De standardSeptember Song werd door Kurt Weill (muziek) en Maxwell Anderson (tekst) op verzoek van acteur Walter Huston voor de 1938 Broadway-musical Knickerbocker Holiday geschreven. Omdat Huston geen zanger is werd de song geschreven op zijn ruwe stem en beperkt stembereik.
Het is gezien het thema opvallend dat de musical in Nederland tamelijk onbekend is. Hier ligt een rol voor Nederlandse producenten om dit onderwerp af te stoffen, te actualiseren en aan een Nederlands publiek te presenteren.
Het onderwerp van Knickerbocker Holiday is het ontstaan rond 1647 van New York toen het nog een Nederlandse kolonie was. De musical is gebaseerd op Washington Irvings ‘A History of New York‘ uit 1809. Het geeft dus een 19de eeuwse blik op een 17de eeuws onderwerp.
Walter Huston speelde in de musical de rol van Peter Stuyvesant de Nederlandse directeur-generaal van Nieuw-Nederland dat in 1664 werd veroverd door de Engelsen.
Het is nu nog nauwelijks te begrijpen dat toneelschrijver Maxwell Anderson de musical behalve als romantische komedie schreef als een politieke allegorie waarin hij de New Deal van president Roosevelt (FDR) gelijkstelde met het fascisme.
Dat terwijl in zijn eigen tijd en zeker later de consensus is dat New Deal een progressief project was. Maar in de jaren 1934-1938 was er ferme kritiek op de zogenaamde tweede New Deal van Republikeinen en conservatieve Democraten. Het bezwaar van deze conservatieven kwam neer op de uitbreiding van de regulerende rol van de federale overheid.
Onbegrijpelijk is het als Anderson volgens Wikipedia zegt dat hij ‘geloofde dat de overheid noodzakelijk was in de samenleving, maar dat er altijd op gelet moet worden omdat het wordt beïnvloed door het eigenbelang van de machthebbers. Hij zag FDR’s New Deal als een Amerikaanse versie van het corporatisme en de concentratie van politieke macht die aanleiding hadden gegeven tot het nazisme en het stalinisme’.
Kan de opvatting van Anderson serieus worden genomen dat de New Deal dat een Amerikaanse versie van het corporatisme en concentratie van macht was aanleiding hebben gegeven tot Nazisme en Stalinisme? In de geschiedenis gaat de New Deal die pas vanaf 1933 in de steigers werd gezet niet vooraf aan Nazisme en Stalinisme die vanaf het midden van de jaren 1920 werden gevormd en voorbereid in respectievelijk Duitsland en de Sovjet-Unie.
Op 23 augustus 1939 werd het Molotov-Ribbentroppact gesloten tussen de Sovjet-Unie en het Derde Rijk. Het was een niet-aanvalsverdrag tussen deze twee landen. Zoals Wikipedia uitlegt bevatte het pact ook geheime protocollen ‘over de grenzen van de invloedssferen van de twee partijen, na een toekomstige ‘territoriale en politieke herschikking’. Polen werd tussen de twee ondertekenaars verdeeld, de Baltische staten Finland, Estland, Litouwen en Letland kwamen in de Sovjetsfeer, evenals delen van Roemenië. Omdat het duivelspact in strijd was met de retoriek in de twee landen kreeg het kritiek. In de Russische Federatie is het ook nu nog een gevoelige episode omdat het tegengesteld is aan het vijandbeeld van een agressief Duitsland. De relativerende opmaat staat haaks op het heldenepos dat in de Rusland van de Tweede Wereldoorlog wordt gemaakt.
