Bestuur Piratenpartij stapt over naar Forum voor Democratie. Partij is in rechtse richting bijgebogen. Hoe nu verder?

pir

Het schip van de Nederlandse Piratenpartij (PPNL) heeft ernstige averij opgelopen. De NOS bericht dat alle bestuursleden zijn overgestapt naar het Forum voor Democratie (FvD). Het vehikel dat Thierry Baudet rond zich opgetrokken heeft en nu meedoet aan de komende verkiezingen voor de Tweede Kamer. Het bevestigt mijn vermoeden dat de PPNL de afgelopen jaren in rechts vaarwater verzeild was geraakt. De overstap van leden van de in beginsel toch links-liberale of links-anarchistische PPNL naar de rechts-populistische FvD is een politieke oversprong die vrijdenkende Piraten het schaamrood naar de kaken jaagt. Of lijsttrekker Ancilla van de Leest die interviews afneemt voor Café Weltschmerz in politiek opzicht zoveel anders is betwijfel ik.

Op 15 juli 2012 maakte ik hier in een commentaar bekend dat ik lid was geworden van de PPNL. Tegen mijn natuur in omdat ik een natuurlijk wantrouwen heb jegens politieke partijen. Het was de toenmalige lijsttrekker Dirk Poot die me over de streep trok. Hij is een voormalig VVD-stemmer met een links-liberaal wereldbeeld. Iemand die als een wetenschapper bleef uitgaan van de feiten en geen complottheorieën optuigde door feiten te verdraaien. Vanaf 2013 analyseerde hij in de media scherp en deskundig de gebeurtenissen rond Edward Snowden en de NSA. Mij bleef het een raadsel waarom Poot met zijn genuanceerd beoordelingsvermogen en digitale expertise niet ingelijfd werd door de journalistiek of een NGO. Of door de overheid die liever met Bas Eenhoorn in zee ging. Maar bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer van 12 september 2012 had de PPNL niet meer dan een halve zetel gehaald. Mijn stem en steunbetuiging aan de partij hadden niet geholpen.

In 2014 en 2015 raakte de PPNL uit mijn gezichtsveld. Ik hield me verre van partijbijeenkomsten. De partij haalde nauwelijks de media nog. Tot ik in oktober 2015 een nieuwsbrief van de PPNL las en me doodschrok. Erin stond: ‘De opstelling van de PP t.o.v. de GeenPeil actie is besproken en er is besloten hieraan steun te verlenen omdat alle uitbreidingen van de democratische inspraakmogelijkheden welkom zijn.’ Dat was in de periode dat Geen Peil (voor het commercieel aanjagen van Geen Stijl) in de zomer van 2015 het Oekraïne-referendum had opgestart. Met partners zoals FvD. Naar nu achteraf valt te reconstrueren gebruikten de voormannen Jan Roos (Geen Stijl) en Baudet (FvD) dit referendum als carrière-opstapje naar de partijpolitiek.

Ik schreef op 30 oktober 2015 een brief naar het partijbestuur en vroeg om opheldering: ‘Deze opstelling van de PPNL treft me onaangenaam. Niet alleen omdat ik de campagne van GeenPeil als een conservatief en rechts-populistisch geluid inschat en de PPNL daartoe geen afstand houdt, maar juist omdat de PPNL het nog ondersteunt ook. De reden die wordt gegeven komt me eerlijk gezegd tamelijk naïef voor en doet me opnieuw twijfelen aan het politiek-strategisch inzicht van de leiding van de PPNL. Waar staat de PPNL nou eigenlijk voor als het steun geeft aan een conservatieve EU-scepticus als Thierry Baudet die de belangrijkste geestelijke vader van de campagne tegen het Associatieverdrag met Oekraïne is? (..)// Graag nodig ik het bestuur uit om duidelijk te maken wat de overwegingen waren van de PPNL om steun te verlenen aan genoemde campagne van GeenPeil. Van het antwoord laat ik mijn besluit afhangen of ik mijn lidmaatschap opzeg. Dit laatste bedoel ik niet als dreigement, maar eerder om aan te geven welk belang ik aan deze kwestie hecht. Een lidmaatschap van een politieke partij vat ik op als een afspraak van twee kanten. Ik meende in juli 2012 lid geworden te zijn van een links-liberaal-anarchistische beweging met mooie kernpunten over internetvrijheid, bestuurlijke transparantie, democratisering en andere onderwerpen die me aan het hart gaan en waarin ik me helemaal kan vinden. // Sinds 2012 bespeur ik weinig voortgang in de opbouw van de PPNL en het doordringen van het Piratengeluid in de publiciteit. Op een incidenteel optreden van Dirk Poot na waarvan het me trouwens meestal onduidelijk is of hij voor de partij of op eigen titel optreedt. Ik begrijp de organisatorische en financiële  problemen van de PPNL en wil daar niet te hard over vallen. Maar als de PPNL nu ook al steun verleent aan de campagne van GeenPeil dat ik inschat als een vehikel om de democratie en de EU te verzwakken dan voel ik me niet meer thuis bij zo’n PPNL. Ik zie het als een teken van het wegglijden van de PPNL in een richting die niet de mijne is. Hoe dat dan ook komt. Een halszaak is het allemaal niet. Zo gaat het nu eenmaal. Mensen ontmoeten elkaar en nemen weer afscheid. Vat dit schrijven dan ook niet op als kritiek, maar als een tussenbalans, als een teken van een buitenstaander die hoe dan ook constructief staat tegenover de PPNL.’ 

