Stemmen op een politieke partij is als het kijken naar een afzichtelijk schilderij

Pim Ras, ‘Kluphuis Oost aan de Galileïstraat doet dienst als stembureau tijdens de verkiezingen voor de Tweede Kamer in september 1989. Medewerkers van het Kluphuis hebben speciaal voor de kiesgerechtigden een expositie van schilderijen ingericht. De kunstwerken zijn gemaakt tijdens een eerdere schildercursus in het buurthuis. Op de achtergrond achter de tafel rechts politicus Theo Schoenmakers.’ Collectie: Beeldbank Schiedam.

Vandaag is het 16 maart 2022, men mag stemmen voor de gemeenteraadsverkiezingen. Dat heb ik gedaan in Utrecht, bij me om de hoek in het gebouw van het College voor de Rechten van de Mens. Van de berichten dat er een tekort was aan bemensing voor stembureaus was niks te merken. Zes mensen ontvingen ons.

Nog nooit heb ik zo tegen mijn zin gestemd op een partij die ik niet zie zitten. Maar ik meen een partij te hebben gekozen die ik het minst niet zie zitten. Dat alleen maar om radicaal-rechts en in mindere mate radicaal-links een tegenstem te geven.

De verkiezingsdebatten waren zoals gewoonlijk het aanhoren niet waard. Zonde van de tijd om je daar mee bezig te houden. Niet alleen omdat landelijke politici zichzelf projecteerden op en katapulteerden naar lokale onderwerpen, wat uiteraard per definitie een mission impossible is.

Mijn kritiek is anders. Wat zou logischer zijn om partijen te vragen hoe ze in de afgelopen vier jaar hebben geopereerd, hoe ze hun programma hebben uitgevoerd en waar en in welke mate ze daarvan zijn afgeweken? Laat ze dat uitleggen. Partijen wordt echter geen verantwoording gevraagd over wat ze wel of niet bereikt hebben. Als er enig moment is om dat te doen, dan is het op het moment dat een zittingsperiode eindigt.

Journalisten zijn jammergenoeg nalatig en gemakzuchtig, en laten politici de ruimte om weg te vluchten in vergezichten, toekomstplannen en het opstellen van onbetaalde rekeningen van een immens vrijblijvend niveau. Zo verandert parlementaire journalistiek bewust in science fiction. Aardig voor de liefhebbers, maar ondergeschikt voor het begrip van de praktische politiek. Niemand die het over vier jaar nog weet, controleert en de uitspraken van nu vergelijkt met de uitspraken van straks.

De foto is ongewild droevig. Godsgruwelijke schilderijen sieren het stembureau. Wat het nog schrikaanjagender maakt is dat ze daar speciaal zijn geplaatst. Hoe is het in hemelsnaam mogelijk? Goed om als amateur ‘kunst’ te maken, maar val anderen daar niet mee lastig. Dit gaat ook nog eens voorbij aan de neutraliteit van een stembureau. Dat is ongewenst.

Deze schilderijen horen niet thuis in een stembureau. Of juist wel? Platte smaak viert hoogtij op verkiezingsdag. Alles wordt versimpeld. Ik deed er ook aan mee door op een partij te stemmen die, als ik het moest vertalen naar een schilderij, niet veel meer was dan een burlend hert dat met de poten in een zoetig landschap om aandacht vraagt.

Advertentie

Middenpartijen lijken op elkaar omdat ze door externe factoren op een hoop worden geveegd

Mijn favoriete omroep is WNL dat zoveel rechtse praatjes in haar programma’s heeft. Het is vaak koddig om aan te horen. Meestal valt het ruimschoots binnen de marges van de normale gekte, maar Daniela Hooghiemstra weet dat na 5’15” ruimschoots te overtreffen. Vandaar mijn reactie op YouTube bij dit filmpje:

Daniela Hooghiemstra kijkt met een ouderwetse bril naar de politiek. Ze blijft hangen in de traditioneel sociaal-economische links-rechts tegenstelling en beseft niet dat die inmiddels is verschrompeld en vervangen door andere tegenstellingen. 

Zoals de tegenstelling tussen democratische en anti-democratische partijen die wel of niet ondubbelzinnig de rechtsstatelijkheid en de democratie steunen en doelstellingen hebben die buiten de politieke arena liggen. Anti-democratische partijen zijn FvD, SGP en links-radicale splinters, en in iets mindere mate de PVV. 

