Lubach: Thierry Baudet breekt met het Forum voor Democratie al zijn eerste verkiezingsbelofte door de politiek in te gaan

Arjen Lubach is in ‘Zondag met Lubach‘ kritisch op politieke splinterpartijen en zegt in een toelichting: ‘Er zijn inmiddels zoveel kleine partijen op het Binnenhof, dat je op moet passen dat je niet in een splinterpartij stapt. Op dit moment staan er al 57 partijen geregistreerd bij de Kiesraad, waaronder de Piratenpartij, Forum voor Democratie en De Vrijzinnige Partij. Is dat een probleem of goed voor de democratie?’ De vraag stellen is de vraag beantwoorden. Lubach bespot vooral Thierry Baudet en zijn Forum voor Democratie. Lubach toont aan dat Baudet zichzelf tegenspreekt omdat hij nog recent verklaarde ‘buiten de politiek te willen staan’ en zeker niet de politiek in te zullen gaan. En ook de invloed van politiek trouwens verwaarloosbaar te vinden. Lubach: ‘Dit is dus een partij die zijn eerste verkiezingsbelofte al heeft gebroken, door überhaupt mee te doen.’

Thierry Baudet stapt in de partijpolitiek. Versplintering op rechterflank

Het wordt druk op de rechterflank van het politieke spectrum: Jan Roos, Geert Wilders en Thierry Baudet. De laatste maakte vandaag bekend met Forum voor Democratie deel te nemen aan de komende verkiezingen voor de Tweede Kamer op 15 maart 2017. Ze vissen in dezelfde vijver van ongenoegen. Terwijl Roos en Baudet het voorstellen alsof ze zich richten tegen Rutte’s VVD, doen ze feitelijk exact het omgekeerde. Ze snoepen kiezers af van de PVV, en verzwakken zo deze partij. De versplintering op rechts dient de VVD. Overigens is het van weinig belang hoe groot de PVV wordt omdat behalve een aarzelende VVD geen enkele partij ermee wil samenwerken. Voor een meerderheid in de Eerste Kamer zijn minimaal 4 partijen nodig.

Het is een raadsel wat Baudets politieke doel  is. VNL en PVV dekken programmatisch de rechterflank nu al goed af. Forum voor Democratie lijkt daar niets aan toe te voegen. Er gaan al geruime tijd geruchten dat Baudet tegen de PVV aanleunt, maar mogelijk is zijn overstap op karakterologische bezwaren gestuit.

Dat partijen niet naar kiezers luisteren en ‘referenda’ worden genegeerd zijn onjuiste beweringen van Baudet. Door de meervoudsvorm grijpt hij terug naar 2005 met andere hoofdrolspelers en een politiek situatie. De Algemene Beschouwingen maakten duidelijk dat partijen juist wel naar kiezers luisteren. Door de koopkracht te repareren en de identiteit van Nederland te beschermen. Kritische economen menen juist dat het kabinet van VVD en PvdA de kiezer te veel tevreden wil stellen en zich beter aan de begrotingsdiscipline zou houden.

Het Oekraïne-referendum was niet bindend en verplicht de regering niet om de uitslag over te nemen. Artikel 13 van de Wet Raadgevend Referendum stelt als voorwaarde dat de regering ‘zo spoedig mogelijk’ reageert. De termijn is niet nader omschreven. Dat geeft het kabinet de ruimte. Binnen de wet kan het kabinet zelfs de uitslag naast zich neerleggen als het ‘zo spoedig mogelijk‘ met een bekendmaking van een wet over de associatie-overeenkomst met Oekraïne komt. Uitsluitend politieke beloften bemoeilijken dat voor het kabinet.

Het Oekraïne-referendum werd niet zozeer een succes door de kracht van Jan Roos, Thierry Baudet en de initiatiefnemers van Burgercomité EU die in een geruchtmakend interview in NRC zeiden: ‘Oekraïne kan ons niets schelen’, maar door het uitblijven van tegenkracht. En het waren nog de tegenstanders PVV, SP, PvdD die zich het hardste roerden. Voorstanders mengden zich nauwelijks in de campagne. Op een beetje D66, PvdA en premier Rutte persoonlijk na. De opkomst kwam met 32% ternauwernood boven de drempel van 30%.

