Ongelukkige marketing van CDA’er Wopke Hoekstra

Minister van Financiën Wopke Hoekstra (CDA) gaat gelijk al de fout in als hij in het fragment van Jinek zegt: ‘Ik denk eerlijk gezegd dat wij allemaal, en dat geldt dus ook voor mij, te laat zijn gaan zien wat er bij die middenklasse aan de hand is’. Hiermee stelt hij dat degenen die aan de knoppen zitten dezelfde politieke verantwoordelijkheid hebben als degenen die niet aan de knoppen zitten. Hij kan het niet menen. Wat hij zegt is onzinnig en ontstijgt niet het niveau van politieke marketing. Waarom hebben hij of zijn partijgenoten niet gezien wat er de afgelopen jaren met de middenklasse is gebeurd en hebben ze voorstellen gedaan om de positie ervan te verbeteren? Hoekstra houdt zich dom en doet alsof hij niet weet uit welke hoek de wind waait.

Hoekstra heeft als minister van Financiën macht om in te grijpen. Hij verliest nog meer aan geloofwaardigheid als een eerlijk en zinvol analyticus als hij de positie van de middenklasse direct koppelt aan die van slecht geïntegreerde minderheidsgroepen en zijn eigen verantwoordelijkheid nog verder probeert af te schuiven.

Hoekstra treedt buiten zijn eigen lichaam, kijkt er van een afstand naar en doet er pseudo-koel verslag van alsof hij iets nieuws te melden heeft. Hij is zichzelf niet, maar wie hij wel is blijft onduidelijk. Hij is een lege huls die met marketing wordt gevuld maar in de kern een verwarde denker die z’n zaken niet op orde heeft.

Onder de middenklasse wordt de meerderheid van de bevolking verstaan. Naargelang de definiëring valt 60 tot 90% van de bevolking eronder. In inkomen loopt dat van 1 maal modaal tot (naargelang de omschrijving) 2,5 tot 3 maal modaal. Dus van 36.000 euro tot maximaal 90.000 of 108.000 euro. De middenklasse kan zich niet onttrekken aan de collectieve lastendruk. Dat achtereenvolgende kabinetten Rutte beweerden zich in te zetten voor lastenverlichting wil niet zeggen dat dit feitelijk ook bereikt is. Integendeel, de afgelopen jaren is de opbrengst uit lastenverzwaring door de overheden via heffingen, premies en belastingen met zo’n 3% van het bruto binnenlands product toegenomen tot bijna 39%. Dat wordt grotendeels door individuen opgebracht. Vermeend en Van der Ploeg concluderen aan de hand van een OESO-rapport van eind 2018 dat vooral de belasting- en premiedruk op arbeid in Nederland veel te hoog is. Dat is een langlopende ontwikkeling.

Er bestaat politieke consensus over dat de afgelopen decennia de middenklasse relatief in inkomen is achtergebleven en dat die relatieve achteruitgang gerepareerd moet worden. Alleen, als dat bij beloften blijft en spin van politici als Menno Snel (D66) en Wopke Hoekstra, dan zijn het niet meer dan mooie woorden.

Evenwichtige belastingheffing naar draagkracht en collectieve lastendruk die niet grotendeels op de middenklasse wordt afgewenteld kunnen niet los gezien worden van het aanpakken van belastingontwijking door vermogende individuen en internationaal opererende bedrijven. Het is al te makkelijk om de lastenverzwaring van de middenklasse die haar vermogen niet kan verbergen steeds meer op te schroeven.

Hoekstra handelt onethisch. Hij neemt geen verantwoordelijkheid voor eigen falen en schuift die kleinhartig af op minderheidsgroepen. Politici als Snel, Hoekstra of Rutte jongleren met mooie woorden, maar voegen niet de daad bij het woord. Dat is deels begrijpelijk omdat hun macht beperkt is vanwege het globale karakter van de economieën, het lastig aan te pakken probleem van de belastingontwijking en een slecht georganiseerde Belastingdienst, maar deels onbegrijpelijk omdat waar ze in de afgelopen jaren in konden grijpen te weinig hebben gedaan. In de VVD klinken sinds voorjaar 2019 met het oog op het neutraliseren van de populisten geluiden van Rutte en fractieleider Klaas Dijkhoff om de middenklasse te ontzien en het bedrijfsleven relatief zwaarder te belasten. Om niet achter te blijven doet Hoekstra in de jacht op de centrum-rechtse kiezer dezelfde duit in het zakje, maar haalt tegelijkertijd zijn betoog onderuit door zijn onmiskenbare gebrek aan oprechtheid en zijn zelfpromotie die de aandacht vestigt op zijn gebrek aan integriteit en samenhang.

