Bestuur Piratenpartij stapt over naar Forum voor Democratie. Partij is in rechtse richting bijgebogen. Hoe nu verder?

pir

Het schip van de Nederlandse Piratenpartij (PPNL) heeft ernstige averij opgelopen. De NOS bericht dat alle bestuursleden zijn overgestapt naar het Forum voor Democratie (FvD). Het vehikel dat Thierry Baudet rond zich opgetrokken heeft en nu meedoet aan de komende verkiezingen voor de Tweede Kamer. Het bevestigt mijn vermoeden dat de PPNL de afgelopen jaren in rechts vaarwater verzeild was geraakt. De overstap van leden van de in beginsel toch links-liberale of links-anarchistische PPNL naar de rechts-populistische FvD is een politieke oversprong die vrijdenkende Piraten het schaamrood naar de kaken jaagt. Of lijsttrekker Ancilla van de Leest die interviews afneemt voor Café Weltschmerz in politiek opzicht zoveel anders is betwijfel ik.

Op 15 juli 2012 maakte ik hier in een commentaar bekend dat ik lid was geworden van de PPNL. Tegen mijn natuur in omdat ik een natuurlijk wantrouwen heb jegens politieke partijen. Het was de toenmalige lijsttrekker Dirk Poot die me over de streep trok. Hij is een voormalig VVD-stemmer met een links-liberaal wereldbeeld. Iemand die als een wetenschapper bleef uitgaan van de feiten en geen complottheorieën optuigde door feiten te verdraaien. Vanaf 2013 analyseerde hij in de media scherp en deskundig de gebeurtenissen rond Edward Snowden en de NSA. Mij bleef het een raadsel waarom Poot met zijn genuanceerd beoordelingsvermogen en digitale expertise niet ingelijfd werd door de journalistiek of een NGO. Of door de overheid die liever met Bas Eenhoorn in zee ging. Maar bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer van 12 september 2012 had de PPNL niet meer dan een halve zetel gehaald. Mijn stem en steunbetuiging aan de partij hadden niet geholpen.

In 2014 en 2015 raakte de PPNL uit mijn gezichtsveld. Ik hield me verre van partijbijeenkomsten. De partij haalde nauwelijks de media nog. Tot ik in oktober 2015 een nieuwsbrief van de PPNL las en me doodschrok. Erin stond: ‘De opstelling van de PP t.o.v. de GeenPeil actie is besproken en er is besloten hieraan steun te verlenen omdat alle uitbreidingen van de democratische inspraakmogelijkheden welkom zijn.’ Dat was in de periode dat Geen Peil (voor het commercieel aanjagen van Geen Stijl) in de zomer van 2015 het Oekraïne-referendum had opgestart. Met partners zoals FvD. Naar nu achteraf valt te reconstrueren gebruikten de voormannen Jan Roos (Geen Stijl) en Baudet (FvD) dit referendum als carrière-opstapje naar de partijpolitiek.

