Gedachten bij twee foto’s van de Nederlandse Delegatie in Peking

Fotografija Nizozemska legacija [Foto van de Nederlandse Legatie, Peking]. Collectie: Vzhodnoazijske zbirke v Sloveniji [Oost-Aziatische collecties in Slovenië].

In het Nederlands uit het Sloveens vertaald luidt de toelichting bij deze foto:

Een zwart-witfoto toont de diplomatieke wijk van Peking (Dongjiaominxiang 東交民巷). Deze werd tussen 1861 en 1959 opgericht in het gebied van de binnenste, keizerlijke wijken (Neicheng 内城), ten oosten van het huidige Tiananmen-plein (Tiananmen Guangchang 天安門廣場) en ten zuiden van de Verboden Stad (Gugong 故宫 of Zijincheng 紫禁城). Na de Tweede Opiumoorlog (1856-1860) vestigden zich daar verschillende buitenlandse delegaties en richtten ambassades of gezantschappen van hun land op. Het trok veel diplomaten, soldaten, geleerden, kunstenaars, toeristen en sinofielen. Hoewel internationale overeenkomsten waarbij China extraterritoriale rechten verleende aan buitenlandse mogendheden over delen van zijn grondgebied dateren uit de 19e eeuw, werd de jurisdictie over de diplomatieke wijk van Peking zelf pas in 1901 aan buitenlandse mogendheden verleend, na een 55 dagen durende belegering van de wijk tijdens de tweejarige Boxer Rebellion (Yuanyituan Yundong義和團運動), die eindigde met de overwinning van de gecombineerde buitenlandse strijdkrachten. Door de samenwerking van de Chinese rechtbank met de opstandelingen werd China gedwongen het Boxing Protocol (Xinchou tiaoyue 辛丑條約) te ondertekenen, dat ook het beheer van de diplomatieke wijk in Peking definieerde.

Tot het begin van de twintigste eeuw waren hier alle grootmachten van de wereld aanwezig, waaronder Nederland, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Duitsland, Japan, Rusland, Italië, Spanje, België en de Verenigde Staten. Een kleiner perceel was ook eigendom van de Oostenrijks-Hongaarse monarchie. De ondertekening van de eerste overeenkomst over extraterritoriale jurisdictie tussen Nederland en China dateert van 1863. Tussen 1917 en 1919 bezette Nederland het Duitse gezantschap en in 1920 kwamen alle Russische bezittingen in Peking onder direct bestuur.

De speciale status van de diplomatieke wijk in Peking werd de facto beëindigd door de Tweede Wereldoorlog, en tijdens de daaropvolgende politieke ontwikkelingen in de Chinese staat werden de meeste gebouwen in de wijk verwoest.

De foto is de 41e van de 449 foto’s van Peking en omgeving in het album van Ivan Skušek Jr. gekocht tijdens zijn verblijf in Peking (1914-1920). In het handboek van het album wordt de foto Holländische Legatie genoemd.

Interessant is dat Nederland een grootmacht van de wereld wordt genoemd en dat van 1917 tot 1919 Nederland het Duitse gezantschap bezette. Omdat Nederland toen met Spanje het enige neutrale land van de genoemde grootmachten was is het logisch om te veronderstellen dat onder bezetten ‘waarnemen’ moet worden verstaan. Niet in bezit nemen. In 1919 kreeg de Weimarrepubliek een nieuwe grondwet.

Met het ‘direct bestuur’ in 1920 van de Russische bezittingen wordt waarschijnlijk het bestuur van de diplomatieke wijk bedoeld. Omdat de Russische burgeroorlog pas in 1922 definitief in het voordeel van de bolsjewisten werd beslist lijkt dit ook een tijdelijke situatie die door het verlies van de aan de westerse grootmachten gelieerde Witte legers pas later definitief werd.

Onderstaande foto uit 1930 van de Nederlandse delegatie in Peking geeft een beeld dat op de bovenste foto overeenkomt met de rechterkant van het linker gebouw. De tekst bij deze albumfoto luidt: ‘Secretaris-woning van de Nederlandsche Delegatie. Peking. Op stoep Jenny [Visser-Hooft] en de Vos v. Steenwijk‘. Waarschijnlijk heeft het linkergebouw op de bovenste foto een ceremoniële functie.

Philips Christiaan Visser. Schermafbeelding van deel ‘Albumblad met vier foto’s. Linksboven Jenny Visser-Hooft en de heer De Vos van , Bestanddeelnr 35 30.jpg‘. Peking, 1930. Collectie: Nationaal Archief.

Commerciële en politieke marketing van het Gansu Provincial Museum

Is er een grens aan de marketing van musea? Wanneer is het dienend om de traditionele functies van musea te ondersteunen en wanneer schiet het zijn doel voorbij in merchandising en gezochte zichtbaarheid op sociale media?