Een andere tegenstelling die in het politieke debat de links-rechts tegenstelling verdrongen heeft is de sociaal-culturele tegenstelling tussen conservatief en progressief. Daar valt veel onderscheid in te maken. Zo zijn VVD en CDA conservatieve partijen en FvD, PVV en JA21 post-conservatieve partijen die het conservatisme achter zich gelaten hebben en in de alt-right hoek terecht zijn gekomen. Dat links en progressief of rechts en conservatief niet altijd aan elkaar gekoppeld worden leert ook het profiel van twee partijen. D66 is een progressieve rechtse partij, SP is een conservatieve linkse partij.

Wat Hooghiemstra mist is dat de grote lijnen van de links-rechts politiek niet langer op het Binnenhof worden beslist maar elders. Zoals binnen de EU, de ECB, de OESO, de financiële instellingen en banken (inclusief internationaal opererende investeringsbanken als Goldman Sachs) en in de bestuurskamers van multinationals. Weliswaar zijn die marges die het verschil uitmaken tussen links en rechts niet helemaal verdwenen, maar zijn ze zoveel kleiner geworden dat ze overbrugbaar zijn geworden.

Hoe het wereldbeeld van Hooghiemstra tot stand komt is onduidelijk. Zoals evenmin duidelijk is waar ze nou eigenlijk voor pleit. De paradox is dat ze pleit voor het primaat van de politiek, maar niet inziet dat dit gezag sinds de jaren 1980 is geërodeerd en allang niet meer in die mate bestaat zoals zij het voorstelt. In feite pleit ze met haar uitvergroting van de verschillen tegen de politiek in.

Anders gezegd, in een gemankeerd politiek bestel waar de macht elders ligt zijn de sociaal-economische verschillen steeds meer verworden tot invuloefeningen voor politieke partijen. Dat maakt de tragiek van de mislukte formatie nog grotesker en beschamender dan die op het eerste gezicht al lijkt. Partijleiders maken zichzelf groot en belangrijk, terwijl ze als geen ander weten dat de bulk van de inhoud waar ze over praten elders wordt beslist. Ze houden ook dat misverstand valselijk in de lucht vanwege de claim op hun eigen belangrijkheid. Maar in werkelijkheid zijn ze inwisselbaar in persoon en uitwisselbaar in doel. Dat is hun krediet voor hun toekomst dat ze niet los willen laten. Dat een objectieve commentator meegaat in deze misleiding is uitermate jammer.

PvdA moet zichzelf alleen opheffen als het er voldoende voor terugkrijgt

Etienne Conte, Rose rouge fanée, 2006

Moet de PvdA fuseren met GroenLinks? Het frame is dat dit onder druk van rechts (VVD en CDA) tot stand komt en daarom per definitie verkeerd is. Naast het feit dat dit onhaalbaar is omdat de weerstand binnen beide linkse partijen groot is.

Waarom fuseren VVD en D66 niet? Of VVD en het CDA dat zich de afgelopen jaren als een schaduw van de VVD opstelt. Wie de eigen strategie door andere partijen laat bepalen verliest de zeggenschap over de eigen koers. Weg geloofwaardigheid van elke partij die daar instapt. Of intrapt.

In een commentaar in 2015 concludeerde ik: ‘Nu de praktijk nog. In de PvdA wordt goed nagedacht, maar verkeerd gekozen. Leiders zijn te pragmatisch (Kok), te weinig tactisch (Bos), te weinig operationeel (Cohen), te weinig strategisch (Samsom) of te wendbaar (Asscher). Welke leider past bij het nieuwe profiel?‘ Daar kunnen we inmiddels de te weinig overtuigende Lilianne Ploumen aan toevoegen. Het zijn allen aimabele en kundige personen, maar leiders van de PvdA die de partij boven zichzelf uit laten stijgen zoals Drees, Burger of Den Uyl zijn de recente leiders van de PvdA niet. En dan ontbreekt nog de rampzalige Ad Melkert in het rijtje van partijleiders.