Op 23 september 2008 nam het Europees Parlement een verklaring aan die het voorstel bevat om van 23 augustus een ‘Europese herdenkingsdag voor de slachtoffers van het stalinisme en het nazisme‘ te maken. Een goed initiatief, maar nu 9 jaar later is het de vraag of de termen stalinisme en nazisme de lading dekken en niet te eng begrensd zijn. Het verdient overweging om de Europese herdenkingsdag uit te breiden naar slachtoffers van het communisme en fascisme. Zodat ook het Leninisme (tot 1924) eronder valt of het Oost-Europese communisme van onder meer Albanië, Hongarije, Bulgarije en Roemenië. En het Fascisme ook van toepassing is op Italië, Spanje, Portugal, Vichy-Frankrijk, Slowakije, Hongarije, Roemenië en Bulgarije.
En als we dan toch de slachtoffers gedenken van de twee kwaadaardige ideologieën van de 20ste eeuw die het communisme en het fascisme zijn, kunnen we moeilijk de slachtoffers van het islamisme in de 21ste eeuw ongenoemd laten. Ze duiken meer op in het nieuws dan de slachtoffers van die andere twee ideologieën. Dat actualiseert de herdenking en brengt het sterk onder de aandacht van een hedendaags publiek. De herdenking kan er sterker op worden. Zonder iets af te doen aan de slachtoffers van het fascisme (of: nazisme) of het communisme (of: Stalinisme). In onder meer Madrid, Brussel, Londen, Nice, Berlijn, Parijs, Sint-Petersburg, Manchester, Barcelona vielen in deze eeuw slachtoffers van het islamistisch terrorisme.
Foto: Tweet van het Europees Parlement ter gelegenheid van 23 augustus, de Europese herdenkingsdag voor de slachtoffers van het stalinisme en het nazisme met mijn reactie, 23 augustus 2017.
Wie recente berichten combineert krijgt het benauwd over de verslechterende veiligheidssituatie in Oost-Europa en de confrontatiepolitiek van de Russische Federatie. In een artikel in NRC schetst Eva Cukier hoe slecht het gesteld is met de Russische economie. Naar verwachting is halverwege 2017 of zelfs nog enkele maanden eerder het reservefonds uitgeput. Een bericht van Reuters uit juli 2016 beweert hetzelfde. Dat betekent dat de gaten in de begroting als gevolg van de dalende olieprijzen niet meer gedicht kunnen worden. Sociale smeerolie is op. Cukier eindigt positief in de constatering dat Russen door hun geschiedenis hebben geleerd de tering naar de nering te zetten en sociale onrust niet te verwachten valt: ‘Maar de Rus kan veel hebben en de situatie is nog lang niet uitzichtloos genoeg om protesten uit te lokken, denken experts.’
Paul Goble komt in een overzicht van de Russische pers met gegevens die noodgedwongen leiden tot een andere inschatting. Hij constateert dat de Russische regering zich de huidige hoge defensie uitgaven niet kan veroorloven en allerlei noodverbanden aanlegt die ten koste gaan van de burgers, inclusief de militairen. Hij citeert de liberale Yabloko-politicus Lev Shlosberg uit Pskov: ‘the Putin regime is throwing Russian society under the bus in its pursuit of military strength and doesn’t seem to care how much Russians suffer as a result’. Goble wijst op een maatregel om het defensiebudget te verlagen die bij het ministerie van Financiën ter discussie staat: verlaging van militaire pensioenen. Dat kan het ‘contract’ tussen overheid en krijgsmacht beschadigen. Dat deze optie besproken wordt geeft aan hoe slecht de budgettaire situatie van de overheid is. Het risico voor de zittende macht is dat ontevreden militairen gevaarlijker zijn dan ontevreden burgers.
Nationalisme en militair machtsvertoon van de Russische Federatie in Syrië, Oekraïne, aan de kusten en in het luchtruim van Europa, en in de cyberspace hebben vele doelen. Het stelt krijgsmacht en veiligheidsindustrie tevreden, beschermt het patronage-systeem dat overheidsgeld doorsluist naar relaties die het bewind steunen en moet vooral afleiden van de slechte economische situatie. Dat gebeurt door het schetsen in staatsmedia van een revitaliserend land dat de schande van de Jeltsin-jaren uitwist en aansluit bij de glorie van de Sovjet-Unie. Maar als die slechte economische situatie zich direct doet voelen in de samenleving en in de financiering van de krijgsmacht dan raakt dat ‘contract’ uitgewerkt. Daarbij komt dat de Russische krijgsmacht geen partij is voor Westerse landen en zich slechts op twee terreinen onderscheidt: als kernmacht, en half in cyberspace en de informatie-oorlog. Door extra inspanning kan het Westen die laatste twee bedreigingen overwinnen.