Ewald Engelen voelt zich monddood gemaakt in het publieke debat

Sociaal-geograaf Ewald Engelen heeft gelijk over Europese integratie, scherpere begrotingstekortcontrole van de Europese Commissie, het bezuinigings- en lastenverzwaringsbeleid van Nederlandse regeringen, het aanpakken van de bancaire sector en de huizenzeepbel. Maar krijgt het niet. Zo meent hij in een persoonlijk gesprek op 10 maart 2015 met WeAreChangeRotterdam. Terugkijkend op zijn eigen opereren in de media leidde dat er de afgelopen twee jaar toe dat hij steeds feller en scherper werd in het publieke debat. En gefrustreerder omdat hij monddood werd gemaakt. Engelen werd er rond het uitkomen van zijn boek De Schaduwelite in oktober 2014 overspannen van. Nu neemt hij meer afstand tot sociale media en journalistiek.

Engelen legt uit hoe hij in zijn boek uiteenzette hoe de Nederlandse financiële elite voor de crisis bereikte dat Nederlandse banken geen strobreed in de weg werd gelegd. Maar na de crisis werd de rekening van vele miljarden euro’s van wat er was misgegaan met goedvinden van een meerderheid van de politiek eenzijdig bij de belastingbetaler gelegd. Engelen merkt op dat het de bancaire sector goed uitkomt dat zijn kritische stem in het publieke debat feitelijk niet meer klinkt. Hij weet niet of het bewuste strategie was om hem pootje te lichten, maar hij kan zich goed voorstellen dat het links laten liggen van hem de financiële sector wel uitkomt.

Engelen is door de ontvangst van zijn boek erg negatief geworden over de Nederlandse journalistiek die hem afviel over een schaduwlijst (‘ledenlijst’) van hoofdrolspelers die onderdeel uitmaakte van zijn boek. NCRV’s Altijd Wat liet hem in de val lopen, zo denkt hij achteraf. Voorheen zag hij de pers als een noodzakelijke tegenmacht die vanuit maatschappelijk belang namens de burgers in het democratische proces sprak. In deze visie is het de functie voor wetenschappers en journalisten om achter de macht te kijken met het doel om de belangen en het wangedrag van machthebbers te openbaren. Nu suggereert Ewald Engelen dat journalistiek een instrument van de macht is dat niet de intentie heeft om de macht bloot te leggen en te openbaren, maar juist te bevestigen. De argumenten uit zijn boek ziet hij door de gevestigde media zo goed als genegeerd.

De Telegraaf: VVD eist excuus voor kunstprotest 2011. Gekunsteld?

vvd

Een opmerkelijk bericht met alleen een indirecte bron: De Telegraaf. Het bericht dat de VVD excuus zou eisen voor de protesten tegen de bezuinigingen op cultuur die in 2011 resulteerden in de ‘Mars der Beschaving’ is vooralsnog bij de VVD niet terug te vinden. Sinds 2011 is de mantra van de VVD: ‘Door minder subsidie werden instellingen gedwongen naar het publiek te kijken in plaats van naar de overheid als geldverstrekker.’ De vraag of bezuinigingen tot een kwaliteitsverhoging leidden is lastiger te beantwoorden dan de VVD claimt.