Constructief was ik tot vandaag. Ik heb dit 11 maanden laten rusten. Maar nu het bestuur van de PPNL in zijn geheel overstapt naar het FvD en ik evenmin vertrouwen heb in de koers van de huidige lijsttrekker voel ik me niet meer gebonden om te zwijgen. De top van de partij heeft de eigen denkbeelden verloochend.

Op 21 december 2015 kreeg ik een mailtje van de nieuwbenoemde penningmeester als reactie op het mailtje waarin ik om opheldering vroeg. Het antwoord bevatte zinsneden die me tegen de haren in streken. Zoals ‘Wie denk jij wel dat je bent als jij de mening van zeer veel Nederlanders kan afdoen als populair of conservatief’ en ‘In een (politieke)discussie is er geen foute mening, maar vrijheid van mening’. Ik laat het hier maar bij, ik vond het niet van het niveau dat ik verwachtte van het hoofdbestuur van een politieke partij. Ik antwoordde op 21 december 2015: ‘Hierbij zeg ik per 1 januari 2016 mijn lidmaatschap op de PPNL op. Ik verzocht via de secretaris om een uitspraak van het bestuur en krijg een in mijn ogen kwalitatief bedenkelijk antwoord van de penningmeester dat naar mijn idee ook nog eens persoonlijke opmerkingen bevat. Dat alles was niet wat ik voor ogen had en verwacht van het landelijk bestuur van een politieke partij. Bestuurlijk en politiek-inhoudelijk voel ik me niet thuis bij de huidige PPNL.’ Ik heb nooit antwoord gekregen van het bestuur.

Foto: Schermafbeelding van deel artikel ‘Het rommelt binnen de Piratenpartij’ van de NOS, 26 september 2016.

Eerlijke Verkiezingen. Wat is daar voor nodig? Een voorstel

ev

Via een petitie van de Vrouwenpartij kwam ik terecht bij de pressiegroep en ‘beweging ter bevordering van de radicale democratisering van Nederland’ Eerlijke Verkiezingen. Het is op juli 2014 opgericht en meent dat ‘er een machtssysteem is dat oneerlijk met haar stemgerechtigden omgaat’. Die kritiek klinkt aannemelijk. De Wet Financiering Politieke Partijen laat geen ruimte om beginnende partijen startsubsidie te geven. Zelfs niet op experimentele basis. Het verklaart waarom in Duitsland dat wel zo’n subsidie kent de Piratenpartie een vliegende start kon maken, terwijl de Nederlandse Piratenpartij rond de halve kamerzetel blijft hangen door onvoldoende middelen. Om mee te draaien in het systeem heeft in Nederland een politieke partij ten minste 1000 leden en een zetel in Eerste of Tweede Kamer nodig. Een hoge drempel die tot een stagnerend politiek stelsel zonder doorstroming leidt. Even opvallend is trouwens het feit dat partijen niet makkelijk verdwijnen.

Eerlijke Verkiezingen ziet oneerlijke aspecten in het politieke bestel dat niet beredeneerd wordt vanuit de volksvertegenwoordiging, maar vanuit de politieke partijen. Die ondanks alle maatschappelijke en technische veranderingen nog op dezelfde manier opereren als in de tijd dat ze opgericht werden. De meeste vlak na de Tweede Wereldoorlog, maar de voorlopers ervan al eind 19de eeuw. Politieke partijen opereren nog steeds door interne disciplinering, mandatering en interne organisatie binnen een papieren werkelijkheid die niet alleen vanwege de financiering, maar ook vanwege de wettelijke bepaling door de staat opgelegd wordt.