Voormalig lid van de PvdA Eddy Terstall schetste die kritiek dat de PvdA het eigen sociaal-democratisch gedachtengoed om electorale redenen zou verpatsen, teveel naar de moskee zou luisteren en de scheiding van kerk en staat te ver oprekt in 2010 in zijn boek Ik loop of ik vlieg: ‘Dezelfde verbazing hebben tegenwoordig van oorsprong linkse atheïstische activisten die gebroken hebben met de islam. Die zien vol verbazing aan hoe hun medeprogressieven en vooral ex-feministen zich het vuur uit de sloffen lopen om de islam te verdedigen en hoe die blind smoorverliefd zijn op de hoofddoek, terwijl ze ooit hun bh’s verbrandden. In 2006 zei toenmalig partijleider Wouter Bos in Het Parool: ‘Ik zie het gevaar van een Partij van de Allochtonen waar de autochtonen weglopen. Maar als wij vasthouden aan ons verhaal, blijven we de partij voor iedereen.’ De zoektocht binnen de brede volkspartij PvdA naar politieke wonderlijm die alles met alles verbond was gestart. En zou nooit gevonden worden. Dat kon alleen maar in teleurstelling eindigen.

De PvdA maakte de afgelopen 25 jaar één fout, maar wel een grote: het koos niet voor het eigen gedachtengoed. Het is de strijd tussen verstandig en dom links. Tussen behoudend en progressief. Tussen cultureel en economisch waarbij sinds de jaren 1980 het evenwicht bij culturele waarden als identiteit kwam te liggen.

Verder is er niets aan de hand. De eigen overbodigheid is geen schande, maar een verdienste van de PvdA omdat de doelstellingen bereikt zijn en de eigen achterban zo geëmancipeerd is dat het niet meer op de partij stemt omdat het die niet meer nodig heeft. Dat is de crisis van de Europese sociaal-democratie. Het aantonen van de eigen overbodigheid zou voor elke politieke partij het streven moeten zijn. Maar zelfs D66 dat de eigen opheffing in het DNA had zitten durfde dat niet aan. Er waren te veel D66’ers die hun macht aan de partij waren gaan ontlenen. Politieke partijen zijn vooral met de eigen continuïteit bezig. Dat maakt politici zo kinderachtig.

Wat moet de PvdA doen? Moet het samengaan met GroenLinks dat overblijfselen van anti-democratisch denken bevat en dat combineert met modieuze marketing, maar in de verduurzaming wel een sterk programmapunt heeft? Het is lastig te zeggen. De SDAP hield ook ooit op te bestaan en ging na de oorlog op in een bredere beweging die een doorbraak wilde forceren naar andere politieke richtingen. Dat mislukte jammerlijk, hoewel het 30 jaar later alsnog slaagde met de formatie van het kabinet Den Uyl. Falen of slagen valt dus niet te voorspellen.

Je zou kunnen zeggen dat het geen halszaak is als de PvdA zichzelf opheft en ophoudt te bestaan als zelfstandige partij. De vraag van belang is wat die opheffing voor herschikking van elementen brengt die daar tegen opweegt. Daar moet de discussie binnen de PvdA over gaan.

Suriname: Politieke partij A20 van apostel Steven Reynme spreekt tegen dat het religie gebruikt voor politieke winst

Er is in Suriname kritiek op de proclamatie van de beweging Alternatief 2020 (A20) als politieke partij omdat het eigenlijk een religieuze beweging is zoals de video aanschouwelijk maakt. De Ware Tijd van 25 september 2019 gaat in op de positie van partijleider Steven Reyme die in bovenstaande video meent ‘dat het anders kan’: ‘Reyme die apostel is bij de Volle Evangeliegemeente Logos International, heeft in juni op een informatiebijeenkomst in zijn gemeente gemeenteleden en andere belangstellenden geïnformeerd, over de visie en missie van de partij. (..) Reyme zei dat zijn besluit is gebaseerd op een roeping van God, die op drie afzonderlijke momenten zou zijn bevestigd. “Ik zie het niet als gaan voor politieke macht. We zijn op een missie om het land te ‘herbewapenen'”, zei hij toen tegen de krant. De geestelijke maakte desgevraagd ook duidelijk dat hij geen afstand zal doen van zijn kerkelijke functie. “Als je geroepen bent als predikant en je ervaart dat je geroepen bent om ook op maatschappelijk gebied veranderingsprocessen op gang te brengen, dan kun je jezelf niet verloochenen toch?” De partij heeft als slogan ‘Rechtvaardigheid verheft een natie’.