De ‘Mars der Beschaving’ was een aanfluiting. Tenenkrommend en beschamend. Ik schreef op 30 juni 2011: ‘Acties als Nederland schreeuwt om Cultuur en de Mars der Beschaving vliegen uit de bocht als ze komen met verwijten, claimen van eigen rechten en groteske overdrijvingen. De juiste weg is een smal pad. Gelukkig wordt er veel verstandigs gezegd, met passie en maatschappelijke betrokkenheid. Maar iemand die voor zichzelf werkgelegenheid eist is ongeloofwaardig.’ Daarmee is echter niet gezegd dat de mars niet succesvol was. Hoe valt dat te meten? Wellicht hield het de VVD af van het nemen van hardere bezuinigingen. Na de eerste bezuinigingsronde onder leiding van toenmalig staatssecretaris Zijlstra werden de kunsten redelijk gespaard. Mede door de halfslachtige en tegensputterende D66 en PvdA die het zo wel genoeg vonden.

Daarbij komt dat de cultuurbezuinigingen ongewenste gevolgen hadden omdat ze niet geleidelijk ingevoerd werden en fors waren. Ze waren gewoonweg slecht doordacht. Dat riep protest op. Toenmalig voorzitter van de Raad voor Cultuur Els Swaab stapte in 2011 op omdat ze zich niet kon vereenzelvigen met de manier van bezuinigingen. Ze legde dat uit: ‘Door de keuzes die dit kabinet maakt, wordt de schade die de bezuinigingen veroorzaken groter dan noodzakelijk is. Dat is voor mij niet aanvaardbaar. Ik wil geen leidinggeven aan het tot stand komen van subsidieadviezen  voor instellingen, waarbij dit kabinetsbeleid het uitgangspunt is.

De VVD kan uit de toename van het bezoek, fondsenwerving en sponsoring niet concluderen dat de kunsten er prima voorstaan. Wel dat ze marktgerichter opereren. Dat zegt iets over financiering en organisatie van instellingen. Niet over de gezondheid van de kunsten en de voorbereiding op de toekomst. Kunstinstellingen halen inderdaad meer inkomsten uit de markt. Maar de opbrengsten zijn minder dan de VVD het in 2011 voorspiegelde. Consensus bestaat dat dit te weinig is om het verlies aan subsidie-inkomsten te compenseren.

Beredeneerd vanuit de eigen logica heeft de VVD gefaald door kunstinstellingen niet klaar te maken voor de markt. De VVD wilde dat de kunsten ondernemerschap toonden, maar tegelijk stond in het toenmalige regeerakkoord dat het BTW-tarief op podiumkaartjes werd verhoogd. Fiscale maatregelen om de kunsten te steunen werden pas in 2012 ingevoerd met de Geefwet. Een initiatief van de VVD. Door belastingverhogingen en lastenverzwaringen van de kabinetten Rutte werd het voordeel van de Geefwet teniet gedaan omdat gevers minder te besteden kregen. Het bericht in De Telegraaf verwart krom marktdenken met kunst. Typisch VVD.

Foto: Schermafbeelding van bericht ‘VVD eist excuses voor kunstprotest’ in De Telegraaf, 2 december 2014.

GroenLinks maakt niet waar dat het de hyperrijken gaat belasten

Update 9 april 2016: Een nieuwe lente, een nieuwe leider, een nieuw geluid. Na de eerste reeks onthullingen van de Panama Papers komt GL-leider Jesse Klaver met een voorstel voor paradijsbelasting. Verbeter de wereld, te beginnen in Nederland. Hoe het ook kan toont kunstenaar Paolo Cirio. Hoe kunst relevant kan zijn, meer dan opschik, de macht kan bestrijden en toch niet betweterig is. Kunst is nu eenmaal betere politiek.

De Italiaanse kunstenaar Paolo Cirio toont in de ‘manifestatie’ ‘The Value of Nothing’ bij Tent Rotterdam (tot 17 november) deze video. Tent presenteert de waarde van niets als ‘een groepstentoonstelling, vijf nieuwe projecten, Fieldwork Residencies en een intensief publiek programma over verschuivingen in het denken over het begrip waarde en economie, en de positie van kunst daarin.’ Samen met Remco Toorenbosch en Jonas Staal zoekt Cirio het meest de randen van ons fiscaal-economisch systeem op. En doet daar verslag van.