Dat zal bij de landelijke verkiezingen van maart 2017 volstrekt anders zijn. Dan gaat het om het eggie. Dan zetten partijen hun budgetten, publiciteitsmachine, talking heads, netwerk, kaderleden en lijntjes naar de establishment media in. Het lijkt er sterk op dat Jan Roos en Thierry Baudet zich hierop verkijken en alvast rijk rekenen. Enfin, iedereen heeft recht om de eigen carrière uit te stippelen en daarbij een gokje te maken.

Het ergste wat Thierry Baudet trouwens lijkt te kunnen overkomen is niet dat hij geen enkele zetel, maar slechts één zetel haalt. Die moet hij dan vier jaar innemen als er geen vervroegde verkiezingen komen en wordt hij elke dag geconfronteerd met zijn eigen nietigheid. Het is de vraag of zijn ego dat aankan.

Naschrift: Is het verstandig aandacht te besteden aan de oprisping van een splinterpartij? Want populisten als Trump, Farage, Boris Johnson of Wilders krijgen toch al zoveel aandacht in de establishment media. Door free publicity hebben ze hun aanhang op kunnen bouwen. Voor de waarnemer die iets geks ziet zoals Baudets egotripperij is het een lastige afweging. Hoe dat te vermelden, maar er tegelijkertijd niet de aandacht op vestigen omdat het mogelijk verkeerde krachten wind in de rug geeft? Het open debat staat toch voorop.

Antwoord aan iemand die vindt dat Rutte opereert in een dictatuur. Vanwege de trage afhandeling van het Oekraïne-referendum

tpoIn een reactie op een artikel over ‘het dralen met de uitslag van het Oekraïne-referendum’ op TPO van Bas Paternotte reageerde iemand: ‘Als de premier de wet aan zijn laars lapt en weigert deze uit te voeren, noemt men dat een DICTATUUR.’ Het is altijd oppassen als iemand in kapitalen spreekt. Het is de verwording van het publieke debat als iemand suggereert dat premier Rutte opereert in een dictatuur. Iemand die desgevraagd zegt een aan de UvA afgestudeerd jurist te zijn. Wie het verschil niet ziet tussen een regeringsvorm waarin een kleine groep absolute macht heeft en het geen direct gevolg geven aan de uitvoering van een maatregel waarmee men het politiek niet eens is begrijpt niet wat een dictatuur is. En begrijpt niet wat politiek inhoudt. Dat is het niveau waarop in Nederland het publieke debat soms gevoerd wordt. Het is kilometers vreten om daar tegen in te gaan. Maar ik zie het als een  taak om het er niet bij te laten zitten. Mijn antwoord:

Dank u voor uw uitleg. U mag uiteraard uw eigen niveau van uitleg kiezen. Daar zullen de lezers het mee moeten doen. 

Ik ben het oneens met uw uitleg dat Nederland een dictatuur is die wordt gekenmerkt door ‘het ondemocratische karakter’ ervan. Dat is trouwens geen verklaring, maar een cirkelredenering. Die ook nog eens grofmazig is. Wie een dictatuur wil typeren moet een aantal kenmerken in ogenschouw nemen. Het is meer dan politiek alleen, maar een systeem dat de hele samenleving bepaalt. Zoals verkiezingen en pluralisme, het functioneren van de regering, de politieke deelname, de politiek cultuur en de burgerlijke vrijheden. 

Zo moeten we naar onze democratie kijken. Het enige kenmerk dat in onderhavig geval dan ter discussie kan worden gesteld is het functioneren van de regering. Ook als de regering Rutte een steek laat vallen in de afhandeling van het referendum maakt dat Nederland nog niet tot een dictatuur. 

En dan nog, de voorwaarde ‘zo spoedig mogelijk’ uit artikel 13 van de Wet Raadgevend Referendum is niet nader omschreven. Dat geeft het kabinet alle ruimte en wijst niet op een wetsovertreding. En verdragstechnisch kan het kabinet zelfs de uitslag naast zich neerleggen als het ‘zo spoedig mogelijk’ met een bekendmaking van de wet komt. Het zijn uitsluitend de politieke verhoudingen die dat voor het kabinet onmogelijk maken. 

