Terugblik op mislukken Museum Oud-Amelisweerd. Wat kunnen de openbare besturen van Utrecht en Amersfoort nog leren?

Onderstaande reactie schreef ik op 22 januari 2011 bij de plaatsing van het ‘De Wegh der Weegen; Armando Museum in Landhuis Oud Amelisweerd. Een Rapportage Haalbaarheidsonderzoek.’ Denk ik er meer dan acht jaar later anders over nu de exploitant Stichting MOA in 2018 failliet is gegaan en het bestuur van de gemeente Utrecht een onderzoek heeft toegezegd naar de verhuizing van het antieke Chinese behang? Voor erfgoed- en museumdeskundigen een gruwel, zelfs een no-go area, maar blijkbaar voor delen van de Utrechtse politiek een begaanbare weg om met opoffering van cultureel erfgoed uit het bestuurlijke doolhof te ontsnappen. Omdat deskundigen hierover de wethouder vermoedelijk niet positief zullen adviseren valt overigens niet te verwachten dat het plan meer dan een proefballon wordt. Nee, ik denk er acht jaar later nog hetzelfde over. De oorzaak van de mislukking is terug te voeren tot de tunnelvisie, kortom een te smal perspectief. Inmiddels zouden Utrechtse raadsleden kunnen weten dat ze er een kwestie bij hebben. Als hun voorgangers in 2011 niet hadden zitten slapen en de waarschuwingen hadden opgepikt dan was dat niet het geval geweest. Maar acht jaar is een eeuwigheid in de politiek. Jammer is wel dat de politiek van Utrecht en Amersfoort hiervan niet wil leren. In Amersfoort wordt een voorstel van Amersfoort2014 voor een onderzoek afgewezen. In Utrecht lijkt zelfs dat besef niet door te dringen dat deze kwestie wel eens een onderzoek waard zou kunnen zijn. Dit gaat uiteindelijk niet over een rijksmonument in Bunnik, maar om de haperende kwaliteit van het openbaar bestuur. En dat is pas echt zorgelijk voor wie in Amersfoort of Utrecht woont.

Foto: Reactie aan Helena bij artikel ‘Onderzoek Armando Museum roept vragen op’. Andere commentaren op dit blog over Museum Oud-Amelisweerd kunnen opgeroepen worden door rechts bovenin de marge ‘Zoek op dit blog’ zoektermen als ‘Armando’, ‘Amelisweerd’ of ‘Amersfoort’ in te tikken. 

In Amersfoortse raad klinkt de roep om een diepgaand onderzoek naar het MOA. In de Utrechtse raad blijft het opvallend stil

Het was vanaf eind 2010 uit openbare bronnen duidelijk dat het Armando Museum (later omgedoopt tot Museum Oud Amelisweerd; MOA) geen succes kon worden. De voorwaarden voor succes ontbraken aantoonbaar. Iedereen met ogen in de kop kon dat in het volle daglicht zien. Er waren ontelbare mensen die sinds die tijd gewaarschuwd hebben voor de gebrekkige levensvatbaarheid van het omgekatte Armando Museum in de bossen van Bunnik (Rini Dippel/ex SM, Paul van Vlijmen/ex-Spoorwegmuseum, Eymert-Jan Goossens/Huis Doorn, Jesper Rijpma/VVD UT, Xander van Asperen/D66 UT, SP, Nieuw-Rechts UT, SP UT, Burgerpartij A’foort, Ben Stoelinga/A2014 A’f, Ramón Smits Alvarez/PvdA A’f, Raphaël Smit/Vliet A’f, Simone Kennedy/CU A’f, Hiske Land/GL A’f, Ben van Koningsveld/CDA A’f), maar ze werden niet gehoord en hun argumenten werden weggepoetst. Daarnaast waren er nog mensen uit de museumsector die achter de schermen hun ongenoegen uitten, maar dit vanwege hun functie of positie niet in het openbaar konden zeggen. Het opknappen van het vastgoed sinds begin jaren ’90 onder leiding van Centraal Museum en gemeentelijke diensten van de gemeente Utrecht is overigens geen weggegooid geld en moet niet verward worden met de ongelukkige en mislukte doorstart van het Amersfoortse Armando Bureau in Bunnik.