Cirio biedt met zijn ‘loophole for all‘ een oplossing voor de belastingontwijking van bedrijven en vermogende individuen die belastingparadijzen opzoeken om zo min mogelijk belasting over hun winst, inkomen of vermogen te betalen. Er is een offshore schaduwwereld gegroeid van overwegend vanuit de Londense City aangestuurde (ei)landjes vol fiscale en sociale neveneffecten. Multinationals en rijke individuen ontwijken zo op een overigens volstrekt legale manier de belasting. Cirio biedt zelfstandigen nu dezelfde vluchtroute (loophole) via de Britse Kaaimaneilanden zodat ze in hun eigen land geen belasting meer hoeven te betalen.

Door de verstorende effecten is belastingontwijking ongewenst. Over geld dat individuen verduisteren wordt geen belasting betaald. Het wordt door de rijken, de scharrelaars en de machtigen ontdoken. Da’s niet goed voor de inkomsten, de solidariteit en de belastingmoraal. Nog eens verscherpt door de crisis waarbij reserves van overheden zijn gaan zitten in de redding van financiële instellingen. Op kosten van de betalingbetaler die niet in de omstandigheid verkeert om z’n geld elders onder te brengen. Degenen die aangeslagen worden moeten daardoor zwaarder belast worden. Ze dienen bij te passen wat de rijken en machtigen ontduiken.

Dit idee van Cirio verdient navolging. Het principe is vergelijkbaar met religie. Voor opponenten ervan is het zinvoller om door oprichting van nieuwe religies het draagvlak en het idee van religie te verwateren, dan door de frontale bestrijding ervan. Dus: meer wordt minder. Zo zal de politiek door de obstructie van het Verenigd Koninkrijk nu niet en straks niet de vinger achter het terugdringen van de belastingontwijking krijgen. Of er ontstaan nieuwe mazen. Cirio deconstrueert het huidige systeem van belastingheffing door belastingbetalers tot een staking op te roepen omdat de politici niet bij machte zijn om de ontwijking van de top aan te pakken.

Vandaag presenteert Groen Links een manifest over nivelleringspolitiek. Een sympathiek idee met een slechte uitwerking die vooral het failliet van de politiek betekent. Dat in navolging van het debat dat ontstond naar aanleiding van de Franse econoom Thomas Piketty die economische ongelijkheid op de agenda zette.

GroenLinks belooft iets waarvan het bij voorbaat weet dat het dat niet kan leveren. Waar een kunstenaar als Paolo Cirio inzet op een systeemverandering, rommelt Jesse Klaver namens GroenLinks als een boekhouder wat in de marge met percentages. Symboliek bij gebrek aan beter. Met als gevolg dat de belastingdruk voor de hogere middeninkomens toeneemt en daardoor de noodzaak om de bedrijven en hyperrijken aan te pakken afneemt. GroenLinks draait voor wie hoog in het systeem zit de belastingdruk verder aan en laat iedereen ontsnappen die niet in het systeem zit. Het komt niet toe aan de ontwikkeling van een ander systeem van belastingheffing. Plichtmatig kent het manifest het punt ‘Aanpakken belastingontwijking multinationals’ met voorstellen om op Nederlands of Europees niveau de belastingontwijking aan te pakken. Maar dit is een onwaarachtige, kansloze en lafhartige exercitie van GroenLinks dat het zelf als geen ander beseft. De partij liegt ons dus bewust voor. Kunstenaars als Cirio vertellen ons oprechter en overtuigender hoe het anders kan.

gl

Foto: Schermafbeelding van begin manifest GroenLinks ‘Nieuwe Nivelleringspolitiek’ van Jesse Klaver, 1 november 2014.

VVD Rotterdam verhult wanprestaties door cultuurstrijd

vvdslogan

De kritiek in de sociale media is niet van de lucht op een affiche van de VVD Rotterdam met de tekst: ‘In Rotterdam spreken we Nederlands‘. Lijsttrekker van de VVD Jeanette Baljeu heeft er geen spijt van: ‘Wij hebben opzettelijk gekozen voor een prikkelende stelling om de discussie op gang te brengen. Dat is gelukt.’ Actrice Halina Reijn wordt bedreigd na een kritische tweet: ‘Kan iemand van de @VVD iets uitleggen over dat absurde bord in Rotterdam?‘ De betekenis van de tekst valt niet exact vast te pinnen.