Kan het politieke bestel zonder dat het volledig overhoop gegooid wordt en de continuïteit in gevaar komt anders ingericht worden zodat er verse lucht in het systeem komt? Daartoe is een mentaliteitsverandering nodig die ten koste gaat van de macht van de politieke partijen. Een begin van verandering kan bestaan uit de volgende maatregelen, gevolgd door een evaluatie met als doel meer burgerparticipatie: 1) Aanpassing van de Wet Financiering Politieke Partijen door het mogelijk maken van startsubsidies zodat nieuwkomers makkelijker kunnen toetreden; 2) Vaststelling van een quotum (zeg: 10%) binnen het openbaar bestuur voor functies (wethouders, burgemeesters) die niet door de politieke partijen worden ingenomen en de aantrekkelijkheid van die partijen op termijn terugdringt; 3) Invoering op lokaal niveau van vormen van E-Democracy om te experimenteren met technische digitale middelen en directe aanspreekbaarheid van burgers; 4) Aanpassing van de wettelijke bepalingen om burgerbewegingen gelijk te stellen aan traditionele politieke partijen.

Foto: Schermafbeelding van ‘Maakt dit eerlijke verkiezingen?’ van burgerbeweging ‘Eerlijke Verkiezingen’.

Waarom breken Piratenpartijen niet door in Europarlement?

oorlog-zoeklicht04

De druiven zijn zuur voor de Europese piraten. De in het Europarlement vertegenwoordigde Zweedse parlementariërs Christian Engström en Amelia Andersdotter verdwijnen omdat de Zweedse Piratenpartij bleef steken op 2,2%. Te weinig voor een zetel. In schril contrast met de 7,13% uit 2009. De enige vertegenwoordiger van de Piraten in het Europarlement van 751 leden wordt de Duitse Piraterin Julia Reda. Op een haar na miste de Duitse Piratenpartei een tweede zetel. De Nederlandse Piratenpartij haalde 0,8%.

Voorvechter van de Europese Piraten die aangelopen weken vele nationale Piratenpartijen hielp met hun campagne Rick Falkvinge houdt in een analyse de moed erin en zoekt met een zoeklicht naar lichtpuntjes. Hij wijst op oplopende steun in Tsjechië (4,8%), Oostenrijk (2,1%), Luxemburg (4,23%) en Slovenië (2,57%). Maar is objectief genoeg om het een pijnlijk langzame verbetering te noemen. Z’n tegenbewijs dat ‘the political world tends to be that painfully slow for people coming from the Internet’ klopt niet zoals het Zweedse voorbeeld toont. De Piraten boeren als ‘politieke familie’ achteruit. Alleen die politieke werkelijkheid is relevant. 

De kritiek vanuit nationale Piratenpartijen op de institutionele media die politieke partijen die toe willen treden tot het politieke bestel bewust geen platform bieden snijdt hout. Dit is ernstig voor wie de media als controleur van de macht wenst te zien. Dat moet geen poortwachter zijn die de deur sluit. Falkvinge zette op een rijtje hoe de Zweedse Piratpartiet -niet eens een kleine partij- door de Zweedse media steeds weer van debatten, kieswijzers en verslaggeving werd uitgesloten. Dat mechanisme van bewuste uitsluiting werkte ook op Europees niveau. De Zweedse piraat Amelia Andersdotter werd op oneigenlijke gronden uitgesloten van deelname aan de debatten tussen de kandidaten voor het voorzitterschap van de Europese Commissie.

Ook in Nederland werd de Piratenpartij zo goed als genegeerd door de institutionele media en kon daarom het gedachtengoed nauwelijks doordringen tot het electoraat. Een toetredende politieke partij die nog niet in een parlement vertegenwoordigd is ontvangt volgens de Wet Financiering Politieke Partijen in Nederland geen overheidssubsidie en is afhankelijk van free publicity. Als dat zo goed als ontbreekt, dan wordt het onmogelijk om de eigen stem tussen de gevestigde partijen te laten horen. In Duitsland is dat anders geregeld. De Piratenpartei kon zich al professionaliseren en publiciteit maken zonder dat het nog vertegenwoordigd was.

