Utrechtse raad beslist over toekomst Landhuis Oud Amelisweerd. Maar handelt het college binnen de bestuurlijke randvoorwaarden?

Op donderdag 29 juni 2017 vergadert de Utrechtse gemeenteraad onder meer over de Voorjaarsnota. Op p.23 valt bovenstaande uiteenzetting te lezen over de openstelling van het Landhuis Oud Amelisweerd. Er wordt hier verwezen naar het rapport Van der VossenToekomst Landhuis Oud Amelisweerd’ dat in opdracht van het gemeentebestuur in maart 2017 is opgesteld. De huidige exploitant van het landhuis is de Stichting Museum Oud Amelisweerd (MOA) die noodlijdend is en sinds 2012 continu in financiële problemen verkeert. Daar moet een oplossing voor gevonden worden. Maar zo’n oplossing kent bestuurlijke beperkingen omdat in 2012 het toenmalige Utrechtse gemeentebestuur aan de raad heeft toegezegd dat de gemeente Utrecht geen cent subsidie zal verlenen in de exploitatie van het MOA. In raadsvragen van 13 november 2015 (2015; 170) van Aline Knip (D66) en André van Schie (VVD) werd dat op 8 december 2015 door het college herbevestigd:

Het antwoord op bovenstaande raadsvragen (2015; 170) en het voorstel van het college uit de Voorjaarsnota om te kiezen tussen scenario MOA Aangescherpt en CM Light zijn met elkaar in tegenspraak. Het college zadelt de Utrechtse raad met een onmogelijke keuze op. Want als de raad zichzelf serieus neemt kan het niet instemmen met scenario MOA Aangescherpt omdat het in strijd is met het door de raad ingenomen standpunt dat er geen cent exploitatie naar het MOA gaat. Het is dan ook merkwaardig dat het met medewerking van wethouder Kees Diepeveen namens het college -ondanks dit principiële besluit uit 2012- in de Voorjaarsnota voorgelegd wordt aan de raad. De vraag is gerechtvaardigd of Diepeveen hiermee bestuurlijk wel zorgvuldig handelt. Evenmin valt in te zien dat de raad kan instemmen met het scenario CM Light dat tot een openstelling van slechts 10 dagen per jaar leidt. Dat is een terugvaloptie die het publicitair af moet leggen tegen het andere scenario dat politiek aantrekkelijker oogt. Kortom, het ene scenario MOA is bestuurlijk en politiek onmogelijk en het andere scenario CM is onaantrekkelijk omdat het het landhuis praktisch in de ruststand zet.

Met motie 188 uit 2016 die zoals blijkt uit het citaat uit de Voorjaarsnota leidde tot ‘onafhankelijk onderzoek’ van Van der Vossen is iets merkwaardigs aan de hand. Opvallend is de motie spreekt over ‘cultuursubsidie’ terwijl er in 2012 en nog in het antwoord op de raadsvragen (2015; 170) werd gesproken over ‘subsidie ten behoeve van de exploitatie’. Dat laatste is ruimer dan het eerste en biedt meer ‘geitenpaadjes’ om gemaakte afspraken te omzeilen. Maar de bewoording ‘cultuursubsidie’ gaat voorbij aan de debatten in de raad en het college in 2012 die het hadden over ‘subsidie ten behoeve van de exploitatie‘. Dit laatste omvat onder meer derving of opschorting van huurinkomsten of geschuif met kostenposten. Maar het gaat verder zoals uit de raadsvragen 2015; 170 blijkt: ‘de gemeente Utrecht is niet verantwoordelijk voor de exploitatie’. Hiermee introduceert het college 2016/17 een nieuwe tegenstrijdigheid. In 2015 verklaarde het college dat het niet verantwoordelijk was voor de exploitatie van het MOA, maar in 2017 maakt Diepeveen zich verantwoordelijk door een interpretatie van motie 188; 2016 die leidt tot de opdracht aan Van der Vossen. Die met een rapport komt met optie MOA Aangescherpt die haaks staat op het bestuurlijke standpunt én de verantwoordelijkheid aangaande het MOA die het college geacht wordt in te nemen. Diepeveens afhandeling loopt het risico om als lesstof over het hellend vlak en wankelmoedig bestuur voor de Bestuursacademie de geschiedenis in te gaan.

Foto 1: Schermafbeelding van deel Voorjaarsnota 2017 van de gemeente Utrecht.
Foto 2: Schermafbeelding van deel raadsvragen van 13 november 2015 (2015; 170) van Aline Knip (D66) en André van Schie, gemeente Utrecht.
Foto 3: Motie 188 uit 2016, gemeente Utrecht.