In een verantwoording op de Surinaamse radio maakt het A20-bestuurslid Serena Essed de vergelijking door te verwijzen naar dominee Dr. Martin Luther King. Maar die heeft nooit een politieke partij opgericht en bleef bewust buiten de politiek om van buitenaf druk te kunnen zetten op bijvoorbeeld president Lyndon Johnson. Essed ontkent dat A20 religie gebruikt ‘om politieke winst uit te halen’. Zij zegt dat de partij een boodschap van geloof en ontwikkeling heeft en geloof in de potentie die Suriname heeft. Essed pleit voor verandering.

Foto: Schermafbeelding van een organogram van het leiderschap van Logos International op de eigen site met Steven Reyme als ‘Apostle’ en ‘Visionair’.

Meeus waarschuwt de media, ze moeten Baudet checken op wat hij kan. Diens ereplaats in het narcistenkartel is een doodlopende weg

Aldus de conclusie van de zaterdagse column in NRC over Haagse politiek van Tom-Jan Meeus. Hij verwijt niet zozeer ultra-rechtse partijen als de PVV of FvD dat ze er een potje van maken (wat ze doen), maar dat de media daar geen goed verslag van doen. Daarin heeft Meeus gelijk. Het is een terugkerend verwijt aan de gevestigde media dat ik onder meer hier, hier en hier heb verwoord. Ik schreef in maart 2017 in een commentaar: ‘Baudet is even weinig elitair als Donald Trump en even tegenstrijdig in zijn houding daarover. Goede voornemens om het moeras droog te leggen, maar in de praktijk pakt het volledig tegenovergesteld uit. Wie Baudet en Hiddema de afgelopen maanden heeft zien opereren kon gewaarschuwd zijn en zal niet verrast zijn dat deze twee heren bij uitstek vertegenwoordigers van het establishment zijn. Alleen, binnen het establishment heerst een strenge hierarchie waar Baudet en Hiddema zich nu proberen in te vechten. Met het volk heeft dat niets te maken, maar vooral met hun eigenbelang en carrière. Ambitie is menselijk en geen schande, maar meer moeten we er niet van maken. Baudet gaat voor Baudet. De rest is bijzaak.’

Meeus voegt er een ander dimensie aan toe, namelijk politiek vakmanschap en kennis. Wat kan Baudet? Want iedereen kan zich politicus noemen, maar niet iedereen die zich politicus noemt bezit het vakmanschap en de kennis die een politicus succesvol maakt. Baudet is weliswaar een jonge, beginnende politicus en moet de kans gegeven worden om te groeien in zijn vak, maar na drie jaar FvD als politieke partij kunnen de media hem toch de vraag gaan stellen in hoeverre hij is gevorderd in het onder de knie krijgen van het vak politicus.

Is de fundamentele zwakte van Baudet niet zijn wegvluchten in vergezichten en filosofieën om te verhullen dat hij als politicus nauwelijks vordert in zijn vakmanschap? Zo laadt Baudet net als Trump de sterke verdenking op zich dat hij uitblinkt in grootspraak, narcisme, vergezichten, onheilsfantasieën, toekomstplannen en het gooien van verbale bommetjes, maar tamelijk vruchteloos is in het bedrijven van praktische politiek en het realiseren van zijn kernpunten. Hoewel dat bij Trump genuanceerd ligt, bijvoorbeeld in het slinks en succesvol benoemen van rechtse rechters. Geert Wilders heeft zich verregaand geïsoleerd in een vlucht naar de marge, Thierry Baudet wacht hetzelfde lot als hij niet tijdig tot inkeer én inzicht komt en hersenschimmen inwisselt voor doorzettingsvermogen, grilligheid voor vakkundigheid en eigenliefde voor inlevingsvermogen.

Foto: Schermafbeelding van deel columnHoe de crisis in FVD bewijst dat media in campagnetijd hun taken verzaken; Deze week: Baudet en zijn plaats in het narcistenkartel. Ofwel: grote vragen voor politiek en media na de crisis in Forum voor Democratie’ van Tom-Jan Meeus in NRC, 27 april 2019.

