Mijn kritiek uit 2015 op de verrechtsing van de Piratenpartij vindt een ontknoping in de zaak van Floor Drost tegen FvD

De geschiedenis kent geen genade, maar soms wel gerechtigheid. In 2012 werd ik lid van de Piratenpartij. Dat was min of meer tegen mijn principes in omdat ik geen groepmens ben en afstand houd tot clubjes. Maar soms maak je tegen beter weten in de inschatting dat je niet aan de kant kunt blijven staan.

Nou, dat heb ik geweten. Mijn eerste politieke liefde was de PSP die tamelijk standvastig was en bij mijn toenmalige gedachtenwereld paste, maar ophield te bestaan en in GroenLinks opging dat tot op de dag van vandaag anti-democratische relicten in zich draagt. En mijn laatste liefde was de Piratenpartij die zichzelf voortdurend in de voet schoot en waar het amateurisme welig tierde. Het nihilistisch libertarisme van de piraten manifesteerde zich in een houding van ‘alles kan’ wat resulteerde in een gebrek aan standvastigheid, politiek inzicht en ruggengraat. Volkomen koersloos.

Eind 2015 zegde ik mijn lidmaatschap van de Piratenpartij op vanwege de steun van het toenmalige bestuur voor de campagne tegen het Associatieverdrag van de EU met Oekraine. Daar was ik een voorstander van. De Piratenpartij sloot zich mentaal en politiek aan bij de radicaal-rechtse rafelranden van het politiek-maatschappelijke spectrum.

Ik deed herhaalde pogingen om met het bestuur in gesprek te gaan over de Rusland-politiek, maar kreeg geen antwoord en uiteindelijk zo’n onbenullig en schofferend antwoord dat me alleen maar bevestigde in mijn twijfel over de verrechtsing van de Piratenpartij. Wat de Piratenpartij eind 2015 zei sloot aan bij de feitenvrije onzin die Baudet in die campagne over Oekraïne uit zijn duim zoog.

Op 1 januari 2016 was ik weer partijloos. Terug in mijn natuurlijke habitat: politiek dakloos en wars van het gekonkel en de fundamentele tekortkomingen van de partijpolitiek waar uiteindelijk elk principe wijkt. Waarmee ik overigens partijpolitiek niet veroordeel, want ik ben en blijf een aanhanger van centristische politiek die opteert voor geleidelijke, maar continue hervormingen. Ik zeg alleen dat partijpolitiek mij niet past.

In drie jaar tijd was de Piratenpartij van links-liberaal (vertegenwoordigd door de kritische arts Dirk Poot) opgeschoven naar rechts-radicaal en daar wilde ik geen deel van uitmaken. Het is het hoefijzermodel in volle werking. Dat manifesteerde zich in september 2016 definitief in de publiciteit toen het toenmalige bestuur van de Piratenpartij overstapte naar FvD.

De Piratenpartij was gekaapt door rechtse hardliners. Ik heb nooit echt begrepen of dat voortkwam uit naïviteit en gebrek aan politiek inzicht van de betrokken kaderleden of een bewuste keuze voor radicaal-rechts was. Daarna is er in de publiciteit weinig meer vernomen van de Piratenpartij. De 24-uurs beroemdheid was voorbij. Het rad van fortuin draaide sinds 2016 hard naar rechts.

Wie schetst echter mijn verbazing toen ik afgelopen dagen de naam Floor Drost tegenkwam in de publiciteit. Een bericht in Het Parool laat weten dat kritische leden van FvD die zich niet kunnen vinden in de ultra-rechtse koers van Thierry Baudet en de vermeend gebrekkige procedure rond het referendum hun pogingen hebben gestaakt om dit via een rechtszaak aan te kaarten. Want FvD zou toch ‘een lege huls zijn’. Maar ze haken wel aan bij een zaak die Floor Drost begonnen is: ‘Almekinders, Weijers en Vogelaar gaan nu een rechtszaak steunen die FvD-lid Floor Drost heeft aangespannen tegen het bestuur’.

Welnu, Floor Drost krijgt nu een beschimmeld koekje van eigen deeg. Want zij was in 2016 een van de bestuursleden van de Piratenpartij die overstapte naar FvD. Achteraf is haar naïviteit nog groter dan die in 2016 al bleek. Want de reden die ze in 2016 bij haar overstap van de Piratenpartij naar FvD gaf was volgens dit bericht in het AD: ‘Met gemengde gevoelens mijn bestuursfunctie bij @Piratenpartij neergelegd, omdat gestelde transparantie niet transparant bleek te zijn’.

