Term ‘secularisme’ moet ingevoerd worden bij onderzoeken naar religie en levensovertuiging. Het is ongewenst dat de maatstaf religieus is

In een tweet van 16 april 2019 antwoordde ik op iemand die reageerde op een tweet van Ryan Burge die verwees naar een onderzoek uit 2018 over het religieuze landschap van de VS. Burge concludeerde: ‘Those of “no religion” (23.1%) are statistically the same size as evangelicals (22.8%)’. Daar antwoordde de Pastafarian (aanhanger van de Kerk van het Vliegend Spaghettimonster) Skitzefrenyic Mitch op met de tweet: ‘the atheists are trying to take over this country!’. Daar reageerde ik in bovenstaande tweet op.

Als ik naar mezelf kijk dan val ik in de categorie ‘geen geloof’ of ‘niet verbonden’. De term ‘geen geloof’ is in mijn ogen overigens een verkeerde term die in dit soort onderzoek niet gebruikt zou moeten worden omdat het de ‘niet verbondenen’ indirect aan het geloof verbindt. Iemand die zwart of bruin is noemt men toch ook niet ‘niet-wit’? Dat is zowel onjuist als kleinerend. Omdat ik mezelf niet beschouw als atheïst omdat het me niet interesseert om me te verbinden met of af te zetten tegen de Godsbeelden van de gevestigde godsdiensten ben ik dus niet een van de atheïsten die het land over wil nemen. Ik beschouw mezelf als secularist. Dat is een categorie die tot mijn spijt en verbazing niet in dit soort onderzoeken wordt gebruikt. Terwijl vooral de christelijke godsdiensten tot achter de komma worden uitgesplitst in stromingen, afscheidingen en losmakingen.

Het raadsel van het onderzoek naar het religieuze landschap van landen is daarom vooral het raadsel van een ongeschikt instrumentarium om dat landschap eerlijk, treffend en betrouwbaar te beschrijven. Onderzoekers zien weliswaar de verscheidenheid, maar lijken met hun mentaliteit in een vroege fase van ontkerstening te zijn blijven steken. Dat maakt dit soort onderzoeken minder deugdelijk en overzichtelijk dan de gerenommeerde instituten die er doorgaans hun naam aan verbinden (Pew, CBS en dergelijke) doen vermoeden.

Foto 1: Tweet 16 april 2019.

Foto 2: Uit tweet van Ryan Burge, 20 maart 2019.

Amerikaans onderzoek wijst uit dat witte evangelicals minst bereid zijn om vluchtelingen toe te laten. Waar is hun moreel kompas?

Zullen we één ding afspreken als geestelijke leiders of sympathisanten van religieuze organisaties claimen dat er zonder God geen moraal is? Het is dat soort meningen dat in talloze artikelen in Trouw of christelijke media die overtuigd zijn van de eigen voortreffelijkheid – die wellicht even wat minder naar buiten komt maar in de kern als aanwezig wordt verondersteld – wordt geponeerd zonder dat het door enig onderzoek onderbouwd wordt. Het is verticaal nattevingerwerk. Zo zegt Mathilde van Meeuwen in 2010 in een opinieartikel: ‘Het christendom biedt een moreel kompas om die grondrechtelijke vrijheden in de hand te houden. De wet van God die Hij aan ons gegeven heeft, moet de absolute moraal blijven en die geboden moeten we nastreven.

Een onderzoek over de toelating van vluchtelingen van Pew Research Center dat in mei 2018 gepubliceerd werd laat zien dat degenen die het meest bereid zijn om vluchtelingen toe te laten de ‘unaffiliated’ zijn, dus degenen die niet bij een religieuze organisatie aangesloten zijn. Zeg maar de ongelovigen. Ze zijn in een verhouding van 65% voor en 31% tegen bereid om vluchtelingen tot hun land toe te laten. De groep die het minst bereid is om vluchtelingen toe te laten zijn de witte evangelicals. Ze zijn 25% voor en 68% tegen. Dat is in strijd met de Bijbel die zegt dat men vriendelijk tegen vreemdelingen moet zijn. Laat dat goed tot types als Mathilde van Meeuwen doordringen die er zo van overtuigd zijn dat het christendom een uniek moreel kompas biedt om te beslissen over goed en kwaad. Dit onderzoek kwam opnieuw in de publiciteit door een tweet van 8 juli 2019 van Pew Religion waarbij aan bovenstaand diagram een opsomming was toegevoegd:

Laten we afspreken dat we de claim op moraal door gelovigen voortaan afdoen als lachwekkend, potsierlijk, aanmatigend, onwaarachtig en in strijd met de feiten. Gelovigen hebben niet de wijsheid in pacht en evenmin hebben ze als enigen een moreel kompas of het best afgestelde morele kompas. Wat hun geestelijke leiders met hun zalvende woorden de gelovigen ook op de mouw spelden. Het is van de andere kant evenmin zo dat degenen die zich niet laten inspireren door religie als enigen een moreel kompas hebben. Dat is ook onzin.

Het lijkt wel zo dat niet-gelovigen meer vrijheid en bewegingsruimte hebben om grotere maatschappelijke verantwoordelijkheid te nemen. Bijvoorbeeld over het toelaten van vluchtelingen. In hun individualisme kunnen ze zich niet verschuilen achter kerkelijke leiders. Ze moeten zelf nadenken en kiezen. Dat sluit het risico uit dat ze worden meegesleurd door radicaliserende kerkelijke leiders. En door politieke leiders die religie voor hun karretje spannen. De zogenaamde niet-gelovigen hebben hun eigen kompas dat niet wordt afgesteld door anderen. In elk geval niet in een georganiseerde en van boven opgelegde dwang die weinig ruimte laat voor eigen moraal. Zo kan de redenering van Mathilde van Meeuwen simpelweg omgekeerd worden: Het christendom biedt geen moreel kompas, maar legt dat op oneigenlijke gronden de gelovigen op.

Foto 1: Deel van artikelRepublicans turn more negative toward refugees as number admitted to U.S. plummets’ van Hannah Hartig op Pew Research Center, 24 mei 2108.

Foto 2: Deel van tweet van Pew Research Religion, 8 juli 2019.

PEW: Waarom Amerikaanse ‘nones’ religie achter zich laten

pew

Wat is de reden dat volwassenen die in hun kinderjaren religieus zijn opgevoed uiteindelijk religie de rug toekeren? Het Amerikaanse PEWResearchCenter heeft het uitgezocht en doet er in het onderzoekChoosing a New Church or House of Worship’ verslag van. Het is onderdeel van de bredere ‘Religious Landscape Study’. PEW vroeg waarom mensen zich niet langer identificeren met een religieuze organisatie of instelling. Er blijken honderden redenen te zijn, maar vele ervan zijn terug te voeren op enkele gemeenschappelijke thema’s.

Ongeveer de helft (49%) van de volwassenen die religie de rug hebben toegekeerd, de zogenaamde ‘nones’, zegt niet langer te geloven. Als verklaring verwijzen ze naar ‘gezond verstand’, ‘logica’ of ‘gebrek aan bewijs’. Dat zit op de lijn die Noam Chomsky in een interview met thruthout over religie en politiek aanvoert: ‘I think irrational belief is a dangerous phenomenon and I try to avoid it’. Zo’n 20% houdt niet van georganiseerde religie. Dit omvat de kritiek dat religieuze organisaties te veel aan machtsvorming doen en hun bestaan de oorzaak van conflicten is. Zo’n 18% zegt onzeker te zijn over religie. Dit omvat de ‘ietsisten’ die menen wel iets spiritueels te voelen, maar zich niet te willen binden aan een bestaande religie. Zo’n 10% van de ‘nones’ is religieus niet actief, hun religiositeit moet wakker gekust worden of tijd die er niet is vinden voor religie.

PEW merkt in een samenvatting op dat er onder de ’nones’ drie subgroepen zijn: a) atheïsten, b) agnosten en c) zij die over hun religie zeggen ‘niets bijzonders’. Onder de atheïsten zijn de niet-gelovers met 82% in de meerderheid, evenals onder de agnosten met 63%. Slechts 37% van de subgroep ’niets bijzonders’ zegt niet te geloven. Zo tekent zich een glijdende schaal van atheïsten via agnosten naar de subgroep ‘niets bijzonders’. De eerste subgroep voelt in meerderheid principieel niets voor religie terwijl in de laatste subgroep ook overwegingen meespelen niet aan religie toe te komen. Feitelijk is dat nog een grotere diskwalificatie van religie dan die de atheïsten maken omdat eruit blijkt dat religie deze volwassenen niet weet te motiveren.