Natuurlijk ‘spreken we in Rotterdam Nederlands’. Zoals ‘we’ in Rotterdam vele talen spreken. Kortom, de VVD Rotterdam komt met een nietszeggende tekst van het kaliber: ‘In Utrecht bakken we brood‘ of ‘In Gouda eten we kaas’ of ‘In Amersfoort werken we keihard‘. De waardering ervan zit ‘m in de waardebepaling.

Het tekstbord is een voorbeeld van afleiding door de Rotterdamse VVD van landelijke problemen, het gebrek aan populariteit, de moedeloosheid, de achterblijvende economie en de oplopende lastenverzwaringen en belastingen. De VVD maakt niks klaar zodat de aandacht verlegd moet worden naar een ander beleidsterrein. Andere landen beginnen soms een oorlog of stammenstrijd om het volk mee te krijgen, de VVD speelt het via de cultuurstrijd. Feitelijk betekent de tekst ‘In Rotterdam spreken we Nederlands‘ dat de VVD van zichzelf inziet dat het op sociaal-economisch en economisch gebied de afgelopen jaren weinig bereikt heeft.

Andere partijen kunnen de tekst beantwoorden zonder zich te laten verleiden tot een debat over identiteit, taal en immigratie. Dat ‘frame’ leidt af van de hoofdzaak. Beter is het om de VVD af te rekenen op sociaal-economische prestaties die het niet nakomt. ‘De VVD praat in afleidingen omdat het economisch faalt’.

Kent Nederland armoedebeleid? Is de welvaart verkeerd verdeeld?

Uit dit verslag resteert een gemengd beeld. En onzekerheid. Onduidelijk is wat de bron voor genoemde cijfers is. Hoe concreet is de beschrijving ‘het risico in armoede te vallen’? Dat kan inhouden dat een huishouden het nu nog redelijk goed heeft, maar dat donkere wolken van alle kanten op komen zetten. Zetten ze door?

Krapuul laat de welvaart de armoede ontmoeten in een kritisch verslag van Jaap de Pauw: ‘Momenteel, in 2014, zijn er zo’n 150 officiële voedselbanken in Nederland die wekelijks ongeveer 70.000 Nederlandse huishoudens van voedsel voorzien. Het zijn vooral mensen die in de schuldsanering zitten of een uitkering hebben, maar ook mensen met een klein inkomen en hoge vaste lasten, zoals zzp’ers.’ En: ‘En ook al is die armoede, zoals alles, relatief, het is een ziekmakende en uitzichtloze situatie waarin bijna 1 miljoen Nederlandse huishoudens verkeren. Ruim 200.000 huishoudens verkeren al langer dan 4 jaar achtereen in relatieve armoede. Ruim 300.000 kinderen groeien in armoede op. Het is de prijs die we betalen voor de geleende welvaart van de jaren 80 van de vorige eeuw. Het is mede het gevolg van de onbegrensde zucht naar winst van “de markt” en de financiële dienstverleners. Het is het gevolg van asociale politieke keuzes die gemaakt zijn en nog dagelijks gemaakt worden.’

Hoe kan de armoede in Nederland bestreden worden? Er zijn voorstellen voor een oplossing zoals het sluiten van de grenzen, het terugdraaien van de recente lastenverzwaringen, armoedebeleid dat de zwakkeren extra steunt of het extra belasten van de veelverdieners. Of moet er gekozen worden voor een radicale oplossing die leidt tot herverdeling van de welvaart? Maar wat is er voor nodig om dat te realiseren? Revolutie? Andere politieke machtsverhoudingen? Doelmatige politieke leiders met durf en compassie? Er is voorlopig geen antwoord. Het is met name onverteerbaar dat in een van de meest welvarende landen ter wereld honderdduizenden kinderen in armoede opgroeien en sociaal geïsoleerd worden. Dat zou niet zo moeten zijn en valt met name de politieke partijen aan te rekenen die de armoede vooral met mooie woorden bestrijden.

717px-Wybrand_Hendriks_(1744-1831),_De_Soepuitdeling,_1815,_Olieverf_op_doek

Foto: Wybrand Hendricks, De Soepuitdeling, (1815). Collectie: Teylers Museum Haarlem.

