Trump wil geen nieuwe moslims. Herhaalt de geschiedenis zich?

Donald Trump wordt door zijn uitspraken steeds meer in verband gebracht met het fascisme van de jaren ’20, ’30 en ’40 van de 20ste eeuw in Italië. Wegens verwarring van historische begrippen bedoelen velen met ‘fascisme’ het Duitse nationaal-socialisme van de NSDAP. Feitelijk een hardere variant van het fascisme. Het is één ding dat iemand zoiets zegt, het is een ander ding dat velen hem daarin steunen. Cenk Uygur van The Young Turks verwijst naar de internering van Amerikaanse staatsburgers van Duitse, Italiaanse en Japanse herkomst tijden de Tweede Wereldoorlog. Een beschamende episode in de Amerikaanse geschiedenis die Trump met zijn uitspraken over moslims opnieuw in herinnering brengt. En zelfs wil laten herleven.

In 2013 citeerde ik in een commentaar over de internering van Japans-Amerikanen -met een bijrol voor de huidige minister Lodewijk Asscher- opperrechter Hugo Black aan wie de volgende uitspraak toegeschreven wordt: ‘the need to protect against espionage outweighed individual rights‘. Dus de noodzaak om tegen spionage te beschermen weegt zwaarder dan individuele rechten. De hedendaagse variant van deze uitspraak luidt: ‘the need to protect against terrorism outweighs individual rights’. Ook politieke modes veranderen.

Spionage dat afgelopen jaren door de regering-Obama tegen de klokkenluiders Chelsea Manning, Edward Snowden en Julian Assange in stelling werd gebracht wordt nu rechts ingehaald door Trump. Een interessante ontwikkeling die de belangstelling voor het ‘Diepe Amerika’ in het centrum van de publieke opinie zet. Is het een reden voor Obama om voor het aflopen van zijn tweede termijn met de oneigenlijke verwijzing naar spionage de vervolging van klokkenluiders te staken? Als dat zo is, dan heeft Trump toch nog zin gehad.

Plasterk antwoordt niet op verwijt Snowden dat AIVD ondergeschikt is aan VS

Sno

Minister Roland Plasterk van Binnenlandse Zaken die verantwoordelijk is voor de inlichtingendienst AIVD antwoordt op kamervragen van Ronald van Raak (SP). Van Raak vraagt of Plasterk de opvatting van AIVD-hoofd Rob Betholee deelt dat Edward Snowden ‘absolute bullshit’ spreekt. Hij verwijst daarbij naar een interview van 1 mei in de NRC. Op de opmerking van de interviewer dat de AIVD en MIVD in feite voor de Amerikanen werken antwoordde Bertholee: ‘Dat is echt absolute bullshit’. Plasterk omzeilt de vraag van Van Raak en geeft er geen oordeel over wie absolute bullshit spreekt: Edward Snowden of Rob Bertholee.

Voor zijn antwoord op vraag 1 verwijst Plasterk naar de brief van 6 februari 2015 van hem en minister Jeanine Hennis-Plasschaert (Defensie) aan de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken. De strekking ervan is dat de wet geen ruimte laat ‘voor hetgeen de heer Snowden stelt’. Maar dat ging voorbij aan de kern van de kritiek van Snowden dat de diensten ondergeschikt zijn aan de VS. Wat Snowden aan de orde stelt is dat de Nederlandse inlichtingendiensten ‘ondergeschikt’ zijn aan de VS, ‘geen eigen beleid hebben’ en ‘uitermate volgzaam’ zijn. Edward Snowden laakte in januari 2015 in een interview met Nieuwsuur de volgzame houding van de Nederlandse inlichtingendiensten. Rob Bertholee en Roland Plasterk hebben er geen antwoord op.

Foto: Schermafbeelding van antwoord 1 door minister Ronald Plasterk op kamervragen van Ronald van Raak (SP). Publicatiedatum 21 mei 2015. 

Snowden laakt volgzame houding AIVD en MIVD ‘op werkniveau’

Minister Ronald Plasterk die verantwoordelijk is voor de AIVD reageerde vandaag ontkennend op aantijgingen van Edward Snowden dat Nederlandse inlichtingendiensten ondergeschikt zijn aan de Amerikaanse NSA. Voor Nieuwsuur sprak Eelco Bosch van Rosenthal en Huib Modderkolk voor De Volkskrant met Snowden in Moskou.