Foto: Schermafbeelding van een overzicht van PewResearchCenter met de redenen waarom volwassenen religie de rug toe keren.

Gregoriuskerk Spierdijk wordt gehalveerd en vindt herbestemming dankzij paramedische bedrijven

Het kerkbestuur van de Gregoriuskerk in het Noord-Hollandse Spierdijk heeft een vooruitziende blik. Uit het in opdracht van KRO gehouden onderzoek God In Nederland blijkt dat Nederland steeds minder gelovig wordt. Nu komt al 82% nooit of bijna nooit meer in de kerk. Zoals al eerder uit cijfers van het CBS blijkt en nu ook voor het eerst uit dit onderzoek dat sinds 1966 om de tien jaar uitgevoerd wordt zijn de ongebondenen in de meerderheid. Nederland is allang geen christelijk land meer. Dat is een constatering met gevolgen. Kerken van de toekomst bedienen een kleine minderheid en besturen van bestaande kerkgebouwen dienen rekening te houden met herbestemming. Het tij keert niet meer en daarom dienen kerkbesturen vooruit te lopen op afnemend kerkbezoek dat blijft dalen. Met de zorgkerk in Spierdijk wordt religie onwillekeurig een onderdeel van de gezondheidszorg. Via een omweg komt het vakgebied ‘religie’ eindelijk thuis als paramedisch bedrijf.

Ontmoeting in de Dorpsstraat met een evangelist. Religie op terugtocht

evangelist-with-bible-pointing-600x360

Het Brabants Dagblad maakt het gewone bijzonder. Het vraagt de lezers wat de ervaring is van een uitvaart zonder God of kerk. Door deze vraag keert het de werkelijkheid om van een land waar al meerdere jaren de meerderheid van de bevolking niet christelijk is. Toch kan zo’n vraag in een ontkerkelijkend Nederland zinvol zijn om te meten hoe culturele gebruiken veranderen. Het BD loopt blijkbaar achter de echte realiteit aan.

Maar de krant gaat verder en geeft door voorbeelden een uitvaart zonder God of kerk een waarde mee die niet erg positief is: ‘Steeds vaker vindt een afscheidsplechtigheid buiten de muren van de kerk plaats; Thuis in de woonkamer of de tuin, in een restaurant of zelfs in een bedrijfshal.’ Uitvaarten in een bedrijfshal, hoe vaak komt dat voor? Het BD noemt bewust niet de gebruikelijke locaties: zaaltjes bij crematoria en begraafplaatsen. Zowel mijn moeder als vader werden daar herdacht zonder kerk of God. Zoals de meeste Nederlanders doen.

Vandaag had ik in de Dorpsstraat van Putten een ontmoeting met een evangelist die mensen met folders in de hand opwachtte. We verschilden van mening over het onderwerp waar hij me over aanspraak. Ik zei hem dat God een constructie van mensen was en hij zei me dat hij zeker wist dat het andersom was, namelijk dat God de mensen had geschapen. Op m’n vervolgvraag wie dan God had geschapen antwoordde hij met: ‘God is eeuwig’. Ik zei hem dat voor mij de waarheid de rechtsstaat, de democratie en de pluriforme samenleving is. Hij beaamde dat, maar zei er een hogere waarheid boven te zien. Kortom, een gewoon verschil van mening.

Niet in ons kijk op God, religie of de schepping van de aarde verschilden we het meest van mening. Mensen verschillen daarover van mening. Want het is begrijpelijk dat afwijkende culturen verschillend reageren op  onderwerpen over de zin en het ontstaan van het leven. Het doet er ook niet zoveel toe. Elk antwoord is verdedigbaar. Maar we verschilden wel in onze drang om de ander te overtuigen en die een eigen waarheid toe te staan. Ik accepteerde de evangelist met z’n zekerheden en de in 20 jaar gepolijste antwoorden op alle vragen zoals hij was. Hoewel het me moeite kostte om zijn logica te volgen. Terwijl hij bleef me toevoegen dat hij hoopte dat ik ooit de juiste weg zou vinden. Die van zijn God dus. In die claim om andersdenkenden in zijn christelijke domein te trekken ging de evangelist verder dan nodig is voor een seculiere samenleving.