De strategie van het Gansu Provinciale Museum in het noordwesten van China is om antiek speelgoed met hedendaags speelgoed te promoten. Maar waar gaat het nog om? Wordt de merchandising geen doel op zichzelf dat voor het museum komt te staan?

Je kunt het ook nog anders zien, namelijk commerciële marketing als afleiding voor ‘moeilijke’ politieke onderwerpen. Neem het berichtBetter education being provided for China’s ethnic groups‘ op de site van het Gansu Provinciale Museum dat een schijn van vrijheid in China voor etnische groepen suggereert die niet bestaat.

Schermafbeelding van deel artikelBetter education being provided for China’s ethnic groups‘ van 4 juli 2022 van het Gansu Provincial Museum.

Dit is propaganda of politieke marketing die nog onaangenamer voelt dan de flutterige commerciële marketing van dit museum. ‘Education in Tibet is advancing with each passing day. A complete modern education system has been established there‘, zegt de Chinese wetenschapper Wang Yanzhong, directeur van het ‘Institute of Ethnology and Anthropology‘ van de Chinese Academy of Social Sciences. Je kunt je afvragen voor wie dit bericht is bedoeld en wie in het Westen het zal geloven.

Hoe dan ook gaat dit museum de realiteit uit de weg en leent het zich ervoor om een vals beeld van China en zichzelf op te hangen. Dat tast de integriteit van zo’n museum aan. Kortom, tweemaal niks.

Klassieke Russische film: ‘Ivans Jeugd’ (1962)

Wat moeten we nog meer zeggen over onze reactie op de onrechtmatige oorlog die de Russische regering is begonnen tegen Oekraïne? De oorlog die in de Russische Federatie zo niet mag heten wordt door een meerderheid van de inwoners gesteund. Ook als ze zijn gehersenspoeld en misleid door de politiek en propaganda van het Kremlin zijn ze medeschuldig aan het leed en de pijn dat nu Oekraïne wordt aangedaan. Zoals trouwens de meeste westerse bedrijven en regeringen ook schuldig zijn aan de opkomst van het fascisme van Poetin.

Velen waren hier ziende blind voor en hebben de laatste tien jaar zitten slapen. Het zij zo, nu is bijna iedereen langzaam wakker geworden. Soms aarzelend en gedwongen, soms uit eigen overtuiging. Velen zag niet wat het niet wilde zien. Of dat nou uit naïviteit, opportunisme of gemakzucht was. Zo gaat het altijd in de geschiedenis.

Straks is het China dat nu Oeigoeren in concentratiekampen stopt dat pas een gecoördineerde reactie krijgt als het Taiwan militair aanvalt. Wie weet. Nu zien we al de genocide op de Oeigoeren en de onderdrukking van het Tibetaanse volk en kijken weg. Ziende blind. De westerse bevolking omdat het verslaafd is aan goedkope Chinese consumentenartikelen, de westerse bedrijven en overheden omdat ze verslaafd zijn aan hun eigen luie denken om zaken met een onderdrukker te doen. Ze hebben hun eigen ethiek op vakantie gestuurd, als ze nog weten wat dat ook al weer was.

Ivans Jeugd (1962) is een film van Andrei Tarkovski. Het is een oorlogsfilm over de Tweede Wereldoorlog die werd geproduceerd door Mosfilm. De lyrische camera wordt geroemd, vooral de openings- en slotsequentie. De film werd gemaakt na het 20ste partijcongres waarin de leiding van de Communistische Partij van de Soviet-Unie in 1956 afstand nam van Stalin. Die relatieve dooi duurde van 1957 tot 1968. In die periode werden films gemaakt die aftand konden nemen van de strikte ideologische lijn die tot op de komma voorschreef wat wel en wat niet gezegd en getoond mocht worden. Ivans Jeugd is niet toevallig midden in die periode van dooi gemaakt.

Moeten we de Russische kunst straffen voor het bewind van Poetin door het te boycotten? Mogen we nog boeken lezen van Gogol, Toergenjev, Babel, Alexander Herzen of Tsjechov? Mogen we nog muziek beluisteren van Tsjaikovski, Glinka. Prokofiev, Rimski-Korsakov of Sjostakovitsj? Mogen we nog films zien van Eisenstein, Vertov, Pudovkin, Parajanov of Tarkovski? We moeten de Russische kunst met terugwerkende kracht niet straffen voor wat Poetin nu aanricht. Dat gaat voorbij aan de universele kracht ervan die aanzet tot nadenken.