DUIC geeft onvolledige voorstelling van zaken over Museum Oud Amelisweerd

Daar gaat het weer. Een artikel vol gaten in de Utrechtse internetkrant DUIC van een journalist die het ongetwijfeld goed meent, maar zich laat gebruiken. Dat vraagt om een weerwoord. Journalistiek kan maar beter niet gekleurd en onvolledig zijn. Juist in deze kwestie is dat een constante sinds 2010. Mijn reactie:

Tja, waar te beginnen? Dat Museum Oud Amelisweerd in Bunnik is gelegen en dat de gemeente Utrecht het niet eens subsidie zou kunnen geven als het dat zou willen omdat de voorwaarden dat niet toestaan? Raadslid en VVD’er André van Schie heeft daar nog recent op gewezen. Of dat de restauratie van het landhuis Oud Amelisweerd door de toenmalige beheerder Centraal Museum in de jaren ’90 op de rails is gezet en dat de huidige exploitant daar nu de vruchten van plukt? En die zelfs publicitair opeist? Tja, marketing, zo werkt dat blijkbaar voor wie de voorgeschiedenis onvoldoende kent.

Feit is dat de Stichting Museum Oud Amelisweerd ondanks een bruidsschat van 1 miljoen euro van de gemeente Amersfoort nog geen enkel jaar afgesloten heeft met een positief saldo. En de vooruitzichten voor de jaren vanaf 2021 wanneer die Amersfoortse subside stopt en een renteloze lening van de provincie Utrecht van 160.000 euro door deze exploitant moet worden terugbetaald zijn eerder slechter dan beter. Toch meende het bestuur van de Stichting MOA geld uit de markt te kunnen halen. Maar dat is nooit gelukt.

Armando? Mw. Ploum heeft jarenlang in ontelbare interviews gerept over de drieslag landhuis/ensemble- Chinees behang – Armando die elkaar zou versterken. Weinig museummensen of kunsthistorici die het geloofden. Oud-hoofdconservator SM en vriend van Armando Rini Dippel vond het een kulverhaal, maar goed het was ‘een verhaal’ als onderdeel van de marketing. En nu Armando afstand neemt van het MOA -omdat hij geen vertrouwen meer heeft in de levensvatbaarheid ervan- zou er niets veranderen? Ok, een ander verhaal uit de hoge hoed getoverd. Maar is dat nog geloofwaardig voor Utrechtse raadsleden die het willen doorgronden en die prijs stellen op consistentie? Nee.

De auteur geeft een verkeerde voorstelling van zaken of laat zich naïef wat op de mouw spelden door mw. Ploum als hij zich begeeft in een inschatting van de scenario’s. Want het rapport van Gert-Jan van der Vossen kent ook de optie scenario B1: integrale variant waarbij het landhuis Oud-Amelisweerd 7 maanden open is. Logisch, hiermee wordt een weeffout van het MOA hersteld. Want de zomerresidentie is qua klimatisering niet toegerust op de wintermaanden. De auteur laat deze variant B1 om onverklaarbare redenen ongenoemd. Hij gaat alleen in op de light versie. Heeft hij zich wel geïnformeerd en weet hij eigenlijk wel waarover hij praat? Het lijkt er niet op.

De integrale variant B1 is een vervolg en directe vertaling van een raadsbrief van 13 december 2011 met een ‘terugvaloptie’. Dat werd in die brief genoemd indien de ambities van het nieuwe museum niet realiseerbaar zouden zijn. Anders gezegd, dit is de bestuurlijk correcte variant waar de Utrechtse raad zich aan te houden heeft als het voldoende politiek geheugen heeft en de eigen besluitvorming volgt.

Dat lijkt aan de orde nu de exploitant Stichting Museum Oud Amelisweerd sinds de opening nog geen enkele keer zwarte cijfers heeft geschreven. En het jaarlijkse exploitatietekort is eerder tegen de 2 ton, dan de 75.000 euro die naar buiten wordt gebracht. Die brief schetst voor het vervolg een ‘sitemuseum’ of ‘open monument’ onder beheer van het Centraal Museum. Van der Vossen benoemt dat zonder verwijzing naar die bestuurlijke voorgeschiedenis als optie B1. Het is veelzeggend dat Ploum daaraan voorbijgaat en een journalist met een onzinverhaal het bos in stuurt.

Het is te hopen dat zowel het Utrechtse gemeentebestuur als de raad zich goed informeren en een besluit nemen dat rekening houdt met de voorgeschiedenis en de levensvatbaarheid voor de toekomst. Doormodderen kan en is een optie, maar niet in te zien valt wat daar nou echt mee te winnen valt.

Foto: Schermafbeelding van deel opinie-artikelMuseum Oud Amelisweerd: zo lang er hoop is, is er leven!’ van Marcel Gieling in DUIC, 26 mei 2017.

Rapport ‘Toekomst Landhuis Oud Amelisweerd’ openbaar

Gemeente Utrecht heeft vandaag het rapport ‘Toekomst Landhuis Oud Amelisweerd’ van Gert-Jan van der Vossen gepubliceerd. De opdracht kwam tot stand na een motie van de Utrechtse raad aan het college om de mogelijkheden te onderzoeken van openstelling van het landhuis. Wethouder Kees Diepeveen gunde Van der Vossen de opdracht. Het is op 23 maart -met een aanvulling op 24 april- naar de opdrachtgever verzonden.