Een diepgaand onderzoek is nodig. Raadslid Ben Stoelinga van de Amersfoortse partij A2014 vindt dat de onderste steen boven moet komen over de gang van zaken van het MOA. Stoelinga is vooral geïnteresseerd in de financiële afwikkeling. Hij schetst twee scenario’s die in de raadsvergadering van 5 februari 2019 besproken worden: een onderzoek door externe onderzoekers of een raadsenquête. De laatste optie lijkt vanwege de transparantie en de mogelijkheid om betrokkenen, zoals ambtenaren en bestuurders onder ede te horen zijn voorkeur te genieten, zoals uit een notitie blijkt. Vanwege de werkdruk kunnen delen van de raadsenquête uitbesteed worden aan externe onderzoekers, zodat een combinatie van beide soorten onderzoeken wellicht het meest werkbaar is omdat het openheid en diepgang combineert met volledigheid.

Complicatie is de veelheid aan betrokken gemeenten (Utrecht, Amersfoort, Bunnik), de snelle wisseling van cultuurwethouders en de gefragmenteerde besluitvorming waardoor niemand zich blijkbaar verantwoordelijk voelt. Het is opvallend dat met Ben Stoelinga, maar ook met de langzittende raadsleden Hans van Wegen (BPA), Ben van Koningsveld (CDA) en Simone Kennedy-Doornbos (CU) het historisch geheugen in de Amersfoortse raad nog aanwezig is omdat deze raadsleden de beslissende debatten zelf hebben gevoerd en door hun dossierkennis weten waarover ze praten. In de Utrechtse gemeenteraad ontbreekt dat geheugen en die kennis op één uitzondering na, te weten SP’er Tim Schipper. In de Utrechtse raad is de omloopsnelheid zo groot dat bij de belangrijkste partijen in dit dossier, te weten D66 en VVD de woordvoerders elkaar in snel tempo hebben opgevolgd (D66: Xander van Asperen, Aline Knip, Ellen Bijsterbosch; VVD, Jesper Rijpma, André van Schie, Marijn de Pagter). Voor leden van de Utrechtse raad is de geschiedenis, besluitvorming en financiële complicatie van het MOA een ver-van-hun-bed-show waar ze geen persoonlijke betrokkenheid bij hebben. Dat is geen verwijt, maar een constatering. Daarom is het verklaarbaar dat de kritiek op het MOA uit de Amersfoortse en niet uit de Utrechtse raad klinkt. Terwijl laatstgenoemde er een groter belang bij en verantwoordelijkheid voor heeft omdat landhuis Amelisweerd eigendom van de gemeente Utrecht is.

De inzet van Ben Stoelinga is prima en vanuit zijn verantwoordelijkheid voorbeeldig te noemen, maar loopt ook tegen grenzen aan. Het kent nu eenmaal een Amersfoorts perspectief. En dat kan per definitie niet het hele perspectief zijn. Het is zoals gezegd verklaarbaar, maar ongelukkig dat de Utrechtse raad geen initiatief neemt voor een onderzoek van een project waarover jaren van tevoren met argumenten werd aangetoond dat het zou mislukken. Daarnaast is er ook de provincie Utrecht waar de statenleden Elly Broere, PVV en Truke Noordenbos, SP kritische vragen stelden, maar zij waren de uitzondering. Zijn het in de Utrechtse raad alleen het historisch geheugen en het gebrek aan kennis en affiniteit die ontbreken of is er meer aan de hand? De omstandigheid dat sinds 2010 alle grotere partijen bestuursverantwoordelijkheid hebben gedragen en boter op hun hoofd hebben in dit dossier MOA kan het zwijgen in de Utrechtse raad verklaren. Zodat geen van de grotere partijen happig is op een onderzoek dat met terugwerkende kracht de eigen bestuurders zou kunnen beschadigen. En de leden van de kleinere partijen (PvdD, DENK, S&S, PVV, Stadsbelang) leggen of andere prioriteiten of beseffen niet eens hoe slecht dit project vanuit het gemeentebestuur is uitgedacht en begeleid.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelOnderste steen boven rond faillissement MOA’ van Artwin Kreekel in het AD, 5 februari 2019.

