Nederland heeft duizenden gevangen islamitische vrouwen. Het probleem is al jaren bekend. Tijd voor harde aanpak?

bra

In Amsterdam zitten zo’n 300 islamitische vrouwen opgesloten in hun eigen huis, gevangen gehouden door hun man. De Marokkaanse Rafia probeert ze te bevrijden.’ Aldus de toelichting bij een reportage van het programma Brandpunt. Rafia is hulpverleenster Rafia Allouch van de Stichting Home Empowerment (SHE) die is ‘gespecialiseerd in het bestrijden en terugdringen van huiselijk geweld’. Keklik Yucel heeft vandaag namens de PvdA kamervragen gesteld aan minister Ard van der Steur van Veiligheid en Justitie. Zij wil weten hoeveel vrouwen er in Nederland in huis gevangen zitten, of de minister het aanvaardbaar vindt dat ze van hun vrijheid worden beroofd en wat hij er aan gaat doen om een einde te maken aan deze situatie.

Het probleem van de vooral islamitische vrouwen die in Nederland gevangen worden door hun man is al meermalen geconstateerd. Zoals in het rapportLeven in gedwongen isolement’ uit 2015 van het Verwey-Jonker Instituut. De schatting was toen dat er alleen al in Den Haag 190 tot 250 vrouwen in gedwongen isolement leefden. Volgens onderzoekster Lisanne Drost zou ’gezien de complexiteit van het probleem’ dat aantal nog hoger kunnen liggen  Waarna golven van publiciteit volgden. Maar er weinig veranderde aan de leefsituatie van deze vrouwen. Al in 2012 constateerde Drost dat er in Amsterdam ‘naar schatting enkele honderden vrouwen gedwongen geïsoleerd’ leven. Naast in Nederland zouden ze vooral in Marokko, Turkije, Suriname, Irak en Somalië zijn geboren. Dat wijst opnieuw op een islamitische achtergrond.

Het gedwongen thuishouden van deze voornamelijk islamitische vrouwen is een schande voor de Nederlandse rechtsstaat. Ondergeschikt is of de motieven worden ingegeven door religieuze of culturele aspecten, of een combinatie daarvan. Deze vrouwen hebben recht op bescherming en recht op een eigen leven dat niet door mannen geleefd wordt. De vrijheid van godsdienst garandeert dat ieder individu de keuze heeft om zijn of haar godsdienst of levensovertuiging vrij te belijden. De overheid dient te waarborgen dat ieder in Nederland wonend individu in de praktijk die vrijheid heeft. Een misverstand is dat ingrijpen de vrijheid van godsdienst aantast. Juist niet ingrijpen door overheden tast de vrijheid van godsdienst aan. Overheden moeten ingrijpen.

Naschrift: Een berekening leert dat het voor heel Nederland om duizenden vrouwen gaat. Als Den Haag 250 gevangen vrouwen heeft op 520.000 inwoners en Amsterdam 300 gevangen vrouwen op 835.000 inwoners, dan komt dat alleen al voor de grote steden neer op 1 gevangen vrouw op 2500 inwoners. Voor de kleinere steden en het platteland zullen naar verwachting de cijfers lager zijn omdat er naar verhouding minder islamitische gezinnen wonen. Het probleem is nauw verbonden met de armoede, die volgens het SCP in de grote steden en de noordelijke provincies naar verhouding het grootst is. Deze onderliggende gegevens lijken een voorzichtige schatting te rechtvaardigen dat er in Nederland duizenden gevangen vrouwen zijn.

Foto: Schermafbeelding van artikel ‘Rafia: “Ze willen een traditionele vrouw. Hoe onderdaniger, hoe beter!”’ van Brandpunt, 26 september 2016. Zie hier voor reportage.

Advertentie

Kathy Miller voert ontslaggesprek met The Guardian in Ohio. Zelfs te bot voor Trump. Komt haar racisme voort uit onwetendheid?

Paul Lewis van The Guardian gaat op reportage in Ohio. Een swingstate in de rustbelt waar de working-class niet vanzelfsprekend meer Democratisch stemt. Logisch trouwens, omdat de ‘Democratische’ kandidaat Hillary Clinton nauwelijks nog opkomt voor werknemers, maar zich heeft verbonden aan de aandeelhouders en bestuurders van banken en mega-ondernemingen. Feitelijk worden degenen die vroeger ‘arbeiders’ werden genoemd door beide grote partijen in de steek gelaten. Want Trump is nog rigoureuzer in zijn steun voor corporate America. Zo wil hij de vennootschapsbelasting (‘Corporate Tax Rates’) waarvan ondernemingen profiteren verlagen van 35 naar 15%. Met als gevolg een gigantisch begrotingstekort. En op wie wordt dat afgewenteld? Exact, op de werknemers die vanwege hun eigenbelang op Trump menen te moeten stemmen.