Plasterk ontwijkt een antwoord door erop te wijzen dat Nederlandse diensten zich aan de Nederlandse  wet houden. Maar dat gaat voorbij aan de mogelijkheid dat de diensten binnen de wet functioneren -of de wet maximaal oneigenlijk opgerekt wordt uit het zicht van toezicht en controle- en ondergeschikt zijn aan de VS. De vraag of Nederlandse diensten het schoothondje zijn van de VS is ongelukkig. Vragen of de diensten ‘ondergeschikt’ zijn aan de VS, ‘geen eigen beleid hebben’ en ‘uitermate volgzaam’ zijn worden niet gesteld.

Op Snowdens uitspraken kwam kritiek. Mede ingegeven door nationale trots. Zo meent inlichtingenexpert Constant Hijzen volgens Argos dat Snowden kwaliteiten van Nederlandse inlichtingendiensten over het hoofd ziet. Zoals het analytisch vermogen of de inzet aan tolken. Maar dat is niet wat Snowden ontkent. Hijzens kritiek komt voort uit het verkeerd begrijpen van wat Snowden zegt en hoe hij zijn kritiek inperkt. Snowden  heeft het over het werkniveau –the working level– waarmee hij bedoelt het technisch afluisteren via de infrastructuur en de toegang die de Nederlandse inlichtingendiensten de Amerikanen geven tot kabels, satellieten en knooppunten. De journalisten van Nieuwsuur en De Volkskrant hadden deze misverstanden kunnen helpen voorkomen door de woorden van Snowden beter toe te lichten en van een context te voorzien.

Snowden suggereert kamerleden om bij de wetsbehandeling over de verruiming van de bevoegdheden van de diensten het kabinet de volgende vraag te stellen: ‘Hebben de AIVD en de MIVD in enige vorm samengewerkt met de NSA over welke bevoegdheden ze moeten aanvragen en hoe ze te gebruiken en of ze van plan of bereid zijn om de producten van het nieuwe afluistersysteem met de NSA en andere geheime diensten te delen’. Hijzen vindt dit een goede suggestie: ‘Want het wetsvoorstel gaat straks in de Kamer komen, en dan ben ik wel voor een heel scherpe ondervraging en een goede toelichting van het kabinet. Want waar is deze maatregel eigenlijk goed voor? Dat hangt nog steeds een beetje boven de markt en wordt slechts in heel vage termen geduid. Waarom is het nodig dat de diensten ongericht communicatie via de kabel verzamelen? Het kan wat mij betreft niet zo zijn dat minister Plasterk alleen maar zegt: dat zijn de werkwijzen en daar zwijg ik verder over. Nee, hij zou scherp moeten gaan benoemen waar dit goed voor is.’ De Tweede Kamer is aan zet.

Krijgt Snowden asiel in Duitsland? Of in Nederland? Wie weet

Hoe kunnen de krachten tegen de massale spionage door de NSA zich verenigen? Democracy Now! komt naar Duitsland en praat met Wolfgang Kaleck, de advocaat in Europa van Edward Snowden. Wat zijn de kansen van Snowden op asiel in de VS of Duitsland? Dit interview speelt tegen de achtergrond van nieuwe onthullingen uit de Snowden-documenten in de Washington Post dat de Amerikaanse overheid toestemming aan de NSA heeft gegeven om 193 landen te bespioneren. Waaronder Nederland en Duitsland. Kan dat proces ooit omgebogen worden, en wat is daar voor nodig bij de landen die continu bespioneerd worden? Hoe zelfstandig en moedig kunnen regeringen in Berlijn of Den Haag handelen? Komt er een moment dat de parlementen in die landen zich in meerderheid tegen de Amerikaanse spionage verzetten en Snowden ondubbelzinnig durven steunen?

Terugblik op een jaar Edward Snowden: held of held?

Op 5 juni 2013 begonnen de onthullingen van Edward Snowden. Ik schreef een dag later onderstaande tekst die naar mijn idee een jaar later nog onverminderd geldig is. Alleen met het verschil dat een deel van de Amerikaanse en internationale gemeenschap zich nu bewuster is van wat er mis is met de privacy. Edward Snowden wacht een beter lot dan met een ingetrokken paspoort wachten op betere tijden in Rusland. Op 5 juni 2014 is het een jaar geleden. Kritische burgers zijn iets opgeschoten. Maar ze zijn er nog niet.

