TYT: Bernie Sanders wordt niet gesteund door progressieve media

Cenk Uygur vraagt zich af over er in de VS progressieve (‘liberal’) media bestaan. Dit naar aanleiding van de bejegening in de campagne van de progressieve Democratische kandidaat voor het presidentschap Bernie Sanders. Cenks antwoord is ontkennend. Zelfs de als progressief bekend staande Washington Post is naar zijn idee niet progressief, maar zou in de zak van het bedrijfsleven zitten. Omdat Sanders zegt het bedrijfsleven aan te pakken als hij president wordt, laten de progressieve media Sanders vallen. Republikeinse kandidaten Donald Trump en Ted Cruz worden door die progressieve media minder als bedreiging gezien dan Sanders die aan politieke structuren wil morrelen. Bij de campagne in 2012 was het de Republikeinse outsider en  libertariër Ron Paul die gif voor de media was. Evenals Sanders nu had Paul relatief veel steun onder jongeren.

Het is een misverstand dat de gevestigde media links zijn, want ze zijn rechts. Ook in Nederland, waar NRC, Volkskrant en Trouw eerder tegen de zittende macht aanschurken dan die kritisch volgen. Dat is er de laatste jaren nog erger op geworden omdat de redacties ondergeschikt zijn gemaakt aan het nieuwsbedrijf. Ondanks redactiestatuten en plechtige woorden over onafhankelijke journalistiek. Dat laatste bestaat niet echt in een commercieel bedrijf. Ook goedwillende redacties die goede journalistiek willen bedrijven hebben steeds minder te zeggen in hun eigen medium. Nog onlangs kwam dat tot uiting in een botsing tussen de redactie van de NRC en het bedrijf NRC Media die het nieuwsbedrijf commercieel uitbaat over een artikel in een commerciële bijlage over de Krim door Munda de la Marre. De NRC-Ombudsman ontkende trouwens in een commentaar dat er vermenging bestaat van redactie en commercie, maar leek daarbij toch weg te kijken voor de macht van het bedrijfsleven die verder gaat dan de garantie van de journalistieke onafhankelijkheid.

Schijn van vrijheid met Tommy Wieringa en conferentie Cyberspace

Internetvrijheid. Is er een minder sexy onderwerp denkbaar dat weinigen aanspreekt? Evenals privacy. In de vijfde Kousbroeklezing meent Tommy Wieringa dat burgers zonder morren hun individuele vrijheid inleveren voor welvaart en veiligheid. Zodat er voor bedrijven en overheden geen beletsel bestaat om nog verder op te dringen. Ongenoemd laat Wieringa dat de ultieme consequentie de controlestaat is. Het 1984 van een mak gebeukte kudde burgers. Is er nog een ontsnappen mogelijk aan de almacht van bedrijven en overheden?

Wieringa: ‘Het is verleidelijk om de westerse geschiedenis voor te stellen als een lange, vaak gefrustreerde maar toch min of meer ononderbroken beweging in de richting van de grootst mogelijke individuele vrijheid, en het is beslist een opluchting dat we aan de onderdrukking van priesters en koningen ontkomen zijn, maar daarvoor in de plaats heeft zich de staat tot in de fijnste vertakkingen van ons bestaan genesteld. In de materiële wereld, waar je kinderen een paar dagen langer mee op vakantie wilt nemen of een schuurtje wilt bouwen, en in de digitale wereld, waar bijna al je bewegingen worden gevolgd en geïnterpreteerd.’

Bureaucratie disciplineert de burger die zich uitstrekt tot een opvoeding die handelen aanleert dat niet alleen in lijn is met de staat, maar zelfs met de zittende macht. Dat omvat de aanvaarding van politieke partijen, de concessies en eigendomsverhoudingen, een in 1815 ontstaan koningshuis dat zichzelf benoemde en op de troon plaatste en nu verafgood dient te worden, gevestigde religieuze organisaties die een streepje voor hebben en een politiek-culturele Leitkultur dat onderscheid oplegt tussen wat leidend en wat volgend is.