Still uit Ivanovo detstvo (Ivan’s Childhood), 1962 van Andrei Tarkovsky. Fragment van ‘Die vier Reiter der Apokalypse‘ (1497-98) van Albrecht Durer.

Kunst overstijgt naties. De christelijke Tarkovsky laat dat zien in Ivan’s Jeugd als hij een boek met houtsnedes van Albrecht Dürer toont. Het idee daarachter is dat Duitse kunst meer is dan het nazisme. Zo is de Russische kunst van heden en verleden meer dan Poetins fascisme. Laten we dat niet vergeten.

Foto’s van een Jezuïet in China (1932-33)

Pater Joseph de Reviers, ‘Ecole d’Art, 1932-1933‘, Glasplaat. Collectie: Fonds de Reviers, Bibliothèque municipale de Lyon

De beheerder van een fotocollectie zegt in een toelichting dat de fotograaf die in China werkte van wie werk in de collectie is opgenomen een China tussen traditionalisme en modernisme vastlegde. Ook nog eens tijdens een roerige tijd van een Japanse invasie. De beheerder is de Gemeentelijke Bibliotheek van Lyon (BML) en de fotograaf was de aristocratische jezuïtische pater Joseph Marie Anne Christophe de Reviers de Mauny (1892-1974).

De toelichting afficheert deze jezuïet als humanist: ‘(…) in een benadering die als humanistisch zou kunnen worden omschreven. Pater Reviers wordt niet beschouwd als een professionele fotograaf en sommige foto’s zijn wazig of slecht gekaderd. Dit is een ongepubliceerde collectie van China tussen 1932 en 1933; een visuele kroniek van het dagelijks leven van een bevolking zonder koloniale enscenering door een jezuïetenpriester’.

Op de foto zien we studenten van een Chinese kunstacademie die naar een gipsen kop tekenen. Dat toont erg academisch. Het lijkt geen doorsnee academie gezien de afbeeldingen van katholieke heiligen op de tegen de muur hangende schilderijen. Pater Jo verkende dan wel op avontuurlijke wijze China, maar tegelijk haakte hij blijkbaar aan bij het herkenbare en wilde als jezuïet zijn religie dienen door de aldaar aanwezige katholieke instellingen in beeld te brengen.

Of men kan spreken van een bijvangst in de foto’s die verder gaan en het dagelijks leven vangen doet pater Jo wellicht tekort, maar lijkt wel de kern van zijn missie. Met terugwerkende kracht wordt pater Josep de Reviers opgewaardeerd door de beheerder van een collectie die daarmee ook zichzelf opwaardeert. Pater Jo was hoe dan ook op het goede moment op de goede plek en dat is zijn verdienste. Dat geeft de collectie waarde. Laten we daar niet te oordelend over zijn.

Kunnen Olympische Spelen worden gerestaureerd?

Times Wide World Photos, ‘Official Souvenirs of the Fourth Winter Olympics‘, 1936. Collectie: MoMA.

Morgen beginnen de Olympische Winterspelen in Peking. Ik heb niks met sport, maar het is best. Het klinkt al snel neerbuigend en vanuit de hoogte om er kritiek op te hebben. Daarom moet men oppassen om er afkeurend over te spreken. Want als het volk sport wil, dan krijgt het volk sport. Dat loopt van verslagen van wedstrijden, tot voor- en nabeschouwingen. Ellenlang.

Met topsport is niks mis. Sporters spannen zich jarenlang in en proberen beter te presteren dan anderen. Dat is lovenswaardig. Maar de Olympische gedachte is meer dan sport alleen. Het omvat ook internationale verbroedering en een ‘heilmiddel tegen tal van maatschappelijke kwalen‘ zo zegt Jelle Zondag in een commentaar voor de Radboud Universiteit.

Olympische Spelen zijn een mengvorm geworden die weliswaar om sport draait, maar waar sport steeds minder centraal staat. Aan Olympische Spelen kunnen allerlei karakteriseringen toegevoegd worden. Ze zijn gepolitiseerd, vercommercialiseerd, gecorrumpeerd en los komen te staan van een hogere doelstelling.

Zondag concludeert: ‘Sport werd, en wordt, beschouwd als een idealistische activiteit, die moest zorgen voor vrede, vriendschap en verheffing. Mooie idealen die vaak spaak liepen op de weerbarstige realiteit‘. De Olympische Spelen tonen een vals gezicht. Ze zijn gekaapt door ontwikkelingen die haaks staan op dat idealisme en er zelfs tegenstrijdig aan zijn: nationalisme, meedogenloze competitie, dopinggebruik, commercie en het tegendeel van verheffing.