In de begeleidende brief stelt het college voor om te kiezen tussen de twee opties CM light (variant B) en het scenario MOA Aangescherpt (variant C). Opmerkelijk is dat Huis voor Cultuurhistorie (variant D) zonder de bruidsschat van Amersfoort goedkoper is dan variant C, maar dit optisch anders wordt voorgesteld. Zowel het rapport als het voorstel van het college ogen politiek en zijn sterk in de vergelijking van appels met peren.

Het is een opmerkelijk stuk waarin veel wordt gezegd, maar vooral dat opvalt wat niet wordt gezegd. Zo zet de opsteller nauwelijks het antieke 18de-eeuwse hoogwaardige Chinese behang centraal dat de belangrijkste verworvenheid van het landhuis is. Ook valt uit de lijst geïnterviewden op te maken dat Van der Vossen vooral met bestuurders heeft gesproken en nauwelijks met kunsthistorici, museologen of deskundigen op het gebied van het Chinees behang. Dat wreekt zich in het rapport doordat inhoudelijke overwegingen zo goed als ontbreken. Onderbelicht blijft bijvoorbeeld wat het werk van Armando voor de variant C (‘MOA aangescherpt’) betekent. Even opmerkelijk is dat in het rapport de termen ‘terugvaloptie’ of ‘sitemonument’ ontbreken.

In een brief van het college van 13 december 2011 werd die ‘terugvaloptie’ geschetst indien de ambities van het nieuwe museum niet realiseerbaar zouden zijn. Wat het geval lijkt nu de exploitant Stichting Museum Oud Amelisweerd ondanks de Amersfoortse bruidsschat nog geen enkele keer zwarte cijfers heeft geschreven. Die brief schetst voor het vervolg een ‘sitemuseum’ of ‘open monument’ onder beheer van het Centraal Museum. Van der Vossen benoemt dat zonder verwijzing naar die bestuurlijke voorgeschiedenis als optie B.

Het rapport kwantificeert gegevens en geeft een idee van nauwkeurigheid die bij nader inzien ontbreekt. Van de zo op het oog buitenissige Horecavariant A  die een investering van zo’n 2,1 miljoen euro vraagt is het helemaal de vraag waarom die in het rapport is opgenomen. Van der Vossen biedt met zijn rapport de opdrachtgever de optie alle kanten op te gaan. Het is open in mogelijkheden, maar bescheiden in inzicht waar de wethouder iets mee kan. De bestuurlijk logische variant B (‘LOA Satelliet’ als deel CM) die een vertaling is van de terugvaloptie of sitemonument zet de rapporteur op dezelfde lijn met de andere opties. En variant D (‘Huis van Cultuurhistorie’) is plichtmatig en fantasieloos uitgewerkt en gaat niet uit van het Chinees behang.

Nodig is een kort, aanvullend onderzoek door een inhoudelijk deskundige dat kunsthistorici, museologen of deskundigen op het gebied van het Chinees behang raadpleegt om de museale mogelijkheden van Landhuis Oud Amelisweerd in kaart te brengen. Zo’n benchmark-achtig onderzoek van Van der Vossen is een aardige eerste stap, maar ontoereikend om wethouder Diepeveen en de Utrechtse gemeenteraad inzicht te geven in de inhoudelijke potentie en toekomstmogelijkheden van Landhuis Oud Amelisweerd. Het is een raadsel waarom dit rapport in deze vorm is gepubliceerd en wat de opzet ervan is. Wie moet het eigenlijk de weg wijzen?

Foto: Schermafbeelding van deel rapport ‘Toekomst Landhuis Oud Amelisweerd’ van Gert-Jan van der Vossen in opdracht van het gemeentebestuur Utrecht.

MH17: Net sluit zich tergend langzaam om Russische Federatie

Vandaag presenteerde het JIT de gegevens van het strafrechtelijk onderzoek over het neerhalen van de MH17. In het JIT werken België, Australië, Maleisië en Oekraïne onder leiding van Nederland samen. Hoofdofficier Fred Westerbeke (OM) maakte bekend dat gisteren toestemming is gegeven om het onderzoek tot begin 2018 te verlengen. Dat is nodig omdat de identificatie van de daders nog niet is afgerond. Volgens de onderzoekers zijn er zo’n 100 betrokkenen in beeld die als verdachte of getuige gelinkt kunnen worden aan de schuldvraag.

Het JIT bouwt het onderzoek langzaam op. Sommigen vinden dat het te traag gaat. Het is stellig in wat het weet en stellig in wat het niet kwijt wil: ‘Het Joint Investigation Team (JIT) is ervan overtuigd onomstotelijk bewijs in handen te hebben om vast te kunnen stellen dat vlucht MH-17 op 17 juli 2014 is neergeschoten door een BUK-raket uit de 9M38-serie. Ook de afvuurlocatie kan bewezen worden, aldus het JIT. Het gaat om een landbouwveld bij Pervomaiskyi, dat op dat moment in handen was van separatisten.’ Tevens is de route van het BUK-systeem bekend dat van en naar de afvuurlocatie werd getransporteerd: het kwam uit de Russische Federatie en is er ook weer naar afgevoerd. Het JIT bevestigt de gegevens over de route die onder meer door onderzoekscollectief Bellingcat zijn gepresenteerd, maar gaat verder in de onderbouwing. Naast film- en fotomateriaal maakt het JIT ook gebruik van radargegevens en afgeluisterde telefoongesprekken.