Vraagtekens bij een onderzoek van Blueyard over Museum Oud-Amelisweerd en over de stappen voor een nieuwe bestemming

In augustus 2018 ging de Stichting Museum Oud-Amelisweerd failliet. Het was exploitant en huurder van landhuis Oud-Amelisweerd dat eigendom is van de gemeente Utrecht en is gelegen in de gemeente Bunnik. Sinds eind 2010 is op dit blog op een kritische wijze regelmatig aandacht besteed aan Museum Oud Amelisweerd (MOA). De kritiek was dat de procedure volgens welke de besluiten werden genomen bestuurlijk onzorgvuldig was om niet te zeggen de bestuurlijke lijnen ernstig te buiten ging en dat de randvoorwaarden voor een museum in een lastig te exploiteren Rijksmonument onmogelijk waren om tot een succes te leiden. Voor dat laatste werd bij herhaling door experts gewaarschuwd, maar hun waarschuwingen werden genegeerd door het college van de gemeente Utrecht. Het MOA was museaal, financieel en politiek een aangekondigde ramp. Het MOA was en bleef vooral een papieren werkelijkheid in de bestuurskamers van de Stichtse politiek. Dat vraagt na een mislukte poging (2010-2018) om een diepgaande verklaring die man en paard noemt.

Bijkomende kritiek was dat diverse haalbaarheidsonderzoeken gekleurd, ingestoken en vertekend waren en de waarheid niet boven tafel haalden of bewust onder tafel hielden. Bij die reeks voegt zich nu een nieuw onderzoek dat in opdracht van de gemeente Utrecht door ‘een coöperatie van gedreven zelfstandig adviseursBlueyard is uitgevoerd. Het onderzoek is bedoeld om Utrecht te helpen bij het vinden van een nieuwe bestemming voor het landhuis dat vanwege het faillissement immers op een nieuwe bestemming wacht.

Het onderzoek is op hoofdlijnen in lijn met wat hier op dit blog is geconstateerd. Op het niveau van de randvoorwaarden en de onmacht van de exploitant om daar mee om te gaan is het onderzoek verdienstelijk en duidelijk. Hoewel het geen nieuwe feiten boven water haalt, zet het vermoedelijk voor het eerst voor alle leden van de Utrechtse gemeenteraad onverbloemd op een rijtje wat er zoal is misgegaan.

Uit deze wandaad van slecht bestuur is echter geen dader of neutraler gezegd ‘actor’ af te leiden. De ramp lijkt uit de lucht te vallen en geen voorgeschiedenis te hebben. Het gemis is dat het onderzoek de rol van het openbaar bestuur en dan met name de gemeente Utrecht buiten schot laat. Utrechtse cultuurwethouders als Frits Lintmeijer, Kees Diepeveen en Anke Klein worden niet met name genoemd en werden niet gehoord. Evenmin werden verantwoordelijke gedeputeerden van de provincie Utrecht (Anneke Raven, Mariëtte Pennarts) of van de gemeente Amersfoort (Pim van de Berg, Mirjam Barendregt) gehoord. Dat is een onbegrijpelijk gemis en is er een aanwijzing voor wat de opzet van het onderzoek is. Niet het beleid, maar de uitvoering ervan staat centraal. De dieperliggende redenen waarom het MOA is ontspoord worden niet onderzocht en als iets in die richting wordt geconstateerd gebeurt dat in abstracties en vaagheden die niemand bijten.

Het Utrechtse college dat de opdracht voor het onderzoek gaf is de roze olifant in de kamer waarover het onderzoek niet praat. Want de achtereenvolgende colleges met de achtereenvolgende verantwoordelijke cultuurwethouders liggen ten grondslag aan de mislukking. Dat maakt het onderzoek minder objectief en waardevol dan het met een kritische blik naar alle betrokkenen had kunnen zijn. Goed dat het onderzoek er is, alleen is het acht jaar te laat uitgevoerd, niet compleet en gekleurd door de rol van de opdrachtgever.