Foto: Evangelist met bijbel.

Onvermijdelijk dat subsidie levensbeschouwelijke omroepen stopt

omr

Is het erg dat in Nederland en Vlaanderen subsidie voor ‘levensbeschouwelijke omroepen’ wordt geschrapt en is het toeval dat dit beleid uitgevoerd wordt door liberale bewindslieden? Past het stoppen van de subsidie bij een pluriforme samenleving waarin de publieke omroep als taak vertegenwoordiging van minderheden heeft?

De term ‘levensbeschouwelijke omroepen’ is verhullend omdat het in beide landen op de uitzondering van de humanisten na om omroepen op religieuze basis gaat. Het is merkwaardig dat het Nederlandse Commissariaat van de Media spreekt over ‘kerkgenootschappen en genootschappen op geestelijke grondslag’. Typerend is dat het Commissariaat zeven hoofdstromen onderscheidt waarvan er zes religieus zijn: ‘het Boeddhisme, het Hindoeïsme, het Humanisme, de Islam, het Jodendom, het Katholicisme en het Protestantisme.’ Uit onderzoek blijkt dat de helft van de meerderheid van de Nederlandse bevolking niet religieus is.

Er zijn vier problemen met de levensbeschouwelijke omroepen. 1) Vanwege maatschappelijke en technische ontwikkelingen neemt door het kijkgedrag het belang van lineaire televisie af waardoor de representativiteit wordt ondergraven. Narrowcasting neemt het over van broadcasting; 2) Er ontbreken hoofdstromen zoals die tot uiting zouden kunnen komen in de Atheïstische Omroep, Kopimi Omroep, Wiccan OmroepNihilisme Omroep of allerlei soorten Vrijzinnige Omroep; 3) De bestaande levensbeschouwingen die ten grondslag liggen aan de omroepen zijn niet langer representatief. Zo vertegenwoordigt het Jodendom slechts 43.000 en het Boeddhisme zo’n 60.000 gelovigen en is het merkwaardig dat het Christendom volgens de omschrijving van het Commissariaat twee hoofdstromen kent en de Islam niet. 4) De onderlinge verdeling van de zendtijd is onevenwichtig. Zo krijgt de Humanistische Omroep die in zekere zin 50% van de bevolking vertegenwoordigt  32 uur televisie terwijl de Protestante hoofdstroom met zo’n 12% vertegenwoordiging 104 uur televisie krijgt.

Omdat de ‘levensbeschouwelijke omroepen’ als relict van het verleden niet meer representatief zijn voor de hedendaagse samenleving die zo pluriform is geworden zou het een logische ontwikkeling zijn als ze bij de tijd gebracht werden door opname van nieuwe stromingen en het afwaarderen van het belang van religieuze hoofdstromen. Dat de liberale bewindslieden Sven Gatz in Vlaanderen en Sander Dekker in Nederland daaraan niet beginnen en vermoedelijk uit bezuinigingsdrift het instituut levensbeschouwelijke omroepen binnen de publieke omroep bij het oud vuil zetten is jammer, maar onvermijdelijk. Het nieuwe dat zo divers is valt lastig te integreren binnen de publieke omroep en het oude heeft zijn tijd gehad. De oplossing zit ‘m op internet waar levensbeschouwelijke omroepen in een eigen domein hun eigen doelgroepen kunnen bedienen.

Foto: Schermafbeelding ‘Levensbeschouwelijke omroepen België verdwijnen‘ van EO.

Atheïsten behoren tot religieuze meerderheid van Nederland. Is dat zinvol?

rel

Volgens het rapport ‘The Future of World Religions: Population Growth Projections, 2010-2050’ van Pew Research Center heeft Nederland in 2050 een andere religieuze meerderheid (religious majority) dan in 2010. Niet langer een christelijke, maar een ongebonden (unaffiliated) meerderheid. Uit de cijfers van het CBS valt af te leiden dat Nederland in 2010 mogelijk al geen christelijke meerderheid meer had, omdat moslims en niet-godsdienstigen 49% van de bevolking uitmaakten. Joden, hindoes, boeddhisten en andere gelovigen maakten 6% uit. Maar zeker sinds 2012 heeft Nederland volgens het CBS geen christelijke meerderheid meer.