Men houdt het niet voor mogelijk. Namelijk iemand die bestuurslid van een landelijke politieke partij is en vanwege het gebrek aan transparantie van de eigen politieke partij overstapt naar FvD omdat daar de transparantie groter zou zijn. De foute inschatting van Floor Drost is immens. Ze komt nu vier jaar later zichzelf tegen. Ze vluchtte uit de Piratenpartij naar Isfahan om daar binnen FvD de dood van de transparantie mee te maken. Tot dat inzicht is ze uiteindelijk gekomen. Van zulke tegenstanders heeft Baudet niets te vrezen. Het amateurisme in de politiek tiert welig. Ik neem er vanaf de zijlijn met genoegen kennis van.

Foto: Schermafbeelding van deel eigen commentaarBestuur Piratenpartij stapt over naar Forum voor Democratie. Partij is in rechtse richting bijgebogen. Hoe nu verder?’ van 26 september 2016.

Wat is de reden en timing van een onthulling van Nieuwsuur en De Volkskrant over de AIVD die Russische hackers VS zag aanvallen?

Hoewel het een onthulling van de eerste orde lijkt, heeft Kremlin-woordvoerder Dmitri Peskov gelijk dat de bewijsvoering van Nieuwsuur en De Volkskrant flinterdun is en de toets der kritiek niet kan doorstaan. Hoewel het buitensporig van hem is om er het etiket ‘anti-Russische hysterie’ op te plakken. Iets te veel Pavlov van Peskov. Wie zich wil baseren op harde, concrete feiten vindt niks. De logica van het scenario en het optreden van de feiten in een unieke, dwingende samenhang moeten het doen. Precies dat is wat westerse media het Kremlin verwijten als dat weer eens met scenario’s over de Donbas, MH17 of de Krim komt. Het kan kloppen, maar harde bewijzen ontbreken. Uiteraard heeft dat met de sector van de inlichtingendiensten te maken waar data geheim zijn en geheim moeten blijven om de tegenstander niet in de kaart te laten kijken over wat men weet en hoe men werkt. Het lijkt erop dat de AIVD en de MIVD onder regie van respectievelijk het ministerie van Binnenlandse Zaken en Defensie op eigen voorwaarden en naar eigen goeddunken en zonder veel inzicht te geven in de achtergronden dit nieuws selectief en mondjesmaat hebben gelekt. Wat is het doel ervan?

Het item van Nieuwsuur over dit onderwerp was ongelijkmatig en rommelig, niet optimaal vormgegeven en redactioneel verkeerd afgeperkt. Het was gekoppeld aan de actualiteit van de dag over het Mueller-onderzoek in Washington. Dat had niets met dit aspect te maken omdat zich dat in een recent verleden afspeelt. Het leek of de redactie van Nieuwsuur over de Nederlandse inlichtingendiensten onvoldoende kennis naar boven had gehaald om er een robuust item van te kunnen maken. Huib Modderkolk van De Volkskrant deed het beter, maar ook hij kwam niet verder dan aannames en het onderstrepen van de geloofwaardigheid van een scenario. Daarbij komt nog de vraag waarom Nieuwsuur en De Volkskrant dit naar buiten konden brengen omdat ze er de positie van AIVD en MIVD mee hebben verslechterd. Wat velen zien als een finest hour van de Nederlandse onderzoeksjournalistiek, kan daarom ook negatiever opgevat worden.

Dit soort onthullingen is bijna nooit gevolg van autonoom journalistiek spitwerk, maar bijna altijd gevolg van een lek bij een overheidsdienst die er zelf iets mee wil bereiken. Bijvoorbeeld om er de publieke opinie mee te beïnvloeden. Op 21 maart 2018 vinden gemeenteraadsverkiezingen plaats en is er een referendum over de nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv). Door tegenstanders ervan ook wel de sleepwet genoemd. Het is vanuit de wetmatigheid van dit soort onthullingen daarom verstandig om er rekening mee te houden dat wat via Nieuwsuur en De Volkskrant wordt onthuld of gelekt op zijn minst een hogere hand van de overheid bevat. Een onzichtbare hand die een eigen doel nastreeft en in de onthulling met stilzwijgen van de media buiten beeld blijft. Mogelijk lopen de belangen van de media en de lekkende overheid deels gelijk op.