Het gevaar voor de Europese veiligheidssituatie is dat een Kremlin-kat in het nauw rare sprongen maakt. Talloze commentaren wijzen daarop. Tel maar na. Naar verwachting is halverwege 2017 het geld op om gaten in de begroting te dichten, dreigt er gesneden te worden in militaire pensioenen en arbeidsvoorwaarden, dreigt de in Syrië en Oekraïne al zwaar belaste conventionele krijgsmacht nog verder overbelast te worden en heeft het Westen geleerd om gepast te antwoorden op de Russische dreigingen. Het Kremlin weet dat de tijd tegen haar werkt en het Westen kan afwachten. De stempel die het Kremlin op de krijgsmacht kan drukken neemt bij een teruglopende economie verder af. Wat rest is een sprong in het ongewisse met de inzet van de kernmacht. Of de enige uitweg uit dit onheilsscenario amnestie voor de leiders in het Kremlin en de daaraan gelieerde zakenelite is lijkt nu nog een vraag die ver weg is. Maar die met rasse schreden dichterbij komt.
Foto: ‘Admiral Kuznetsov, Russia’s sole aircraft carrier, in the English Channel on Friday.CreditDover-Marina.com’.
We leven in een toenemend digitale wereld. Die glijden we geleidelijk in. Dat is de wereld van het dualisme. De wereld van de ‘1’ en de ‘0’. Een wereld waarin we moeten kiezen. Als er niet voor ons gekozen wordt. Ook nog eens een wereld waarin van alles in rap tempo verandert. Landen veranderen van karakter. Miljoenen mensen zijn op de loop. Nostalgie is het middel om de pil te vergulden. Maar nutteloos voor de toekomst omdat het geen oplossing voor nieuw opdoemende problemen zoekt. Het ontkent het bestaan van het probleem.
In een artikel voor International Business Times beschrijft James Bloodworth dat mechanisme van nostalgie in de politiek. Met de aankeiler ‘Rather than confronting issues with fresh ideas, movements are fearfully retreating to the halcyon past.’ Ofwel: ‘In plaats van problemen met frisse ideeën aan te pakken, trekken bewegingen zich angstig terug in een vreedzaam verleden’. Dat gebeurt wereldwijd. Bij Nigel Farage, Donald Trump, Vladimir Putin en in Nederland Geert Wilders en Thierry Baudet. Deze bewegingen trekken zich terug in een nationaal verleden dat ze idealiseren. Daartoe worden de natiestaat, het Stalinisme of een ver verleden van eeuwen terug (‘Balkenende: VOC-mentaliteit’) afgestoft, opgepoetst en de inwoners van een land als voorbeeld voorgehouden. Maar het is een dwaalspoor omdat het de problemen van vandaag niet aanpakt.
James Bloodworth en velen met hem worstelen om de groep politici die focust op een nationaal verleden te omschrijven. Moeten ze ‘populisten’, ‘rechts-nationalisten’ of ‘post-waarheid’ politici genoemd worden die de feiten ondergeschikt maken aan hun mening en zo hun eigen waarheid boetseren? Hij opteert nu om dit type politici anders te noemen: nostalgie, ze voeren een politiek van nostalgie. Bloodworth ziet dit populisme dat grote delen van het Westerse electoraat boeit als een vierkant voorwerp dat door een rond gat wordt gejaagd.