Volgens Pew behoren de ongebonden tot een religieuze groep. Pastafarianismus, Kopinisme, Wicca of Neo-Paganisme, Miracle of Love, Satanisme, Spiritualiteit, Secularisme, Atheïsme, Humanisme, Agnosticisme, Vrijzinnigheid, Nihilisme en nog veel meer worden als ongebonden religie beschouwd. Nu zijn wereldwijd de ongebondenen na het christendom en de islam de in grootte derde levensbeschouwelijke groep. Statistieken van het CBS waarop Pew zich waarschijnlijk baseert zijn rommelig en niet consequent. Het christendom  wordt onderverdeeld in stromingen, maar de islam niet. Terwijl daar de onderlinge verschillen juist groter lijken. Maar ook de groep ongebondenen is een ratjetoe, met atheïsten die zelfs tot een religieuze groep behoren.

Moet er waarde aan de statistieken gehecht worden? Ja en nee, ze dienen maatschappelijke veranderingen beter weer te geven dan nu. De diversiteit is zo groot geworden dat een klassiek perspectief dat de grote monotheïstische religies als maatstaf neemt de nieuwste ontwikkelingen onvoldoende verklaart. Statistieken kunnen een geschikt hulpmiddel zijn bij beleidsontwikkeling, maar dan moeten ze wel gemoderniseerd zijn.

Foto: Schermafbeelding uit rapport ‘The Future of World Religions: Population Growth Projections, 2010-2050’ van Pew Research Center, 2 april 2015.

In de crisis worden rijken rijker en anderen armer. Debat gevraagd

influence-gregory-pouy

Update 10 juni 2013: We leven in spannende tijden. Daniel Ellsberg noemt de onthulling door Edward Snowden over de controlestaat de belangrijkste in de geschiedenis van de VS. Snowden kan ons redden van de United Stasi of America. Met de suggestie dat de VS verder gaat dan de DDR. In Nederland hebben de oppositiepartijen geen goed woord over voor het economisch beleid van het kabinet Rutte-Asscher. De Nederlandse Bank meldt dat het tekort oploopt. Tussen de economie en de controlestaat is een verband. 

Als het normale met vakantie is, dan cashen de machtigen. Door afgenomen controle zijn een economische crisis of oorlog bij uitstek de middelen om via rondpompen van belastinggeld de welvaart in hun richting te laten stromen. Daarom is het idee dat de oorlogen in Irak en Afghanistan geen doel hadden onjuist. Weliswaar hadden ze geen militair einddoel als ‘de nazi’s verslaan’ of ‘de Noord-Koreanen terugdringen’, maar wel een economisch doel. Namelijk Angelsaksische oliebelangen veiligstellen en via het militair-industrieel complex bedrijven en rijke investeerders laten profiteren. Uiteraard wordt dit verborgen gehouden. Bij z’n afscheid in 1961 waarschuwde president Eisenhower er met voorspellende woorden voor. Juan Bosch werkte dat uit als Pentagonisme. Om voormalig Republikeins presidentskandidaat Ron Paul te parafraseren: ‘De ideologie die de samenleving stuurt is in feite de ideologie die de belangen van de machthebbers vertegenwoordigt’.

Op AlterNet vat Les Leopold een recent onderzoek van Pew Reseach Social & Demographic Trends samen over het Amerikaanse herstelbeleid van 2009 tot 2011 van president Obama: ‘Het lijkt alsof het totale economische herstel verdwijnt in de zakken van de rijken. En da’s geen toeval. Ofwel: ‘It’s as if the entire economic recovery is going into the pockets of the rich. And that’s no accident‘. Het al lang sluimerende idee van burgers dat ze opgelicht worden door hun regering, de bankiers en bedrijven vindt nu ondersteuning in de cijfers. In de VS zijn in die periode alle groepen er op achteruitgegaan, behalve de 7% rijksten. Ze verdienden 5600 miljard dollar aan het herstel uit de crisis terwijl de anderen 669 miljard verloren. Het verschil wordt betaald uit de toegenomen schuldenlast voor de overheid en de verdere ontmanteling van de verzorgingsstaat.