De strategie van het JIT en het Nederlandse kabinet lijkt op omcirkeling van de Russische Federatie zonder dat centraal te stellen. Het stapelt bewijs op bewijs en hoopt zo de zaak steeds sterker te maken. Op welke manier het proces van de schuldigen gevoerd moet worden maakt het JIT afhankelijk van het soort dader. Dat kan internationaal of nationaal georiënteerd zijn, of een tussenvorm ervan.

Naar verwachting zijn nu de binnenlandse critici gerustgesteld die voortdurend met kritiek kwamen op de keuzes die het JIT maakte. De presentatie leek ook als nevendoel te hebben om aan deze critici uit te leggen hoe omvangrijk en complex zo’n onderzoek is. Op dit moment werken er volgens Westerbeke nog steeds zo’n 100 rechercheurs aan deze zaak. De Russische critici zullen niet gerust zijn gesteld. Zij zien dat er weliswaar niet direct naar Russische daders wordt verwezen, maar ze voelen wel dat dat indirect gebeurt.

Opmerkelijk was de hint van Westerbeke dat er een Oekraïense inkeerregeling is voor direct betrokkenen bij het transport en de lancering van de BUK die uit de school willen klappen. Dat duidt erop dat het JIT zich concentreert op Oekraïense betrokkenen bij de identificatie van de daders. Waar dat de betrokkenen uit de Russische Federatie laat die betrokken waren bij de operatie is de vraag. Zoals het ook nog steeds onduidelijk is of het lanceren van de BUK gebeurde door een zelfstandig opererend Russisch legeronderdeel of dat er sprake was van een hybride pro-Russische operatie waarbij Russen en Oekraïeners met elkaar samenwerkten.

Hoe de vandaag gepubliceerde onderzoeksgegevens de relatie met de Russische Federatie beïnvloeden is onduidelijk. Louis Bontes van VNL riep volgens een bericht in De Volkskrant al om zwaardere economische sancties tegen de Russische Federatie en vindt dat de Russische ambassadeur moet worden uitgewezen nu aannemelijk is gemaakt dat de BUK uit de Russische Federatie kwam. Maar een verwijzing naar betrokkenheid van de Russische legertop of het Kremlin is nog niet aangetoond. Hoewel dat wel steeds waarschijnlijker wordt gemaakt in het onderzoek. De politiek moet de bevindingen van het JIT volgen en niet andersom.

Nederland doet er vanaf nu verstandig aan elke amicaliteit met Russische leiders uit te sluiten en diplomatieke contacten tot het noodzakelijke te beperken. Dus geen bierdrinken van de koning meer met president Putin zoals begin 2014 in Sochi gebeurde. Nederlands wisselgeld is de houding over het internationale gasproject Nord Stream II. Waar bedrijven als Shell en Gazprom met de Russische Federatie samenwerken zouden de leden van de Tweede Kamer door een Nederlandse rem op dit project duidelijk kunnen maken dat het ze meer te doen is dan om mooie woorden alleen. De daad moet nu maar eens bij het woord gevoegd worden om de economische en politieke invloed van de Russische Federatie in de EU terug te dringen. Het wordt tijd.

bir

Foto: Peter Koole, ‘Birthday’, 2015. Acryl op canvas.

Kasparov verwijt Westen over MH17 teveel concessies te doen aan Kremlin. Klopt dat?

article-2696161-1FBAAB9000000578-205_964x637

Putin’s giant propaganda machine has made an industry of lies and accusations about MH17 (and I’m sure you will see many of them in the comments very soon!), but all the evidence points at what was logically understood the day of the attack. Today there should be no doubt what really happened and that Russia has worked very hard to cover up the truth—and that many leaders in the free world are helping with the cover-up to avoid taking any action.’ Aldus voormalig Russische oppositiepoliticus Garry Kasparov in een FB-posting.

Ondanks Russische pogingen tot misleiding (maskirovka) zijn de feiten over het neerschieten van de MH17 onveranderd. De contouren van de bewijsvoering staan sinds 17 juli 2014 met een bericht op VKontakte van de toenmalige Russische rebellenleider in Donetsk Igor Strelkov. Ze leidden tot een reconstructie die in de afgelopen jaren door onderzoek steeds gedetailleerder is ingekleurd. Onderzoekscollectief Bellingcat heeft door het uitbrengen van rapporten een leidende rol gespeeld in het beantwoorden van de schuldvraag en het weerleggen van Russische misleiding. Als een werk in uitvoering heeft het een nieuwe standaard gezet voor onderzoek van openbare bronnen en de weging van sociale media. Dat gaat het onderzoek naar de MH17 te boven. De door het Kremlin aangestuurde propagandamachine had geen antwoord op de flexibiliteit en het improvisatievermogen van het internationaal opererende Bellingcat. Het Kremlin kon vertragen en misleiden, maar geen eigen geloofwaardige theorieën opbouwen omdat die stuk voor stuk werden weerlegd.