Het is lastig om de vinger te leggen op de nederlaag van de Piratenpartijen. Hun opmars gaat te langzaam. Onbegrijpelijk in het jaar van Edward Snowden, de NSA en de massale spionage van burgers. Ook door tal van Europese landen. Een verklaring is dat Groenen en links-liberale partijen als D66 deze kritiek succesvol weten te verwoorden. Sommige piraten beschouwen dat als opportunisme. Maar omdat het past binnen het gedachtengoed van deze partijen is dat de vraag. Als ze dit gewetensvol blijven doen, dan maakt het niet uit wie de kritiek verwoordt. Voor de bewering dat de institutionele media en de gevestigde politieke partijen de Piratenpartijen uitsluiten zijn voldoende aanwijzingen. Da’s zorgelijk omdat het raakt aan het functioneren van de journalistiek en het politieke bestel. Daarover kunnen de Piratenpartijen met andere nieuwkomers die bewust uitgesloten worden, zoals de Libertarische partijen, een breed maatschappelijk debat opstarten.

Foto: Zoeklicht, 1944.

Oproep tot fundamenteel debat over organisatie van Piratenpartij

162193713

Er moet niet te zwaar getild worden aan het feit dat Erwin Lensink namens de Piratenpartij verkiesbaar is voor de gemeenteraadsverkiezingen in Nijmegen. Lensink is landelijk bekend als de waxinegooier. De Piratenpartij is er niet blij mee. Het is een incident dat in alle partijen kan voorkomen. Of staat het voor meer dan dat?

Binnen de partij is in de coördinatie veel misgegaan. Eerst zou het bestuur niet geweten hebben wie ‘Erwin’ was, maar toen weer wel zoals uit een persbericht blijkt. Later beweerde Dirk Poot dat Lensink zich op eigen houtje aangemeld zou hebben bij de Kiesraad, maar zoals BB meldt kan dat niet omdat het ‘H3-1-formulier was per ongeluk al getekend door de voorzitter‘. Toen diende het partijbestuur bij de Raad van State een dag te laat een bezwaarschrift in tegen de verkiesbaarheid van Lensink namens de partij. Een reeks van foutjes. 

Vraag is of de fouten samenhangen of los van elkaar zijn ontstaan. Het ligt trouwens nog ingewikkelder als blijkt dat de Nijmeegse piraten niet en de ledenraad en het landelijk bestuur wel aan de verkiezingen mee wilden doen. Er lijkt sprake van een bedrijfscultuur binnen de Piratenpartij die gekenmerkt wordt door een tekort aan centrale regie. Overigens een keuze waar de meerderheid van de leden op de ledenraad bewust voor kiest. Het is een gevolg van de afweging tussen basisdemocratie en uniformiteit. Met voor- en nadelen. 

Als lid van de Piratenpartij heb ik me de afgelopen jaren herhaaldelijk in discussies op internet met andere leden gemengd over de vraag hoe de afweging tussen centrale regie en basisdemocratie gemaakt kan worden. Intussen ben ik daar mee gestopt. Ik zie aan beide standpunten voor- en nadelen, maar neig toch naar meer centrale sturing. Zeker als het om verkiezingscampagnes gaat die nu eenmaal continuïteit, eenduidige beeldvorming en doelmatig omgaan met middelen vragen. En een snelle en daadkrachtige aanpak in de concurrentie met andere partijen. De Piratenpartij is ondanks alles en het bij sommige leden bestaande idee van eigen ‘exceptionalisme’ in de eerste plaats een ‘normale’ politieke partij en geen pressie- of actiegroep.

Haperingen, dilemma’s en foutjes zijn naar mijn idee terug te brengen tot het zelfbeeld van de piraten. Dat schuurt. Daarom blijft de doorbraak uit. Piraten komen met liberale eisen, maar velen voelen zich anarchisten en buitenstaanders. Hoe kan een maatschappijcriticus als Erwin Lensink zich anders tot de partij aangetrokken voelen? Het geeft te denken dat een partij die als kernpunten onder meer transparant bestuur, internetvrijheid en privacy/ burgerrechten heeft zo weinig steun verwerft in het jaar dat Edward Snowden, de NSA en de blunders van minister Plasterk het nieuws beheersten. Het is de hoogste tijd voor een fundamenteel debat over een andere organisatie waarbij niet de rol van de ledenraad maar de potentiële kiezers centraal staan.

Foto: Vakulenchuk, de leider van de opstand op de Potemkin. Still uit ‘Bronenosets Potemkin‘ (1925) van Sergei Eisenstein.