De reportage wordt verbijsterend als de Britse journalist Lewis Kathy Miller interviewt. Zij was tot voor kort de voorzitter van Trumps campagne in Mahoning County en werd als gevolg van de uitspraken in dit interview door de Trump campagne aan de kant gezet. Want alles stemmen tellen. Volgens FiveThirtyEight heeft Trump in Ohio een voorsprong in de peilingen van een kleine 2%. In deze staat maken de Afro-Amerikanen 13% van de bevolking uit. Na 5’00’’ vraagt Lewis hoe het zit met het racisme. Miller is duidelijk: ‘If you’re black and you haven’t been successful in the last 50 years, it’s your own fault. You’ve had every opportunity, it was given to you.’ Millers gezicht spreekt boekdelen. Zoveel onverhuld racisme is hij in Engeland niet gewend.

Cenk Uygur kijkt in een analyse achter de waarheid van Kathy Miller. Hij toont dat aan met demografische gegevens. Zijn conclusie is dat het niet eens zozeer racisme is dat iemand als Miller drijft, maar eerder onwetendheid en wereldvreemdheid. In haar parallelle wereld oordeelt ze over een situatie die ze niet kent. En die ze zonder zich te verdiepen in de achtergronden klaarblijkelijk ook niet eens wil leren kennen.

Hoewel de verschillen tussen de VS en Nederland groot zijn, geldt deze analyse toch in mindere mate voor Nederland. Want migrantenkinderen hebben niet dezelfde startkwalificatie en staan op achterstand door het simpele feit dat ze migrant zijn. In hoeverre cultuur daarin een rol speelt is de vraag die directeur van het Verwey-Jonker Instituut Majone Steketee in een interview met NRC nog niet kan beantwoorden. Hoe het kan dat Aziatische migrantenjongeren in Nederland in gedrag meer lijken op autochtone jongeren dan op andere migrantenjongeren moet nog onderzocht worden. Racisme bestaat zoals Kathy Miller bewijst, maar zijn niet altijd de volledige verklaring voor gedrag. De uitdaging is om dat onnoembare boven tafel te krijgen.

 

PVV en De Boodschapper botsen over vrouwvriendelijkheid van de islam

Uitspraak-profeet-Mohammed-e1438201817376-1

De beste zijn degene die het beste zijn naar hun vrouwen -Profeet Mohammed’, aldus de in krom Nederlands gestelde slogan van het project De Boodschapper van de Stichting Tasmin die op abri’s in de stad Utrecht zijn geplaatst. Wordt de grammaticale fout (is degenezijn degenen) speciaal gemaakt ter onderscheid? Nee, het is een slordigheid die erdoor is geslipt. De opzet van de campagne is de promotie van de islam.

De campagne van Tasmin is slim bedoeld, want als een aspect van de islam in het Westen een slechte pers heeft dan is dat wel de vrouwonvriendelijkheid ervan. Een regel van marketing is om het meest negatieve punt van kritiek te pareren in de hoop dat zo de kern uit de kritiek wordt gehaald en de beeldvorming om kan slaan. Los van het kromme Nederlands lijkt succes onwaarschijnlijk vanwege het bezittelijk voornaamwoord hun in ‘hun vrouwen’ dat de vrouwen reduceert tot bezit van anderen. Da’s niet best. Stichting Tasmin doet er verstandig aan voortaan een Neerlandicus bij haar campagnes te betrekken om zulke fouten te voorkomen.

De PVV Utrecht liet het er niet bij zitten en kwam vandaag met een tegenslogan, een citaat uit de Koran: ‘Maar de vrouw van wie jullie ongehoorzaamheid vrezen, vermaant haar, laat haar alleen in haar rustplaatsen en slaat haar.’  Zo ontstaat de oorlog van de billboards: PVV Utrecht versus De Boodschapper. De PVV verwijt de media weg te kijken voor de tekst van De Boodschapper en deze kritiekloos geaccepteerd te hebben. Intussen zijn de media wel aangeslagen en wordt de campagne van De Boodschapper tegen het licht gehouden.

pvvu

Foto 1: Schermafbeelding van billboard in Utrecht van De Boodschapper

Foto 2: Schermafbeelding van persbericht ‘PVV Utrecht plaatst billboards’ van PVV Utrecht, 10 augustus 2015.