Het individu kan niet anders dan zorgen zo min mogelijk afhankelijk van staat en zittende macht te zijn. Meer zit er niet in. Financiële onafhankelijkheid, een kritische geest die tracht grijstinten in een duister landschap te blijven zien en vooral: benoemen of een onafhankelijke, licht-anarchistische houding die zich niet schaart achter vaandels, partijprogramma’s, leiders of het ergste van alles: bijzaken helpen staande te blijven onder de oprukkende controlestaat. Wat in Turkije sneller gaat dan in Nederland. Vrijheid, een snoezig onderwerp voor beschouwingen die in het reservaat van de weldenkende burgers de status quo mogen ondersteunen. Tommy Wieringa heeft er werkelijk behartenswaardige uitspraken over. Maar een lezing is geen realiteit.

2012-08-28-197

Foto: Krijttekening op lei van Tacita Dean op Documenta (13) 2012 in voormalige kapel van een voormalig belastingkantoor in Kassel. Bergen gebaseerd op de omgeving van Kabul in Afghanistan. Eigen foto.

Cybertopia van Tegenlicht doet kritisch verslag uit Silicon Valley

Gisteren vertoonde Tegenlicht van de VPRO de reportage ‘Cybertopia’ van Marije Meerman. Over de macht en de bedrijfscultuur van de techbedrijven, en de visie van rijke zakenmensen in het Californische Silicon Valley.

Dit is een leerzaam verslag over een wereldvreemde, van de echte wereld losgezongen subcultuur vol zelfoverschatting die denkt leidend te kunnen zijn voor anderen. Een cultuur met een libertarische opstelling die schoenen van de oude politiek weggooit zonder nieuwe te hebben. Zonder te uitleggerig te zijn laat Meerman het door haar registratie aan de kijker over om zelf conclusies te trekken. De durfkapitalisten, ondernemers (entrepreneurs) en zelfverklaarde visionairen zetten zichzelf behoorlijk te kijk in hun bizarre mix van narcisme, keihard kapitalisme, hippiecultuur en misnoegen voor traditionele waarden en oude politiek.

De opstelling van dit soort cyberfuturisten van bedrijven als Apple en Google die suggereren a-politiek te zijn en eigenhandig een nieuwe wereld te kunnen boetseren wordt des te schrijnender en onoprechter als meer bekend wordt over hun samenwerking met de Amerikaanse overheid. Zo gaf Google in 2012 documenten van medewerkers van WikiLeaks aan de NSA. The Guardian vat het samen.  Zonder betrokkenen daarvan op de hoogte te stellen vanwege een spreekverbod waaraan Google zich ondergeschikt maakte. Pas op kerstavond 2014 berichtte Google betrokken omdat het spreekverbod was ingetrokken. Het is ongeloofwaardig dat vanuit zo’n cybercultuur vol opportunisme en winstdenken, en zonder veel principes, medeleven met de ander of gemeenschapsgevoel een zinvolle, nieuwe samenleving kan ontstaan. Het valt in elk geval niet te hopen.

Libertarisme moet zich internationaal organiseren om te slagen

Libertariërs zullen deze video van anti-belasting activist Larken Rose kennen. Zie voor achtergronden hier de gratis pdf van ‘Het meest gevaarlijke bijgeloof’ van Rose. Etatisme oftewel staatsmacht is volgens libertarische opvatting het gevaarlijkste geloof. Een goed te verdedigen standpunt waaraan echter nog niet zo makkelijk een praktisch vervolg gegeven kan worden. Los van het feit dat het altijd lastig redeneren is met gelovigen.