Tekenend is dat sleepwet voorstaander Ronald Prins (ex-Fox-IT, ex-AIVD) als gast de onthulling duidde bij Nieuwsuur. Zoals blijkt uit een brief aan minister Ollongren is hij onlangs door de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken wegens ‘concrete praktische deskundigheid’ voorgedragen voor de Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB) die toezicht moet houden op de sleepwet. Onder meer naast het lid van Forum voor Democratie Jan Louis Burggraaf. Dat Nieuwsuur Prins aan het woord liet en niet een deskundige als Bart Jacobs, Dirk Poot of een onderzoeker van Bits of Freedom die kritischer staan tegenover het verlenen van meer bevoegdheden aan AIVD of MIVD en privacy boven veiligheid stellen vanwege het belang van de digitale burgerrechten gaf een gouvernementeel tintje dat dit item onnodig politiek kleurde. De conclusie kan bijna  niet anders zijn dan dat met deze onthulling een binnenlands politiek doel wordt nagestreefd.

Zo heeft deze onthulling bij nader inzien merkwaardige aspecten. Het lijkt er sterk op dat het ingebed wordt in een campagne van de overheid. Maar of zo’n WC-Eend keurt WC-Eend verhaal werkt bij het brede publiek valt te bezien. Er zit aan deze publiciteit ook een gevaar voor de regering zoals kamerlid Ronald van Raak (SP) dat in een reactie verwoordde. Als AIVD en MIVD in dit geval zo succesvol konden zijn, dan is het de vraag of ze meer bevoegdheden nodig hebben. Want een verwijzing naar kabelknooppunten van Prins zal de bevolking niet overtuigend in de oren klinken. Een andere vraag is waarom AIVD en MIVD om publicitaire of politieke redenen inzicht in hun werkwijze zouden geven -al is het van een afgesloten project- en of ze hiermee hun eigen beroepsrichtlijnen of code over geheimhouding en terughoudende politieke opstelling overtreden. Wat dat laatste betreft, hebben AIVD en het ministerie van Binnenlandse Zaken de schijn tegen. Zo zou deze onthulling zich wel eens tegen AIVD, MIVD, minister Ollongren en het sleepwet-referendum kunnen keren.

Het lijkt erop dat met de onthulling het ‘merk’ AIVD emotioneel moet worden gepromoot. Naast het Cozy Bear-project en de sleepwet. Zo wordt de AIVD gepolitiseerd, wat een doodzonde is. Deze keer gebeurt dat niet door de oppositie, maar door de coalitie. De afweging om op 21 maart voor of tegen de sleepwet te stemmen en de AIVD meer bevoegdheden te geven volgt mede uit de inschatting of de overheid vanuit een eigen agenda -zo niet: ivoren toren- praat en weigert digitale burgerrechtenactivisten of onafhankelijke deskundigen een kernpositie in het debat of in het toezicht te geven of dat het eigen tegenkrachten durft te mobiliseren. Prins is onbedoeld de getuige die bewijs aandraagt tegen de overheid. Met dank aan Nieuwsuur.

Bestuur Piratenpartij stapt over naar Forum voor Democratie. Partij is in rechtse richting bijgebogen. Hoe nu verder?

pir

Het schip van de Nederlandse Piratenpartij (PPNL) heeft ernstige averij opgelopen. De NOS bericht dat alle bestuursleden zijn overgestapt naar het Forum voor Democratie (FvD). Het vehikel dat Thierry Baudet rond zich opgetrokken heeft en nu meedoet aan de komende verkiezingen voor de Tweede Kamer. Het bevestigt mijn vermoeden dat de PPNL de afgelopen jaren in rechts vaarwater verzeild was geraakt. De overstap van leden van de in beginsel toch links-liberale of links-anarchistische PPNL naar de rechts-populistische FvD is een politieke oversprong die vrijdenkende Piraten het schaamrood naar de kaken jaagt. Of lijsttrekker Ancilla van de Leest die interviews afneemt voor Café Weltschmerz in politiek opzicht zoveel anders is betwijfel ik.

Op 15 juli 2012 maakte ik hier in een commentaar bekend dat ik lid was geworden van de PPNL. Tegen mijn natuur in omdat ik een natuurlijk wantrouwen heb jegens politieke partijen. Het was de toenmalige lijsttrekker Dirk Poot die me over de streep trok. Hij is een voormalig VVD-stemmer met een links-liberaal wereldbeeld. Iemand die als een wetenschapper bleef uitgaan van de feiten en geen complottheorieën optuigde door feiten te verdraaien. Vanaf 2013 analyseerde hij in de media scherp en deskundig de gebeurtenissen rond Edward Snowden en de NSA. Mij bleef het een raadsel waarom Poot met zijn genuanceerd beoordelingsvermogen en digitale expertise niet ingelijfd werd door de journalistiek of een NGO. Of door de overheid die liever met Bas Eenhoorn in zee ging. Maar bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer van 12 september 2012 had de PPNL niet meer dan een halve zetel gehaald. Mijn stem en steunbetuiging aan de partij hadden niet geholpen.