Burgerbeweging Partido X daagt in Spanje de macht uit

px

De analyse dat het politieke bestel samenleving en burgers niet meer vertegenwoordigt en de democratie niet meer werkt leidt alom tot nieuwe ideeën, ambities en initiatieven. Velen nemen afstand van de gevestigde politieke partijen omdat ze feitelijk met elkaar een eén-partijstaat vormen. Zo ontstaan nieuwe bewegingen. In Italië is er de populistische Beppe Grillo met z’n Vijfsterren-beweging. In Europa zijn overal Piratenpartijen in opkomst. Met als speerpunt e-democratie om de politiek naar de huiskamer van de burger te brengen. Met succes in Duitsland. In IJsland is de internationale piraat Jón Gnarr burgemeester van Reykjavik.

In Spanje is er sinds een klein jaar de burgerbeweging Partido X die voortkomt uit de indignados. Het claimt voor ware democratie te gaan. Het hoopt dat het oude politieke establishment verdwijnt: ‘Thus, the political elite as it was known in the old regime disappears, replaced by elected public employees who compile and implement in an effective manner, the solutions expressed by the expert knowledge society.Partido X heeft maar een programmapunt: ‘Democracia y punto’, ofwel democratie, punt.’ Transparantie, machtsdeling, e-democratie en referendum zijn de middelen om democratie terug naar de burger te brengen. Of Partido X slaagt is de vraag. Hoe kan het de gevestigde politiek en bedrijfsleven passeren? Maar als eer een oplossing komt voor de huidige stagnatie dan kan deze alleen komen van kleine partijen als de Piraten of Partido X.

dem

Foto 1: Schermafbeelding van het Engelstalig manifest van de Spaanse Partido X, 21 oktober 2013.

Foto 2: Schermafbeelding van de vier mechanismen om democratie te bereiken en te garanderen. Want ‘In een echte democratie kunnen de burgers een stem en controle hebben over beslissingen die invloed op ons hebben‘. Dat zijn: transparantie van het openbaar bestuur, wettelijke macht aan de burger, echte verkiezingen en een bindend referendum. 21 oktober 2013.

Falkvinge ziet perspectief in een vrij internet. Terecht?

De Zweedse oprichter van de Piratenpartij Rick Falkvinge wijst op de paradox van het internet. Onze ouders en grootouders stuurden elkaar per post brieven die niet door de overheid gelezen werden. Nu hebben we het internet dat dat als een symbool van openheid en transparantie leidt tot spionage, beperkingen, vervolgingen en detenties. Falkvinge erkent de paradox, maar ziet de werelden van openheid en restricties naast elkaar bestaan. Dat houdt zicht op een internet waar fundamentele vrijheid mogelijk is. De autoritaire greep naar de macht door het Amerikaanse ‘keizerrijk’ verklaart-ie door de wetmatigheid dat alle keizerrijken uiteindelijk instorten. Onder verwijzing naar de slechte economische situatie van de VS verklaart Falkvinge de spionage door de Amerikanen als een overlevingsstrijd. Of liever gezegd: een vertraging van de ineenstorting.

Falkvinge probeert hoop op een vrij internet te bieden door de Amerikaanse greep naar de macht als een afwijking in de geschiedenis op te vatten. Dat zicht op hoop is verklaarbaar omdat internetvrijheid een kernpunt van Piratenpartijen is. Maar heeft-ie gelijk? De Amerikanen hebben door de samenwerking met techbedrijven als Apple, Microsoft, Yahoo en Microsoft het internet wereldwijd in hun greep gekregen. Een nieuw keizerrijk met (nu nog) minder technische middelen als China streeft echter precies dezelfde greep na. En ook de bondgenoten van de VS werken er actief aan mee onder het volle besef dat ze de fundamentele vrijheden op internet inperken. Een andere wetmatigheid is dat machten nooit vrijwillig macht inleveren. Zelfs als bestaande ‘keizerrijken’ instorten ontstaan er nieuwe die hun burgers via het internet in hun greep zullen willen houden. Moeten we niet constateren dat het internet als vrijplaats een achterhaald begrip is geworden?

Kan Piratenpartij uitdaging aan op twee kompassen te varen?

f073dcebae41474293aaf97bf012f0f6-576x0

Hoe moet de politieke partij van de toekomst eruit zien? Hier een terugkerende vraag op zoek naar de graal. Want onderzoekers en critici delen de observatie dat de rol van de partijpolitiek in z’n tegendeel is verkeerd. Welke bouwstenen zijn nodig? Wat is de stok achter de deur die de burgers in handen kunnen nemen om de huidige partijpolitieke organisaties die zowel de macht verdelen als de regels van het spel bepalen tot nieuwe vormen van representatie te dwingen zodat die burgers beter betrokken worden in de machtsdeling?