Liquid Feedback 3.0 is bruikbaar voor de democratie. Nu al

140202181912.liquidfeedback.jpg.shrinkcentercrop.586x180

Nederland wordt niet alleen een participatiesamenleving als het aan de regering ligt, maar mogelijk ook een E-participatiemaatschappij. Wat dat inhoudt is de vraag. De Haagse wethouder Ingrid van Engelshoven (D66) nam op 28 januari het boek ‘The Principles of LiquidFeedback‘ in ontvangst. Drie dagen later werd het in Berlijn gepresenteerd. Een initiatief van de ‘Verein zur Förderung des Einsatzes elektronischer Medien für demokratische Prozesse‘. Een zaak van transparantie, communicatie, burgerschap, participatie en machtsdeling. Door de piratenpartijen is LiquidFeedback afgelopen jaren hoog op de politieke agenda gezet.

Hoe pakt de Nederlandse politiek dit Duitse initiatief op? Wethouder Van Engelshoven is welwillend, maar moet duidelijk nog wennen aan de vergaande strekking ervan. Ze denkt vanuit het bestuur en (nog) niet vanuit het belang van de burger. Ofwel, ze zit met haar gedachten nog in LiquidFeedback 1.0. Uit haar begeleidende woorden blijkt dat ze er nog niet meer dan een aanvulling op de democratie in ziet.

Binnenlands Bestuur doet verslag. Woorden schieten tekort. ‘Er is een toolkit e-participatie aan ambtenaren beschikbaar gesteld waarmee ze beleidstrajecten kunnen ondersteunen. Deze toolkit bevat nu vooral software die voor zichtbare en concrete projecten kan worden ingezet, zoals een moodboard waarmee kinderen een speeltuin kunnen ontwerpen en een budgetschuif waarmee bewoners samen een budget kunnen verdelen’. Commentaar overbodig, democratie als macramé.

De Nederlandse politiek moet nog wennen aan elektronische middelen die voor de democratie ingezet kunnen worden. Van Engelshoven ziet LiquidFeedback ‘op termijn als een zinvolle aanvulling voor de ondersteuning van een traditionele ‘inloopavond’. Het is een groeimodel, en ik denk dat we eerst moeten zorgen dat we voldoende hebben gewerkt met de huidige middelen uit de toolkit’. D66 dat ooit voluit voor staatkundige vernieuwing ging praat nu over ‘toolkit’, ‘beleidsparticipatie’ of ‘beleidstraject’. De Nederlandse Piratenpartij moet D66 maar eens uitleggen wat LiquidFeedback en E-democratie echt inhouden.

Foto: Illustratie bij ‘Online democratieplatform wellicht bruikbaar voor E-participatie‘ in Binnenlands Bestuur.

Museum Flehite en het noodlot van Amersfoort: anti-politiek

Een filmpje van Rabobank TV uit april 2013 over Museum Flehite valt te lezen als de aankondiging van een ramp. Als het noodlot dat als gevolg van een besluit van een hogere macht onafwendbaar is. Het lot slaat op enig moment toe omdat het in zijn aard ligt. In Amersfoort is die hogere macht geen verticale macht die als het ware achter de wolken huist, maar een gezelschap dat voortkomt uit de plaatselijke politiek en zich aan de normale democratische controle onttrekt. Een middelgrote gemeente met 150.000 inwoners is blijkbaar net groot genoeg om zo’n informeel netwerk in stand te houden, maar te klein om het te kunnen corrigeren.

De economische crisis kastijdt het land. Onder druk van lastenverzwaringen, belastingverhogingen en de zich steeds mondiger opstellende burgers kiezen op landelijk en gemeentelijk niveau colleges voor een eerlijke verdeling van de pijn. Handen aan het bed, blauw op straat of voeten in de modder worden gespaard terwijl sectorinstituten of voorwaardenscheppende instellingen worden gekort of gesloten. In Amersfoort is dat besef nog onvoldoende doorgedrongen. Laat de burger zich er onvoldoende horen en blijft-ie te braafjes?