Dat was trouwens anders geweest als kabinetsleden van PvdA en VVD niet hadden gezegd dat ze vonden dat het kabinet de uitslag van het referendum moest overnemen. Dat maakt feitelijk van een raadgevend een bindend referendum. Hoe men er ook over denkt, het ontnam het kabinet de politieke ruimte die het wettelijk had om te manoeuvreren en de uitslag af te wegen tegen andere nationale belangen. Ik beschouw dat als een blunder van de PvdA. 

Zoals gezegd, ik ben het niet met u oneens dat het kabinet Rutte in het geval van het Oekraïne-referendum traag reageert en het aanzien van de politiek beschadigt. Hoewel ik niet meen dat het hiermee een wet overtreedt. Eerder de Haagse mores beschadigt. 

Van de andere kant valt er gezien de totstandkoming van het referendum die haaks stond op de lopende besluitvorming voor het kabinet weinig eer aan deze zaak te behalen. De marges zijn klein voor Nederland om in te gaan tegen 27 EU-lidstaten en Oekraïne die de associatie-overeenkomst hebben geratificeerd. Anders gezegd, het praktisch nut ervan is nihil. 

Op 28 september komt het JIT met het langverwachte rapport over de MH17. Naar verwachting worden dan de aantijgingen uit het vorig jaar verschenen rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid ingevuld en hard gemaakt. Met de aanwijzing van een schuldige. Dat raakt aan de verhouding met zowel Oekraïne als de Russische Federatie. 

Het is begrijpelijk dat het Nederlandse kabinet aan deze zaak die al sinds juli 2014 loopt voorrang geeft. Nederland is toen met bijna 200 doden op de ziel getrapt. Premier Rutte heeft zich ferm uitgesproken over de onderste steen die boven zou moeten komen. En heeft zijn lot daaraan verbonden. Of in elk geval zijn geloofwaardigheid. Die zaak ontwikkelt zich nu. In verschillende hoofdsteden worden posities betrokken. Pro of anti Nederland. Zo werkt geopolitiek. 

Pas als de reuring die het aanwijzen van de schuldigen van de MH17 oproept is gaan liggen, kan het Nederlandse kabinet aan de slag met het afwikkelien van de associatie-overeenkomst van de EU met Oekraïne. Door een voetnoot, een uitzonderingsclausule of een kanttekening in een bijgevoegde verklaring. Dit verklaart de vertraging.

Foto: Schermafbeelding van deel artikel ‘Felle kritiek op Mark Rutte vanwege dralen met uitslag Geenpeil-referendum’ op TPO, 22 september 2016.

Wilders vindt Tweede Kamer nepparlement. Waarom stapt hij er niet uit?

GW

Afgelopen week verklaarde PVV-leider Geert Wilders tijdens de Algemene Beschouwingen bij een interventie van D66-leider Alexander Pechtold dat de Tweede Kamer een nepparlement is. Dit naar aanleiding van een debat over het vluchtelingenprobleem en de vermeende islamisering van Nederland. Vraag is waarom Wilders en zijn fractieleden deel willen uitmaken van wat hij als een nepparlement ziet. Want als de Tweede Kamer werkelijk een nepparlement is, dan is Wilders een nepfractievoorzitter en de PVV een nepfractie met nepleden.

De uitspraak over het nepparlement was niet uitgeschreven in Wilders’ bijdrage, maar ontstond dus in een woordenwisseling met Pechtold. Wilders lijkt een en ander te verwarren. Hoewel goed aannemelijk kan worden gemaakt dat de kabinetten Rutte een rampzalig, anti-cyclisch economisch beleid hebben gevoerd, het huidige kabinet over allerlei beleidsterreinen intern verdeeld is tussen VVD en PvdA en geen slagvaardigheid en ambitie uitstraalt wil dat nog niet zeggen dat slecht beleid gelijkgesteld kan worden aan een nepparlement.

Nep heeft de betekenissen bedrog, imitatie, misleiding, namaak, schijn, vals, rommel, onecht. Het kan om andere redenen best dat de macht van Nederland niet in de Tweede Kamer ligt. Maar in de bestuurskamers van de multinationals, de Europese Unie of de Amerikaanse ambassade in Den Haag. Goed voorstelbaar is dat de echte beslissingen daar worden genomen en niet in de Tweede Kamer die enkel mag dienen als voorkant.