Bloodworth constateert dat de meeste nostalgie in grote lijn berust op een bewust verkeerde lezing van de feiten. Het is de illusie die Thierry Baudet, Jan Roos of Geert Wilders de Nederlanders voorhouden. Namelijk dat Nederland in een wereld vol agressie en bedreigingen als alleenstaande natiestaat kan overleven zonder bescherming van supranationale organisaties als de EU of de NAVO. Dat alles gevoed door een afnemend historisch besef en gereduceerd geschiedenisonderwijs en het eigen gesloten gelijk van de sociale media.
De verkeerde voorstelling van zaken is dat Nederland opnieuw ‘groot’ kan worden gemaakt. Maar de Gouden Eeuw komt nooit terug. Vluchten in nostalgie is een schijnoplossing. Problemen van vandaag kunnen alleen aangepakt worden door problemen van vandaag aan te pakken. Zo simpel is het. Sociaal-economische ongelijkheid wacht erop om opgelost te worden. Zoals problemen die verband houden met huisvesting en stadsontwikkeling, werkgelegenheid en inkomensongelijkheid. ‘Als het heden zo onophoudelijk grimmig is voor velen, dan is het nauwelijks een verrassing dat mensen zich willen nestelen in de warme halfschaduw van het verleden’. Beredeneerd vanuit de politieke marketing is het nauwelijks een verrassing dat politici in dat gat duiken. Maar de politiek van nostalgie help ons geen spaan verder. Laten we ons daar beter van bewust zijn.
Update 10 september 2017: Het blijft onbegrijpelijk. Opnieuw geen enkele actie uit de kunstsector of de politiek tegen het Gergiev Festival in Rotterdam dat van 14 tot 17 september plaatsvindt. Dat staat in schril contrast tot protesten in andere landen, zoals Duitsland of de VS. Het uitblijven van protest tegen Gergiev en het Gergiev Festival wordt een jaarlijks terugkerende gebeurtenis. Wat zegt dat over Nederland en Rotterdam?
Update 8 september 2016: Het is onbegrijpelijk. Geen enkele actie in Rotterdam tegen Valery Gergiev. Terwijl gewoonlijk Nederlanders voor het minste onrecht de straat op gaan om te demonstreren tegen het perfide establishment. Maar deze keer niet. Het grote onrecht van Gergiev laten ze links liggen. Wat zegt dat over Rotterdam en Nederland? Weinig goeds. Onze Rotterdamse vrienden laten het afweten. Ze laten het terrein aan Opstelten en consorten. De bewustwording is blijkbaar nog niet zo ver. Beschamend? Ja. Ontzettend.
Sport en politiek of kunst en politiek hebben niets met elkaar te maken. Of toch wel? We spreken schande van het sjoemelen met de dopingcontrole door de Russische overheid op de Winterspelen in Sochi. Om ons op de rondetijden te richten. Kritiek ontstaat pas in de historische terugblik die afstand schept. Die ongevaarlijk maakt. We worden verontwaardigd over de collaboratie van de Duitse toneelspeler Gustaf Gründgens (1899-1963) die vele jaren later door schrijver Klaus Mann of filmer István Szabó in diens Mephisto (1981) werd vereeuwigd als voorbeeld hoe het niet moet. Maar de Gründgens van de eigen tijd zien we over het hoofd.
En in Rotterdam al helemaal. Of dat voortkomt uit naïviteit, provincialisme, misplaatste solidariteit met een ontspoorde kunstenaar, gebrek aan politiek besef of gemakzucht is de vraag. Er bestaat geen twijfel over dat Gergiev een fervent supporter is van het bewind van Putin en zich voor propagandadoeleinden laat inzetten. Putin en Gergiev zijn goede vrienden en zouden peetvader van elkaars kinderen zijn, aldus een bericht in de The Telegraph. Laatst was er het optreden van het Kirov Orkest van het Mariinski Theater uit Sint-Petersburg in het Syrische Palmyra. De NOS schreef over Gergiev in een bericht: ‘Hij zei dat hij met muziek wil protesteren tegen “de barbaren die monumenten van de wereldcultuur hebben verwoest”‘. Het is echter niet IS, maar Gergiev die door zo’n optreden de cultuur verwoest door het voor het karretje van de politiek te spannen. Maar in Rotterdam wordt tegen beter weten in volgehouden dat Gergiev in een politiek vacuüm opereert.