De bodem is weggeslagen onder de Olympische Spelen zonder dat het benoemd wordt. De uitzendrechten zijn een miljardenbusiness geworden. De Olympische Spelen draaien om hun eigen continuïteit en winstgevendheid, niet langer om een ideologische gedachte. Of het moet de opvatting van autoritaire landen als China zijn om zich met een vals gezicht en dubbele bodem te presenteren aan de wereld. Dat is neorealisme dat idealen inwisselt voor macht, geld en beeldvorming.

Het zou zinvol zijn om opbouwende kritiek op de Olympische Spelen aan een breed publiek te presenteren. Wat als blijkt dat de nadelen groter zijn geworden dan de voordelen? Wat dan? Kunnen ze ideologisch gerestaureerd worden en uit de greep van autoritaire landen en het grote geld gered worden? Laten Nederlands programma- en beleidsmakers die zich sterk maken voor de Olympische Winterspelen in Peking zich daar de komende weken en jaren eens over uitlaten.

De wereld kan dan wel steeds platter en dorpser worden, maar de Olympische Spelen lopen daar in bedorvenheid ver op vooruit. Zijn inmiddels de Olympische Spelen ‘too big to fail’ geworden, zodat ze niet meer gerestaureerd kunnen worden omdat de organisatie erachter een ongrijpbare macht is? Mogelijk, maar laten we dat dan bespreken. Het getuigt van grote absurditeit om kijkers wekenlang een Potemkin-dorp voor te schotelen zonder dat te benoemen. Kunnen Olympische Spelen meer zijn dan buitenkant, dekmantel en façade?

Doet-ie ’t of doet-ie ‘t niet? Valt Poetin Oekraïne binnen?

De verwachting bestaat niet dat president Poetin op korte termijn Oekraïne militair binnenvalt. Dat zegt Ian Bremmer van de Eurasia Group. Hij verwijst naar de Olympische Winterspelen die van 4 tot 20 februari 2022 in het Peking plaatsvinden. Poetin zou daarmee China voor het hoofd stoten. Ook meent Bremmer dat de regering Biden er tamelijk succesvol in is om de Westerse bondgenoten binnen Navo en in de diplomatie op een lijn te brengen. Zelfs de halsstarrige Duitse sociaal-democraten die de grootste partij in de regering zijn zouden ij zijn gedraaid richting harde sancties.

Probleem is dat we de toekomst niet kunnen voorspellen. Want wat is het voorval of de reeks van voorvallen die de westerse landen ertoe bewegen om te spreken van een Russische invasie?

Is dat een cyberoorlog tegen Oekraïne, de Baltische landen en Polen? Is dat het dichtdraaien van de gaskraan door Gazprom in opdracht van het leiderschap in het Kremlin? Zijn dat kleine invallen in Zuid- en Oost-Oekraïne? Zijn dat aanvallen op Oekraïense en westerse oorlogsschepen in de Zwarte Zee?

Er zijn twee tegengestelde belangen om te waarschuwen voor Russische agressie. Het versterkt de defensie en geeft het Kremlin het signaal dat de kosten van een invasie hoog zullen zijn. Het creëert ook economische onzekerheid waarvan Oekraïne het meeste schade ondervindt. Dat stoot investeerders en zakenpartners af. De toekomst zal leren wat het wordt. Het is een gecalculeerde gok om dat te voorspellen.

Bestaat pretentieloos amusement met pretentie? Met als voorbeeld ‘The Secret Music of China’ (1947)

Nu iets geheel anders. Populaire muziek uit 1947. Maar niet zomaar amusement. Het gaat om de LP ‘Secret Music of China‘ van het orkest van Alexander Laszlo met een bijdrage op theremin van Samuel Hoffman. Het is de weergave van een musical. De laatste is in Nederland bekend door de uitgave uit 1999 van Basta Music met 3 CD’s met daarop vreemde salonmuziek van EP’s uit de jaren 1947 -1950. In 1949 werd na een lange burgeroorlog de Volksrepubliek China uitgeroepen.

De vraag hoe pretentieloos amusement pretentie krijgt roept deze LP op. Hoe zuiver is dat?  

Valerio Saggini besteedt in een blogpost uit 2002 aandacht aan deze LP en zegt over het nummer Rape of Nanking: ‘Night. December 13, 1937. Nanking is raging in battle. Women left the maelstrom tremble with fear. Outside the room, a command to halt is heard, and a child calls out: The Japanese are here! In a rush, the crowd tries to escape, but some are too late. Trapped, a group of women return to the room and lock themselves in. A soldier pounds at the door, and then crashes through, followed by others. One girl nearly escapes, but a soldier blocks her way. Amid the uproar and screams, he thrusts at her with his bayonet. Night, December 13, 1937‘.

Pretentieus amusement met een boodschap is een ongekende tussencategorie. Licht amusement gaat nergens over en omvat geen systeemkritiek. Het bedient zichzelf en de industrie waar het uit voortkomt en die gaat voor geldelijk gewin.