De MH17 is naar alle waarschijnlijkheid neergeschoten door een Russische Buk-raket van het 2de bataljon van de 53ste Luchtverdedigings Geleidewapen Brigade van het Russische leger uit Koersk. Het was geen opzet om een verkeersvliegtuig neer te halen. De daders dachten een Oekraïens militair AN-26 vliegtuig uit de lucht te schieten. Het bericht van Strelkov bevestigt dat vermoeden. Het Kremlin kon de betrokkenheid van Russische militairen en materiaal niet bevestigen omdat het officieel ontkende militair in Oost-Oekraïne te opereren.

Dat de Russische misleiding over de MH17 slechts ten dele heeft gewerkt is onderhand duidelijk. Het Kremlin heeft geen gerede twijfel kunnen zaaien die tot op de dag van vandaag standhoudt. Waarmee niet gezegd is dat het Kremlin de slag in de publiciteit volledig heeft verloren. In de Westerse gevestigde media zijn de Russische theorieën weerlegd en hebben ze zich niet kunnen handhaven. Op Westerse sociale media waar andere journalistieke normen gelden is dat anders. Dat zijn nu eenmaal redelijk in zichzelf gekeerde leefwerelden waar de waarheid langzaam doordringt of waar sommigen die zich opwerpen als opinieleiders om een veelheid van redenen er belang bij hebben om aan te sluiten bij de Russische misleiding.

Garry Kasparov suggereert in het citaat dat het Kremlin op het politieke vlak gewonnen heeft. Klopt zijn observatie dat ‘veel leiders in de vrije wereld helpen met de doofpot om te voorkomen dat ze enige actie moeten ondernemen’? Het voorbeeld van Nederland wijst op het tegendeel. Door de MH17 nam Nederland afstand van de Russische Federatie en veranderde van een gunstig gezind in een kritisch land. Het leidt echter geen twijfel dat landen lafhartig en halfslachtig hebben gereageerd op Russische agressie die zich vanaf februari 2014 tegen Oekraïne richtte. Maar Kasparov adresseert de oorzaak verkeerd. Feitelijk is dat verwijt vooral van toepassing op het uitblijven van een gepaste reactie op de annexatie van de Krim door troepen van de Russische Federatie in maart 2014. Dat vereiste het Boedapester Memorandum van de VS en het Verenigd Koninkrijk. Dat was een reden voor het instellen van de Westerse sancties, niet het neerhalen van de MH17.

Westerse eenheid is ver te zoeken. De Amerikanen en Britten gaven niet thuis toen de Krim werd ingenomen en de territoriale integriteit van Oekraïne werd geschonden. Hiermee was het verkeerde voorbeeld gezet en werd Oekraïne in de steek gelaten. Dat dit trouwens over zichzelf opriep door een corrupte politieke klasse die evenmin eenheid en vastberadenheid uitstraalde. Amerikanen en Britten bij monde van de aarzelende president Obama en de onmachtige premier Cameron kregen een makkelijk excuus in handen om de gegeven garantie niet na te komen. Het gaf niet alleen het Kremlin, maar ook de Duitsers en Fransen het verkeerde voorbeeld. Mentaal bouwden ze daar op voort binnen de onderhandelingen over de Minsk-akkoorden.

Kasparov heeft gelijk dat het Westen teveel concessies heeft gedaan aan Putin. Maar de MH17 is formeel het verkeerde voorbeeld om dat aan te tonen omdat de schuldvraag officieel nog niet is beantwoord. Zorgelijker is het dat de VS en de grote Europese landen onvoldoende reageren op de Russische agressie die aangetoond is. Zo zakken Westerse landen verder weg in zelfverwijt en gemiste kansen om de eigen kracht te mobiliseren.

Foto: ‘Airliner downed: Assault rifles in hand, four pro-Russian separatists survey the smouldering wreckage of a passenger jet destroyed by a missile in war-torn Ukraine.MailOnline, 18 juli 2014.

Rapport Bellingcat verkleint cirkel van verdachten neerhalen MH17

4 mei 2016: Op BBC 2 werd op 3 mei de documentaire The Conspiracy Files uitgezonden dat stuk voor stuk de complottheorieën over het neerstorten van de MH17 ontzenuwde. Wat recht overeind staat is dat een BUK van Russische makelij vanuit het door de pro-Russische separatisten gecontroleerd gebied met medewerking van materiaal en personeel van de Russische krijgsmacht de MH17 heeft neergehaald. Dat is in lijn met de bevindingen van de Onderzoeksraad voor Veiligheid. Nieuwe feiten biedt de documentaire niet, het zet de oude overtuigend op een rijtje. Bellingcat kwam gisterenavond wel met nieuwe feiten in een artikel over de identificatie van de TELAR raket lanceerder. Feiten wijzen steeds specifieker naar de Russische krijgsmacht. 