In 2014 en 2015 raakte de PPNL uit mijn gezichtsveld. Ik hield me verre van partijbijeenkomsten. De partij haalde nauwelijks de media nog. Tot ik in oktober 2015 een nieuwsbrief van de PPNL las en me doodschrok. Erin stond: ‘De opstelling van de PP t.o.v. de GeenPeil actie is besproken en er is besloten hieraan steun te verlenen omdat alle uitbreidingen van de democratische inspraakmogelijkheden welkom zijn.’ Dat was in de periode dat Geen Peil (voor het commercieel aanjagen van Geen Stijl) in de zomer van 2015 het Oekraïne-referendum had opgestart. Met partners zoals FvD. Naar nu achteraf valt te reconstrueren gebruikten de voormannen Jan Roos (Geen Stijl) en Baudet (FvD) dit referendum als carrière-opstapje naar de partijpolitiek.

Ik schreef op 30 oktober 2015 een brief naar het partijbestuur en vroeg om opheldering: ‘Deze opstelling van de PPNL treft me onaangenaam. Niet alleen omdat ik de campagne van GeenPeil als een conservatief en rechts-populistisch geluid inschat en de PPNL daartoe geen afstand houdt, maar juist omdat de PPNL het nog ondersteunt ook. De reden die wordt gegeven komt me eerlijk gezegd tamelijk naïef voor en doet me opnieuw twijfelen aan het politiek-strategisch inzicht van de leiding van de PPNL. Waar staat de PPNL nou eigenlijk voor als het steun geeft aan een conservatieve EU-scepticus als Thierry Baudet die de belangrijkste geestelijke vader van de campagne tegen het Associatieverdrag met Oekraïne is? (..)// Graag nodig ik het bestuur uit om duidelijk te maken wat de overwegingen waren van de PPNL om steun te verlenen aan genoemde campagne van GeenPeil. Van het antwoord laat ik mijn besluit afhangen of ik mijn lidmaatschap opzeg. Dit laatste bedoel ik niet als dreigement, maar eerder om aan te geven welk belang ik aan deze kwestie hecht. Een lidmaatschap van een politieke partij vat ik op als een afspraak van twee kanten. Ik meende in juli 2012 lid geworden te zijn van een links-liberaal-anarchistische beweging met mooie kernpunten over internetvrijheid, bestuurlijke transparantie, democratisering en andere onderwerpen die me aan het hart gaan en waarin ik me helemaal kan vinden. // Sinds 2012 bespeur ik weinig voortgang in de opbouw van de PPNL en het doordringen van het Piratengeluid in de publiciteit. Op een incidenteel optreden van Dirk Poot na waarvan het me trouwens meestal onduidelijk is of hij voor de partij of op eigen titel optreedt. Ik begrijp de organisatorische en financiële  problemen van de PPNL en wil daar niet te hard over vallen. Maar als de PPNL nu ook al steun verleent aan de campagne van GeenPeil dat ik inschat als een vehikel om de democratie en de EU te verzwakken dan voel ik me niet meer thuis bij zo’n PPNL. Ik zie het als een teken van het wegglijden van de PPNL in een richting die niet de mijne is. Hoe dat dan ook komt. Een halszaak is het allemaal niet. Zo gaat het nu eenmaal. Mensen ontmoeten elkaar en nemen weer afscheid. Vat dit schrijven dan ook niet op als kritiek, maar als een tussenbalans, als een teken van een buitenstaander die hoe dan ook constructief staat tegenover de PPNL.’ 

Constructief was ik tot vandaag. Ik heb dit 11 maanden laten rusten. Maar nu het bestuur van de PPNL in zijn geheel overstapt naar het FvD en ik evenmin vertrouwen heb in de koers van de huidige lijsttrekker voel ik me niet meer gebonden om te zwijgen. De top van de partij heeft de eigen denkbeelden verloochend.

Op 21 december 2015 kreeg ik een mailtje van de nieuwbenoemde penningmeester als reactie op het mailtje waarin ik om opheldering vroeg. Het antwoord bevatte zinsneden die me tegen de haren in streken. Zoals ‘Wie denk jij wel dat je bent als jij de mening van zeer veel Nederlanders kan afdoen als populair of conservatief’ en ‘In een (politieke)discussie is er geen foute mening, maar vrijheid van mening’. Ik laat het hier maar bij, ik vond het niet van het niveau dat ik verwachtte van het hoofdbestuur van een politieke partij. Ik antwoordde op 21 december 2015: ‘Hierbij zeg ik per 1 januari 2016 mijn lidmaatschap op de PPNL op. Ik verzocht via de secretaris om een uitspraak van het bestuur en krijg een in mijn ogen kwalitatief bedenkelijk antwoord van de penningmeester dat naar mijn idee ook nog eens persoonlijke opmerkingen bevat. Dat alles was niet wat ik voor ogen had en verwacht van het landelijk bestuur van een politieke partij. Bestuurlijk en politiek-inhoudelijk voel ik me niet thuis bij de huidige PPNL.’ Ik heb nooit antwoord gekregen van het bestuur.

