NOS verwijdert logo’s van auto’s vanwege intimidatie. Het is geen nederlaag voor de journalistiek, maar voor het overheidsgezag

Deze week hebben we een stap gezet waarvan we dachten dat we hem nooit zouden moeten zetten: we hebben de NOS-logo`s laten verwijderen van de auto`s waarmee we elke dag op pad zijn om verslaggevers een werkplek te bieden en om radio- en televisieverbindingen met Hilversum te leggen. Voortaan zijn deze auto`s, kleine vrachtwagens eigenlijk, niet meer herkenbaar als auto`s van de NOS.’ Aldus het begin van een verklaring van Marcel Gelauff, hoofdredacteur NOS Nieuws. Is dit een nederlaag voor de journalistiek?

Ja en nee. Ja, omdat het weghalen van het NOS-logo van auto’s een nederlaag voor de journalistiek is. Maar nee, omdat het ruimer is. Dit is deel van een groter probleem. Het is eerder een nederlaag voor de nationale veiligheid en de veiligheidsdiensten. Dus voor het gezag van de overheid. Waarom kunnen ze de veiligheid van het materiaal en personeel van de NOS niet garanderen? Dit tekent het failliet van de overheid. Het trefwoord dat dit samenvat is labbekakkerigheid. Onmacht uit een combinatie van angst en sulligheid.

Nodig is een veiligheidsbeleid dat past bij een volwassen rechtstaat en een weerbare democratie. Dat ontbreekt nu. Hoe is het mogelijk dat degenen die voor de samenleving gewoon hun werk verrichten worden gehinderd of zelfs nog zwaarder worden getroffen door degenen die het daar niet mee eens zeggen te zijn?

Of dat nou de politie, de zorg, de ambulancedienst, de brandweer, het openbaar bestuur, het parlement of de publieke omroep is. Met aan het hoofd een minister van Veiligheid die elke geloofwaardigheid verloren heeft en onlangs af had moeten treden vanwege de overtreding van de COVID-maatregelen, worden deze diensten aan hun lot overgelaten. Met mooie woorden van een minister die zegt op te treden, maar niks doet.

Nu krijgen de complotdenkers, onruststokers, onnozelaars en malcontenten alle ruimte van de overheid om anderen te intimideren zonder enig risico te lopen dat ze verantwoordelijk voor hun daden worden gesteld.

Nederland moet geen politiestaat worden. Verre van dat. Maar de anarchie en het gebrek aan optreden van de veiligheidsdiensten die of onvoldoende capaciteit of tekortschietende leiding en opdracht hebben om op te treden is schrijnend en past niet bij een volwassen rechtsstaat. Dit vraagt om aangepaste wetgeving.

Het gezegde zegt dat zachte heelmeesters stinkende wonden maken. Dat is nu aan de hand. Het gaat om een slecht georganiseerde politie die onderbemensd is en al jaren ondermaats presteert in vergelijking met andere landen en regio’s, veiligheidsdiensten die zo’n kleine tien jaar geleden uitgekleed werden en er daarna taken bij kregen, en zoals gezegd een ongeloofwaardige minister Grapperhaus over wie het hele land weet dat hij geen gezag meer heeft en op had moeten stappen. In dat vacuüm worden de logo’s van de NOS verwijderd.

Was het maar een nederlaag voor de journalistiek, dan viel het te repareren. Het is echter een gezagscrisis.

Foto: Schermafbeelding van deel verklaring ‘Nederlaag voor de journalistiek’ van Marcel Gelauff, 15 oktober 2020.

Aanslag kerstmarkt Straatsburg. Hoe kunnen we op een kleine man reageren die het gevolg van zijn actie niet kan overzien?

Aan de ene kant een grote kerstmarkt vol lichtjes en winkelende mensen in een welvarende Europese stad en aan de andere kant een moordenaar met een crimineel verleden met een voor velen onuitspreekbare naam (Chérif Chekatt) die onder het roepen van ‘Allah Akbar’ drie mensen doodt en nu door de Franse anti-terroristische politiemacht wordt achtervolgd omdat hij ontkomen is. Dat verliest de Marokkaanse Chekatt met dubbele cijfers in de beeldvorming. Wat gaat nog meer verloren behalve het leven van drie individuen en het toch al zo onder spanning staande beeld van een religie van vrede in wier naam mensen worden gedood? Maatschappelijke cohesie, bezinning? Of op een ander vlak multiculturalisme, nationale identiteit en een wereldreligie? Chekatt is een crimineel in de marge. Een non-valeur die de aandacht die hij oproept niet waard is. Eveneens geldt dat voor de tegenpartij die deze kleine man groter maakt dan hij is. Maar hoe kunnen we op zijn daad reageren door niet te reageren? Chekatt gijzelt ons met zijn wandaad. Tegelijk helpt hij de Franse macht om volgens oude patronen te reageren, de situatie te stabiliseren en de gele hesjes te doen vergeten. Chekatt is de provocateur die vooral de Franse staat dient door het slechte te doen. Namelijk door zich aan te melden als ideale bliksemafleider. Hij is een dubbele sukkel die het omgekeerde bereikt van wat hij beoogt.