Er valt ook wel een en ander op de constateringen aan te merken. Ik geef de belangrijkste puntsgewijs weer met mijn commentaar:
1. ‘Door de verplaatsing van het Armando Museum naar het landgoed verviel de verplichting het Armando Museum in stand te houden of te heropenen in de Elleboogkerk‘.
Commentaar: Dit gaat voorbij aan het zogenaamde convenant uit 1998 tussen enerzijds de gemeente Amersfoort en anderzijds Armando en zijn (ex)-echtgenote Tony de Meijere waarin de gemeente zich verplichtte om de bruikleen van de collecties van genoemde personen binnen Amersfoort tentoon te stellen. Dit werd eenzijdig door Amersfoort verbroken. De toenmalige directeur van Amersfoort-in-C Gerard de Kleijn sprak in 2010 in dit verband van onbehoorlijk bestuur. Dus er verviel geen verplichting, integendeel, deze werd eenzijdig opgezegd door het toen nieuw aangetreden college van Amersfoort dat contractbreuk pleegde.

2. ‘Het aanbod was artistiek-inhoudelijk de moeite waard. Tweemaal per jaar werd een tentoonstelling georganiseerd, en daarbij werd gekozen om niet uitsluitend werk van de Armando te tonen, maar ook ander werk. De recensies waren lovend, de reacties van de bezoekers positief en als bevestiging won MOA in 2016 de internationale prijs voor cultureel erfgoed, Europa Nostra.’
Commentaar: Het bleef wringen dat zoals ook de Raad voor Cultuur constateerde de combinatie ensemble, Armando en Chinees behang niet logisch was en geen goede basis onder de programmatische structuur van het MOA legde. Oud-hoofdconservator en vriendin van Armando Rini Dippel uitte in 2011 dezelfde kritiek evenals deskundigen uit de museumsector. De tentoonstellingen waren van wisselend niveau en de recensies absoluut niet altijd lovend. Het behalen van de Europese prijs Europa Nostra was niet de (volledige) verdienste van het MOA en niet in minste mate de verdienste van de partijen uit het voortraject die de renovatie op poten hadden gezet voordat de Stichting MOA in beeld kwam: Gemeente Utrecht inclusief het Centraal Museum en de Vastgoed Organisatie, Rijksdienst Cultureel Erfgoed en het Restauratie Atelier Limburg.

3. ‘Het is opmerkelijk dat het bestuur in de ronde voor heroriëntatie niet met een overgangsscenario voor een terugval heeft kunnen komen.
Commentaar: Het onderzoek constateert op vele plekken dat het MOA werkte met ‘een onrealistisch ondernemingsplan’, ‘een moeizame bedrijfsvoering met te veel beperkingen’ en een ontbrekend weerstandsvermogen. Het MOA heeft geen enkel jaar met een positief saldo afgesloten, heeft onvoldoende sponsors kunnen trekken en niet aan de verwachtingen voldaan wat de bezoekcijfers betrof. De structurele inkomens uit de Amersfoortse bruidsschat liepen in 2021 ten einde en er wachtte nog de terugbetaling van 160.000 euro aan de provincie Utrecht. Het is begrijpelijk dat het bestuur deze indicatoren inschatte als perspectiefloos, evenmin een opgaande lijn kon constateren en het besluit nam om de verliezen niet verder op te laten lopen. Het onderzoek doet er verkeerd aan om de terugvaloptie te koppelen aan de exploitant Stichting MOA, deze optie was door de gemeente Utrecht juist in de brief geschreven voor het geval de exploitant het niet zou redden en was primair gebonden aan het vastgoed, ofwel het landhuis.

4. ‘We adviseren de gemeente Utrecht om een visie te formuleren op wat zij wil met het openstellen van het landhuis als cultureel erfgoed. Wat is de mate van ontsluiting en toegankelijkheid die zij het publiek wil bieden?
Commentaar: Een terechte, maar schrijnende opmerking die als mosterd na de maaltijd komt. Dit had zoals velen onder wie deze blogger vanaf 2010 meermalen hebben beweerd bij aanvang van het project moeten gebeuren. Het Utrechtse gemeentebestuur heeft continu achter de feiten aangelopen en onvoldoende initiatief genomen. Utrecht heeft het vastgoed voorbeeldig opgeknapt, maar bij de keuze voor de huurder en de voorwaarden van de exploitatie heeft het te laat, halfslachtig en ronduit slecht geacteerd. De gemeenteraad kreeg onvoldoende inspraak om het college te sturen en werd telkens met voldongen feiten geconfronteerd.