Met een variant op de uitspraak van theoloog Harry Kuiter over het mensbeeld en God: ‘Alle spreken over Boven komt van beneden, ook het spreken dat beweert van Boven te komen‘ zou je kunnen zeggen over pretentieus amusement: ‘Alle muziek over Boven komt van beneden, ook de muziek die beweert van Boven te komen‘. Het hoort bij de marketing van de muziekindustrie om een hoger doel te suggereren dat er eigenlijk niet is. Dat wordt er opgeplakt om het beter te verkopen. Meer dan dat is het niet.

Hoe een musical of LP als ‘The Secret Music of China‘ daarin past is nog niet zo makkelijk te beantwoorden. De vorm is die van het amusement van Hollywood dat systeemkritiek per definitie verbergt achter andere doelstellingen: een lopend verhaal waarvan de ‘montage’, de constructie wordt verhuld, individualisering van structuren zodat een aanval op het systeem uit de weg wordt gegaan en aansluiting bij de op dat moment geldende vormgeving van de populaire cultuur.

Ik kom er niet uit wat een project als ‘The Secret Music of China‘ is. Denk ook aan de goede doelen acties van populaire artiesten om het onrecht in de wereld te bestrijden. Dat toont vaak vals en hypocriet. Zie ze dringen om vooraan te staan. Bestaat pretentieloos amusement met pretentie die het echt meent?

Apple en Google verwijderen Navalny’s app na druk Kremlin. Amerikaanse techbedrijven werken tegen de democratie in, maar worden door westerse landen niet aangepakt

Herinneren we ons nog de verhalen over de Arabische lente? De Amerikaanse techbedrijven als Twitter, Facebook, Apple en Google zouden de democratisering helpen doordat demonstranten zich meer dan tevoren konden organiseren via sociale media. De Arabische lente waar het inmiddels 10 jaar later winter is. Zelfs in het meest democratische Arabische land met de meeste persvrijheid Tunesië is het parlement opgeschort en heeft de pas gekozen president Kais Saied plannen om de grondwet bij te schaven.

Inmiddels hebben leiders van autoritaire regimes als Turkije, China, de Russische Federatie zich gewapend tegen de democratisering via internationale sociale media. Ze hebben de afgelopen 10 jaar Apple, Twitter, Facebook, Apple en Google en ander techbedrijven herhaaldelijk onder druk gezet. De wetmatigheid is dat de bedrijven om economische redenen inbinden. Ze staan niet aan de kant van de democratisering, maar aan de kant van de repressie.

Voor voorbeelden van techbedrijven die inbinden na druk van autoritaire regimes: Over Turkije, zie hier en hier en hier. Over India, zie hier. Over China, zie hier en hier.

Schrijnend is niet alleen dat Amerikaanse techbedrijven als Twitter, Facebook, Apple en Google zwichten voor politieke druk van Ankara, Beijing of Moskou, maar dat landen als China en de Russische Federatie zonder tegenstand van de techbedrijven de sociale media actief kunnen gebruiken om tweedracht en chaos te zaaien in democratische landen. Amerikaanse sociale media kunnen zo door kwaadwillenden probleemloos worden gebruikt voor het verspreiden van desinformatie en het zich als buitenstaander mengen in verkiezingscampagnes van landen. Officieel staat Facebook sinds 2019 zelfs desinformatie via politieke advertentie toe. Ondanks herhaalde kritiek daarop en talloze kritische onderzoeken door parlementaire commissies in de VS en het VK verandert er niks.

Het is geen incident, maar een wetmatigheid dat Apple en Google in de Russische Federatie zwichten voor druk van het Kremlin. Zelfs in de niet vrije verkiezingen waar de oppositie niet aan mag deelnemen en van uitgesloten is staat Poetins partij volgens de peilingen op niet meer dan 30%. Dat is een slechte prestatie van een partij die alle machtsmiddelen in eigen hand heeft, maar ondanks dat niet weet te overtuigen. De ‘Smart Vote’-app van Navalny’s organisatie die het stemmen coördineert tegen de kandidaten van Poetins partij ‘Verenigd Rusland’ is verwijderd.

We kunnen voor de zoveelste keer concluderen dat het de Amerikaanse techbedrijven om winstgevendheid en het paaien van de aandeelhouders te doen is. Om democratie geven ze alleen iets als dat hier toevallig mee in lijn is, maar niks als het daar haaks op staat. Apple, Google, Facebook en Twitter zijn koude bedrijven die steeds minder kunnen overtuigen dat ze zich iets gelegen laten liggen aan de democratie en weinig empathie hebben met de samenlevingen waarin ze zijn gevestigd.

