georiënteerde ‘liberal‘ die de Democratische Partij en president Obama die leiding geeft aan de meest gesloten en heimelijke (secretive) regering sinds jaren en op een ongekende wijze klokkenluiders aanpakt (crackdown) omzichtig in bescherming neemt.

Amerikaanse progressieven als Ralph Nader, Daniel Ellsberg, journalisten als Glenn Greenwald of Jeremy Scahill en de Freedom of the Press Foundationnieuwsmedia als The Real News, Democracy Now! of The Young Turksdigitale burgerrechtenorganisaties als EFF, mensenrechtenorganisaties als ACLU of de Green Party met Jill Stein hebben niets op met partijgangers als Richard Fowler of de omroep MSNBC die door dik en dun Obama verdedigt en zich progressief noemt. In schaaktermen gezegd, ze spelen niet tegen het bord. Dat wil zeggen dat het uitsluitend om de persoon gaat die het beleid uitvoert. Los van de inhoud ervan. Obama verdedigen ze en diens beleid praten ze goed, terwijl ze president Bush voor hetzelfde beleid veroordeelden. Vooral op het gebied van nationale veiligheid en mensenrechten waar Obama de lijn van Bush voortzet.

De Amerikaanse democratie is er nog nooit zo slecht aan toe geweest. En is zeker geen voorbeeld voor Nederland

Cenk Uygur is geen fan van Barack Obama. In z’n analyse is sinds 1978 de rot in de Amerikaanse democratie gekomen. Toen geld van bedrijven een rol kon gaan spelen. En het bedrijfsleven de politiek overnam. Door het kopen van invloed en het omploegen van overheidsgeld en -opdrachten naar zichzelf. Echt fout ging het in de laatste jaren van president Clinton die de deur voor het bedrijfsleven door liberalisering wijd openzette. En de corruptie van de media mogelijk maakte. President Bush en Obama zetten dat beleid voort en accepteren de ongelijkheid in de Amerikaanse democratie. Ze doen er niks tegen. Vergelijkenderwijze zijn de presidenten Johnson en Nixon sociaal, mede onder druk van progressieven die zich toen nog krachtig uitspraken. Conclusie is dat de Amerikaanse democratie er nog nog zo slecht aan toe is geweest. Dat geeft te denken.

Iedere Nederlandse politicus of analist die voortaan nog praat over de gewenste Amerikanisering van de Nederlandse politiek, zou op bijscholingscursus gestuurd moeten worden. En bij herhaling verplicht naar een omscholingscursus om een andere baan te zoeken. Het tegen de plinten klotsen van bedrijfsgeld en de uiterlijkheden van de Amerikaanse politiek kunnen wellicht Nederlandse politici imponeren die niet verder denken. De keerzijde van deze dominantie van het bedrijfsleven is de uitgeklede functie van de democratie waar de ‘basis’ tot zwijgen is gebracht. Politiek die niet iedereen laat spreken en allen probeert ‘mee te nemen’ is belangenbehartiging van een elite geworden die de politiek gijzelt en los van de werkelijkheid staat.