In de VS wordt iedere burger zonder onderscheid, laat staan kennisgeving door de overheid aangemerkt als verdachte. Zonder directe aanleiding. Dat kan onder de Patriot Act. Als legitimatie wordt er achteraf het label ‘terrorisme’ opgeplakt. Indien iets uitkomt dat verborgen had moeten blijven. Maar dat label is niet geloofwaardig, want de aanpak kan veel doelmatiger en gerichter. Daartoe hoeven niet de gegevens van miljoenen burgers opgeslagen te worden. Inclusief volksvertegenwoordigers, advocaten en journalisten.

In de VS is dus iedereen schuldig tot het tegendeel bewezen is. Wat Glenn Greenwald in zijn Guardian-column openbaart is nog steeds een effect van 9/11. Amerikanen lijken nu te schrikken hoe diep de overheid in hun leven ingrijpt. Maar klokkenluiders, activisten en politici waarschuwen al jaren dat de privacy in de VS zo goed als dood is. Burgers hadden het kunnen weten. Er zijn genoeg blogs die benadrukken dat de controlestaat in opbouw is. Zie wat Steven Rambam zegt. Of William Binney. Of Glenn Greenwald. Of Julian Assange. Of Thomas Drake. Hoe kan het dat Amerikaanse burgers zich zo slecht informeren? Er lijkt iets fundamenteel verkeerd aan de huidige Amerikaanse politiek. En de gevestigde journalistiek. Ze verzaken hun plicht.

Bestaande macht blokkeert ontstaan fundamentele kritiek: EU

change

De kritiek van ‘acht bestuurders en wetenschappers op Thierry Baudet en Bastiaan Rijpkema lokte kritiek uit. Ook van mij. Ik vond dat de acht zonder kennis van zaken over de werking van de nieuwsmedia op internet spraken. Dat detail gaf me weinig vertrouwen in hun andere inzichten. Een van de acht Peter Verhaar plaatste op m’n blog een reactie, maar antwoordde jammergenoeg niet meer op m’n riposte. Ook niet in de e-mail die ik ‘m stuurde. De kern van het  debat ging over het verwijt van de acht dat Baudet en Rijpkema zonder kennis van zaken over Europa schrijven. Ze vonden de bewering ‘dat de democratie wordt uitgehold‘ een ‘schrijnende onjuistheid‘ is. Wie heeft er gelijk in deze discussie tussen de tien min of meer deftige heren in de NRC?

De stellingnames van beide partijen in het geschil over de EU passen in een patroon dat zich in 2013 in allerlei westerse landen aftekende. Aangejaagd door de onthullingen van Edward Snowden die de verhoudingen op scherp zette en iedereen ertoe dreef om kleur te bekennen en voor of tegen de status quo te kiezen. Voor het eerst sinds de in de jaren ’60 (vdve) in gang gezette democratisering tekende zich weer op grotere schaal een tweedeling af tussen de verdedigers van de bestaande macht en de aanvallers daarvan vanaf beide flanken.

Een oud modewoord ‘establishment‘ werd weer van stal gehaald. Ofwel, ‘dat om tegen te schoppen‘. In een hoefijzermodel raken conservatieven en progressieven elkaar. Niet door het midden, maar over de flanken. In de VS waren het Julian Assange en Ron Paul die elkaar vonden. Of de rebellen tegen het establishment van de gevestigde politieke partijen. Zodat Amy Goodman van Democracy Now! en de conservatieve Glenn Beck van Fox ondanks zichzelf in hetzelfde kamp belandden. Niet dat ze nu ineens in alles gemeenschappelijk waren. Verre van dat. Maar beslissend was dat hun afwijzing van president Obama met z’n inperking van privacy en de opbouw van de controlestaat met behulp van een ondersteund conglomeraat van bedrijven en overheden groter was geworden dan hun onderlinge afkeer. In Nederland vinden SP en PVV elkaar soms op de flanken.

Is het zo simpel om de ‘acht bestuurders en wetenschappers‘ als verdedigers van de bestaande macht te zien en Baudet en Rijpkema als aanvallers? Ik denk het wel. De acht geven zich bloot als ze zeggen: ‘Wij als burgers zijn echter gebaat bij ordentelijke uitwisselingen van argumenten‘. Da’s altijd de argumentatie van de macht om de lijnen van die door de macht vastgestelde regels te volgen. Maar buitenstaanders hebben daar niks bij te winnen en zoeken a-synchrone middelen om zowel die debatregels als de vanzelfsprekendheid van de macht te vervangen. In hun gespeelde naïviteit, geniale domheid of ultieme geslepenheid doen de acht alsof ze dat niet begrijpen. Ze eisen dat er gediscussieerd wordt binnen de piketpaaltjes die zij helpen neerzetten.