Foto: Schermafbeelding van deel artikel ‘Het rommelt binnen de Piratenpartij’ van de NOS, 26 september 2016.

Piratenpartij wil budget kunstproject Afsluitdijk doorsluizen naar Afrika. Wat denkt de partij te winnen bij dit populisme?

pp

Wat is er in hemelsnaam in de Piratenpartij gevaren? De partij waarvan ik 3,5 jaar lid was totdat ik me een half jaar geleden genoodzaakt zag mijn lidmaatschap op te zeggen vanwege de opstelling van de partij in het Oekraïne-referendum. Niet eens zozeer omdat de partij zich in het NEE-kamp bevond, maar vanwege de in mijn ogen onnodig neerbuigende en naïeve manier waarop ik door een bestuurslid werd bejegend toen ik om uitleg vroeg. Naar mijn idee ongepast bij een landelijke politieke partij. Een uitleg die ik 6 maanden later nog steeds niet heb gekregen van het partijbestuur. Communiceren is de grote zwakte van de Piratenpartij.

In juli 2012 bood ik aan om op het ‘piratepad’ mee te schrijven aan de kunstparagraaf van de Piratenpartij en deed enkele suggesties. Ik hield het door uitblijven van reacties snel voor gezien. Voor Nederlandse Piraten is kunst geen kernpunt. Een legitieme keuze. Maar dat het in mei 2016 zou resulteren in bovengenoemde tweet verbaast me toch. Het is klinkklare demagogie en gaat voorbij aan budgettering en besef van het openbaar bestuur. Alsof de 13 miljoen euro die Daan Roosegaarde voor projecten op het raakvlek van kunst voor de Afsluitdijk mag besteden niet geoormerkt zijn en via het Rode Kruis naar Afrika kunnen worden omgeleid.

Waarom doet de Piratenpartij zich dit aan? Wat denkt het te winnen bij bovenstaande tweet? En waarom is het nou exact een kunstproject dat opgeofferd moet worden, en niet landbouw, Defensie, het koningshuis, de omroep, sport of de bekostiging van het bijzonder onderwijs of de financiering van politieke partijen? Nee, in haar wijsheid valt de Piratenpartij de beeldende kunst aan. Lekker meewaaiend met de wind van populisme die vanaf de rechterflank over Nederland waait en vooral de hedendaagse kunst in de hoek trapt. Ontluisterend.

Foto: Schermafbeelding van tweet van de Piratenpartij, 2 mei 2016.

Dirk Poot legt uit waar de Piratenpartij voor staat. Something cool?

Als kritisch lid op afstand van de Piratenpartij sta ik positief tegenover de woorden van de beoogd lijsttrekker Dirk Poot. Erik de Vlieger praat open met hem voor Café Weltschmerz. Poot positioneert de Piratenpartij als een partij die de macht van het parlement wil herstellen. Tegen regeringsakkoorden, Brussel en de macht van de multinationals in. Een goed idee dat bij nieuwkomers past, maar hoe gaat Poot dat realiseren? Hij komt overtuigend over als vrijdenker die een prima vertegenwoordiger is van de progressief-liberale stroming in de Nederlandse politiek. Ongenoemd in het gesprek blijft de krakkemikkige organisatie van de Piratenpartij.

00:00 Het kerkzakje door Bram Bakker (NL TRIO 0390 4379 13)
00:38 Introductie
01:55 Waarom stemmen op de Piratenpartij?
02:55 Kernpunten (Copyright)
05:10 Boekdruk-monopoly’s
06:39 Disney en Presley
09:00 Muziekrechten
10:15 Politieke vertaling
10:55 Evenwicht naar een open informatie samenleving
14:10 Piraten zijn de enige partij die de komst van de digitale wereld in hun politieke programma verwerken
18:09 Andere politieke issues?
19:00 Piratenpartij komt voort uit een criminele organisatie?
24:05 Kernenergie versus thoriumreactoren
28:55 Bootvluchtelingen
30:30 Nagesprek: Privacy, Facebook, Stasi, doneren!
36:53 Doneren (NL TRIO 0390 4379 13)

Zie hier voor blogpostings over de Piratenpartij.