Ik schreef op 30 oktober 2015 een brief naar het partijbestuur en vroeg om opheldering: ‘Deze opstelling van de PPNL treft me onaangenaam. Niet alleen omdat ik de campagne van GeenPeil als een conservatief en rechts-populistisch geluid inschat en de PPNL daartoe geen afstand houdt, maar juist omdat de PPNL het nog ondersteunt ook. De reden die wordt gegeven komt me eerlijk gezegd tamelijk naïef voor en doet me opnieuw twijfelen aan het politiek-strategisch inzicht van de leiding van de PPNL. Waar staat de PPNL nou eigenlijk voor als het steun geeft aan een conservatieve EU-scepticus als Thierry Baudet die de belangrijkste geestelijke vader van de campagne tegen het Associatieverdrag met Oekraïne is? (..)// Graag nodig ik het bestuur uit om duidelijk te maken wat de overwegingen waren van de PPNL om steun te verlenen aan genoemde campagne van GeenPeil. Van het antwoord laat ik mijn besluit afhangen of ik mijn lidmaatschap opzeg. Dit laatste bedoel ik niet als dreigement, maar eerder om aan te geven welk belang ik aan deze kwestie hecht. Een lidmaatschap van een politieke partij vat ik op als een afspraak van twee kanten. Ik meende in juli 2012 lid geworden te zijn van een links-liberaal-anarchistische beweging met mooie kernpunten over internetvrijheid, bestuurlijke transparantie, democratisering en andere onderwerpen die me aan het hart gaan en waarin ik me helemaal kan vinden. // Sinds 2012 bespeur ik weinig voortgang in de opbouw van de PPNL en het doordringen van het Piratengeluid in de publiciteit. Op een incidenteel optreden van Dirk Poot na waarvan het me trouwens meestal onduidelijk is of hij voor de partij of op eigen titel optreedt. Ik begrijp de organisatorische en financiële  problemen van de PPNL en wil daar niet te hard over vallen. Maar als de PPNL nu ook al steun verleent aan de campagne van GeenPeil dat ik inschat als een vehikel om de democratie en de EU te verzwakken dan voel ik me niet meer thuis bij zo’n PPNL. Ik zie het als een teken van het wegglijden van de PPNL in een richting die niet de mijne is. Hoe dat dan ook komt. Een halszaak is het allemaal niet. Zo gaat het nu eenmaal. Mensen ontmoeten elkaar en nemen weer afscheid. Vat dit schrijven dan ook niet op als kritiek, maar als een tussenbalans, als een teken van een buitenstaander die hoe dan ook constructief staat tegenover de PPNL.’ 

Constructief was ik tot vandaag. Ik heb dit 11 maanden laten rusten. Maar nu het bestuur van de PPNL in zijn geheel overstapt naar het FvD en ik evenmin vertrouwen heb in de koers van de huidige lijsttrekker voel ik me niet meer gebonden om te zwijgen. De top van de partij heeft de eigen denkbeelden verloochend.

Op 21 december 2015 kreeg ik een mailtje van de nieuwbenoemde penningmeester als reactie op het mailtje waarin ik om opheldering vroeg. Het antwoord bevatte zinsneden die me tegen de haren in streken. Zoals ‘Wie denk jij wel dat je bent als jij de mening van zeer veel Nederlanders kan afdoen als populair of conservatief’ en ‘In een (politieke)discussie is er geen foute mening, maar vrijheid van mening’. Ik laat het hier maar bij, ik vond het niet van het niveau dat ik verwachtte van het hoofdbestuur van een politieke partij. Ik antwoordde op 21 december 2015: ‘Hierbij zeg ik per 1 januari 2016 mijn lidmaatschap op de PPNL op. Ik verzocht via de secretaris om een uitspraak van het bestuur en krijg een in mijn ogen kwalitatief bedenkelijk antwoord van de penningmeester dat naar mijn idee ook nog eens persoonlijke opmerkingen bevat. Dat alles was niet wat ik voor ogen had en verwacht van het landelijk bestuur van een politieke partij. Bestuurlijk en politiek-inhoudelijk voel ik me niet thuis bij de huidige PPNL.’ Ik heb nooit antwoord gekregen van het bestuur.

Foto: Schermafbeelding van deel artikel ‘Het rommelt binnen de Piratenpartij’ van de NOS, 26 september 2016.