Per saldo dienen de Amerikaanse techbedrijven de democratie niet, maar laten ze zich steeds meer kennen als actieve instrumenten om die te beschadigen. Het is een wonder waarom ze daar nog steeds weg mee kunnen komen en waarom westerse regeringen dat blijven tolereren en niet doortastend ingrijpen.

Desinformatie van Russische Federatie en China moet bestreden worden door breed pakket van maatregelen

Reporters Without Borders (RSF) is publishing a gallery of grim portraits, those of 37 heads of state or government who crack down massively on press freedom.’ RSF, 2 juli 2021.

Hoeveel soorten tegenstanders van vaccinatie zijn er eigenlijk? In grote lijnen twee soorten. Degenen die geloven dat vaccineren schadelijk, onnodig of deel van een complot is en degenen die daar niks van geloven, maar dat ongenoegen van anderen gebruiken voor hun politieke doelen. Deze laatste categorie is het meest interessant omdat die de argelozen een bepaalde richting opduwen. Zonder deze laatste categorie had de eerste categorie niet kunnen groeien.

Dat begint met de kleine krabbelaars die na een mislukte carrière als dansleraar, journalist of een misgelopen prestigieus hoogleraarschap de desinformatie als de enige mogelijkheid zien om op een parallelle manier carrière te maken. Of ze zelf geloven wat ze aan desinformatie verspreiden doet niet terzake. Het gaat erom dat ze dat geloofwaardig doen en degenen die ontevreden zijn en zich achtergesteld voelen overtuigend aanspreken.

Het eindigt met buitenlandse leiders als Vladimir Poetin en Xi Jinping die verdeeldheid in het Westen zaaien door inzet van hun sociale media die desinformatie verspreidt. Ze mengen zich in het publieke debat van die landen. Daarmee opereren ze schijnheilig omdat ze datzelfde buitenland op harde toon toespreken om zich niet met hun binnenlandse aangelegenheden te bemoeien. Want ‘Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet.’

Avaaz in de publicatieDeutschlands Desinformations-Dilemma 2021‘ en de Duitse publieke omroep ARD tonen in de documentaireDie geheimen Meinungsmacher‘ geloofwaardig aan dat deze buitenlandse actoren zich op de Duitse publieke opinie richten en allerlei soorten desinformatie met elkaar verbinden. Over vaccinatie en de COVID19-pandemie en de actuele politiek situatie, de landelijke verkiezingen van 26 september 2021.

Beide landen zaaien met hun sociale media ook desinformatie in de VS en andere Europese landen. De Russische Federatie heeft deze strategie van desinformatie de afgelopen jaren uitgebouwd en opereert al op een geavanceerd niveau. China verkeert nog in de planfase, maar gezien de economische macht van China en het voornemen om zich in de publieke opinie van de VS en EU te mengen, zal China naar verwachting de Russische Federatie de komende jaren voorbijstreven in slagkracht om het Westen te ondermijnen via inmenging in de publieke opinie.

Zo proberen landen als China en de Russische Federatie tamelijk succesvol een deel van de Westerse bevolking dat ontvankelijk is voor desinformatie hiermee blijvend te voeden. Hun doel is om dat maatschappelijke rafelrandje dat niet gelooft in wetenschap, journalistiek of politiek te vergroten. Van 10% tot 25%. De gewone malcontenten beseffen niet of onvoldoende dat ze pionnen in een geopolitiek schaakspel zijn.

Reporters Without Borders (RSF) urges everyone to beware of the global disinformation campaign about the coronavirus that Beijing has been orchestrating ever since the start of the pandemic‘. RSF, 15 december 2020.

Als dat bereikt is, dan wordt het geloof in democratie en het electorale proces door zo’n aanzienlijke groep malcontenten zodanig ondermijnt dat ermee de democratie op omvallen komt te staan.

Ze denken vanuit dwarsdenken of een idee van achterstelling tegen de gevestigde orde van hun land te zijn en beseffen niet of onvoldoende dat ze daardoor de vijanden steunen. De paradox is dat juist zij die ongeregeld protesteren tegen de maatregelen of het bestaan van de nationale overheid de eersten zouden zijn die in landen als China of de Russische Federatie opgepakt zouden worden om in een strafkamp te belanden. Want niets vrezen deze landen zo als ordeloosheid en chaos van onderop die ze niet kunnen controleren.

De strategie van China en de Russische Federatie is simpel. In het eigen land beperken ze de vrijheden van burgers en media zodat elk tegengeluid wordt gesmoord en buitenlanders niet kunnen doen wat China en de Russische Federatie in westerse landen doen. Dat is vrij schieten voor deze twee landen vanuit het idee dat de eigen basis is afgegrendeld voor opinievorming en de vrijheden van het Westen de zwakke onderbuik zijn om desinformatie te verspreiden.