Waarom breken Piratenpartijen niet door in Europarlement?

oorlog-zoeklicht04

De druiven zijn zuur voor de Europese piraten. De in het Europarlement vertegenwoordigde Zweedse parlementariërs Christian Engström en Amelia Andersdotter verdwijnen omdat de Zweedse Piratenpartij bleef steken op 2,2%. Te weinig voor een zetel. In schril contrast met de 7,13% uit 2009. De enige vertegenwoordiger van de Piraten in het Europarlement van 751 leden wordt de Duitse Piraterin Julia Reda. Op een haar na miste de Duitse Piratenpartei een tweede zetel. De Nederlandse Piratenpartij haalde 0,8%.

Voorvechter van de Europese Piraten die aangelopen weken vele nationale Piratenpartijen hielp met hun campagne Rick Falkvinge houdt in een analyse de moed erin en zoekt met een zoeklicht naar lichtpuntjes. Hij wijst op oplopende steun in Tsjechië (4,8%), Oostenrijk (2,1%), Luxemburg (4,23%) en Slovenië (2,57%). Maar is objectief genoeg om het een pijnlijk langzame verbetering te noemen. Z’n tegenbewijs dat ‘the political world tends to be that painfully slow for people coming from the Internet’ klopt niet zoals het Zweedse voorbeeld toont. De Piraten boeren als ‘politieke familie’ achteruit. Alleen die politieke werkelijkheid is relevant. 

De kritiek vanuit nationale Piratenpartijen op de institutionele media die politieke partijen die toe willen treden tot het politieke bestel bewust geen platform bieden snijdt hout. Dit is ernstig voor wie de media als controleur van de macht wenst te zien. Dat moet geen poortwachter zijn die de deur sluit. Falkvinge zette op een rijtje hoe de Zweedse Piratpartiet -niet eens een kleine partij- door de Zweedse media steeds weer van debatten, kieswijzers en verslaggeving werd uitgesloten. Dat mechanisme van bewuste uitsluiting werkte ook op Europees niveau. De Zweedse piraat Amelia Andersdotter werd op oneigenlijke gronden uitgesloten van deelname aan de debatten tussen de kandidaten voor het voorzitterschap van de Europese Commissie.

Ook in Nederland werd de Piratenpartij zo goed als genegeerd door de institutionele media en kon daarom het gedachtengoed nauwelijks doordringen tot het electoraat. Een toetredende politieke partij die nog niet in een parlement vertegenwoordigd is ontvangt volgens de Wet Financiering Politieke Partijen in Nederland geen overheidssubsidie en is afhankelijk van free publicity. Als dat zo goed als ontbreekt, dan wordt het onmogelijk om de eigen stem tussen de gevestigde partijen te laten horen. In Duitsland is dat anders geregeld. De Piratenpartei kon zich al professionaliseren en publiciteit maken zonder dat het nog vertegenwoordigd was.

Het is lastig om de vinger te leggen op de nederlaag van de Piratenpartijen. Hun opmars gaat te langzaam. Onbegrijpelijk in het jaar van Edward Snowden, de NSA en de massale spionage van burgers. Ook door tal van Europese landen. Een verklaring is dat Groenen en links-liberale partijen als D66 deze kritiek succesvol weten te verwoorden. Sommige piraten beschouwen dat als opportunisme. Maar omdat het past binnen het gedachtengoed van deze partijen is dat de vraag. Als ze dit gewetensvol blijven doen, dan maakt het niet uit wie de kritiek verwoordt. Voor de bewering dat de institutionele media en de gevestigde politieke partijen de Piratenpartijen uitsluiten zijn voldoende aanwijzingen. Da’s zorgelijk omdat het raakt aan het functioneren van de journalistiek en het politieke bestel. Daarover kunnen de Piratenpartijen met andere nieuwkomers die bewust uitgesloten worden, zoals de Libertarische partijen, een breed maatschappelijk debat opstarten.

Foto: Zoeklicht, 1944.

EP: Schaake (D66) beveelt Andersdotter (Piraten) aan

Nu hoort u het ook eens van een ander. Europarlementariër Marietje Schaake (D66) doet een goed woordje voor Amelia Andersdotter van de Zweedse Piratenpartij. Een endorsement in goed Angelsaksische traditie. Opvallend dat een lid van de ene politieke partij een lid van een andere politieke partij aanbeveelt. Zoiets kan alleen in de EU omdat kiezers alleen op kandidaten in hun eigen land kunnen stemmen. Omdat Nederlanders niet op de Zweedse Amelia Andersdotter mogen stemmen kan Marietje Schaake dit doen omdat een Zweedse kandidaat geen directe concurrent is. Pas verrassend zou zijn als Schaake iemand van de Nederlandse Piratenpartij zou aanbevelen. Zoals lijsttrekker Matthijs Pontier of lijstduwer Dirk Poot. Dat doet ze dus niet.