King Billy geeft in een reactie ondersteundend bewijs voor het gelijk van Baudet en Rijpkema en het ongelijk van de acht bestuurders en wetenschappers: ‘Deze heren maken zich druk over de wijze waarop een debat over de toekomst van Europa wordt gevoerd? Waar is überhaupt inhoudelijk publiek debat in Nederland?‘ Dat debat wordt door de bestaande macht de nek omgedraaid. Tekenend is dat de Europese Commissie sinds 20 december 2013 de financiële steun aan het kritische en grenzen overstijgende website Presseurop staakte.

Zijn topbestuurders van de EU bang voor feiten? Presseurop is voorbeeld van een nieuwsmedium op internet dat de acht heren van bestuur en wetenschap afdoen als de illusie van een debat zonder draagvlak. Maar de echte werkelijkheid is precies andersom. De EU gaat voor de illusie van publieke steun door het publiek debat te blokkeren. Lees hier de hartekreet van José Ignacio Torreblanca over een Europees establishment dat bang is voor de publieke opinie zoals dat ook verwoord wordt door Baudet en Rijpkema: ‘Een unie van regels is goed, maar wat we echt nodig hebben, is een unie waar politiek wordt bedreven. Wie is bang voor politiek?

Foto: Schermafbeelding van petitie ‘To @VivianeRedingEU: Save @Presseurop!‘ tegen het stopzetten van de steun aan Presseurop, 26 december 2013. Tekenen kan hier.  

Open brief van Carl Bernstein aan Alan Rusbridger: over journalistiek

watergate2

In een open brief ondersteunt Watergate journalist Carl Bernstein hoofdredacteur Alan Rusbridger van The Guardian. Deze moet vandaag voor een parlementscommissie verschijnen in verband met de onthullingen van Edward Snowden in z’n krant. Indirect richt Bernstein zich tot z’n voormalige collega bij de Washington Post Bob Woodward die tegenwoordig inperking van de persvrijheid goedpraat maar in z’n boeken met staatsgeheimen die de regering goed uitkomen uit de school mag klappen. En daar schatrijk van is geworden.

Bernstein ziet geen reden tot zorgen over de media en acht enige aanscherping van het functioneren niet nodig. Integendeel, hij beoordeelt de opstelling van de pers in de VS en het Verenigd Koninkrijk sinds 1945 inzake de nationale veiligheid als vele malen verantwoordelijker dan die van opeenvolgende regeringen, premiers en presidenten. Want door over-classificatie van ‘geheimen’, onoprechtheid, en ronduit liegen hebben juist zij een publiek debat zoals dat een open samenleving past geblokkeerd. Vooral de laatste jaren. 

Het besef dat het op dit moment ontbreekt aan het juiste toezicht op het functioneren van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten ziet Carl Bernstein als de verdienste van de onthullingen van Edward Snowden. Dat werd voor het eerst zwart op wit aangetoond. Vooral in de VS ontbreekt dat toezicht van de wetgevende en rechterlijke macht. Inlichtingendiensten proberen onder het juiste toezicht uit te komen en dat te vermijden.

‘Dat is het onderwerp van de rechtmatige en noodzakelijke maatschappelijke discussie die nu plaatsvindt in de VS, het Verenigd Koninkrijk en elders’, zo meent Bernstein. Toegevoegd kan worden dat in Nederland de commissie-Dessens adviseert de bevoegdheden voor de nationale inlichtingendiensten te verruimen. Dat dient gecompenseerd te worden door een getrapte aanscherping van het toezicht waarop de minister van Binnenlandse Zaken persoonlijk toeziet. Van zo’n constructie kan men zich afvragen of die in de praktijk nageleefd kan -en zal- worden. Een maatschappelijke debat is nodig om voor elkaar te krijgen dat vertegenwoordigers van de burgerrechten een positie in het toezicht krijgen die nu nog volledig ontbreekt.