Waar is het politieke besef van de Nederlanders gebleven? In 1983 gaf W.F. Hermans een serie lezingen in Zuid-Afrika die wisselend werden gewaardeerd. Hoofdstedelijke PvdA’ers hadden het idee dat Hermans een internationale culturele boycot had doorbroken en verklaarden hem in 1986 tot persona non grata in de hoofdstad. Dat waren nog eens tijden. Nu heerst gezapigheid bij de culturele, bestuurlijke elite van Nederland. Veelzeggend is dat afgelopen jaren op het Groninger Museum na geen Nederlandse culturele organisatie zich inzette voor Ai Weiwei en Chinese dissidenten. Ian Buruma verklaarde in 2002 in The Guardian dat de bouw in China door een westerse architect van een ziekenhuis, hotel of universiteit niet over een grens gaat, maar de bouw van een gebouw dat direct onderdeel is van de propagandamachine wel. Toen Rem Koolhaas in 2008 het prestigieuze CCTV-gebouw als deel van de propagandamachine voor de Chinese autoriteiten bouwde voerde het Oranje-gevoel de boventoon. Rotterdamse koopmansgeest die de dominee maar even vergeet?
Met de organisatie van het Gergiev Festival laten de organisatoren zich voor het karretje van de Russische propaganda spannen. Al is het maar door te helpen Gergiev een neutraal image in het Westen te verschaffen. We moeten ons ervan bewust zijn waar collaboratie met het Russische bewind begint. Het is op z’n minst lichtzinnig te noemen dat burgemeester Aboutaleb die zich zo vaak kritisch uitspreekt over maatschappelijke ontwikkelingen die verder gaan dan zijn functie deel uitmaakt van het Comité van Aanbeveling. Dit steekt des te meer omdat het komende Gergiev Festival in het teken staat van de Russische componist Sergei Prokofjev die tijdens het Stalin-bewind werd beschuldigd van anti-democratisch formalisme en werd verplicht om mee te werken aan de Stalinistische propaganda. Het Kremlin herwaardeert Stalin nu als nationalistisch icoon.
De Rotterdamse elite kan achteraf niet zeggen niet te hebben geweten dat Valery Gergiev aan de verkeerde kant van de geschiedenis is terecht gekomen. De signalen zijn overduidelijk en klinken wereldwijd. Er waren afgelopen jaren volop protesten tegen de collaboratie van Gergiev. Zo ageerde Dmitry Smelansky in januari 2015 in een posting op de FB-pagina Arts Against Aggression tegen zangeres Anna Netrebko en Valery Gergiev als ‘twee prominente supporters’ van ‘het bloedige bewind van Putin’. Dit naar aanleiding van een optreden in de Metropolitan Opera in New York. Smelansky: ‘Mr. Putin counts on his supporters to continue to see no evil in his actions and on the civilized world to continue to hear no evil and speak no evil. We can and must do better than that.’ Ja, we kunnen en moeten beter doen dan wegkijken. Te beginnen in Rotterdam.
Foto: Vladimir Putin schudt Anna Netrebko de hand, 2013. In het midden Valery Gergiev.
In Noord-Korea is in Pyongyang het 7de partijcongres begonnen. Het eerste sinds 1980. Steunbetuigingen in de vorm van arriverende en marcherende massa’s, applaudisserende en kransen leggende mensen zijn niet van de lucht. De menselijke ketting is nog meer dan de lopende band het herkenningsteken van dit zichtbare Noord-Korea. Het is niet als het krioelen van mieren of bijen, maar het zich stuk voor stuk en masse tonen van een kudde zebra’s op de savanna. Het roept: samen sterk. Traditionele accessoires van het partijcongres worden getoond in de aanloop ernaar, dus in de marge ervan. Op de ontvangst volgt het stilstaan bij de geschiedenis van de partijleiders. Uitgeput en ademloos worden de afgevaardigden langs de staties geleid. Ze kijken omhoog en houden zich koest, en lijken nog verrast te worden ook. Alles uniform in uniform.