Toch kan deze aanbeveling een neveneffect hebben. Hoe bescheiden dat ook is. De Nederlandse, Zweedse, Duitse en piraten van andere landen werken nauw samen in de European Pirate Party. Ze zien zichzelf als de enige echt internationale partij die in alle Europese landen hetzelfde basisprogramma volgt. In geen andere Europese ‘familie‘ is die gemeenschappelijkheid tot nu toe gerealiseerd. Een stem voor een Zweedse piraat kan van invloed zijn op de fractievorming en daarom indirect van invloed op kandidaten in andere landen.

Amelia Andersdotter is namens de Europese Piratenpartij kandidaat om voorzitter van de Europese Commissie te worden. Op formele gronden werd ze echter uitgesloten van de debatten tussen de kandidaat-lijsttrekkers (Schulz, Juncker, Verhofstadt etc.) omdat ze samengewerkt heeft met de Groenen. Zo zouden namens deze partij twee kandidaten deelnemen. Maar omdat Andersdotter is genomineerd door de Europese Piratenpartij en namens die partij optreedt is het een onterecht argument om haar om deze reden uit te sluiten. Samen met duo-lijsttrekker Peter Sunde. De Europese Piratenpartij had kritiek op deze uitsluiting: ‘Ons van een debat uitsluiten dat gericht is op jonge kiezers is onzinnig en laat zien dat iemand z’n positie misbruikt‘.

Lapavitsas over het tekortschieten van Europees links

Econoom Costas Lapavitsas laat voor The Real News z’n licht schijnen over de stand van de EU, de Europese economie, rechts-nationalistische partijen en Frankrijk. Hij laakt de gevestigde linkse partijen die geen gezonde eurosceptische houding hebben ontwikkeld. Rechts-nationalistische partijen als UKIP, PVV of het Front National vullen het gat dat links heeft laten ontstaan. Toegevoegd kan worden dat Lapavitsas al te makkelijk voorbijgaat aan het euroscepticisme van de SP, de Duitse Die Linke, het Britse Left Unity of het Franse Le Parti de gauche. Maar Lapavitsas toont aan dat de grotere sociaal-democratische partijen als Labour, PvdA, SPD of PS de belangen van de werknemers en de gewone mensen binnen Europa niet dienen.

De valkuil is volgens Lapavitsas dat links meent dat de EU een min of meer progressief project is. Daarmee is dan de kous af. Veel is retoriek: ‘Ze kunnen het kapitalisme bekritiseren en ze bekritiseren het kapitalisme. Ze bekritiseren de Franse werkgevers, de Franse bourgeoisie, en ga zo maar door. Ze zijn daar erg goed in. Maar als het gaat om de Europese Unie en de Europese Monetaire Unie, zijn ze niet erg goed. Ze hebben gewoon geen coherente kritiek, een euroscepsis die daadwerkelijk iets betekent voor de werknemers.’ Kortom, de bewustwording van de grotere partijen zoals de PvdA begint bij het besef dat de EU en de EMU de belangen van de werknemers en de gewone mensen niet dienen. Maar vooral wel de belangen van de grote bedrijven.

Europese verkiezingen gaan samen met stemwijzers. Een onvermijdelijke combinatie. De Stem van Europa is sinds vandaag online. Een initiatief van Necker en iVOX. Het verbaast me niet dat ik met 82% bij de SP uitkom. Maar ondanks deze uitslag stem ik op 22 mei toch Piratenpartij ondanks m’n bezwaren tegen deze partij.

Ontstemd stemmen voor gemeenteraad. Bij gebrek aan beter

Wie ben ik om stemadvies te geven? Dat geef ik dan ook niet. Weet ik veel. Een keuze is ook sterk afhankelijk van de eigen situatie. Als lid van de Piratenpartij kan ik in Utrecht niet op deze partij stemmen omdat die daar niet meedoet. Dat kan wel in Amsterdam, Binnenmaas, Groningen en Zwolle. Wat is in hemelsnaam Binnenmaas? En in Nijmegen op een wilde kandidaat die wel en niet namens de Piratenpartij deelneemt. Geen voorbeeld van een goed draaiende partij. Integendeel. Maar de Piratenpartij verdient een kans om zich te bewijzen. Ze zijn opvallend onder de radar van de publiciteit gebleven. Als aanvalspiloten. Voor de Europese verkiezingen in mei weet ik nu al zeker dat mijn stem naar de Piratenpartij gaat. Daar zie ik de zin van in.