Bernstein beseft dat er altijd spanning bestaat tussen nationale veiligheid en openbaarheid. Zeker wat de rol van de pers betreft. Terrorisme moet bestreden worden, maar daartoe moeten overheden bij de les gehouden worden dat ze uitsluitend ‘echte vijanden‘ bestrijden. En onder het mom van de bestrijding van het terrorisme geen misbruik maken van de technische bevoegdheden die ze hebben gekregen voor de bestrijding van het terrorisme om rechten en privacy van gezagsgetrouwe burgers in te perken. Voor het functioneren van de democratie ‘is het essentieel dat geen voorafgaande gouvernementele beperkingen of intimidatie op een werkelijk vrije pers worden opgelegd’ zo zegt Bernstein. Anders gaat het licht uit en dreigen despotisme, demagogie en zelfs criminalisering van onze gekozen leiders en overheden: ‘(..) in such darkness, we encourage the risk of our democracies falling prey to despotism and demagoguery and even criminality by our elected leaders and government officials.’ Een brief die leert wat democratie en journalistiek inhouden.

Nixon_E2679c-09A

Foto 1: ‘Woodward and Bernstein watching Nixon address the nation on television, April 30, 1973.’ Credits: © Mark Godfrey.

Foto 2: President Nixon houdt op 29 april 1974 een televisietoespraak in antwoord op zijn dagvaarding.

Afshin Ellian negeert rol van toezicht en kritische journalistiek

001_RBIAdam-image-1420463

Het is zeer kwalijk hoe D66, gesteund door haar mediaorgaan NRC Handelsblad, de activiteiten van de AIVD onderwerp van discussie maakt.’ Aldus Afshin Ellian die in een Elsevier-column met de titel ‘Tweede Kamer moet de hypes van D66 en NRC negeren‘ alles uit de kast haalt tegen wat-ie overduidelijk ziet als links-liberale vrijzinnigheid. Met z’n focus op de bestrijding van het jihadisme haalt Ellian van alles door elkaar en verliest het overzicht. Het gaat om toezicht door parlement en CTIVD, proportionaliteit van spionage van burgers, en journalistiek die de macht ter discussie stelt. En dat NRC het mediaorgaan van D66 zou zijn is de vraag. Omdat het niet in z’n verhaal past moffelt Ellian de SP als meest kritische volger van de AIVD weg.

Schokkend hoe gouvernementeel Ellian zich opstelt. Hij vergeet dat onafhankelijke journalistiek de macht dient te bevragen. Een volwassen democratie kan niet functioneren zonder kritische journalistiek. Ellian stelt dat ‘NRC voorop loopt in het creëren van een bedenkelijke sfeer rond de Nederlandse inlichtingendiensten’ maar onderbouwt dat niet. Hij verwijst naar een NRC-artikel dat critici aan het woord laat die om meer toezicht en controle op de inlichtingendiensten vragen. Maar hoe onderzoek en verslaglegging van NRC -dat zich opstelt als doorgeefluik van kritiek op het kabinet- tot een bedenkelijke sfeer kan leiden valt niet in te zien. Het is eerder andersom. Het goedpraten van Ellian dat parlementaire controle en toezicht op AIVD en MIVD niet nodig zijn en kabinetsleden uit principe niet liegen tegen burger of parlement is bedenkelijk. 

Ellian rechtvaardigt de claim van minister Plasterk en de veiligheidsdiensten dat het alle middelen inzet om het terrorisme te bestrijden met de dooddoener dat Plasterk gelijk heeft: ‘Het is helemaal waar wat de minister zegt.’ Werkt de democratie volgens Ellian zo simpel? De onthullingen aan de hand van de documenten van Edward Snowden hebben juist duidelijk gemaakt dat nationale inlichtingendiensten hun boekje te buiten gaan. De vraag is niet uitzonderlijk of dat in Nederland ook het geval is. Dan kan via onderzoek uitgezocht worden. Daarnaast zijn deze diensten bezig met economische spionage en spionage van onschuldige burgers. 

In parlement, bij CTIVD en in de maatschappij staat ter discussie of de veiligheidsdiensten de wet overtreden. Een houding om dat zorgvuldig uit te zoeken dient de democratische rechtsorde meer dan het wegmoffelen van bezwaren. Ellian schiet definitief uit de bocht als-ie beweert dat NRC en D66 een ‘zeer beperkt begrip van de rechtsstaat‘ hanteren: ‘wel permanente controle op politie en inlichtingendiensten, maar geen aandacht voor de strijd tegen terrorisme, dat de rechtsstaat ernstig bedreigt.’ Dit is zo aantoonbaar onjuist en naast de waarheid dat Ellian met deze uitspraak niet D66 en NRC beschadigt, maar vooral zichzelf. Afshin Ellian heeft de realiteit van de democratische rechtsorde en de rol van kritische journalistiek geheel uit het oog verloren. 

Foto: Minister Plasterk verdedigde het handelen van de AIVD. Credits: ANP