Ik blijf somber dat bewustwording over verandering op korte termijn mogelijk is. Politieke partijen hebben er geen belang bij om de macht te delen. Gevestigde media zitten gevangen in het paradigma van partijpolitiek. Ze komen er niet aan toe om daarbuiten te denken. Zo wordt politiek nooit meer dan verdeling van bestaande macht. Restauratie door cosmetische ingrepen is het hoogst haalbare. Zo komt bewustwording nooit op gang en wordt de ene traditionele partij op z’n best vervangen door de andere. Dat brengt machtsdeling en nieuwe democratie niet dichterbij. Maar somberen helpt evenmin. Een samenleving die om de 10 jaar van karakter wijzigt dwingt vanzelf veranderingen af. Door daarop vooruit te lopen kunnen we de ontwikkelingen helpen.

In de sfeer van de piratenpartijen bestaat het idee dat e-democratie de oplossing biedt. Dus de inspraak vanaf de basis met de techniek van het internet. In een interview met het Italiaanse l’Espresso is Julian Assange sceptisch over de technische mogelijkheden. Die visie komt overeen met het standpunt van Juan Carlos De Martin dat e-democratie slechts de helft van de oplossing is. Bemiddeling door gedelegeerden en politiek handwerk blijft nodig. Over de beweging van Beppe Grillo zegt Assange dat het zo kan functioneren vanwege het leiderschap van Beppe Grillo. Het overleg binnen de Berlijnse Piratenpartie ziet Assange als een ramp.

Dat meningsverschil over de mate van centralisatie scheidt de geesten binnen de Nederlandse Piratenpartij. Mogelijk is het debat over de opbouw van de organisatie er een verklaring voor dat een partij die alles mee lijkt te hebben toch niet doorbreekt. Dat met kernpunten, inlevingsvermogen en gerichtheid van de achterban die bijna ideaal aansluiten bij de wereld van vandaag. De uitdaging voor partijen van morgen is om zich niet op te laten nemen in het traditionele bedrijf van de politieke partijen, maar toch professioneel te opereren als een politieke partij. De fusion tussen oud en nieuw, tussen leiderschap en stuurloosheid, tussen deskundigen en leken is de oplossing voor nieuwe partijen die niet in oude valkuilen willen wegzakken. Met als complicatie dat ze op twee kompassen moeten varen. Het ene om een plaats te vinden tussen de andere politieke partijen, en het andere om de politiek als bedrijf naar een politiek bestel te voeren waar de burger stevig meepraat.

Foto: Op de brug van een oorlogsschip speurend naar U-boten, Tweede Wereldoorlog.

IJslandse piraten succesvol bij nationale verkiezingen

piratar

Birgitta Jónsdóttir, Jón Þór Ólafsson en Helgi Hrafn Gunnarsson zijn volgens recente uitslagen gekozen in het IJslandse parlement, de Alþing voor de Piratenpartij (Pírötum). De partij haalde met 5,1% net de kiesdrempel van 5%. Het is voor het eerst dat Piraten in een nationaal parlement zijn gekozen. Zoals alle Piratenpartijen hebben de IJslandse piraten als focus de vrijheid van meningsuiting, transparant bestuur, bescherming van de burgerrechten en het tegengaan van censuur en het waarborgen van de informatievrijheid.

Volgens de Zweedse piraat Rick Falkvinge is de prestatie van de piraten bijzonder omdat de partij pas negen maanden geleden werd opgericht. Dus een perfecte perceptie. Maar Falkvinge herinnert eraan dat de partij een voorgeschiedenis heeft. Oprichtster van de Piratenpartij is de publiciste, ontwerpster en Wikileaks-supporter Birgitta Jónsdóttir die eerder lid was van de bewegingen ‘van onderop’ Citizens’ Movement en The Movement. Het gedachtengoed komt niet uit de lucht vallen en is mede door de IJslanders vormgegeven. Het resultaat voor de Piratenpartij kan opgevat worden als herschikking van de non-conformistische stem.