De opgave is om evenwichtig, methodisch en over grenzen heen de staatsmacht af te breken. Een gegeven is dat de macht nooit vrijwillig macht afstaat. De paradox van het libertarisme is dat het aanpakken van de ene macht de andere macht machtiger maakt omdat er tegenmacht wordt afgebroken. Zoals tijdens de Grote Sprong Voorwaarts  begin jaren ’60 de Chinezen door het uitroeien van de mus ruim baan gaven aan gewas-etende insecten die de oogst opvraten. Met als gevaar dat libertarische politici zich voor het karretje van machtspolitici van andere landen laten spannen als tegenmacht. En zo hun eigen doelstelling om zeep helpen.

Alle staatsmacht ter wereld tegelijk aanpakken is dus de voorwaarde. Dat vergt globaal denken over grenzen, internationalisme, evenwichtskunst en globale coördinatie als libertarisch wereldproject. De theorie van het libertarisme vindt weerklank in prachtige boeken en filmpjes, maar hoe kan er over landen en continenten van een geglobaliseerde wereld praktisch uitvoering aan gegeven worden? Libertarisme in de 21ste eeuw kan niet slagen als het zich niet internationaal organiseert. Het moet terughoudenheid verliezen om deze te winnen.

Ron Paul spreekt over Oekraïne en Amerikaanse steun

Ron Paul is consequent in z’n isolationisme. Daarom werd-ie genegeerd door de Amerikaanse media toen-ie nog namens de Republikeinse partij in de race was voor president. Ron Paul is gif voor de media. Hij is niet voor steun aan banken of de wapenindustrie. Daarom negeren de door het bedrijfsleven gecontroleerde media Ron Paul zoveel mogelijk. Nu iets minder dan voorheen, omdat z’n ambitie kleiner is. De VS dreigt door steun aan de Oekraïne zelfs de Russen te betalen. Hoe valt dat de Amerikaanse belastingbetaler uit te leggen? Een los eindje aan dit verhaal is de presentatie ervan. Waarom brengt het door het Kremlin gefinancierde RT kritiek op de Amerikaanse regering als het er niks bij te winnen heeft? Wat heeft Rusland te winnen bij isolationisme van de VS? Evenveel als de Amerikaanse belastingbetaler? Ron Paul zwijgt in elk geval niet. Dat siert hem.

Bestaande macht blokkeert ontstaan fundamentele kritiek: EU

change

De kritiek van ‘acht bestuurders en wetenschappers op Thierry Baudet en Bastiaan Rijpkema lokte kritiek uit. Ook van mij. Ik vond dat de acht zonder kennis van zaken over de werking van de nieuwsmedia op internet spraken. Dat detail gaf me weinig vertrouwen in hun andere inzichten. Een van de acht Peter Verhaar plaatste op m’n blog een reactie, maar antwoordde jammergenoeg niet meer op m’n riposte. Ook niet in de e-mail die ik ‘m stuurde. De kern van het  debat ging over het verwijt van de acht dat Baudet en Rijpkema zonder kennis van zaken over Europa schrijven. Ze vonden de bewering ‘dat de democratie wordt uitgehold‘ een ‘schrijnende onjuistheid‘ is. Wie heeft er gelijk in deze discussie tussen de tien min of meer deftige heren in de NRC?

De stellingnames van beide partijen in het geschil over de EU passen in een patroon dat zich in 2013 in allerlei westerse landen aftekende. Aangejaagd door de onthullingen van Edward Snowden die de verhoudingen op scherp zette en iedereen ertoe dreef om kleur te bekennen en voor of tegen de status quo te kiezen. Voor het eerst sinds de in de jaren ’60 (vdve) in gang gezette democratisering tekende zich weer op grotere schaal een tweedeling af tussen de verdedigers van de bestaande macht en de aanvallers daarvan vanaf beide flanken.

