Ai Weiwei noemt de protesten in Hong Kong een ‘fragile moment’. Tja, een breekbaar ogenblik vol paraplu’s, flesjes water, traangas en uitgeputte politieagenten. En wetgevers die moeten schipperen tussen democratie en iets anders dat in elk geval geen democratie is. Wat voegt de analyse van Weiwei toe? Zijn kanttekening dat de Chinese machthebbers weinig ervaring hebben in het onderhandelen met opposanten doet het ergste vrezen.
De confrontatie is in het nadeel van Beijing. Het moet kleur bekennen en kan niet langer alle opties openhouden. Als het de protesten onderdrukt -via druk op de regering van Hong Kong- en bij het standpunt blijft het laatste woord te willen hebben over de selectie van kandidaten, dan onderstreept dat het failliet van het concept ‘Een Land, Twee Systemen’. Wat vooral de Taiwanezen argumenten zal geven niet langer te geloven in de mooie woorden van Beijing. Maar als de centrale macht toegeeft in Hong Kong, dan bestaat de kans dat de onrust overslaat naar Chinese steden waar studenten en activisten de angst voorbij zijn en ook hervormingen van het politieke bestel eisen.