Op campagne in Utrecht: globaal verdiepen in lokale onderwerpen met premier Rutte

Het is campagnetijd. Op 21 maart zijn er gemeenteraadsverkiezingen en kan er ook gestemd worden voor het referendum over de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017, ook wel sleepwet genoemd. Tijdens de campagne gaan politieke partijen de straat op. Ze blazen hun ballonnetjes op, verkleden zich in hesjes met partijkleur, zetten een jolig of ernstig gezicht op en strooien hun liftpraatje over het passerend publiek. Aan deze wetmatigheid van simplisme, oppervlakkigheid, eenzijdigheid, clownerie, verlakkerij en komedie kunnen politici en burgers, maar ook het politieke bedrijf zich blijkbaar niet onttrekken. Het is niet om aan te zien.

Premier Mark Rutte bezocht in het kader van die raadsverkiezingen voor de tweede keer in korte tijd Utrecht, volgens een bericht in het AD. Hij heeft geen verleden in de stad, maar doet net alsof dat wel zo is. Zoals hij dat in Nijmegen, Groningen, Leiden, Wageningen, Den Bosch, Eindhoven of elke andere stad ook doet.

Een landelijke politicus trekt een lokale jas aan, maar van ver is te zien dat die jas niet past. Dat is potsierlijk en zielig tegelijk. Campagnetijd is een kruising tussen carnaval, toneelspel, propaganda, een jaarmarkt en reality tv. Het is de extreme situatie van de gespeelde gewoonheid. Overigens gaat het om gemeentelijke verkiezingen, zodat het de vraag is waarom een landelijke politicus zich er in meent te moeten mengen.

Rutte jongleert in een video die het AD van het bezoek heeft gemaakt subtiel langs de positionering van partijen. Hij noemt D66, GroenLinks en de PvdA ‘wat linksere partijen’ wat het AD in het bericht onterecht vertaalt naar ‘linkse partijen’. Maar D66 beschouwt zichzelf niet als linkse partij en kan dat redelijkerwijs ook niet genoemd worden. Het AD prikt de fout in het betoog van Rutte niet door. Ruttes waarschuwing voor een links college slaat dus nergens op omdat D66 geen linkse partij is. Nu is D66 in de raad de grootste partij, met GroenLinks als tweede, en VVD en PvdA als derde partij. Ruttes claim is dat de VVD nodig is als rechts tegenwicht. Maar centrum- of centrum-linkse partijen als PvdA, D66 en GroenLinks lijken de VVD niet nodig te hebben als buitenboordmotor. Utrecht heeft in Jan van Zanen een VVD-burgemeester die mans genoeg is om het rechtse geluid in het college te bewaken. Een reden te minder om de VVD in het college op te nemen.

Maakt het optreden van Rutte indruk? Ach, zo’n campagne waarbij een landelijk kopstuk wordt ingevlogen lijkt eerder bedoeld om de VVD’ers in Utrecht een hart onder de riem te steken, dan dat het electorale invloed heeft. Rutte rolt de logica van de marketing uit met het thema ‘veiligheid’. Dat is eerder een zwakte- dan een sterktebod omdat het een gedepolitiseerd thema is dat vaag en leeg is. Met Utrecht heeft het allemaal weinig te maken. Campagne voeren is voor partijpolitici een moetje. Een wederzijdse gijzeling van partij en politicus.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelPremier Mark Rutte: ‘laat Utrecht niet in linkse handen vallen’’ (met video) van Diane Hoekstra in het AD, 7 maart 2018.

Campagne ‘De Frisse Wind’ van VVD Terneuzen roept vooral vragen op

Als het aan de lokale VVD ligt moet er in de Zeeuwse havenstad waar ik ben geboren en opgegroeid ‘een frisse wind gaan waaien’. Het gaat om de gemeente Terneuzen dat vele kernen in en rond de kanaalzone omvat. Van Biervliet in het westen tot Axel in het oosten. De VVD is in Terneuzen een kleine partij met 2 van de 31 zetels in de raad. De lokale partij TOP/Gemeentebelangen domineert met 10 zetels. Met 5 zetels neemt het CDA ook een sterke positie in.  Het college wordt gevormd door de drie grootste partijen: TOP/ Gemeentebelangen, CDA en PvdA. De VVD kan dus frank en vrij op de aanval spelen. De nieuw benoemde fractieleider van de VVD is Jan Sips, eigenaar/directeur van Beheer- en beleggingsmaatschappij De Gouden Handdoek BV.