Een oud modewoord ‘establishment‘ werd weer van stal gehaald. Ofwel, ‘dat om tegen te schoppen‘. In een hoefijzermodel raken conservatieven en progressieven elkaar. Niet door het midden, maar over de flanken. In de VS waren het Julian Assange en Ron Paul die elkaar vonden. Of de rebellen tegen het establishment van de gevestigde politieke partijen. Zodat Amy Goodman van Democracy Now! en de conservatieve Glenn Beck van Fox ondanks zichzelf in hetzelfde kamp belandden. Niet dat ze nu ineens in alles gemeenschappelijk waren. Verre van dat. Maar beslissend was dat hun afwijzing van president Obama met z’n inperking van privacy en de opbouw van de controlestaat met behulp van een ondersteund conglomeraat van bedrijven en overheden groter was geworden dan hun onderlinge afkeer. In Nederland vinden SP en PVV elkaar soms op de flanken.

Is het zo simpel om de ‘acht bestuurders en wetenschappers‘ als verdedigers van de bestaande macht te zien en Baudet en Rijpkema als aanvallers? Ik denk het wel. De acht geven zich bloot als ze zeggen: ‘Wij als burgers zijn echter gebaat bij ordentelijke uitwisselingen van argumenten‘. Da’s altijd de argumentatie van de macht om de lijnen van die door de macht vastgestelde regels te volgen. Maar buitenstaanders hebben daar niks bij te winnen en zoeken a-synchrone middelen om zowel die debatregels als de vanzelfsprekendheid van de macht te vervangen. In hun gespeelde naïviteit, geniale domheid of ultieme geslepenheid doen de acht alsof ze dat niet begrijpen. Ze eisen dat er gediscussieerd wordt binnen de piketpaaltjes die zij helpen neerzetten.

King Billy geeft in een reactie ondersteundend bewijs voor het gelijk van Baudet en Rijpkema en het ongelijk van de acht bestuurders en wetenschappers: ‘Deze heren maken zich druk over de wijze waarop een debat over de toekomst van Europa wordt gevoerd? Waar is überhaupt inhoudelijk publiek debat in Nederland?‘ Dat debat wordt door de bestaande macht de nek omgedraaid. Tekenend is dat de Europese Commissie sinds 20 december 2013 de financiële steun aan het kritische en grenzen overstijgende website Presseurop staakte.

Zijn topbestuurders van de EU bang voor feiten? Presseurop is voorbeeld van een nieuwsmedium op internet dat de acht heren van bestuur en wetenschap afdoen als de illusie van een debat zonder draagvlak. Maar de echte werkelijkheid is precies andersom. De EU gaat voor de illusie van publieke steun door het publiek debat te blokkeren. Lees hier de hartekreet van José Ignacio Torreblanca over een Europees establishment dat bang is voor de publieke opinie zoals dat ook verwoord wordt door Baudet en Rijpkema: ‘Een unie van regels is goed, maar wat we echt nodig hebben, is een unie waar politiek wordt bedreven. Wie is bang voor politiek?

Foto: Schermafbeelding van petitie ‘To @VivianeRedingEU: Save @Presseurop!‘ tegen het stopzetten van de steun aan Presseurop, 26 december 2013. Tekenen kan hier.  

Uitersten ontmoeten elkaar: Ron Paul en Julian Assange

De progressieve Julian Assange en de libertarische Ron Paul vinden elkaar in hun afkeer van wat Assange het ‘extremistische centrum’ noemt. In dat centrum wordt de macht verdeeld en anderen buitengesloten. Vooral in de informatievoorziening. In de VS zijn dat Democraten en Republikeinen, in Nederland de VVD en PvdA. Personen uit die partijen die eerlijkheid, waarheid of burgerrechten boven de machtsvorming zetten worden niet tot dat machtscentrum van hun eigen partij toegelaten. Dit hoefijzermodel is niet nieuw, maar interessant is dat het steeds minder uitzonderlijk wordt. Feit dat Ron Paul voor zijn video-kanaal Julian Assange van WikiLeaks als gast uitnodigt onderstreept deze ontwikkeling. Zie hier voor de andere delen van het gesprek.