De gemeente Amersfoort faalt vaak in de uitvoering omdat het blijft steken in een papieren werkelijkheid van beleidsplannen. Met het Eemhuis of grondaankopen waarmee trouwens veel gemeenten door overmoedigheid de fout in zijn gegaan. Doorgaans hebben niet eens de goedwillende politici in de raad, maar het gezelschap achter de schermen het voor het zeggen. Tegen de schijndemocratie is geen oppositie mogelijk. Of correctie.

Het filmpje is illustratief voor de gesloten bestuurscultuur waarin taken en verantwoordelijkheden niet goed gescheiden zijn. Wie heeft het laatste woord? In de kunst is er de koepel Amersfoort-in-C (AiC) waarvan het bestaan in rijkere tijden verdedigbaar was, maar dat allang niet meer is. Het afgenomen volume rechtvaardigt geen bovensteuning meer. Daarbij komt dat AiC een op afstand gezette instelling is waarover de raad niets te zeggen heeft. Feitelijk beslist een partner van advies- en managementbureau BMC dat Amersfoort jaarlijks nog steeds voor zo’n 17 miljoen euro diensten laat inhuren. Dat wordt verkocht onder de slogan: ‘Meer Zelfstandigheid, Minder Overheid‘ die vooral de politiek verzwakt. En er bijvoorbeeld de voorwaarden voor creëerde dat het in Amersfoort gevestigde Armando Museum naar een rijksmonument in Bunnik kon verhuizen met een politieke besluitvorming waarin begin en eind van de procedure werden omgewisseld. 

BMC en een type als oud-burgemeester Albertine van Vliet (D66) die zelf AiC opgetuigd heeft en nu in het bestuur zit, houden de illusie in stand dat zo’n koepel ook nu nog verstandig is. De oppositie krijgt er geen vinger tussen omdat de besluiten achter de schermen worden genomen. Of worden voorgekauwd. Dus als straks medewerkers van een Amersfoorts museum gekort of ontslagen worden dan is dat niet omdat het onafwendbaar is. Hoewel dat zo zal worden medegedeeld. Maar omdat een illuster gezelschap dat onder elkaar beslist. Vanwege hun eigen economisch belang, reputaties die samenhangen met ooit genomen besluiten en een gevoel van belangrijkheid om de hotemetoot te kunnen spelen. Als in een gevangendilemma zwijgen ze samen om er beter van te worden. Deels buiten de echte politiek om, deels ermee verknoopt.

d8e8e6e09a7dd91d8d455c25e92e90f2

Foto: Paulus Bor, Aanbidding der koningen, 1634, Collectie: Museum Flehite, Amersfoort.

Wouter Bos verwerpt participatiesamenleving en valt PvdA aan

SOCIAAL-DEMOCRATISCHE-DEGELIJKHEID

De wonderen zijn de wereld nog niet uit. De ‘liberale’ Wouter Bos passeert Diederik Samsom links. In z’n column voor de Volkskrant spreekt Bos z’n verbazing uit over de omarming van de participatiesamenleving: ‘Maar het grootste nieuws vond ik toch de terugkeer van de participatiesamenleving. De koning mocht zelfs aankondigen dat de klassieke verzorgingsstaat plaats ging maken voor de participatiesamenleving.‘ Bos merkt op dat Balkenende ‘één van de geestelijke vaders van het concept‘ is. Zoals bekend zijn Bos en Balkenende niet als vrienden uit elkaar gegaan nadat Bos in 2010 vanwege Uruzgan de stekker uit Balkenende IV trok.

Bos meent dat Rutte verder gaat waar Balkenende gebleven is en keurt dat in felle woorden af: ‘Hij ging verder dan Balkenende ooit durfde en zei dat het betekende dat iedereen die voor zichzelf kan zorgen, dat ook moet doen en dat de overheid er vooral is voor diegenen die dat niet kunnen. Als dat niet slechts de mening van de VVD-leider is, maar ook van de coalitie, is er bij de PvdA sprake van een kleine ideologische revolutie. Geen visie meer op de overheid die er ook voor de middenklasse is, een overheid die verbindt omdat iedereen er aan mee betaalt en iedereen er van mee geniet. In plaats daarvan een overheid louter voor de allerzwaksten. Amerikaans, klassiek liberaal en zichzelf uiteindelijk marginaliserend. Zeg me dat het niet zo is!