Waarom wil de PVV dat zegt de misleiding te doorzien dan nog langer deel uitmaken van wat het ziet als een schertsvertoning? Waarom zoekt Wilders niet de buitenparlementaire actie als hij het parlement volgens eigen zeggen heeft ontmaskerd als bedrog? Door het parlement een nepparlement te noemen, maar gewoon in die poppenkast te blijven functioneren tast Wilders vooral zijn eigen geloofwaardigheid aan. Als hij een vent is die meent wat hij zegt, dan resteert hem na zijn gevolgtrekking dat de Tweede Kamer een nepparlement is een laatste stap: het uit het parlement stappen van hem en zijn fractie. Door gewoon te blijven zitten laadt Wilders de verdenking op zich te handelen in nepargumenten en nepemoties. Eenvoudigweg een neppoliticus te zijn.

Foto: Schermafbeelding van vraag ‘Bent u het eens met Wilders dat dit parlement een ‚Nepparlement is’ met antwoorden volgens politieke voorkeur uit de Stemming van 20 september 2015 door Peil.nl.

Politiek streeft niet naar energie-onafhankelijk Nederland. Raar?

39608447aa5cbe44cc876d911109c021

Waarom is Nederland niet energie-onafhankelijk van olie en gas uit het buitenland? Nederland is voor 30% afhankelijk van het buitenland. Terwijl het zich sinds 1959 een goede uitgangspositie weet met aardgasvelden onder Nederlandse bodem die zo’n 25% van de Europese gasvoorraad uitmaken. Volgens schatting van PvdA-politicus en econoom Flip de Kam hebben de aardgasbaten Nederland tot nu toe 211 miljard euro opgeleverd.

Een met Nederland vergelijkbaar land als Denemarken koos er 40 jaar geleden voor om zelfvoorzienend te zijn in het energiegebruik. Dus onafhankelijk te worden van de zogenaamde petrodictaturen die energie als politiek wapen inzetten om consumerende landen onder druk te zetten. Dat kost een gemiddeld huishouden per jaar zo’n 400 euro extra aan energiebelasting. Dat is de keuze voor onafhankelijkheid en zelfvoorziening.

Politici zeggen af en toe iets over energie-onafhankelijkheid. Een onderwerp waarmee te scoren valt. Ook om zich af te zetten tegenover anderen. Zoals VVD’er Han ten Broeke die in een opiniestuk uit april 2014 het grote gebaar niet schuwt en niet Nederland, maar Europa energie-onafhankelijk wil maken. Zijn aanzet tot beleid wordt niet geloofwaardig. Verwijzingen naar klimaatdoelstellingen en ‘vooral, linkse keuzes’ leiden af. Ten Broekes idee dat zelfvoorziening en energie-onafhankelijkheid lagere energiekosten opleveren is misleidend zoals het Deense voorbeeld leert. Of zoals de Europese Commissie constateert. Het kost geld.

In de Algemene Beschouwingen van afgelopen week ging Alexander Pechtold (D66) in op een zelfvoorzienend energie-beleid. Hij koppelde dat vooral aan de afhankelijkheid van de Russische Federatie en niet aan die van de landen in het Midden-Oosten: ‘Hoe gaan we er alles aan doen om als Europa versneld minder afhankelijk te zijn van Poetins gas? Of blijven we zijn regime subsidiëren?’ Net als Ten Broeke spreekt Pechtold niet over Nederlandse energie-onafhankelijkheid. Waarom Nederland niet waar het kan het Deense model van energie-onafhankelijkheid volgt en daarnaast aan Europese energie-onafhankelijkheid bijdraagt door mee te werken aan strategische plannen over grotere gasvoorraden, het verminderen van de vraag naar gas via brandstof-switching (vooral voor verwarming) en het ontwikkelen van nood infrastructuur blijft de brandende vraag.

Foto: Jan Wijga, Holland. Affiche, 1951.