De verklaring ‘Waarom ik de VVD verlaat‘ van de fractievoorzitter voor de VVD in Menterwolde Marc Hesp snijdt precies dat probleem aan van een politieke partij als de VVD die in de machtsvorming de eigen principes verliest en de burgerrechten geweld aan doet: ‘Liberalisme gaat over vrijheid, een overheid die de persoonlijke vrijheid waarborgt. Dat staat haaks op de anti-privacy agenda van de VVD bewindslieden.’

2308g

Foto: Marcel van Eeden, 27 augustus 2007 [2308]

Identitair Verzet zoekt onze identiteit. Hoe geloofwaardig is dat?

800px-Hendrick_Avercamp_-_Winterlandschap_met_ijsvermaak

Vandaag werden bij de Rotterdamse Ibn Ghaldoun school toegangshekken met kettingsloten afgesloten. Deze islamitische school kwam de laatste weken in het nieuws door examenfraude. Leerlingen die opkwamen om hun examen over te doen moesten de school via een achteringang bereiken. Aanhangers van Identitair Verzet eisen de actie op. Jongeren uit Rotterdam en Haaglanden zouden er achter zitten. De meeste publiciteit ging trouwens naar een 17-jarige leerling van Ibn Ghaloun die doordraaide en cameramannen aanviel. Wat is de relatie tussen identiteit en verzet? Vindt Identitair Verzet haar identiteit in het verzet of omgekeerd?

Identitair Verzet baseert zich op het Franse Génération Identitaire dat in oktober 2012 publiciteit zocht door in Poitiers een moskee te bezetten. Is Génération Identitaire een rechtse Occupy-beweging? Gevoed door de woede van het buitengesloten zijn? Ik vroeg het me af: ‘Dus in de maatschappijkritiek van de jongeren kan ik me vinden. (..). Interessant is dat die kritiek voor een groot deel identiek is met wat de Occupy-generatie, ‘mavericks’ als de Amerikaanse libertarier Ron Paul of echt onafhankelijke (..) critici en journalisten zeggen. Namelijk dat het individu wordt vermalen in de samenwerking tussen grote bedrijven en overheden. En dat dit door media nauwelijks wordt gemeld omdat ze tot onderdeel van de macht zijn gemaakt.’ Identitaire jongeren zoeken de verklaring in de uitverkoop van de nationale identiteit door het establishment. Omdat moslimhaat publicitair slecht scoort spreekt het immigranten indirect aan. Ze zeggen de samenleving terug te willen veroveren en hun identiteit terug te willen vinden. Maar da’s positivisme dat veel negativisme in zich bergt.

Op de eigen website ziet Identitair Verzet zich als ‘een Groot-Nederlandse actiegroep welke zich weert tegen de toenemende immigratie en islamisering, maar bovenal vóór behoud van de Nederlandse identiteit. Wij zijn de generatie die zich niet langer laat passeren, die zich niet langer monddood laat maken. Wij treden in het verzet, en brengen ons woord de straat op.‘ Op Facebook afficheert de actiegroep zich als ‘de Groot-Nederlandse actiegroep voor Nederland en Vlaanderen‘. Het Franse voorbeeld leert dat het betoog verpakt moet worden in een positief betoog. Hoe brengt het dat in praktijk en hoe handelbaar is dat thema identiteit?

Identitair Verzet is een actiegroep die zich richt op het voeren van acties. Nergens op de Facebook-pagina of de website wordt verwezen naar een doelstelling of kernprogramma. Sowieso is het lastig om onze nationale identiteit in positieve termen te omschrijven zoals ook bleek uit een uitzending van het Filosofisch Kwintet over geschiedenis en identiteit met vragen als: ‘Wie zijn wij Nederlanders, wat heeft ons gemaakt tot wat wij zijn, wie zijn wij aan het worden en waarom zijn we juist dezer dagen toch zo op zoek naar onze identiteit?’ Identitair Verzet gaat met haar woede en gevoel van buitengesloten zijn de straat op zonder deze vragen te kunnen beantwoorden. Zoals niemand deze vragen kan beantwoorden. Dit roept de vraag op of de focus op identiteit handig is voor een actiegroep die zo naar positivisme verlangt, en wat het uiteindelijke doel is.

stop-de-invasie

Foto 1: Hendrick Avercamp, Winterlandschap met ijsvermaak. Omstreeks 1608. Collectie Rijksmuseum Amsterdam.