De Oekraïense nieuwssite Ukraine Today doet verslag van het rapport van het onderzoekscollectief Bellincat over de MH17 dat vandaag werd gepubliceerd. Dat borduurt voort op het rapportOrigin of the Separatists’ Buk’ van november 2014. Daarin werd al gewezen op de vermoedelijke daders, namelijk de Russische 53ste Luchtverdedigingsraketbrigade uit Kursk. Het nieuwe rapport werkt de aanname uit dat de Buk-M1 installatie niet zonder medewerking van Russische militairen bediend wordt. Zo’n Buk-installatie bestaat uit in totaal 11 voertuigen en vraagt een hoop training en ervaring om te bedienen en is een duur en machtig wapen dat niet zomaar uit handen wordt gegeven. Onwaarschijnlijk is dat separatisten de MH17 in hun eentje neerschoten.

Zwakte en sterkte van de bewijsvoering is dat het niet om één foto, geluidsfragment of getuigenis gaat, maar om het samenstel van allerlei soorten aanwijzingen dat tot een plausibel scenario leidt. Het gaat dus om de waarschijnlijkheid van allerlei veronderstellingen die met elkaar tot een dwingende conclusie leiden die echter niet voor 100% sluitend is. Dat zou alleen bereikt kunnen worden als Bellingcat als een vlieg op de muur aanwezig was geweest bij de besluitvorming over het transport van de Buk van de commandanten van de 53ste Luchtverdedigingsraketbrigade uit Kursk. Bellingcat maakt aannemelijk, maar levert geen smoking gun.

Ondersteunend voor het feit dat Bellingcat met dit scenario op het goede spoor zit is dat sinds juli 2014 geen andere scenario’s hebben standgehouden. In de Russische informatieoorlog zijn vanuit het ministerie van Defensie, de media en Buk-wapenfabrikant Almaz-Antey allerlei scenario’s gelanceerd waarvan echter geen enkele consistent en geloofwaardig bleek te zijn. Als de Russen met hun omvangrijke inlichtingsdiensten bewijs hadden dat de Oekraïense of Westerse krijgsmacht betrokken waren geweest bij het neerhalen van de MH17, dan valt niet in te zien waarom ze die kennis achterwege zouden laten in de publiciteit of bij de Russische inbreng voor het rapport van de Nederlandse Onderzoeksraad voor Veiligheid of het JIT.

De paradox is dat de Russen voortdurend beweren niet betrokken te zijn bij het neerschieten van de MH17, maar in hun gedrag al sinds 17 juli 2014 betrokkenheid vertonen. Ze geven steeds hun mening, hun politieke inschatting, hun politieke druk, hun scenario’s over het gebeurde, hun interpretatie en eisen hun plek aan tafel op bij het onderzoek naar de oorzaak en de schuld. Zonder dat er Russische slachtoffers, een Russisch vliegtuig, Russisch grondgebied en naar eigen zeggen Russische wapens en militairen bij betrokken waren.

Het rapport kan beslissend zijn voor het aanduiden van de verantwoordelijken en de uitvoerders (Russische luitenant en sergeant) van het tweede bataljon van de 53ste Luchtverdedigingsraketbrigade die de MH17 neerschoten op 17 juli 2014. Het rapport maakt aannemelijk hoe het gegaan zou kunnen zijn. Wat zeker niet wil zeggen dat de daders ooit uitgeleverd zullen worden aan een Nederlandse of internationale rechtbank om zich te verantwoorden. Het rapport besteedt ook volop aandacht aan de commandostructuur van het Russische leger, en komt via commandanten van de 53ste Luchtverdedigingsraketbrigade, het 20ste Leger en het Westerse Militaire District uit aan de top. Bij de minister van Defensie Sergei Shoygu en opperbevelhebber president Vladimir Putin. Maar bewijs ontbreekt dat zij direct betrokken zijn bij het neerhalen van de MH17. Dat Shoygu en Putin verantwoordelijk zijn voor de bezetting van de Krim en de interventie in Oost-Oekraïne leidt geen twijfel. De commandostructuur is op z’n hoogst bijkomstig bewijs dat de schuldvraag ondersteunt.

Godfroid heeft geen enkele greep op Oekraïne. NOS vervang hem

djg

Rusland correspondent van de NOS David Jan Godfroid is een impressionist. De impressies van zijn reportages over Oekraïne munten uit door het schetsen van steeds weer dezelfde uitgangspunten, zonder de feiten in te kleuren. Godfroid is de ultieme relativist die beweert dat de waarheid niet bestaat, en alle opties open zijn. Hij verwart dat met de opvatting van wat journalistiek is: hoor en wederhoor en altijd twee kanten schetsen.