Wat nu na dit halfslachtige rampenscenario waaruit tussen de regels door blijkt dat de achtereenvolgende colleges van de gemeente Utrecht de wandaad hebben gepleegd, maar de dader ongenoemd blijft? De valkuil is de bestuurlijk-ambtelijke sfeer waar dit onderzoek van Blueyard ook ogenschijnlijk in is vastgelopen. Het heeft niet verder gekeken omdat het niet begreep dat dat nodig was of omdat dat ontmoedigd werd door de opdrachtgever. Hoe merkwaardig is het niet dat er volop ambtenaren, consultants en zakelijke directeuren worden geïnterviewd voor het onderzoek, maar nauwelijks inhoudelijke deskundigen uit de museumsector, laat staan critici als Paul van Vlijmen of Rini Dippel? Nodig is een volwaardig onderzoek dat uit de ambtelijk-bestuurlijke sfeer komt waarin trouwens ook het onderzoek van de Holland Consulting Group vastliep en het college van Utrecht gedetailleerde inhoudelijke argumenten geeft aan de hand waarvan het zich een mening kan vormen. Dat is beter dan wat de afgelopen acht jaar is gebeurd, toen de feiten uit de meningen volgden.

Foto: Schermafbeelding uit het onderzoekMuseum Oud Amelisweerd ex post; Oorzaak en aanleiding van het einde, met de blik op de toekomst’ van Blueyard dat in opdracht van de gemeente Utrecht werd uitgevoerd, 2 november 2018.

PvdA Amersfoort stelt vragen over financiële problemen van Museum Oud Amelisweerd

pvda1

pvda2

In juni 2012 besloot het College van Amersfoort om ‘het vertrekkende Armando Museum’ een bruidsschat van 1 miljoen euro mee te geven. Vele partijen onder wie de PvdA maakten bezwaar, zoals dit nieuwsbericht aantoont. De kritiek ging er niet alleen over dat de wethouder van cultuur Mirjam Barendregt de raad niet tijdig en volledig geïnformeerd zou hebben, maar ook dat een bruidsschat voor een museum dat het College uit Amersfoort liet vertrekken onlogisch en buiten proportie zou zijn. Het was een afkoopsom voor onbehoorlijk bestuur die alle betrokkenen tevreden moest stellen. Voor 1 miljoen euro kocht Amersfoort dit dossier af en schoof het door naar de gemeente Utrecht. Het wordt in 10 jaarlijkse termijnen uitbetaald. Wethouder Barendregt trad overigens af in september 2011 wegens kostenoverschrijdingen van het Eemhuis.

Nu stelt PvdA’er Louis de la Combé bovenstaande raadsvragen aan het College van Amersfoort. Hij creëert trouwens op twee aspecten onduidelijkheid. De bruidsschat van Amersfoort aan Museum Oud Amelisweerd (MOA) wordt niet uitbetaald in 10 gelijke delen, zoals het betalingsschema verduidelijkt. In het begin is er naar verhouding meer uitbetaald. Verder is de gemeente Utrecht niet voornemens om ‘een subsidie van 4×75.000 te schrappen’, maar neemt het College van Utrecht een advies van een Advies Commissie Cultuur uit mei 2016 niet over. Reden dat het College dit advies niet overneemt is een motie die het College bindt om zeker tot 2022 (de looptijd van de bruidsschat) geen cent bij te dragen aan de exploitatie van het MOA.

De raadsvragen van De la Combé zijn interessant omdat ze de belangrijkste aspecten op een rijtje zetten. De PvdA wil weten of de Amersfoortse bruidsschat eraan meehelpt om het MOA een gezonde financiële basis te geven. Het vermoeden dat het geld in een bodemloze put verdwijnt wordt vertaald in vragen naar de bijzonderheden. De PvdA vraagt naar de exacte verwoordingen van het contract tussen Amersfoort en Stichting MOA als huidige exploitant van het MOA. De PvdA wil de garantie dat bij een faillissement van de Stichting MOA in bijvoorbeeld 2016 de bruidsschat over 2017-2021 niet wordt uitgekeerd. En wil weten wat de afspraken van de afwikkeling zijn. Te denken valt aan de vraag aan wie rente over de hoofdsom toevalt.