Foto 2: Affiche ‘Stop de Oost-Europese Invasie’ tegen het ‘Polenhotel’ Boskoop. Credits: Identitair Verzet.

Tegenbeweging met Occupy en Génération Identitaire zoekt een oplossing

Joris Luyendijk heeft in zijn column BankingBlog in The Guardian een antropologische blik op de banksector. Interessant was zijn recente column: Occupy, the global brand. Op reis in Duitsland ontmoet-ie in Frankurt Thomas Werner die deel uitmaakt van Occupy Money. De vraag of Occupy een wereldmerk kan worden zoals Greenpeace staat erin centraal. In de reacties klinkt volop scepsis. Want zo’n Occupy zal de structuren niet veranderen. Zoals Greenpeace evenmin een paradigmaverandering voor het milieu heeft kunnen bereiken.

In de NRC verschijnt wekelijks een Nederlandse bewerking die losjes gebaseerd is op de Guardian-column. Deze week onder de titel : ‘Zou het kunnen, een rechtse Occupy?‘ Luyendijk beantwoordt de vraag niet, maar probeert zich serieus in de tegenbeweging te verplaatsen. Hij wisselt zijn zoektocht naar Occupy uit de Guardian-column in voor cynisme over het functioneren van de bankensector. Dat ook toezichthouders wegkoopt en ‘politici die het financiële kartel in stand houden, weten dat hun straks lucratieve posities wachten als bankier, ‘speciaal adviseur’, commissaris of bestuurder’. Hoe dat werkt bewees in een andere sector afgelopen week de voormalig nummer 2 van de PvdA Nebahat Albayrak die door Shell ingelijfd werd.

Door de vermenging van politiek en bedrijfsleven heeft dat laatste de belangen in dat eerste veilig gesteld. En is zo goed als ontastbaar geworden. Wat blijkt uit het uitblijven van structuurwijzigingen die het financiële kartel inperkt. Het conglomeraat van bankiers, politici, toezichthouders, accountants, journalisten en wetenschappers is een gesloten en in zichzelf gekeerde wereld waar de burgers niet toegelaten worden. Maar het conglomeraat wordt wel op kosten van die burger in stand gehouden. Hoe dat te doorbreken?

Gisteren schreef ik begrip te hebben voor Franse rechtse jongeren van de Génération Identitaire: ‘Dus in de maatschappijkritiek van de jongeren kan ik me vinden. (..). Interessant is dat die kritiek voor een groot deel identiek is met wat de Occupy-generatie, ‘mavericks’ als de Amerikaanse libertarier Ron Paul of echt onafhankelijke -niet pseudo-progressieve- critici en journalisten zeggen. Namelijk dat het individu wordt vermalen in de samenwerking tussen grote bedrijven en overheden. En dat dit door media nauwelijks wordt gemeld omdat ze tot onderdeel van de macht zijn gemaakt’. Luyendijk probeert zijn collega’s te corrigeren.

Het gaat bij het zoeken van een verklaring voor de malaise niet om immigranten of nationale identiteit. De bankier is de oorzaak van de crisis. En waar-ie voor staat in zijn onmaatschappelijkheid. In een omgeving die doorgaans even blank, westers en geïntegreerd is als de Identitaire Generatie zelf. Maar onnoemelijk lastiger te bestrijden valt dan een willekeurige immigrant. Maar de analyse klopt dat het belang van de burger is uitverkocht door de elite. Greenpeace of revolutie? Nu de oplossing nog. Die in ieder geval uit de marge komt.