Bas Eenhoorn heeft haast en maakt periode niet vol. De commissaris vertelt

SFA04_SFA002003643_X

VVD’er Bas Eenhoorn (68) is sinds 1 augustus in functie als Nationaal Commissaris Digitale Overheid. Een nieuwe functie die dient om de digitale infrastructuur te coördineren. Moeilijk valt in te zien waarom juist de toen al 67-jarige Eenhoorn dit jaar voor vier jaar tot Nationaal Commissaris Digitale Overheid werd benoemd. Waren er echt geen goede bestuurders van jongere generaties die beter alle facetten van de digitalisering bestrijken en tot in hun haarvaten begrijpen? Evenals de mislukte voordracht tot Nationaal Ombudsman van ANWB’er en VVD’er Guido van Woerkom roept dit de vraag op hoe zwaar partyloyaliteit telt bij een benoeming voor openbare functies. Functies in het openbaar bestuur zijn eigendom van de partij die het op dat moment voor het zeggen heeft. Een groot nadeel van de partijpolitiek. Opvallend is trouwens dat minister van Justitie en Veiligheid Ivo Opstelten (70) ook al van gevorderde leeftijd is. Waar blijft de jonge generatie in de VVD?

Op 30 september 2014 vond het eerste 1e Nationaal Beraad Digitale Overheid plaats. Binnenlands Bestuur besteedt er aandacht aan en laat Eenhoorn aan het woord. Hij benadert zijn functie procesmatig. Hij wil een stip aan de horizon zetten en weet niet of-ie zijn periode van vier jaar zal volmaken. Want hij heeft haast. Wat voor onnavolgbare redenering is dat? Van de ene kant benadrukt Eenhoorn dat de urgentie groot is omdat Nederland niet langer vooroploopt als beste digitale overheid, dus volop werk aan de winkel, maar van de andere kant zegt Eenhoorn dat-ie zijn tijd niet volmaakt en het waarschijnlijk bij twee jaar laat. Wat opnieuw twijfel zaait over zijn benoeming. Waarom is iemand benoemt die nu al zegt zijn tijd niet vol te zullen maken?

Eenhoorn kan uitstekend open deuren opengooien en cliché’s verwoorden. Hoe hij opkomt voor de burger en de burgerrechten blijft het raadsel. Een staalkaart van Eenhoorns inzichten: ‘We moeten knopen doorhakken over de digitale infrastructuur en de dienstverlening aan burgers’ en ‘Ik zie het als belang­rijke taak om over twee jaar de dienstverlening geheel digitaal te hebben georganiseerd’ Binnenlands Bestuur legt Eenhoorn de volgende constatering in de mond: ‘Aandacht voor beveiliging is zeer belangrijk.’ De juiste man op deze plek?

SFA04_SFA002004252_X

Foto 1: Walter Blum, Grote schoonmaak, omstreeks 1961. Collectie Spaarnestad Photo/ Walter Blum.

Foto 2: Walter Blum, Bevallige secretaresse met bril in de hand op draaistoel. Studio-opname, jaren ’60. Collectie Spaarnestad Photo/ Walter Blum.

Benoeming ongeschikte Van Woerkom vraagt om tegenbeweging

Wat heeft Nederland geleerd van de benoeming van Guido van Woerkom tot Nationale Ombudsman? Met 91 van de 144 aanwezige stemmen voor. Het antwoord is een kwestie van perspectief. Vele commentaren zijn scherp over de onmacht en de gemakzucht van de gevestigde politieke klasse. De politiek ontmantelt maar al te graag de eigen tegenspraak. Druk als het met zichzelf bezig is. Daarom kan Van Woerkom met zowel een ongeschikte professionele als persoonlijke achtergrond benoemd worden als Nationale Ombudsman. De ongeschiktheid van Van Woerkom is de ongeschiktheid van de politieke partijen uit de Tweede Kamer die hem benoemden. Met de VVD aan het stuur om partijgenoot Van Woerkom binnen te halen. Dat de Nederlandse burger de komende jaren opgezadeld zit met een ongeschikte Nationale Ombudsman is dus een politieke benoeming. Wat moeten burgers nog met deze in zichzelf gekeerde politieke klasse die bang is voor kritiek?