Foto: Franse politieman op straat na de aanslag op de kerstmarkt in Straatsburg. Credits: Le Monde, 12 december 2018.

Westen koerst met onberekenbare Trump af op het onberekenbare. Waarom wordt de aard van zijn relatie met Putin niet onthuld?

De wereld koerst in het slechtste geval af op een ramp en in het beste geval op toenemende instabiliteit en niemand lijkt in te (willen) grijpen. Dat is onrustbarend. De Amerikaanse president Donald Trump is op weg naar de NAVO-top in Brussel op 11 en 12 juli. Daarna ontmoet hij op 16 juli in Helsinki de Russische president Vladimir Putin in een gesprek waarvan geen notulen worden gemaakt. Hij stelt dat zijn gesprek met de Russische president makkelijker is dan dat met de traditionele bondgenoten. De vrees is dat Trump de belangen van Navo, EU en zijn eigen land beschadigt zonder dat zijn eigen partij of wie dan ook dit gevaar afwendt en ingrijpt. Dit terwijl tientallen mensen in verschillende posities op de hoogte moeten zijn van de aard van de geheime relatie tussen Trump en Putin. Want onkunde, onnozelheid, zakelijke belangen en eigenliefde zijn geen voldoende verklaring voor Trumps handelen en diens aanbidding van Putin. Mijn reactie:

It is now the time for those dozens of people who have secret information about Trump’s relationship with Putin to bring it into the open. Because Trump threatens to cause irreparable damage to both NATO, the European Union and his own country.

Former directors of U.S. intelligence agencies, politicians and journalists who want to act in the public interest of their country should speak now. Before it’s too late. If they do not speak now, they also lose their own integrity. Speak in the interest of the U.S. and become an instant American hero.

Incident in Washington: Erdogan exporteert autoritair gedrag naar VS

Een video van het bezoek afgelopen dinsdag van de Turkse president Erdogan aan Washington lijkt te suggereren dat hij bevel geeft aan zijn persoonlijke bewakers om op Koerdische demonstranten bij de Turkse ambassade in te slaan. We weten het niet zeker omdat er geen geluidsopname van is, maar de opeenvolging van gebeurtenissen zoals die uit de beelden volgt wijst op inmenging door Erdogan. Een bevel wordt door hem gegeven en de kloppartij begint. Vreedzame demonstranten worden op Amerikaanse bodem door Turkse overheidsambtenaren in elkaar geslagen. De Turkse ambassadeur in de VS is voor dit incident inmiddels op het matje geroepen. De Turkse regering exporteert haar intolerant gedrag en verkrachting van de rechtsstaat naar andere landen. Nu dus ook naar de VS. Waarom laten andere landen dit autoritaire gedrag van Erdogan in hun land straffeloos passeren?

Obama zet zich af tegen het Kremlin. Wat pleit voor en tegen hem?

Er valt veel af te dingen op de woorden en goede bedoelingen van de vertrekkende president Barack Obama. De ook in Europa populaire president die in 2010 volgens lekken van WikiLeaks zijn steun aanwendde om te pleiten voor de Afghaanse oorlog. Obama heeft zelf bloed aan zijn handen met de technisering en ontwijken van de rechterlijke macht die uitmondde in de drone-oorlog in onder meer Jemen, Pakistan en Afghanistan. Geruchten zeggen dat hij bang was vermoord te worden door de CIA en zich daarom van zijn progressieve koers liet afbrengen. Door deze opgedrongen beleidswijzigingen moest hij wel teleurstellen. Obama was soms aarzelend en contraproductief in zijn buitenlandse politiek (Syrië) en restrictief in zijn mensenrechtenbeleid. Onder geen enkele president zijn zoveel klokkenluiders vervolgd als onder Obama. Omdat hij een uitstekende prater en goede communicator is drongen de negatieve kanten slechts mondjesmaat door tot het publiek.