De campagne van de VVD heet ‘De Frisse Wind; Gemeente Terneuzen’. Op sociale media wordt er verslag van gedaan: uitgebreid op website en Facebook, bescheiden op Twitter. Opvallend contrast is dat op de website elke verwijzing naar de VVD ontbreekt, maar op Facebook juist de VVD overvloedig wordt genoemd. Beide media ondersteunen elkaar niet. Op Facebook valt op dat er veel foto’s worden gepubliceerd waarin VVD-voormannen ballonnen ‘gevuld met frisse wind’ overhandigen aan sympathisanten. Doorgaans ondernemers. De symboliek ligt er duimdik bovenop. ‘Fris’ moet de associatie met onbevangen, opgewekt, schoon en zuiver oproepen. ‘Wind’ is de bries vanaf zee, vanaf de Westerschelde die dat realiseert. De slogan moet suggereren dat de VVD een frisse wind laat waaien door stoffig Terneuzen. Het komt neer op het spreekwoord ‘nieuwe bezems vegen schoon‘. Dat de verzinnebeelding van frisheid in Zeeland levend is blijkt uit een aankondiging over Land Art door de provinciale VVV: ‘Deze workshop is een feest voor wie houdt van avontuur en een frisse neus.’ Wellicht op de Waddeneilanden na waar het goed uitwaaien is wordt meer dan in andere provincies in Zeeland de associatie met frisse neuzen en frisse winden gemaakt om een positief gevoel op te roepen.

Maar het begrip ‘frisse wind’ heeft een keerzijde. Namelijk de associatie met een windbuil, een snoever en showbink die uitblinkt in praatjesmaken en opscheppen. Het is de winderige stijl van de bluf die opgeblazen en gezwollen is. Zeeuwen en kustbewoners in het algemeen weten als geen ander dat wind niet altijd positief ervaren wordt. Een briesje kan overgaan in storm en schade aanrichten aan landerijen en gebouwen. Hoe dan ook zorgt wind voor ongemak, al is het maar omdat men niet ongestoord op balkon, terras of het strand kan zitten omdat de wind stuift en warrelt. Associatie met wind is dus minder eenduidig en positief dan het lijkt.

Op de website draait de campagne ‘De Frisse Wind’ om stellingen waar men op kan stemmen. Ook kunnen inwoners zelf stellingen aandragen. De suggestie is dat hiermee iets gaat veranderen: ‘Door te stemmen op stellingen, maar ook door zelf iets te vinden, bepaal jij uit welke hoek de frisse wind gaat waaien!’ Hoe dat in de praktijk werkt en politiek vertaald wordt, wordt niet duidelijk gemaakt. De campagne is een balletje dat in de lucht wordt gegooid, maar nergens landt. Het wordt door de wind weggeblazen naar niemandsland. De gedachte is verfrissend dat vanaf de basis door burgers de politieke agenda wordt bepaald: ‘Zo bepalen we met elkaar de uitgangspunten, waar de nieuwe gemeenteraad mee aan de slag kan‘. Nadeel is echter dat dit proces niet gedefinieerd is en de burgers niet betrokken zijn bij de weging en verdediging van de stellingen.

Een aanzet om burgers op een volwaardige manier te betrekken bij het proces van besluitvorming vergt een andere manier van denken dan een benadering van bovenaf. De vraag blijft onbeantwoord of VVD Terneuzen met deze campagne vooral politieke marketing bedrijft of werkelijk het politieke systeem open wil gooien. Ofwel, wil VVD Terneuzen de stem van de kiezer of wil het de kiezer een stem geven? Gezien het karakter van de landelijke VVD die niet overloopt van vernieuwingsdrang van het politiek systeem en daar geen beleid op ontwikkelt, lijkt hier sprake van marketing in de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen van 21 maart. Ondanks zo’n valse start staat VVD Terneuzen niets in de weg om de komende vier jaar in de Terneuzense gemeenteraad te pleiten voor vormen van directe democratie, zoals e-democracy en liquid democracy.

Foto 1: Schermafbeelding van een pagina op terneuzen.vvd.nl van de vijf soorten sociale media van VVD Terneuzen.

Foto 2: ‘De Frisse Wind in de zeilen voor ondernemend Sas van Gent — met Jens Hoogstad, Aswin Polmann en Vvd Terneuzen. Op Facebook-pagina ‘De Frisse Wind Terneuzen’, 19 november 2017. 