Bos fluit de leiding van zijn partij terug. Maar wie luistert er nog naar hem? Toch is het opvallend dat-ie als icoon, voormalig PvdA-leider en architect van Rutte II de PvdA frontaal aanvalt. Een partij waarop Bos met ideologie of het vinden van een politieke richting trouwens nooit z’n stempel heeft kunnen drukken. Z’n vraag of de PvdA instemt met de participatiesamenleving is gekunsteld. Want Bos weet als geen ander dat de PvdA hiermee heeft ingestemd. De PvdA-minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem heeft het in de publiciteit zelfs krachtig verdedigd. De column van Wouter Bos roept de vraag op wat zijn rol feitelijk is. Moet-ie informeel de linkerflank tegen de SP afdekken? Maar hoe groot is z’n invloed binnen de PvdA nog? En wat is z’n ambitie in die partij? Komt Bos nou met fundamentele kritiek op Samsom omdat-ie veel of weinig invloed heeft?

Foto: Sociaal-democratische degelijkheid, Stadspartij Groningen.

PVV tekent verzet aan tegen Rutte II. En tegen zichzelf

MVC01_NVPH-788_X

De PVV houdt zaterdag 21 september in Den Haag een demonstratie en tekent verzet aan: ‘Dan demonstreren we van 13:00 tot 14:00 uur tegen het rampkabinet Rutte II op de Koekamp.’ De PVV meent dat het genoeg is geweest: ‘Ondertussen kiest dit kabinet voor ontwikkelingshulp, geld voor Brussel en Zuid-Europa, windmolens, multikul en kunstsubsidies. Het zijn de keuzes van de links-liberale elites die elke voeling met de realiteit hebben verloren. (..) Niet onze politici regeren, maar ongekozen bureaucraten in Brussel.

De PVV is een democratische partij en mag zeggen wat het wil zolang dit niet strijdig is met de wet. De PVV mag selectief vergeten dat het in het kabinet Rutte I heeft meegewerkt aan het op de rails zetten van de lastenverzwaringen waartegen het nu demonstreert. Zoals de beperking belastingaftrek pensioenpremies die jaarlijks ruim 2 miljard euro gaat opleveren. Dat valt in het niet bij de uitgaven voor windmolens, multikul of kunstsubsidies. De PVV heeft vuile handen gemaakt en de burger verraden, maar wil dat niet weten. De PVV mag onzin verkondigen waar een zelfstandig denkende burger maar een antwoord op heeft: er niets van geloven. Hetzelfde geldt trouwens voor alle andere politieke partijen die het ene zeggen en het andere doen.

Klopt de omschrijving van de PVV dat het kabinet Rutte II de keuzes maakt van de links-liberale elites die elke voeling met de realiteit hebben verloren? Wie bij ‘links-liberaal‘ denkt aan meer individuele vrijheid en bescherming van burgerrechten,  internetvrijheid, machtsdeling, een libertijns debat, instandhouding van de verzorgingsstaat en een optredende overheid die niet zegt terug te treden zal zich niet herkennen in de kwalificatie van de PVV. Had Nederland maar een progressief-liberaal kabinet dat bruggen naar de toekomst bouwde, in plaats van bruggen vol loszittende klinknagels naar elkaar zoals VVD en PvdA nu doen.

Enig begrip past dat hoog van de toren blazen door de PVV. Wat moet het anders? De partij is uit de kern van de macht verdreven en moet het nog meer dan voorheen hebben van symboliek. Maar in Nederland zitten partijen programmatisch zo dicht op elkaar dat ze al gauw in hun eigen voet schieten als ze hun pijlen op de ander richten. Daarom communiceren de gevestigde politieke partijen die allen vuile handen hebben gemaakt voornamelijk met elkaar en niet met de burger. Zo blijven de tegenstrijdigheden binnenskamers. De PVV schat blijkbaar in dat de kiezers zijn vergeten dat de partij tot april 2012 het afbraakbeleid van Rutte I gedoogde.

MVC01_NVPH-790_X

Foto’s: Postzegels Nederland, Zomerpostzegels 1963. Windmolens.