De geschiedenis zal leren in hoeverre Obama verantwoordelijk was voor Clintons nederlaag tegen Trump. En zo via een omweg de nagedachtenis aan zijn presidentschap om zeep heeft geholpen. De wonden van de keiharde strijd voor de Democratische nominatie tussen Clinton en Obama in 2008 zijn nooit geheeld. Obama nam afstand van de Democratische partij (DNC) en liet Clinton en de big money-factie de partij kapen zonder in te grijpen. De in naam progressieve Obama nam afstand van de in realiteit progressieve senator Bernie Sanders die met Obama’s hulp wellicht Clinton had kunnen verslaan. Dat was de logica geweest van de Obama uit 2008. De populaire Sanders had veel betere vooruitzichten dan de gehate Clinton om Trump te verslaan.

Ondanks al deze feilen van een beroerde buitenlandse politiek, een bedenkelijk mensenrechtenbeleid en de opbouw van de controlestaat, het aanschurken tegen big money en een free ride voor bankiers en bestuurders van ondernemingen, en een vanaf 2008 oplopend verschil tussen schijn en wezen opereerde Obama binnen de democratische instituties. En nam die serieus. Het verwijt dat Obama gemaakt kan worden is dat hij geen volbloed politicus was met de ambitie om overal het verschil te maken. Daarbij opereerde hij onhandig in de contacten met het congres en wist weinig voor elkaar te brengen. Hij trok zich terug op enkele onderwerpen (gezondheidszorg) en liet zich gijzelen door het idee dat hij vooral in het Midden-Oosten niet dezelfde fouten als zijn voorganger president Bush wilde maken. Maar die failliete boel was hem nu eenmaal nagelaten.

In de verkiezingsstrijd is de publieke afzijdigheid van Obama de DNC fataal geworden. Omdat het met Clinton de enige kandidaat had die het in zich had om van Trump te verliezen. Wat prompt gebeurde door inmenging van het Kremlin in de verkiezingsstrijd. Clintons nominatie was de aangekondigde nederlaag. Met een goede kandidaat, eensgezindheid en betere mediastrategie had de DNC het nooit zover hoeven laten komen.

Ondanks alle bezwaren tegen Obama is zijn vijand president Putin waarmee en waartegen Obama zich nu in de laatste maand van zijn presidentschap opvallend profileert geen geloofwaardig alternatief. Putin is een autoritaire leider met totalitaire trekken, zoals de liberale parlementariër Boris Vishnevsky uit Petersburg van Yabloko in een kritiek stelt. Omdat de Russische oppositie zo goed als uitgeschakeld is en wordt gesmoord in de Kremlin propaganda dringen dit soort geluiden nauwelijks door tot het Westen. De fellow travellers die Putin en de Russische propagandamachine gebruiken of volgen als breekijzer tegen de gevestigde macht in hun eigen landen, zouden onder Putin als eersten in de gevangenis belanden of uit hun functie worden gezet.

Er resteren in de publieke opinie vier posities om uit te kiezen: 1) Dat van het gemakzuchtig pragmatisme binnen democratische grenzen van Obama. 2) Dat van het autoritarisme buiten democratische grenzen van Putin. 3) Dat van degenen die het één op het ander projecteren. Namelijk de neo-conservatieven die om hun eigen positie te versterken Putin als schrikbeeld gebruiken of de Putinversteher die vanwege commercieel gewin, zelfpromotie en carrièrekansen Obama als schrikbeeld gebruiken. 4) De restcategorie die eigenbelang ziet in het algemeen belang, afstand neemt van dualisme en zich niet laat dwingen te kiezen voor de één of de ander. Deze positie biedt de echte hoop. Maar heeft ook het minste profiel en is het minst aanlokkelijk.

Obama geeft Kremlin te verstaan dat het moet stoppen met inmenging in de Amerikaanse politiek

Dit deel van de persconferentie van president Barrack Obama over Russische cyberaanvallen die hij op 5 september hield in het Chinese Hangzou na afloop van de G20 komt niet toevallig op dezelfde dag naar buiten als een artikel in de Washington Post. Het antwoord wordt getriggerd door een journalist die verwijst naar de reactie van de Democratische minderheidsleider in de Senaat Harry Reid. In het artikel wordt dat beschreven: ‘After Senate Minority Leader Harry M. Reid (D-Nev.) ended a secure, 30-minute phone briefing by a top intelligence official recently, he was “deeply shaken,” according to an aide who was with Reid when he left the secure room at the FBI’s Las Vegas headquarters.’ Dit moet de ernst van de situatie onderschrijven.