Foto 3: ‘De Frisse Wind in de zeilen voor ondernemend Terneuzen — met Jan Sips en Ingmar Vermeulen. Op Facebook-pagina ‘De Frisse Wind Terneuzen’, 19 november 2017. 

Foto 4: Schermafbeelding van paragraafJij mag het zeggen’ op `De Frisse Wind; Gemeente Terneuzen’ van VVD Terneuzen.

Mijn afstand tot de partijpolitiek en de huidige generatie politici

Politiek wordt door velen als onwaarachtig ervaren. Door technische middelen zoals hologrammen of tweets wordt de politiek er nog afstandelijker op. De partijpolitiek maakt zich op voor de gemeenteraadsverkiezingen van 21 maart 2018. Nog een maand campagne. Nog een maand leuzen, versimpelingen, verdraaiingen en de vermarkting van politici. Ik weet werkelijk niet of ik ga stemmen en als ik ga stemmen welke partij het wordt.

Dat ik het niet weet komt niet door een tekort aan politiek besef of interesse, maar door een teveel eraan. Wat moet ik met partijpolitiek, en krampachtige en onopvallende politici die naar mijn gunst dingen? Tegelijkertijd wil ik niet meedoen aan de retoriek van de stemmingmakers die tegen ‘de politiek’ schoppen. Ik ben voor de politiek. Hoe kan ik een stem voor de politiek uitbrengen, terwijl ik geen vertrouwen heb in de partijpolitiek en de huidige generatie politici? Ik ben nijdig dat partijen me voor het blok zetten met hun onheuse voorstelling.

Takiyya van Forum voor Democratie. Partij verbergt ware aard en doet zich anders voor dan het is

In een bericht in Metro zegt de leider van Forum voor Democratie Thierry Baudet te schrikken van een schoolopdracht die hem is toegestuurd. Het bericht zegt: ‘Volgens de schoolopdracht wil Baudet onder andere een wereld waarin slechts enkele witte mannen de macht hebben en is klimaatverandering een verzinsel. En dat komt niet helemaal overeen met de realiteit, aldus de fractievoorzitter. Hij gooide de opdracht op Twitter en vroeg zich hardop af of andere studenten dit ook meemaken op hun opleiding.’ Hoe het bericht in Metro terecht kwam is onduidelijk. Wellicht is het onderdeel van de publiciteitscampagne van deze politieke partij.

Het is aantoonbare onzin wat Baudet zegt. Of hij weet niet wat hij zegt of hij anderen op zijn partijcongres laat zeggen. Of hij doet net alsof hij niet weet wat hij zegt. Ja, Baudet is een aanhanger van (voormalig) alt-right icoon Milo Yiannopoulos met wie hij gretig genoeg was om samen op de foto te willen. Ja, Baudet heeft klimaat-scepticus Marcel Crok het podium gegeven op het eerste partijcongers van Forum voor Democratie.

Is dat toeval? Nee, dat is de structuur van deze politieke partij. Wie op de foto gaat met een icoon van alt-right geeft daarmee een politiek signaal af.  En wie een klimaatscepticus op een partijcongres laat spreken geeft ook een signaal af. Dat is geen toeval, maar een patroon. Dat past in het programma. Het raadsel is alleen waarom Baudet daar zo gespeeld verontwaardigd over doet. Het ligt er dik bovenop waar de partij voor staat.

Waarom ontkent Baudet wat hij zegt of anderen laat zeggen? Deze ontkenning is het patroon van zijn reacties. Hij zegt iets en als dat kritiek krijgt ontkent hij het achteraf. Conclusie? Baudet doet aan Takiyya. Tegenover de buitenwereld verbergt hij zijn gedrag. Dit uitgangspunt staat aanhangers van Forum voor Democratie toe om hun radicale overtuiging te verbergen. Ondersteunend bewijst hiervoor is wat Dirk-Jan van Baar gisteren in een tweet schrijft. Baudet veinst en Forum voor Democratie is een partij van veinzers. Ze verbergen hun ware aard om salonfähig te zijn. Maar onder elkaar klinken fascistische praatjes. Prima onderwerp voor een schoolopdracht die uitgebreid kan worden met de vraag waarom Forum voor Democratie ontkent wat het is:

Foto 1: Schermafbeelding van deel artikelThierry Baudet schrikt van ‘bizarre schoolopdracht’’ in Metro, 28 november 2017.