NY Times: Nederlandse kunstsector belegerd door politiek

21YaelBartanaCourtesyAnnetGelink GalleryAmsterdam

Als een ander het zegt wordt het nieuws. Ook als het al duizend maal is gezegd. Nina Siegel van de New York Times is vernietigend over de bezuinigingsdrift van de Nederlandse politiek. Algemeen secretaris Jeroen Bartelse van de Raad voor Cultuur noemt het een bloedbad. Prestigieuze culturele instellingen die soms al 20, 30 of 50 jaar bestaan moeten stoppen. In de podiumkunsten vielen de hardste klappen. Een dubbelhartige reactie van Bartelse omdat de Raad voor Cultuur in mei 2012 met het advies Slagen in Cultuur eigenhandig de bijl aan de wortel van de beeldende kunst zette. Voorzitter Joop Daalmeijer wordt als een foute burgemeester in oorlogstijd gezien. Naar aanleiding daarvan vielen instellingen om of werden gekortwiekt tot op het bot.

De kunstsector wacht nog steeds op verbetering. Zelfs bij de kunstbegroting in november 2013 weigerde het kabinet Rutte II reparatie. Ook de PvdA bleef doof voor kritiek. Inclusief een onmachtige Jetta Klijnsma. Eerder zei ze: ‘Het beleid van staatssecretaris Halbe Zijlstra veroorzaakt tienduizenden extra werklozen en maakt kunst en cultuur, door de btw-verhoging en afschaffing van de Cultuurkaart, weer iets voor de elite‘. De culturele kaalslag van Rutte I staat dus niet op zichzelf, maar wordt voortgezet in Rutte II. Maar omdat de instellingen sluiten heerst nu de stilte van het crematorium. Niet de PVV, maar de VVD is de kwade genius.

De Times merkt op dat de economische crisis Europese landen heeft gedwongen om te bezuinigen en dat de culturele sector een vroeg doelwit was. De paradox is dat juist in de landen die het meest ruimhartige cultuurbeleid hadden nu het diepst wordt gesneden. Naast Oostenrijk en Groot-Brittannië, ook Nederland.

De kritiek vanuit de sector was niet zozeer dat staatssecretaris Zijlstra bezuinigde, maar dat-ie dat deed met gebrek aan visie en misnoegen over de sector. Directeur Ann Demeester van kunstcentrum De Appel vat het samen: ‘De regering Rutte schilderde kunstenaars af als elitaire, parasitaire, verfijnde bedelaars die leefden van overheidssubsidies, met een zeurdige houding. Het valt moeilijk te verklaren waarom ze de behoefte hadden om deze zeer verachtelijke, zeer giftige vorm van kritiek te gebruiken. Als zulke zware bezuinigingen worden doorgevoerd, is er geen reden om de sector ook nog eens retorisch te demoraliseren‘.

Foto: Yael Bartana, uit The Missing Negatives of the Sonnenfeld Collection (2008)

Museumsector bepleit stop op afbraak museumbestel door politiek

Voorafgaande aan haar advies over het museumbestel dat op een gezamenlijke extra ALV op 22 oktober van de Vereniging van Rijksmusea (VRM) en de Nederlandse Museumvereniging  (NMV) wordt besproken lijkt de commissie Asscher-Vonk met een waarschuwing te komen: Sluiting dreigt voor vier rijksmusea. ‘Lijkt’, want onzeker is wie er spreekt. Nu.nl citeert een zegsman van de VRM. Merkwaardig is dat zowel op site als twitter-pagina van zowel de VRM als de MNV enig bericht ontbreekt. Is de museumsector haar coördinatie kwijt? Onduidelijk blijft dus hoe de waarschuwing zich tot de verkenning van de commissie Asscher-Vonk verhoudt.

In ieder geval is de ernst van de waarschuwing serieus. Sluiting dreigt voor Rijksmuseum Twenthe in Enschede, Slot Loevestein en de Utrechtse rijksmusea het Geldmuseum in Utrecht en Huis Doorn. De sluiting kondigde zich in het advies ‘Slagen in Cultuur‘ uit mei 2012 van de Raad voor Cultuur al aan. Nu speelt de museumsector blijkbaar in op de politieke actualiteit van de onderhandelingen tussen VVD en PvdA. En op 26 en 27 september zijn in de Tweede Kamer de Algemene Beschouwingen. Nog gauw wordt druk gezet.