Nodig is actie vanuit de samenleving. Een mogelijkheid is om parallelle organisaties op te richten of onder te brengen bij bestaande initiatieven en organisaties vanuit de burgerij. Die functies als Nationale Ombudsman, Nationaal Commissaris Digitale Overheid (de onlangs benoemde 67-jarige VVD’er Bas Eenhoorn), directeuren van het CPB of SCP schaduwen. En als straks de kritische directeur van het CBP Jacob Kohnstamm ook wordt opgevolgd door een filiaalhouder van de gevestigde politiek kan die functie ook geschaduwd gaan worden. Want de politiek kan niet langer aan de politieke partijen overgelaten worden. Burgers moeten het initiatief terugveroveren op de defensieve politiek die teveel redeneert vanuit het eigen voortbestaan. De benoemingen van Van Woerkom en Eenhoorn zijn een wakker schudden en openbaring die aangeven dat de gevestigde politiek niet langer aanvaardbaar opereert. Dat kan niet onbeantwoord blijven. Nodig is een tegenbeweging.

image002

Foto: Jordaanoproer, juli 1934. Collectie Spaarnestad.

VVD’ers Eenhoorn en Van Woerkom: benoemd uit partijloyaliteit?

gvw

Twee hardcore VVD’ers worden benoemd op belangrijke posten en media of persberichten van de overheid zwijgen daarover. Alsof ze uit het politieke niets komen. In de berichtgeving over Bas Eenhoorn en Guido van Woerkom wordt hun lidmaatschap van de VVD en hun betrokkenheid in die partij nergens genoemd. Bas Eenhoorn is op 28 mei benoemd tot Nationaal Commissaris Digitale Overheid. Een nieuwe functie die dient om de digitale infrastructuur te coördineren. Hoofddirecteur van de ANWB Guido van Woerkom is beoogd Nationaal Ombudsman die de naar de Europese Rekenkamer vertrokken Alex Brenninkmeijer moet opvolgen.

Of Eenhoorn en Van Woerkom hun benoeming of voordracht te danken hebben aan de loyaliteit aan de VVD of aan het feit dat ze de beste kandidaat voor de functie zijn is de vraag. Ze hebben in elk geval de schijn tegen door hun prominente rol in de VVD. Moeilijk valt in te zien waarom nou juist de al 67-jarige Eenhoorn voor vier jaar tot Nationaal Commissaris Digitale Overheid moet worden benoemd. Zijn er geen kandidaten van jongere generaties die beter alle facetten van de digitalisering bestrijken en tot in hun haarvaten begrijpen? In mindere mate geldt dat voor Van Woerkom. Hij is gewend vanuit het idee te redeneren dat ANWB-leden klanten zijn die moeten worden bediend. Maar burgers zijn geen klanten en geven mede de overheid vorm.

Functies in het openbaar bestuur zijn eigendom van de partij die het op dat moment voor het zeggen heeft. Hoewel leiders van politieke partijen dit nooit in het openbaar zullen toegeven. Premier Mark Rutte was in zijn beginperiode als regeringsleider terughoudend in het benoemen van partijgenoten op belangrijke posten, maar heeft nadien een inhaalslag gemaakt. Dit banencircuit van toonaangevende politieke partijen leidt soms tot benoemingen waarbij niet de beste kandidaat wordt benoemd. Maar partijloyaliteit wordt beloond.

Of bij Eenhoorn en Van Woerkom het partijlidmaatschap de hoofdzaak is voor hun benoeming is de vraag. Het zou aan de Tweede Kamer moeten zijn om dat te toetsen. Maar verder dan een aanzet tot een debat zal het niet komen omdat details van de benoemingen van partijpolitici in het openbaar bestuur uit de openbaarheid worden gehouden en achter gesloten deuren worden bedisseld. In dit geval in een ruil tussen PvdA en VVD. Het wachten is op de benoeming op korte termijn van een PvdA’er op een belangrijke post. Maar vooral op hervorming van het politieke bestel dat dit soort politieke benoemingen als beloning voor partijloyaliteit ziet.

be

Foto 1: Schermafbeelding van VVD Afdeling Oegstgeest met Guido van Woerkom.

Foto 2: Schermafbeelding van VVD Afdeling Vlaardingen met Bas Eendoorn.