Foto 2: Tweet van Dirk-Jan van Baar, 27 november 2017. Inclusief mijn reactie.

Wat vraagt de stelling van peil.nl ‘Ik denk dat de Russen op internet bezig zijn met ondergraven van onze democratie’ nou echt?

Het opinieonderzoek ‘De Stemming van 19 november 2017’ van peil.nl vraagt onder meer naar de mening over nepnieuws. Ook de stelling ‘Ik denk dat de Russen op internet bezig zijn met ondergraven van onze democratie’ wordt gepeild. Methodologisch is het een onscherpe, samengestelde vraag die twee stellingen verenigt: ‘Ik denk dat de Russen actief zijn op internet met het verspreiden van nepnieuws’ en ‘Ik denk dat de Russen bezig zijn onze democratie te ondergraven’. Daarbij laat de stelling de activiteit van de Russen op sociale media (onder meer Facebook, Twitter) ongenoemd. Internet en sociale media zijn niet identiek. Wat met ‘de Russen’ wordt bedoeld maakt de stelling evenmin duidelijk. Of hiermee Russische hackers (Fancy Bear, Guccifer 2.0), een Russische ‘troll fabriek’ als het in St.Petersburg gevestigde Internet Research Agency (IRA), Russische inlichtingendiensten (FSB, GRU), de Russische regering (onder meer minister van Defensie Sergei Shoygu) of de Russische politieke leiding (president Putin) wordt bedoeld wordt niet omschreven.

Uitgesplitst naar partijvoorkeur blijkt de volgende volgorde van mensen die de stelling afwijzen: SP, FvD, PVV, 50Plus, D66, VVD, CDA, GroenLinks, PvdA. Geen verrassende uitkomst, met echter wel twee opvallende accenten. Radicale partijen aan de linkerkant (SP) en de rechterkant (FvD, PVV) van het politieke centrum zijn het meest afwijzend. Opvallend is wel dat kiezers op GroenLinks en de PvdA de stelling het meest afwijzen, en niet die op CDA of D66. In Duitsland is de achterban van de SPD, de zusterpartij van de sociaal-democraten veel minder kritisch op het opereren van ‘de Russen’ en het verspreiden van nepnieuws. De relatief lage score van de kiezers op D66 wekt het meeste verbazing en lijkt het meeste af te wijken van de verwachting.

In feite is de stelling een vraag naar de mate waarin mensen geïnformeerd zijn. Hoe kritisch volgen ze het nieuws en op welke bronnen baseren ze zich? Want het staat onomstotelijk vast dat ‘de Russen’ de afgelopen jaren op grote schaal nepnieuws hebben gebruikt om de westerse democratieën te ondergraven. Een recent rapport van de Atlantic Council constateert dat voor Italië, Griekenland en Spanje. Een rapport van onderzoekers van de University of Edinburgh zegt dat 419 accounts van het Russische Internet Research Agency (IRA) (de troll fabriek) probeerden de Britse politiek en de uitslag van de Brexit te beïnvloeden. Over de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 2016 buitelen de rapporten van overheidsdiensten, congres en het bedrijfsleven die de inmenging van ‘de Russen’ vaststellen over elkaar heen. Zoals een rapport van Google.

Bij nader inzien is daarom niet duidelijk wat het bevragen van de stelling ‘Ik denk dat de Russen op internet bezig zijn met ondergraven van onze democratie’ door peil.nl beoogt. Dat ‘de Russen’ nepnieuws verspreiden via sociale media en internet staat onomstotelijk vast. Er bestaat ook weinig twijfel over waarom ze dit doen. Dat is om verdeeldheid in westerse democratieën te zaaien en het idee van ‘de waarheid’ te ondermijnen. Zo lijkt uiteindelijk de stelling iets anders te vragen dan het eerst leek. Het gaat niet om Russische ondergraving van ‘onze democratie’ maar over de mate waarin kiezers geïnformeerd zijn en aangeven overtuigd te zijn. Voor het kabinetsbeleid is het een slecht teken dat de achterban van de partijen die het meest kritisch zijn op de Russische ondermijning van onze democratie buiten het kabinet zijn gebleven: PvdA en GroenLinks.

Foto: Schermafbeelding met uitkomsten van opinieonderzoek over ‘Stelli(n)gen over het onderwerp “nepnieuws”’ door peil.nl in ‘De Stemming van 19 november 2017’.