De beelden hebben iets nostalgisch. Het is vaker beweerd dat Noord-Korea iets bewaard heeft dat elders verloren is gegaan. Volkswil is het niet te noemen omdat het volk in deze dictatuur niets te zeggen heeft en niet over het eigen leven kan beschikken. Waarneembaar is dat elke twijfel aan de schijn door elk individu bij voorbaat is uitgesloten. Per definitie niet het verslag haalt. De gehoorzaamheid van discipline gaat over in zelfkastijding en masochisme. Het plezier dat gesuggereerd wordt is het opgaan in de massa. De enscenering is het collectieve klaarkomen voor een betere wereld. Dat verlangen wordt eeuwig uitgesteld en nooit ingelost.
Als het een tentoonstelling was dan zou de titel van de aanloop naar het 7de partijcongres zoiets moeten zijn als ‘De grote familie van de Noord-Koreaanse mens’. De suggestie is dat deze gemeenschap universeel is, terwijl het toch de staatsgrenzen niet te buiten gaat. De afbeelding van de nietige mensen die strak bewegen als radartjes in de propagandamachine heeft iets aandoenlijks. Niet dat de mensen snoezig zijn, maar hun situatie is die van de kwetsbaarheid. Ze zijn broos. Met een vingerknip kunnen ze uit de rij genomen worden om voorgoed te verdwijnen. De methode van de dreiging maakt mak. Tegelijk is dit mogen bestaan als een ongenummerd nummer een bekroning van een schelle carrière die optimaal haalbaar is binnen grenzen.
Een 80-jarige vrouw uit Mariynka in de Donbas vraagt zich af wat de zin van de Russisch-Oekraïense oorlog is. Wie hebben de Russen gevraagd om Oekraïne binnen te vallen? Zij niet. Wat hebben de Russen te zoeken in haar streek? Het pro-Oekraïense kanaal Free Donbas tekent het op en maakt haar verhaal tot onderdeel van de informatieoorlog. Vol sentiment. Maar deze vrouw stelt wel de goede vragen. Waarom vechten er mensen in haar achtertuin die suggereren dat namens haar te doen? Waarom wordt ze aan het eind van haar leven opgezadeld met de machtsstrijd van anderen? De vraag die ongenoemd blijft: waarom grijpt de internationale gemeenschap niet in om mensen als deze oude vrouw te beschermen? Zij wordt weloverwogen vergeten.
AFVN (anti fascistische oud verzetsstrijders nederland /bond van anti fascisten)noemt zich anti-fascistisch, maar onduidelijk is wat anderen daaronder moeten verstaan. AFVN is kritisch, maar neemt zonder relativering of duiding een toespraak van president Putin over die hij op 9 mei 2015 in Moskou hield ter gelegenheid van de 70ste herdenking van het einde van de Tweede Wereldoorlog. Op andere plekken neemt AFVN op haar site artikelen van de digitale Waarheid over. Dit zijn er aanwijzingen voor dat AFVN een organisatie is die in het vaarwater van het Kremlin terecht is gekomen of zelfs een Russische mantelorganisatie is die zich voor de buitenwereld presenteert als anti-fascistisch. AFVN is aangesloten bij de internationale koepelorganisatie FIR.
Nederlanders moeten beseffen wat voor vlees ze precies in de kuip hebben en wat dat etiket ‘anti-fascisme’ van de AFVN precies betekent. Want het maakt nogal een verschil of dat wordt ingegeven door het afwijzen van alle of niet alle vormen van hedendaags fascisme. De AFVN laadt sterk de verdenking op zich het hedendaagse Russische fascisme zoals zich dat manifesteert in het beleid van president Putin te vergoelijken. Of zelfs goed te keuren. Dat maakt de claim van de AFVN zich te weer te stellen tegen het ‘anti-fascisme’ minder geloofwaardig. Weliswaar is het de legitieme keuze van de AFVN om een Stalinistische organisatie te zijn, maar het zou zich voor de duidelijkheid dan ook beter als zodanig presenteren.