Gisteren kwam met Kunsten ’92 met een persbericht: ‘Het wachten is op een positief verhaal over kunst en cultuur‘, met als ondertitel ‘Succes nieuw cultuurbeleid hangt af van volgend kabinet‘. Het vraagt voor de korte termijn om maatregelen en: ‘Kunsten ’92 heeft goede hoop op een verandering van toonzetting en gaat ervan uit dat zowel PvdA als VVD (en mogelijk andere coalitiepartners) in staat zijn om met een positieve benadering nieuw perspectief te bieden aan instellingen.’ Dit is in lijn met de brieven die Kunsten ’92 op 11 september aan de politiek stuurde. Met als strekking dat reparatie van het cultuurbeleid snelle actie van de politiek vraagt. De museumsector zet de oproep vandaag kracht bij. Nu het antwoord nog van Rutte-Samsom.

Foto: Restauratie Rijksmuseum Amsterdam door Ridder, Leidekkers en Koperslagers.

Reparatie cultuurbeleid vraagt om snelle actie van politiek

Kunsten ’92 stuurde dinsdag 11 september brieven ‘voor de Algemene Beschouwingen’ aan onder meer Stef Blok (VVD) en Diederik Samsom (PvdA). Op 26 en 27 september zijn de Algemene Beschouwingen. De belangenbehartiger van kunst en cultuur vraagt om snelle actie van de politiek om onomkeerbare schade te voorkomen. Het beleid van staatssecretaris Halbe Zijlstra koerst daar op af. Ingrijpen kan volgens Kunsten ’92 niet wachten op het regeerakkoord. Eind november wordt de jaarlijkse Cultuurnota vastgesteld. Dan zou er een herstelplan moeten liggen. Maar bestaat er overeenstemming over wat hersteld kan en moet worden?

De PvdA beloofde in de campagne een reparatie van 50 miljoen euro. Hoe hard zijn echter de woorden ‘Aan cultuureducatie en talentontwikkeling geven wij met stip voorrang‘ van Jetta KlijnsmaKunsten ’92 en de Federatie Cultuur proberen partijen tot spoed aan te zetten. In de brief aan fractievoorzitters Blok en Samsom constateren ze dat de bezuinigingen op kunst en cultuur bovenmatig zijn: ‘43% van de instellingen zal met ingang van 2013 geen subsidie meer ontvangen en een groot aantal moet het met substantieel minder geld doen‘, terwijl ‘de noodzakelijke condities voor een gezond ondernemerschap nog ontbreken‘.

Kunsten ’92 ziet talentontwikkeling als ‘de eerste voorwaarde voor een creatieve en innovatieve kunst- en cultuursector‘ die onterecht uit de Basisinfrastructuur is geschrapt. Een zinvol handvat van kritiek omdat ook de Raad van Cultuur dit in haar advies constateerde, maar de middelen niet kon vinden om het te repareren. Het verzoekt daarom om ‘transitiemiddelen ter beschikking te stellen om de functies voor talentontwikkeling in de beeldende kunst, film en minimaal één productiehuis per discipline in de podiumkunsten perspectief op een doorstart te geven.’ Dit loopt dus van kunstvakonderwijs tot postacademische- of ontwikkelinstellingen. 

Verder wijst de brief erop dat er hiaten ontstaan in bijna alle sectoren van het culturele bestel. Want ‘Daarmee ontdoet Nederland zich van een aantrekkelijk productieklimaat voor kunst en cultuur’. Expertise en werkgelegenheid gaat verloren. En om werkelijk tot cultureel ondernemerschap te komen vraagt de brief om consistent fiscaal beleid en een minder ambtelijke opstelling van het ministerie van OCW dat reserves afroomt.

Het valt te hopen dat Kunsten ’92 het beleid van staatssecretaris Zijlstra een positieve impuls kan geven. Maar ook dat een oplossing verder gaat dan een sexy en publicitair wat opzichtige reparatie door bijvoorbeeld de subsidie voor de Rijksacademie of de Ateliers te vergroten. Het grootste probleem van de talentontwikkeling is dieper en breder dan dat. Snelheid is geboden. De politiek kan dat aan, omdat het om relatief kleine bedragen gaat. De Nederlandse politiek kan een nieuwe start maken door te getuigen van de goede mentaliteit.

Foto: Schermafbeelding van ‘Daan Samson, Halbe Zijlstra en het Liberaal Herbarium’. Lambda photo C-print on dibond, 3mm plexiglass 120 x 90 cm. Credits: Daan Samson 2012 / Fotografie: Jeronimus van Pelt. Te zien bij Onomatopee Eindhoven