Relativering is een uitstekend uitgangspunt voor een filosoof, maar niet voor een journalist. Godfroid is dan ook een ongeschikte oorlogsjournalist die niet alleen nooit met onthullingen komt of het idee geeft van de laatste ontwikkelingen op de hoogte te zijn, maar evenmin door analyses situaties kernachtig weet te duiden. Hij maakt het zo bont in zijn filosofische nietszeggendheid dat zijn reportages de vraag oproepen waarom de redactionele leiding van de NOS hem het verslaan van de oorlog in het belangrijke Oekraïne toevertrouwt.

Neem zijn reportage ‘Waar zijn de Russische militairen in Oost-Oekraïne?’ van 1 juni 2015 voor Nieuwsuur: ‘De wegen zijn slecht, en je kunt niet overal zomaar een kijkje nemen. Het is zoeken naar een speld in een hooiberg.’ Nou nogal logisch, het is een oorlogsgebied. Want welke journalist gaat nou zonder degelijke voorbereiding een beetje rondrijden in de hoop kampen van Russische militairen tegen te komen? En als hij die wonder boven wonder niet treft, dan is de conclusie dat ze er misschien wel, misschien niet zijn. Waarom valt de NOS de kijker lastig met zulke onbenulligheden? Met de zwarte doos van Godfroid die hij niet opent.

De opstelling van David Jan Godfroid is een blamage voor de Nederlandse journalistiek en zijn reportages zijn ondermaats. Ze verklaren niet en voegen niets toe aan wat we al weten. Hij noemt recente rapporten die de aanwezigheid van Russische militairen in Oekraïne aantonen niet, evenmin als de gevangenname van twee Russische commando’s in Oekraïne. Godfroid veronachtzaamt actuele bevindingen en lijkt geen stelling te durven nemen in deze oorlog. Vreest hij voor zijn hachje in Moskou of heeft hij zich in Moskou een Russische bril aangemeten waardoor hij niet helder ziet wat er in Oekraïne gebeurt? De NOS zou er verstandig aan doen Godfroid niet meer richting Oekraïne  te sturen en tijdelijk een geschikte correspondent in Kiev te stationeren.

Foto: Schermafbeelding uit reportageWaar zijn de Russische militairen in Oost-Oekraïne?’ van 1 juni 2015 voor Nieuwsuur.

Rapport toont Russische militaire betrokkenheid in Oekraïne aan. En roept op tot bewustwording

hidin

Wie meer wil weten over de betrokkenheid van het Russische leger in Oekraïne geeft het rapport ‘Hiding in Plain Sight: Putin’s War in Ukrainevan The Atlantic Council informatie. De op openbare bronnen (commerciële satelliet-informatie en sociale media) gebaseerde conclusie is dat het om een heuse oorlog tussen Oekraïne en de Russische Federatie gaat. Het rapport stelt vast dat Rusland de agressor, de indringer is. Het Kremlin ontkent dat het Russische leger opereert in Oekraïne en vraagt steeds weer om feiten die dat bewijzen. Het rapport probeert de feiten zo overtuigend te presenteren dat het de Russische ontkenning ontmaskert.

Zo’n rapport met verfijnde details had 5 jaar geleden niet gemaakt kunnen worden doordat toen de technische tools ontbraken. Eliot Higgins van het in Groot-Brittannië gevestigde onderzoekscollectief bellincat speelt een doorslaggevende rol bij het opsporen en analyseren van de feiten. Geolocatie die foto’s van sociale media aan een locatie koppelt geeft aanwijzingen over verplaatsingen en locatie van Russische militairen en materieel.

Voor wie de Russisch-Oekraïense gebeurtenissen sinds het voorjaar van 2014 op de voet gevolgd heeft biedt het rapport in de aanwezige feiten niets nieuws. De waarde ervan zit ‚m in de presentatie. Die bestaat uit een dwingende vorm met het accent op enkele duidelijke voorbeelden die onvermijdelijk tot de conclusie leiden dat het Russische leger in Oekraïne betrokken is. Die voorbeelden gaan over het in Oekraïne aanwezige Russisch militair materieel en personeel (inclusief doden), artilleriebeschietingen vanaf Russisch grondgebied en de vestiging van trainings- en doorgangskampen op Russisch grondgebied aan de Oekraïense grens.

Aanbevelingen voor ander beleid (zie hierboven) slaan een nieuwe toon aan en bewandelen een middenweg. Ze roepen niet op tot alertheid van de NAVO of bewapening van het Oekraïense leger met defensieve lethale wapens zoals een eerder rapport ‘Preserving Ukraine’s Independence, Resisting Russian Aggression: What the United States and NATO Must Do’ van maart 2015 deed waaraan The Atlantic Council ook meewerkte. ‘Hiding in Plain Sight‘ roept aan de hand van de feiten op tot bewustwording over de Russische agressie in Oekraïne.