Vandaag was er een actie van de AFVN bij de Totalitarian Art Gallery in Amsterdam omdat er een exemplaar van Adolf Hitlers ‘Mein Kampf’ tentoongesteld wordt. Volgens AT5werd galeriehouder Michiel van Eyck naar eigen zeggen belaagd. AFVN had het raam van de Totalitarian Art Gallery beplakt met pamfletten met teksten als ‘Verboden voor Joden’, ‘Verboden voor negers’ en ‘Verboden voor Moslims’. Omstanders dachten dat Van Eyck de pamfletten had opgehangen. De galerie is gespecialiseerd in objecten uit totalitaire regimes. Zoals het Duitsland van Hitler, het China van Mao, maar vooral de Sovjet-Unie van Stalin. In dat laatste lijkt ‘m de kritiek van de AFVN te zitten. Stalinisten zien niet graag dat de kritiek op Stalin niet gerevisioneerd wordt zoals de laatste jaren in het Rusland van Putin gebeurt waar Stalin weer op het schild wordt gehesen als staatsman.
Foto: AFVN beplakt de voorruit van de Totalitarian Art Gallery met posters. Credits: AT5.
Culturele vrijheid in Rusland verslechtert snel. Het ministerie van Cultuur verbiedt een film over de vervolging van Tsjetsjenen onder Stalin, zo’n 70 jaar geleden. Het excuus voor het verbod is het provoceren van etnische vijandschap. Dat spoort niet met de huidige tsunami van nationalisme en patriottisme die Rusland treft. Ook Andrei Zvyagintsev’s prijswinnende sociale satire Leviafandat aan 50 landen is verkocht haalt de Russische bioscopen waarschijnlijk niet. Er zou in gevloekt worden en da’s het hedendaagse excuus om de film op de plank te leggen. Onder Putin wordt het Stalisme in ere hersteld. De volgende lakmoesproef is de Manifesta in St. Petersburg die uitdaagt en ter discussie stelt. Hoofdcurator Kasper König houdt de optie open dat deze manifestatie van hedendaagse beeldende kunst afgelast wordt vanwege de rechteloosheid in Rusland. De Manifesta lijkt achterhaald door de recente verslechtering van het politieke en culturele klimaat in Rusland.
In de video komt een slechts in onderbroek geklede activist in actie in een Romeinse sarcofaag in Hermitage in St. Petersburg. De actie ‘Ongewassen Rusland’ is volgens het kunstenaarscollectief Blauwe Ruiter (‘Siniy Vsadnik’) een referentie naar een 19de eeuws gedicht van Michael Lermontov omdat ‘Rusland behoefte heeft om zichzelf te reinigen van de vuiligheid en het vuil van het verleden’. De activist symboliseert dat door het logo van de pro-Kremlin partij Verenigd Rusland weg te schrobben. De activist en twee betrokkenen die de actie op film vastlegden werden korte tijd door de politie vastgehouden. De twee vrouwen die schrikken van de actie zijn waarschijnlijk museummedewerkers. Na het bad ontspint zich een verwarrende discussie.
Sportdag in het Noord-Koreaanse leger. Altijd een plezier om te zien hoe de manschappen druk bezig zijn. Alles onder de bezielende leiding van Kim Jong-un. Nu Rusland door het Oekraïne-conflict uitgesloten wordt door het Westen en naar het Oosten kijkt opent dit perspectief voor samenwerking. Wie weet is een sportdag van Russische, Chinese en Noord-Koreaanse militairen een goed begin. Om samen het ijs te breken door het breken van stenen. Martial arts is weer eens wat anders. Goed voor de teambuilding. Het geluid maakt het af.