China en de Russische Federatie zijn geen democratie en hebben geen vrije verkiezingen. Juist verkiezingen en machtswisselingen maken landen kwetsbaar, zodat het logisch is voor autoritaire landen om niet in zo’n kwetsbare positie te komen door verkiezingen af te schaffen. Het overlijden van een politieke leider in functie is nog het enige moment van kwetsbaarheid dat in autoritaire landen resteert. Daarom is het vanuit de logica van de autoritaire staat verstandig dat leiders niet blijven zitten tot hun dood, maat voortijdig aftreden. Maar omdat hun economische en politieke macht die zich uitstrekt tot de macht over krijgsmacht, politie en veiligheidsdiensten de ultieme garantie voor hun fysieke bestaan is, kunnen ze doorgaans niet voor hun dood aftreden.

Je kunt je alleen maar verbazen over de argeloosheid van de VS, de EU, VK, Canada, Australië, Japan, Zuid-Korea en nog enkele westerse landen over de ruimte die landen als China en de Russische Federatie in hun eigen publieke opinie hebben gekregen. En zoals gezegd, wat China betreft moet het ergste de komende jaren nog komen.

Er zijn verzachtende omstandigheden om het trage beleid van westerse regeringen te verklaren. Ze hebben uit gemakzucht en naïviteit hun publieke opinie grotendeels uitgeleverd aan Amerikaanse techbedrijven als Facebook, Twitter en Google. Omdat deze bedrijven hun journalistieke taak om desinformatie te bestrijden volstrekt ondermaats uitvoeren en ze er juridisch niet aan gehouden kunnen worden om dat wel te doen, menen de westerse regeringen dat ze geen instrumenten hebben om de desinformatie van buitenlandse actoren die hun democrate bedreigt te bestrijden.

Dat is het gebrek aan geloof in zichzelf die een verlammende invloed heeft. Begin 20ste eeuw hadden oliebedrijven een monopolie totdat anti-trust wetten daar een einde aan maakten. Dat is een kwestie van politieke wil. De techbedrijven zouden opgeknipt moeten worden in delen waar de nationale overheden weer macht over hebben.

Er wordt soms gezegd dat complot- of dwarsdenkers de realiteit niet meer van fantasie kunnen onderscheiden. Daarom laten ze zich leiden door rattenvangers als Donald Trump, Willem Engel, Karel van Wolferen of Russische propagandazenders en door de gevestigde media en publieke omroep die in hun streven naar evenwichtigheid, volledigheid en evenredigheid de grootste verspreiders van desinformatie zijn geworden.

Dat komt door de enerzijds-anderzijds journalistiek die altijd twee kanten van de medaille geeft, maar in een tijdperk van desinformatie de valkuil is geworden waar de journalistiek zelf in is gevallen. Dat soort journalistiek zit klem tussen de eigen gedragsregels en het effect daarvan dat tot het distribueren van desinformatie leidt. De gevestigde journalistiek trapt in de val die Russische en Chinese desinformatiecampagnes hebben gezet.

De journalistiek beseft dat, maar weet niet anders te handelen. Want de eigen professionele code kan het evenmin overboord gooien. Hetzelfde geldt voor de politiek die weet dat desinformatie van buitenlandse actoren alleen kan worden verspreid door de vrijheden in te perken die die actoren hun eigen burgers niet geven. Maar daarmee komt ook een einde aan de democratie zoals we die kennen.

Social media and the access it provides to voter data give Russian active measures the ability to influence the outcome of an election. Global Security Review, 10 juni 2019.

De enige remedie voor westerse landen is om te blijven signaleren wat er aan desinformatie verspreid wordt, die te ontzenuwen en aan het eigen publiek zakelijk uit te leggen wat er aan de hand is. De hardliners kunnen niet meer worden bereikt omdat ze zich mentaal en fysiek hebben opgesloten in hun eigen echokamers. Voor het voortbestaan van het geloof in de democratie is het van essentieel belang om de groei van het percentage complot- en dwarsdenkers tot stand te brengen. Twee maatregelen zouden daarbij kunnen helpen. Het opknippen van de techgiganten en ze weer onder controle van nationale overheden brengen En een herwaardering bij en bewustwording van de traditionele journalistiek om zo te gaan functioneren dat desinformatie niet meer ongeclausuleerd wordt doorgegeven.