Opvallend genoeg is die bewustwording niet alleen gericht op een onwetend westers publiek, maar ook op westerse politieke leiders van wie gezegd wordt dat ze niet altijd even duidelijk en moedig zeggen waar het bij deze oorlog op staat. Tevens menen de opstellers die het politiek deel voor hun rekening nemen dat de feiten eerder het aanscherpen, dan het versoepelen van de sancties tegen Rusland rechtvaardigen. Het rapport is feitelijk niet gericht aan Putin, maar aan Obama en die westerse leiders die de Russische agressie het liefst willen vergoelijken om zo snel mogelijk over te gaan tot de orde van de dag. Met voorbijgaan aan Oekraïne.

Foto: Schermafbeelding van ‘Policy Recommendations’ in het vandaag verschenen rapport Hiding in Plain Sight: Putin’s War in Ukraine’ van The Atlantic Council. 

Oekraïne: in de schaduwoorlog is tijd ruimte. Klok tikt voor allen

Een hoofdredactioneel commentaar in de Washington Post vat de opstelling van het Westen samen. Het Westen zegt steeds onverzettelijk te worden, nadat de Russen iets gedaan hebben dat ze volgens de afspraken van de Helsinki Final Act 1975, het Boedapester Memorandum 1994, Minsk-I 2014 of Minsk-II 2015 niet hadden mogen doen. Maar wat ze toch doen en waar ze vervolgens ongestraft mee wegkomen. De fout van president Obama, kanselier Merkel en al die andere Europese leiders is dat het steeds weer breken van de eigen woorden de afschrikking niet dient. Zodat de Russen doorgaan met hun militaire expansie.

De westerse strategie is er een van kleine stappen. Door te dreigen en vervolgens niets te doen proberen de Europese leiders de Russische agressie te vertragen. Een gisteren via de Russische oppositiekrant Novaya Gazeta uitgelekt Russisch plan voor Oekraïne geeft aan waar het Rusland om gaat: het veiligstellen van de eigen economische en politieke invloed. De rest is bijzaak die alleen via de Russische propaganda verspreid wordt om dat eigenbelang aan het zicht te onttrekken en publieke steun te mobiliseren. Het plan ontzenuwt ook de officiële Russische verklaring dat een Russische reactie ingegeven werd door een zogenaamde staatsgreep tegen toenmalig president Janoekovitsj. Het plan lag al klaar voor diens val in februari 2014.

In de asynchrone oorlog wurgt de Russische Federatie met inzet van alle moderne conventionele wapens die het ter beschikking heeft langzaam het Oekraïense leger dat vastberaden stand houdt tegen de overmacht, maar telkens nederlagen moet slikken. Het Westen heeft feitelijk voor Oekraïne een wapenembargo ingevoerd en probeert Rusland economisch te wurgen, zoals Alexei Bayer overtuigend aantoont. Maar met het huidige tempo van sancties, lage olieprijzen en een lage roebel duurt het nog een half jaar voordat Rusland op een kwetsbaar en onomkeerbaar punt komt dat het nog reserves voor zes maanden heeft. Een proxy-war in tijd.

De Russisch-Oekraïense oorlog is een strijd geworden waarin geen van de betrokken partijen zijn doel kan bereiken. Het is een oorlog met uitsluitend verliezers. Van de buitenstaanders is China een strategische winnaar dat de komende jaren een moegestreden en verzwakte Russische Federatie in het Verre Oosten zal oprapen. Putin blijft halverwege hangen tussen ondermijning van Oekraine en verzwakking van Rusland. Oekraïne bereikt geen eenheid en blijft hangen in corruptie en een langzame mars in de richting van de EU. President Obama is opnieuw te kijk gezet als aarzelend en afwachtend en Europa als zwak en besluiteloos.

Lachen om niet te hoeven huilen: geschiedenis en humor

 

dis

Is het zo erg met de EU? Het zou zo maar kunnen. De buitenlandse politiek van de EU wordt gekenmerkt door chaos en onmacht. In elk geval verdeeldheid. En wat erger is: slappe knieën en angst om uit de eigen comfort zone te treden. Handelspolitiek is in de plaats gekomen van buitenlandse politiek. Nu het besef doorbreekt dat dat niet zo slim was breekt het inzicht door. En de spijt. Maar het is te laat. De mindset van de leiders zit vastgeroest. Humor is het middel om dat duidelijk te maken. Want soms is de werkelijkheid gewoon te erg.

Wat hebben de Westerse landen op dit moment zwakke leiders die verwende calculerende burgers moeten bedienen. Terwijl dat Westen militair en economisch vele malen sterker is dan welke vijand ook. Willen ze nou echt München 1938 tot op de millimeter reconstrueren? Wat een tijden. Wat een afloop gaat dat worden. De geschiedenis is nog lang niet dood. We zitten er middenin. Nu worden de cartoons voor morgen gemaakt.

Roadto2

Foto 1: Dispropaganda

Foto 2: David Low, ‘Springplank naar roem‘  verscheen in de Evening Standard in juli 1936. Hitler paradeert over de ‘laffe leiders van de democratie’. De eerste drie stappen zijn gelabeld ‘herbewapening’, ‘Rijnland’ en ‘Danzig’.