Overheidscampagne ‘Huwelijksdwang’ vermijdt verwijzingen islam

De campagne ‘Trouw tegen je wil‘ van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid beoogt de bevordering van de bewustwording over huwelijksdwang: ‘In Nederland hoef je niet te accepteren, dat je van je ouders moet trouwen met iemand waar je niet zelf voor gekozen hebt. (..) Hier in Nederland mag je niet gedwongen worden. Sterker nog, het is volgens de wet zelfs verboden.’ De site verwijst naar het onderzoek ‘Zo zijn we niet getrouwd’ (2014) dat in opdracht van Sociale Zaken door het Verwey-Jonker Instituut werd gehouden. Daaruit blijkt dat in Nederland jaarlijks een paar honderd gevallen van huwelijksdwang voorkomen.

Huwelijksdwang is een ernstig onderwerp dat een overheidscampagne rechtvaardigt. Maar er is iets geks aan de hand met het campagnebeeld. Uit het onderzoek ‘Zo zijn we niet getrouwd’ blijkt dat huwelijksdwang sterk gerelateerd is aan de islam: ‘Bij alle drie de thema’s [GK: Huwelijksdwang, achterlating en huwelijkse gevangenschap] hebben de meeste slachtoffers een islamitische achtergrond. Een hindoeïstische of christelijke achtergrond komt in (veel) mindere mate voor (5%).’ Zodat het logisch zou zijn dat de campagne zich op de grootste doelgroep zou richten: moslims of huwelijkspartners in een islamitische omgeving.

Maar dat doet de campagne niet. Vermijden van verwijzingen naar de islam is een bewuste keuze. Het vermijdt in woord en beeld verwijzingen naar de islam. De campagne spreekt in abstracties en richt zich tot wat op het oog doorsnee jong-volwassen Nederlanders lijken. Eerder in een neutraal-modernistische dan een conservatieve omgeving. Met eigen kamer, computer, zonder hoofddoek of geloofskenmerken. De doelgroep waar het om gaat krijgt geen gezicht. Is een campagne die zich in niemandsland afspeelt optimaal effectief?

Aanpak van eerwraak en vrouwenonderdrukking; hoe lang nog?

Keklik

Kamerlid Keklik Yucel (of Yücel) van de PvdA vertegenwoordigt binnen links een nieuwe manier van denken over de islam.  Een verademing na het oudlinks van Hedy D’Ancona die volgens een voormalig JS-voorzitter alles goedpraatte als het om de islam ging. Yucel ziet dat de islam in bepaalde gevallen functioneert als een gevangenis voor meisjes en vrouwen. Een schande dat een monsterverbond van linkse en christelijke politiek dit onrecht zou lang heeft laten voortbestaan. De politiek moet eindelijk eens krachtig stelling durven nemen.

Opnieuw toont de politiek verontwaardiging over eerwraak en andere vormen van vrouwenonderdrukking. Deze keer naar aanleiding van de moord van de moeder op een dochter in IJsselstein. Aangejaagd door kamervragen door de PVV aan staatssecretaris Fred Teeven en minister Lodewijk Asscher waarin niet vrouwenrechten centraal staan, maar massa-immigratie uit islamitische landen, denaturalisatie en uitzetting.

De PvdA en VVD zeggen zich geschokt te tonen. Eerwraak moet hard aangepakt worden. VVD-er Malik Azmani zegt dat voor dit soort middeleeuwse praktijken in ons land geen plaats mag zijn. Echt? Dat eerwraak in Nederland voorkomt en sommige molimvrouwen thuis worden opgesloten is toch al jaren bekend? Nog maar vier maanden geleden verscheen het rapport ‘Leven in gedwongen isolement’ van het Verwey-Jonker Instituut met de uitkomst dat er in Amsterdam 200 tot 300 vrouwen in gedwongen isolement leven.

Toch is er een omslag in het denken over dit onderwerp. Het verschil is dat er niemand meer is te vinden die een goed woordje wil doen voor een godsdienst die vrouwen onderdrukt. Electoraal is dat niet langer profijtelijk. Mede door de achteruitgang van de oudlinkse en christelijke politiek. Diegenen die dat ooit goedpraatten zijn tot het besef gekomen dat ze nog dommer zijn dan de onderdrukkers. De verandering ten goede gaat langzaam, ergerniswekkend langzaam, maar moet toch maar als een positief signaal opgepakt worden. Kamerleden als Keklik Yucel die zich inzetten voor vrouwenrechten moeten wel druk blijven zetten.