De Amerikaanse regering gaat in de tegenaanval tegen het Kremlin over wie sterke vermoedens bestaan dat het door cyberaanvallen en een desinformatie campagne in de (sociale) media de presidentsverkiezingen van 8 november wil beïnvloeden. Niet om een specifieke kandidaat te bevoordelen, maar om de geloofwaardigheid van de VS in de voormalige Sovjet-republieken te ondermijnen. Obama laat fijntjes weten dat de VS defensief en offensief de capaciteit hebben om de cyberaanvallen van andere landen zoals de Russische Federatie te beantwoorden. Zoals zo vaak tijdens zijn presidentschap lijkt hij vooral met zichzelf in gesprek over de vraag of hij die capaciteit ook inzet. Daarvoor lijkt hij hier te waarschuwen door een rode lijn te trekken. Ook een grens voor zijn mogelijke opvolger Hillary Clinton die zich vermoedelijk militanter zal opstellen dan Obama.

De Letse directeur Janis Sarts van het  NATO Strategic Communications Center of Excellence in Riga meent dat er sterke aanwijzingen bestaan die aantonen dat het Kremlin de inmenging op hoog niveau coördineert. De Amerikanen willen dat dat stopt en hebben dat president Putin te verstaan gegeven in een gesprek tussen hem en Obama. Leden van de beide partijen die door de veiligheidsdiensten zijn geïnformeerd over de aard en ernst van de Russische cyberaanvallen roepen Obama op om het Kremlin publiekelijk verantwoordelijk te stellen. De Amerikaanse politiek lijkt zich nu pas voor het eerst bewust van wat Europese landen al enkele jaren treft. De Amerikanen geven nu aan het beu te zijn en waarschuwen de Russen publiekelijk te stoppen met de inmenging in hun politiek. Het artikel in de Washington Post lijkt daarvan een onderdeel te zijn.

Assange zegt Ecuadoriaanse ambassade te verlaten. Na uitspraak VN over zijn zaak

JA

This is an application framed by political events, but at its heart, it is about a person who has been deprived of his liberty in an arbitrary manner for an unacceptable length of time. If all the names, details and events were redacted, it could be distilled to the simple and irrefutable fact that a political refugee, who has never been charged, has been deprived of their liberty for nearly four years, and confined in a very small space for over two years. The matter has come to a head because his mental and physical health are imperiled. This situation does not only affect him, but also his young children who are being denied the protection and affection of their father. The situation is in urgent need of a remedy. WGAD has both the power and the duty to grant it.’ Aldus de conclusie van het verzoek van Julian Assange aan de United Nations Working Group on Arbitrary Detention (WGAD) die op vrijdag 5 februari in Genève uitspraak doet in zijn zaak.

Het is een merkwaardige ontwikkeling in een kwestie die al sinds 19 juni 2012 loopt toen WikiLeaks-voorman Julian Assange naar de ambassade van Ecuador in Londen vluchtte. Hij vreesde door de Britse regering via Zweden naar de VS uitgewezen te worden om daar door een geheime jury berecht en levenslang opgesloten te worden wegens spionage. Zweden en de VS zijn hechte bondgenoten die door de recente militaire expansie van de Russische Federatie in Europa alleen nog maar meer naar elkaar toe zijn getrokken. Niet toevallig verschijnen artikelen in de Britse pers over Zweden dat het front in de nieuwe koude oorlog zou zijn.

Assange neemt een dubbele gok. Want hij weet niet hoe de WGAD beslist en weet evenmin hoe de Britten in samenspraak met de Zweden en Amerikanen reageren. Zelfs niet als de uitspraak voor hem gunstig is. Het bericht in de tweet kan ook bedoeld zijn  om de zaak onder aandacht te brengen van de publieke opinie. Assange heeft al eerder beweerd de Ecuadoriaanse ambassade te verlaten, zonder dat ook werkelijk te doen. Assange heeft een slechte gezondheid en zegt betere verzorging nodig te hebben dan hij nu kan krijgen.

Foto: Schermafbeelding van tweet van WikiLeaks, 4 februari 2016.

Anonymous verklaart ISIS de oorlog. Hoe serieus nemen we dat?