In het gevecht om deze stem mengde zich ook de burgemeester van Reijkjavik Jón Gnarr van de Best Party die vorige week op een conferentie in Kazan officieel is geintegreerd in de Internationale Piratenbeweging. Met de nationale partij Bright Future (Björt framtíð) haalden deze andere piraten 8,3% van de stemmen. Met Brynhildur Pétursdóttir, Páll Valur Björnsson, Guðmundur Steingrímsson, Róbert Marshall, Óttarr Proppé en Björt Ólafsdóttir heeft de meer klassiek-linkse Bright Future zes vertegenwoordigers in de Alþing. Zodat er in totaal negen vertegenwoordigers van Piratenpartijen in het IJslandse parlement zijn gekozen. Overigens zijn de verkiezingen gewonnen door centrumrechts dat centrumlinks aflost. Bjarni Benediktsson is beoogd premier.

Valt uit de resultaten van de IJslandse piraten iets te leren voor andere Piratenpartijen, zoals de Nederlandse? Waarschijnlijk is het nog te vroeg voor een analyse, maar niet onbelangrijk lijkt dat het aanspreken van de non-conformistische stem in andere partijen een succesvolle electorale strategie kan zijn. Voor Nederland valt te denken aan de achterban van GroenLinks, D66 en SP. Daarnaast zijn krachtige personen als Birgitta Jónsdóttir, Jón Gnarr of Óttarr Proppé niet bang om zich aanspreekbaar op te stellen en zich zichtbaar te maken voor de kiezers. Precies waar het de Nederlandse piraten aan ontbreekt. Ze zijn sinds september 2012 onzichtbaar in het publieke debat en bouwen zo geen voorgeschiedenis voor een heldere toekomst op.

Foto: Logo van de IJslandse Piratenpartij Pírötum.

Piratenpartij als proefproject: het belang van de continue dialoog

vasquez-laptop

Overal klinkt de kritiek dat politieke partijen geen antwoorden hebben op urgente vragen. Maar de politiek is het domein van politieke partijen. Ze maken er de macht uit en verdelen onder elkaar de functies in het openbaar bestuur. J.W. Oerlemans sprak van de eenpartijstaat en het MPP-begrip waarin Monarchie en Politieke Partijen samenwerken. Spelregels dicteren dat belangen via politieke partijen worden behartigd. Wie zich buiten dat systeem opstelt heeft niets te vertellen. Maar wie meedoet gaat aan bijziendheid leiden.

Hebben nieuwe partijen de oplossing? De Piratenpartij presenteerde voor de verkiezingen van september 2012 e-democratie als middel dat de burger bij de politiek kon betrekken met als opzet dat een politieke partij niet in zichzelf gekeerd wordt. De begrippen Liquid Feedback en interactieve democratie zongen rond. Maar hoe ze voor de alledaagse praktijk te ontwikkelen? Hoewel het aan mijn eigen afzijdigheid kan liggen is me als lid van de Piratenpartij sinds een jaar nog nooit mijn stem gevraagd voor de besluitvorming.

Juan Carlos De Martin ziet in La Stampa de e-democratie als de helft van de oplossing. De Vijfsterrenbeweging van Beppe Grillo pleit voor de overstap van de representatieve democratie naar directe vertegenwoordiging door middel van internet. Het klinkt veelbelovend dat de leden door online te antwoorden een besluit over voorstel A of B nemen. Maar hoe wordt een technisch middel tot politiek? De Martin ziet eerder aanvulling dan uitsluiting van de twee systemen als oplossing. Ik stipte hetzelfde aan. Hoewel De Martin focust op Italië is het ook van belang voor Nederland om de burger meer macht te geven in het politieke systeem ten koste van de politieke partijen. Want ze gaan uit van hun eigen voortbestaan en de banenmachine voor de eigen leden.

Italiaanse partijen monopoliseren het openbare leven zonder een hoog ledental. Zonder de politiek af te schrijven zijn de Italianen ontevreden met hun functioneren. En door de globalisering is sinds de jaren ’70 de ongelijkheid toegenomen en de besluitvorming gefragmenteerd en geoutsourcet. Volgens De Martin hebben de burgers daarom het gevoel in een ondoorzichtige democratie te leven. Die ook nog eens zwak is.

Juist in de tijd dat de democratie verzwakte kregen steeds meer mensen computers tot hun beschikking. Ze gebruiken internet om informatie te vinden, hun mening te geven, onderling te communiceren en zich te verenigen. Zoals de Vijfsterrenbeweging of de Piratenpartijen leren. Opgestapelde kennis bij burgers is groter dan die in de ambtenarij of politiek. Maar door de politiek wordt dat genegeerd. De politieke partijen sluiten zich in hun eigen werkelijkheid af voor deze nieuwe ontwikkelingen. Overheden blokkeren instrumenten voor directe democratische participatie. Zelfs een proefproject voor e-democratie is in Nederland nooit opgestart.