Foto: Schermafbeelding van een tweet van PvdA-kamerlid Keklik Yucel

Gekooide moslimvrouwen worden in Nederland aan hun lot overgelaten

Volgens het rapport ‘Leven in gedwongen isolement’ van het Verwey-Jonker Instituut leven er in Amsterdam 200 tot 300 vrouwen in gedwongen islolement. In opdracht van de gemeente Amsterdam onderzocht het instituut in 2011-2012 hoeveel ‘verborgen vrouwen‘ er in de hoofdstad zijn en met welke problematiek dat samengaat. De vrouwen zijn in meerderheid te vinden in wijken met de grootste concentraties islamitische bevolkingsgroepen. Als herkomstlanden worden ook Thailand, China, Vietnam, Brazilië, Portugal of Rusland genoemd. Maar de meerderheid komt uit islamitische landen als Marokko, Turkije, Tunesië of Pakistan.

PvdA-kamerlid Khadija Arib heeft kamervragen gesteld aan de ministers Ivo Opstelten van het ministerie van Veiligheid en Justitie, en Gerd Leers van Immigratie, Integratie en Asiel. Ze verwijst naar eerdere debatten over islamitische vrouwen die door hun echtgenoten thuis worden opgesloten en vraagt zich af wat de overheid in de afgelopen vijf jaar heeft gedaan om te zorgen dat deze vrouwen kunnen deelnemen aan de samenleving. Ze is benieuwd naar de resultaten van de aanpak. Arib vraagt zich verder af of het geïsoleerd houden van deze vrouwen een strafbaar feit is en wat de overheid concreet gaat doen aan de opsporing en vervolging.

Het gedwongen thuishouden van deze voornamelijk moslimvrouwen zie ik als een grote schande voor onze Nederlandse rechtsstaat. Ondergeschikt is of de motieven worden ingegeven door religieuze of culturele aspecten, of een combinatie daarvan. Deze vrouwen hebben recht op bescherming en recht op een eigen leven dat niet door mannen geleefd wordt. De vrijheid van godsdienst garandeert dat ieder individu de keuze heeft om zijn of haar godsdienst of levensovertuiging vrij te belijden. De overheid dient te waarborgen dat ieder in Nederland wonend individu in de praktijk die vrijheid heeft. Een misverstand is dat ingrijpen de vrijheid van godsdienst aantast. Juist het niet ingrijpen door de overheden tast de vrijheid van godsdienst aan.

Foto: Islam in Amsterdam

Nederland kent geen scheiding van kerk en staat

Wethouder Achmed Baâdoud van Amsterdam Nieuw-West wekt vertrouwen. Hij gaat voor de scheiding van kerk en staat. Tekenend is zijn reactie op een vraag over homo’s en de koran in een interview: Dat is precies de reden waarom je scheiding tussen kerk en staat hebt. Ik wil helemaal niet dat er geciteerd wordt uit de Koran over homo’s. Baâdoud draagt dit standpunt actief uit in een wijk met honderd verschillende nationaliteiten. Een heilig boek kan daarbij nooit de overkoepeling zijn, de rechtsstaat wel.

Achmed Baâdoud schaart zich hiermee achter burgemeester Eberhard van der Laan die opteert voor een strikte scheiding van kerk en staat. Dat lijkt een breuk met en correctie van zijn voorganger Job Cohen met diens idee van compenserende neutraliteit. Cohen bemoeide zich actief met de geloofsgemeenschappen en meende dat de plaatselijke overheid daarin een rol te moest spelen. In Cohens kielzog volgde Ahmed Marcouch als voorganger van Achmed Baâdoud hetzelfde denkbeeld.

Een strikte scheiding van kerk en staat betekent in Nederland echter niet dat religieuze instellingen geen overheidssubsidie krijgen. Voorstanders noemen dat pragmatisme, tegenstanders onduidelijkheid en het oneigenlijk oprekken van de scheiding. Zelfs een jongerenorganisatie als Youth for Christ die verdacht wordt van gesubsideerd zendingswerk krijgt in Amsterdam 500.000 euro subsidie. Op kosten van een overheid die zegt neutraal te zijn.

Merkwaardig is dat er regels, beleid noch overzicht is over alle overheidssubsidies aan religieuze en levensbeschouwelijke instellingen. Dat bleek deze zomer uit een onderzoek van Forum en het Verwey Jonker instituut. De scheiding van kerk en staat is minder strikt dan in het publieke debat wordt verondersteld. Terwijl de bevolking denkt dat het principe telt kijkt een lokale overheid uitsluitend naar effecten. In Nederland worden religieuze instellingen nog steeds actief en ruim ondersteund door de neutrale staat.

Foto: Henri Le Secq en “Le Stryge” Notre Dame de Paris, getotografeerd door Nègre in 1853