Foto: Omslag van boek : ‘Eléments pour une contre-culture identitaire‘ van Philippe Vardon-Raybaud

Schijnverkiezingen zonder ideeën en objectieve media: Jonas Staal

‘De strategische stem heeft het politieke debat in Nederland verlamd. De SP, GroenLinks, de Partij voor de Dieren, de Piratenpartij – allemaal partijen met een in essentie principiële agenda – zijn op de verkiezingsdag van 12 september weggevaagd voor een schijnpolemiek naar Amerikaans model. Partijen die nauwelijks verschillen als het gaat om een fundamentele wereldvisie domineren het strijdperk. De stem van een principiële minderheid, denk in Amerika bijvoorbeeld aan de door media systematisch genegeerde libertair Ron Paul, kan hierin niet worden gehoord. 

Dat is allereerst zo omdat de consumeerbaarheid van dergelijke stemmen in het hysterische mediaspektakel rondom de verkiezingen te laag is. Liever Hero Brinkman als woordvoerder van de seniele wederopstanding van Verdonk’s Trots op Nederland, dan Dirk Poot van de Piratenpartij – terwijl deze laatste wel degelijk de publieke steun had voor minimaal een parlementszetel. Liever Diederik Samsom’s kinderen in de volkstuin dan Sap’s pleidooi voor een weerbaar milieu op Europees niveau.

De politiek is daarmee niets meer geworden dan een uitje voor de programmeurs van sensatietelevisie. De politiek is feitelijk ontdaan van werkelijke politiek. Dat wil zeggen: ontdaan van standpunten en ideeën die wij nog niet kunnen bevatten in de condities van het huidige politieke debat (lees: niet te bevatten of te consumeren door de talking heads van de mediacratie).’

Hoe waar zijn bovenstaande woorden van kunstenaar Jonas Staal in zijn tekst ‘Vrijdenkersruimte vervolgd‘ . Ze worden ongewild bevestigd door het idee van Heleen Mees om GroenLinks in de PvdA op te laten gaan zoals ze in een tweet zegt. Want: ‘Dan wordt Diederik Samsom premier‘. Net alsof het om de poppetjes en niet om de ideeën gaat. Mees bevestigt het misverstand dat ons door de media opgelegd wordt. Het zou daarom gewenster zijn als de zielloze PvdA in het ideeënrijke GroenLinks zou opgaan. Maar door de macht van het getal zal dat niet gebeuren. Principes zijn in de Nederlandse politiek ondergeschikt aan machtsverhoudingen.

Hoe Jonas Staal weet dat Dirk Poot van de Piratenpartij de steun had voor minimaal een parlementszetel is de vraag. Valt zoiets te bewijzen? Hoe zou een uitslag eruit zien die alle vertekeningen corrigeerde? Wat zijn die vertekeningen? Staal ziet een strategische stem als vertekening omdat het debat voor spektakel inlevert, maar strategisch stemmen hoort bij de politiek. Toch heb ook ik het idee dat de media hun boekje zwaar te buiten zijn gegaan en de uitslagen meer dan nodig vertekend hebben. Maar opnieuw, hoe valt dat te bewijzen?

Huis voor democratie en rechtsstaat ProDemos informeert de burgers over de verschillen tussen schijnverkiezingen en democratische verkiezingen. In een filmpje beantwoordt het de vraag aan welke eisen verkiezingen moeten voldoen om democratisch te zijn. Regel 4 zegt: Alle partijen moeten voldoende toegang tot de media hebben. Vraag is of bij de afgelopen verkiezingen alle partijen voldoende toegang tot de media hadden. Het lijkt er niet op. ProDemos zeilt er omheen door de Nederlandse situatie niet echt tegen het licht te houden. Het is tijd dat er ’n mediawaakhond komt die tijdens politieke campagnes de ogen open houdt.