Wat geldt voor de VS hoeft niet in dezelfde mate te gelden voor Nederland. Door het egalitaire karakter van onze samenleving en halfslachtige aanpak van de crisis zijn de verschillen waarschijnlijk kleiner. Wegens de internationale dimensie van de financiële crisis en de verbondheid tussen landen, banken en bedrijven is het echter onontkoombaar dat de tendens in Nederland hetzelfde is. Ook in Nederland steelt sinds 2008 de omgekeerde Robin Hood die huist in banken en bedrijven uit de zakken van de minder-rijken en de staatskas.

Om verder te komen dan de lopende rekening van de overheid is het van groot belang om in Nederland een breed maatschappelijk debat te voeren over de effecten van de actuele financiële crisis. Dat schept het juiste perspectief om ruimer te kijken dan het cijferfetisjisme van de regering-Rutte. Met als basis een onderzoek dat inkomenseffecten, begrotingstekort, afbouw van de verzorgingsstaat en het profijt voor de machtigen in een model vat. Want het is onverkwikkelijk dat kundige en betrokken werknemers in zorg, cultuur en publieke diensten de afgelopen jaren hun baan verloren, maar het is ronduit onaanvaardbaar als dat moest gebeuren omdat overheidsgeld omgeploegd moest worden naar de machtigen die de crisis forceerden om te profiteren.

Foto: ‘social disparity: the wealthy minority and the 99 per cent’. Credits: durantelallera.

Wat meet een Amerikaanse politieke quiz bij een Nederlander?

Weer eens een Amerikaanse politieke quiz. Niet over de eigen politieke voorkeur, maar over de kennis van de twee belangrijkste partijen. Dus de Democraten en de Republikeinen. Pew News IQ Quiz neemt 13 vragen voor deze test. Meet zo’n quiz nou het IQ, inzicht of algemene ontwikkeling, of een combinatie ervan?

Een analyse van de uitkomsten wijst op demografische verschillen. Gemiddeld zijn Republikeinen ouder en welvarender, en da’s de reden dat ze meer vragen goed beantwoorden. Laagopgeleiden zijn zich minder bewust van politieke standpunten en weten politieke leiders minder goed met partijen te associëren. Geeft dit de Republikeinse kiezer meer invloed omdat-ie beter geïnformeerd is en beter beseft waarover-ie praat?

Wat heeft een Nederlander aan deze quiz? Niets. Behalve dat de relativiteit ervan blijkt. De aandacht voor de Amerikaanse politiek in de Nederlandse pers helpt om de vragen beter te beantwoorden dan het merendeel van de Amerikanen. Daarnaast is de internationalisering van media behulpzaam. Zo kan op zoek naar ‘zware’ informatie een Nederlander de Amerikaanse kranten online volgen en via internet de Amerikaanse radio beluisteren. Meer dan de gemiddelde Amerikaan doet. Welbeschouwd een vervreemdend fenomeen.

Het goed beantwoorden van deze quiz verandert niets. Behalve het idee dat men kennis van en inzicht in het politieke debat heeft. Dat verklaart echter niets over de politiek die er onveranderd door blijft. Toch is het Pew Research Center een serieus onderzoeksinstituut dat veel waardering krijgt. Bewustwording binnen de marges van de politieke marketing zal het idee zijn. Maar kunnen niet beter de hoofdrolspelers van de Amerikaanse politiek bewust gemaakt worden? Werkt dat niet doelmatiger en sneller dan de kiezer die moet volgen?

In het verlengde daarvan het volgende. Wie dit blog volgt weet dat hier nooit verwezen wordt naar de Nederlandse politieke peilingen. Want ze verklaren naar mijn idee niet meer dan de bedrijfsmatigheid van de peilingbureau’s. Ze leiden zelfs af van de fundamenten waar het in de politiek om zou moeten gaan. Peilingen zijn de gemakzucht van een makkelijke en hapklare mening. Is dat met bovengenoemde quiz ook niet zo?

Foto: Schermafbeelding van Pew Research Center, 28 april 2012