Cenk Uygur neemt claims van Anonymous voor waar aan dat het succesvolle cyberaanvallen tegen ISIS heeft uitgevoerd. Mogelijk, maar claims zijn nog geen bewijs daarvan. Uygur schetst ook een tegenstelling tussen Anonymous en de veiligheidsdiensten. Maar dat laat buiten beschouwing hoe het gefragmenteerde en ‘losjes’ georganiseerde Anonymous intussen kan zijn geïnfiltreerd door de veiligheidsdiensten. Maar het is waar dat Anonymous in elk geval een signaal van daadkracht afgeeft. Daar komen veiligheidsdiensten niet aan toe. Hun marketing is slecht omdat hun prestaties slecht zijn. Komt dat doordat ze inzetten op techniek en het veldwerk hebben verwaarloosd? Zodat een potentiële terrorist die op de lijst van verdachten staat en bij een controle wordt aangehouden er niet uit wordt gefilterd? Edward Snowden heeft gelijk, veiligheidsdiensten zijn beter in het schermen met claims en verijdelde aanslagen, en het opbouwen van de controlestaat dan in het doelmatig realiseren van hun kerndoelen. Maar of Anonymous zoveel doelmatiger is valt te betwijfelen.

College Rechten van de Mens: kritiek op wetsvoorstel dat zonder toezicht veiligheidsdiensten burgers ongericht laat afluisteren

crvdm

Een wetsvoorstel maakt het voor de Nederlandse veiligheidsdiensten mogelijk ongericht telecommunicatie te onderscheppen. Dit betekent dat de overheid alle Nederlanders kan afluisteren, ook als ze nergens van worden verdacht. Het College voor de Rechten van de Mens maakt als onafhankelijke toezichthouder op mensenrechten zich zorgen over de bulkspionage van burgers die van niets verdacht worden door de overheid. Want dit vindt het een ontoelaatbare aantasting van de privacy. Het heeft er bovenstaand persbericht aan gewijd. Daarnaast krijgt in de nieuwe wet de toezichthouder CTIVD onvoldoende macht.

Onder minister Ronald Plasterk van Binnenlandse Zaken die verantwoordelijk is voor deze wetgeving maakt Nederland een omgekeerde beweging vergeleken met andere landen. Daar wordt onder druk van de publieke opinie het toezicht op de veiligheidsdiensten versterkt. Ook in Nederland bestaat die maatschappelijke druk, maar het kabinet trekt zich er niets van aan. Het lijkt raadselachtig waarom het kabinet Rutte dat doet. Er is een verklaring voor, namelijk besparingen. Door onvoldoende capaciteit en organisatie bij veiligheidsdiensten en politie wil het kabinet elke belemmering wegnemen die het functioneren beperkt. Dat het daarbij de mensenrechten inperkt en daar kritiek op krijgt neemt het op de koop toe. Dat het College het nodig acht om bovenstaand persbericht te schrijven is een teken aan de wand over het mensenrechtenbeleid van het kabinet. De rechtsstaat kent een minimumvereiste om in wetgeving het toezicht door de toezichthouder te garanderen.

Foto: Bericht ‘Uitbreiding bevoegdheden inlichtingendiensten uit balans’ van het College voor de Rechten van de Mens.

Beschuldigingen tegen Assange verjaren. Maar hij blijft opgesloten in ambassade

Interview op 3 augustus 2015 van de Zweedse televisie met Thomas Olsson, de Zweedse advocaat van Julian Assange. (Klik op Ondertiteling Engels). Morgen en komende week verlopen drie van de vier beschuldigingen tegen Assange omdat hij nog steeds niet geïnterviewd is en het nu te laat is. Een voorwaarde voor vervolging.

De Zweedse aanklager Marianny Ny weigerde jarenlang Assange op niet-Zweedse bodem te interviewen en Assange weigerde naar Zweden te komen omdat hij uitlevering naar de VS vreesde. Tegen hem is nooit een aanklacht ingediend en daarom was hij formeel nooit verdachte. De vierde aanklacht wegens verkrachting verjaart in 2020 zodat er niets voor Assange verandert. Hij kan de Ecuadoriaanse ambassade in Londen niet verlaten op het gevaar af uitgeleverd te worden aan Zweden voor het vooronderzoek in de verkrachtingszaak.

Olsson probeert druk op de Zweedse aanklager te zetten door te stellen dat ook in deze vierde beschuldiging een oplossing gevonden dient te worden. Opmerkelijk is dat Assange al sinds juni 2012 in de Ecuadoriaanse ambassade verblijft en de aanklager hem zo goed als genegeerd heeft. Des te opvallender omdat de Zweedse aanklager er geen probleem in ziet andere verdachten wel via Skype of op vreemde bodem te interviewen.

Voor Assange geldt een uitzondering. Velen zien in de starre en vertragende opstelling van de Zweedse aanklager en politiek een een-tweetje tussen Zweden en de VS om Assange in zijn actieradius te belemmeren en hem minder doelmatig te maken in zijn werk voor WikiLeaks. Bij uitlevering naar de VS wacht Assange een geheime jury in Virginia die al in december 2010 een aanklacht wegens spionage tegen hem heeft opgesteld.