De strijd tegen desinformatie is een strijd van lange adem. En het ergste moet nog komen als in de nabije toekomst China zich met volle kracht gaat bemoeien met de publieke opinie in westerse landen. Nodig is een integraal pakket dat maatregelen van mededinging (antitrust én wederkerigheid in de concurrentie met China), journalistiek, media-educatie, sociale politiek om de achtergestelden er weer bij te trekken en bewustwording van de politieke en economische klasse bevat om de desinformatie die de democratie van buitenaf en binnenuit bedreigt terug te dringen. Zie ook een voorstel met 10 aanbevelingen van Reporters Without Borders aan de EU.

Michel Onfray spreekt over Simon Leys

De Franse schrijver en activist Michel Onfray besteedt in zijn rubriek Autodafés (‘Boekverbranding’) voor het gematigd rechtse Le Point aandacht aan Simon Leys die hij als een groot auteur en vrije en onafhankelijke geest beschouwt.

Van de Belgische diplomaat, sinoloog en auteur Simon Leys (pseudoniem van Pierre Ryckmans) hoorde ik lang geleden voor het eerst. In NRC besteedde Rudy Kousbroek er aandacht aan. Hij schreef het voorwoord bij de Nederlandse vertaling van Leys’ boek Ombres Chinoises. Dat verscheen in 1976 als Chinese Schimmen.

Leys prikte niet alleen met opsomming van feiten de fabeltjes over het succes van het maoïsme door, wat in zijn ogen een mislukking was, maar viel ook de meelopers in het Westen aan die Mao bewierookten. Dat was in de tijd van de Vietnamoorlog toen in linkse kringen de VS niet populair waren. Leys’ verdienste was dat hij Mao’s Culturele revolutie (1966-1976) ontmaskerde.

Van de weeromstuit sloeg dat door in het verheerlijken van de Volksrepubliek China of de Sovjet-Unie. Het idee toen was dat het fascisme verwerpelijk was, maar het communisme niet. Dat werd juist als tegenwicht tegen het fascisme gezien en was daarom ondanks de aantoonbare fouten noodzakelijk. Achteraf bleek dat een onjuiste redenering, maar toentertijd waren het maar weinigen die het publiekelijk tegen de geharnaste linkse intellectuelen op durfden nemen. Hun macht in wetenschap, media en politiek was groot.

In 1975 vergoelijkte de toenmalige voorzitter van de PvdA Ien van den Heuvel na een bezoek aan de DDR het bewind ervan. De eeuwige oprichter van partijen Jan Nagel verklaarde bij terugkomst de Berlijnse Muur als historisch juist. Van den Heuvel en Nagel kwamen daardoor in conflict met partijleider Joop den Uyl en de Duitse SPD. Dat was de sfeer van die jaren in linkse kringen die nu nog nauwelijks valt voor te stellen.

Er waren in de eerste helft van de jaren 1970 twee polemieken die in Nederlandse kranten werden uitgevochten en waar vele gezaghebbende wetenschappers, schrijvers en journalisten bij betrokken waren en hun volle gewicht in legden: de affaire Weinreb en het China-debat met Leys. Vriendschappen en carrières gingen eraan kapot. Die debatten werden tamelijk centraal gevoerd omdat sociale media ontbraken en de televisie nog in de kinderschoenen stond.

De felheid kon worden verklaard door de verwerking van de Tweede Wereldoorlog die 25 jaar na het einde ervan pas goed op gang kwam en de Koude Oorlog waardoor de wereld grofweg in twee blokken was verdeeld die elkaar op leven en dood bestreden. Door de op scherp staande kernbommen kon elke ontsporing grote gevolgen hebben. De claim op slachtofferschap was de overeenkomst die de twee affaires verbond.

Onfray memoreert dat geprobeerd werd Leys onschadelijk te maken door hem een vriend van het kapitaal te noemen die door de CIA werd gesteund. Voor nuancering tussen links en rechts was tijdens de Koude Oorlog weinig plaats. De Franse liberale socioloog en journalist Raymond Aron was ook zo iemand die niet in een links of rechts hokje paste. Net als Leys moest hij niks van het communisme hebben. Twee denkers die met realisme en verstand niet de mode volgden en zich vastklonken aan een ideologie, maar in vrijheid hun eigen weg zochten.

Onvermijdelijk in zo’n Franse rubriek is dat er openstaande rekeningen vereffend moeten worden met levende en niet-levende auteurs. De verwijzing naar namen als Sollers, Barthes, Kristeva of André Glucksmann geeft aan dat wat in Nederland voor velen verre geschiedenis is in Frankrijk nog deel van de hedendaagse realiteit is. Al is het tussen intellectuelen onderling. In het Nederlandse publieke debat worden namen als Wertheim, Kousbroek, Renate Rubinstein of Martin van Amerongen op z’n best nog vaag herkend. Dat is jammer, want er valt veel af te leiden uit het denken van grote voorgangers. Zeker als het om een grote geest als Simon Leys gaat.