De Martin ziet de kunst van de politiek als essentieel voor de democratie. Deugden als aanpassingsvermogen,  behoedzaamheid, verzoening en compromis blijven een voorwaarde om politiek te bedrijven. Hoe kan de e-democratie die een heel land omspant deze deugden integreren? Ander kritiekpunt voor een eenzijdige focus op e-democratie is dat vooral de zwakkere groepen ondervertegenwoordigd zijn op internet. En democratie eist nu eenmaal overleg en afwegingen. Juist om tot een integrale aanpak met samenhang te komen.

clt1 foto grande--330x185--330x185

De Martin geeft een oplossingsrichting die te vaag is om werkbaar te zijn. Hij blijft hangen in zijn suggesties voor de toekomst om de representatieve democratie om te vormen tot een democratie met meer participatie. Voor Nederland lijkt daar in de gevestigde politiek weinig kans op. Vernieuwing van het kiesstelsel wordt door de gevestigde politieke partijen geblokkeerd. In de Nederlandse politiek klinken geluiden zoals die van Anton Zijderveld dat de kloof met de burger eerder te klein dan te groot is omdat ‘de geestelijke elites in de verschillende sferen van onze maatschappij van eminent belang zijn‘. Zonder dat het hardop wordt erkend bepaalt dit regentesk denken nog steeds het gedachtengoed van de Nederlandse gevestigde politieke partijen.

Het klinkt weinig hemelbestormend, maar een evolutie die e-democratie integreert in de representatieve democratie is de oplossing om uit de huidige politieke crisis te komen. Een nieuwe partij als de Piratenpartij kan de uitdaging aannemen om de burger de politiek in te trekken en het belang van de politieke partijen te verminderen. Maar wel met inachtneming van het besef dat e-democratie geen wondermiddel is en het politiek handwerk van compromis, continuïteit en aanpassingsvermogen noodzakelijke voorwaarden zijn.

Foto 1: Vasquez in La Stampa.

Foto 2: Illustratie bij artikel van Juan Carlos De Martin in La Stampa.

Europa jaagt The Pirate Bay richting Noord-Korea

Kim-Jong-un-560x483

Update 5 maart: Blogger William volgt het technische pad van TPB en komt niet uit in Noord-Korea, maar in Duitsland. Na een bepaalde server in Frankfurt wordt het volgens hem fake. Dat laat onverlet dat Noord-Korea politieke dekking geeft aan de TPB. Wat William doet is niet zonder risico. Hij zet de auteursrechten-industrie op het juiste pad. De noodzaak voor TPB om weldra echt te verhuizen naar een ver land neemt erdoor toe.  

Vandaag was het een slechte dag voor de Europese informatievrijheid. The Pirate Bay is door toedoen van de auteursrechten-industrie gesloten in Noorwegen en weer geopend in Noord-Korea. Aldus internetactivist en oprichter van de Zweedse Piratenpartij Rick Falkvinge. De absurditeit van de situatie is onmiskenbaar. Wat een paradox om voor een vrij internet uit te wijken naar een van de meest gesloten en onvrije landen ter wereld.

De gedwongen verhuizing is triester dan absurd. Reden is dat Noord-Korea goede sier maakt en de servers er onbereikbaar zijn voor de lange arm van de Amerikanen en hun handlangers, zoals dat smalend kan worden gezegd. Een van de meest krachtige websites voor de bescherming van de vrijheid van meningsuiting die tegen de Amerikaanse belangen indruist staat nu in Noord-Korea. Falkvinge vindt het onvoorstelbaar.

De gastvrije ontvangst van The Pirate Bay in Noord-Korea doet denken aan recente mediaontwikkelingen die een teken zijn van afnemende vrijheid in het Westen. Engelstalige nieuwszenders als Russia TodayPressTV en Al Jazeera snijden onderwerpen aan die westerse media niet aandurven omdat ze controversieel geacht worden. Zo werkt censuur, zelfcensuur of economische dwang. Deze ontwikkeling bevestigt het falen van westerse media. Julian Assange zocht asiel in de Ecuadoriaanse ambassade te Londen omdat de Amerikanen hem dicht op de hielen zaten. En nu dan The Pirate Bay. Wat volgt? Wanneer gaat Europa zich eens zelfverzekerd teweer stellen tegen de Amerikaanse invloed? Een Europese oplossing verdient de voorkeur.

Foto: De Noord-Koreaanse leider Kim Jong-un tussen militairen.