Wat stem ik dan in Utrecht? Verdorie, het is verdomde lastig. Ik onttrek me niet aan de malaise. Sommige maatschappijcritici menen dat vooral de loze beloftes van premier Rutte in vorige campagnes het aanzien van de politiek hebben beschadigd. Of het rancuneus optreden van Diederik Samsom die als het tegenzit en anderen hem weerspreken steeds meer de trekken van een Karpatenkop vertoont. Of komt het doordat landelijke politici de lokale campagnes hebben gekaapt? Met hulp van de media. Zodat lokale partijen op de landelijke televisie nauwelijks aan bod kwamen. Alsof in een verslag van de voetbalcompetitie Ajax en Twente ongenoemd blijven. De twee grootste partijen zullen wel weer de niet-stemmers en de lokale partijen worden.

Het doet er nauwelijks toe wat ik stem. Mijn ideale partij en ideale kandidaat ontbreken toch. En de volgende ook. Evenals de daarop volgende. Ik doe water in de wijn. En daarna nog eens water in de wijn. En dan nog eens. Van de lokale politiek kan ik bij lange na niet begeesterd raken. En die vervreemdende campagne van landelijke politici die net doen alsof ze gekozen kunnen worden in lokale gemeenteraden heeft het me nog eens extra tegengemaakt. Maar ik stem wel. Vol tegenzin in mijn lichaam. Om ontstemd van te worden.

Oproep tot fundamenteel debat over organisatie van Piratenpartij

162193713

Er moet niet te zwaar getild worden aan het feit dat Erwin Lensink namens de Piratenpartij verkiesbaar is voor de gemeenteraadsverkiezingen in Nijmegen. Lensink is landelijk bekend als de waxinegooier. De Piratenpartij is er niet blij mee. Het is een incident dat in alle partijen kan voorkomen. Of staat het voor meer dan dat?

Binnen de partij is in de coördinatie veel misgegaan. Eerst zou het bestuur niet geweten hebben wie ‘Erwin’ was, maar toen weer wel zoals uit een persbericht blijkt. Later beweerde Dirk Poot dat Lensink zich op eigen houtje aangemeld zou hebben bij de Kiesraad, maar zoals BB meldt kan dat niet omdat het ‘H3-1-formulier was per ongeluk al getekend door de voorzitter‘. Toen diende het partijbestuur bij de Raad van State een dag te laat een bezwaarschrift in tegen de verkiesbaarheid van Lensink namens de partij. Een reeks van foutjes. 

Vraag is of de fouten samenhangen of los van elkaar zijn ontstaan. Het ligt trouwens nog ingewikkelder als blijkt dat de Nijmeegse piraten niet en de ledenraad en het landelijk bestuur wel aan de verkiezingen mee wilden doen. Er lijkt sprake van een bedrijfscultuur binnen de Piratenpartij die gekenmerkt wordt door een tekort aan centrale regie. Overigens een keuze waar de meerderheid van de leden op de ledenraad bewust voor kiest. Het is een gevolg van de afweging tussen basisdemocratie en uniformiteit. Met voor- en nadelen. 

Als lid van de Piratenpartij heb ik me de afgelopen jaren herhaaldelijk in discussies op internet met andere leden gemengd over de vraag hoe de afweging tussen centrale regie en basisdemocratie gemaakt kan worden. Intussen ben ik daar mee gestopt. Ik zie aan beide standpunten voor- en nadelen, maar neig toch naar meer centrale sturing. Zeker als het om verkiezingscampagnes gaat die nu eenmaal continuïteit, eenduidige beeldvorming en doelmatig omgaan met middelen vragen. En een snelle en daadkrachtige aanpak in de concurrentie met andere partijen. De Piratenpartij is ondanks alles en het bij sommige leden bestaande idee van eigen ‘exceptionalisme’ in de eerste plaats een ‘normale’ politieke partij en geen pressie- of actiegroep.

Haperingen, dilemma’s en foutjes zijn naar mijn idee terug te brengen tot het zelfbeeld van de piraten. Dat schuurt. Daarom blijft de doorbraak uit. Piraten komen met liberale eisen, maar velen voelen zich anarchisten en buitenstaanders. Hoe kan een maatschappijcriticus als Erwin Lensink zich anders tot de partij aangetrokken voelen? Het geeft te denken dat een partij die als kernpunten onder meer transparant bestuur, internetvrijheid en privacy/ burgerrechten heeft zo weinig steun verwerft in het jaar dat Edward Snowden, de NSA en de blunders van minister Plasterk het nieuws beheersten. Het is de hoogste tijd voor een fundamenteel debat over een andere organisatie waarbij niet de rol van de ledenraad maar de potentiële kiezers centraal staan.

Foto: Vakulenchuk, de leider van de opstand op de Potemkin. Still uit ‘Bronenosets Potemkin‘ (1925) van Sergei Eisenstein.