Vraag 4 over de privécollectie van Armando is er na de opmerking  van bestuurslid Geert Noorman van de Stichting MOA in een artikel in ’t Groentje (Bunnik) alleen nog maar relevanter op geworden. Hij zei in november 2015 na het verschijnen van het jaarverslag 2014 dat afsloot met een tekort van 136.000 euro: ‘En we kunnen altijd nog in kosten snoeien. Of desnoods werken van Armando verkopen, mocht hij daar toestemming voor verlenen.’ Het is van groot belang dat er geen vermenging optreedt tussen kunsthandel en overheidssubsidie. Musea worden daar door hun ethische code ook aan gehouden. De constructie met de bruiklenen van Armando via de Armando Stichting aan de Stichting MOA is verwarrend en vraagt om zorgvuldig toezicht. Inclusief op de jaarlijkse depotkosten van omstreeks 30.000 euro.

Zie hier en hier voor de meest recente stukken -met relevante verwijzingen- over Museum Oud Amelisweerd.

Foto: Schermafbeelding van schriftelijke vragenFinanciële problemen Museum Oud Amelisweerd’ van de PvdA aan het College van Amersfoort, 22 september 2016.

Eemhuis Amersfoort opgeleverd. Zijn problemen voorbij of niet?

In Amersfoort is een ‘hoofdpijndossier’ opgeleverd. Cultuurhuis Eemhuis werd in opdracht van de gemeente Amersfoort ontworpen door Neutelings Riedijk Architecten en gebouwd door Dura Vermeer. De vier gebruikers zijn Scholen in de Kunst, bibliotheek Eemland, Archief Eemland en kunsthal KAdE en krijgen in totaal bijna 15.000 vierkante meter tot hun beschikking. KAdE-‘directeur’ Robbert Roos loopt zich al warm.

Wethouder Pim van den Berg (D66) spreekt uit dat de kostenoverschrijding van 10,5 miljoen euro en de andere problemen die samenhingen met de bouw snel vergeten worden. Maar of hij dat echt gelooft valt te betwijfelen. Hij zet er in elk geval grote ogen bij op. Het Eemhuis kostte in september 2011 wethouder Mirjam Barendregt de kop. Behalve de investering is er namelijk de exploitatie. Kan die sluitend worden gemaakt in dat nieuw opgeleverde gebouw? Dat is namelijk niet altijd een vanzelfsprekendheid als in gemeenten het vastgoedbeleid het cultuurbeleid verdringt. En de culturele instellingen in een gouden kooi terechtkomen.

De Stadspartij ‘Burger Partij Amersfoort‘ heeft op 2 december 2013 opnieuw vragen aan burgemeester Bolsius gesteld over de exploitatie van het Eemhuis. De partij stelt dat ‘de gemeenteraad van Amersfoort tot op heden niet, nooit is geïnformeerd over een fatsoenlijke exploitatiebegroting van het Eemhuis voor de jaren 2014, 2015, 2016 en 2017.‘ Het laatste woord lijkt nog niet gezegd over het Eemhuis. De hoofdpijn zeurt nog door.

15864

Foto: Archief Eemland, Geschiedenis Eemplein.

Groen licht voor Museum Oud-Amelisweerd ondanks bezwaren

Update 28 juni: Geen besluit zonder spin. De slag in de publiciteit gaat niet over gelijk hebben, maar over gelijk krijgen. Op radio 1 (26 juni: 7.20/8.20/9.20) claimt de beoogd directeur van Museum Oud-Amelisweerd haar gelijk, samen met wethouder Lintmeijer die niet over de inhoud gaat, maar wel over de inhoud praat. Oud-hoofdconservator en vriend van Armando Rini Dippel ziet de combinatie Armando en Oud-Amelisweerd als ongelukkig. Hier geven raadsleden en fractiemedewerkers van PvdA-Utrecht, GroenRechts-Utrecht en Trots-A’foort hun mening. Ieder denkt het zijne of hare. Het gelijk bestaat niet. Gelijk krijgen blijkbaar wel. 

De Utrechtse gemeenteraad heeft gisteravond met een onverwachts grote meerderheid ingestemd met de kredietaanvraag Oud-Amelisweerd. Ter elfder ure voegden VVD en D66 zich bij een meerderheid die mogelijk werd door het CDA. Omdat cultuurwethouder Frits Lintmeijer de restauratie van dit rijksmonument koppelde aan de Stichting Museum Oud-Amelisweerd wordt aan deze de exploitatie gegund. Maar er bestaan in de raad twijfels over de onderbouwing van het ondernemingsplan, de concurrentiekracht en dus de levensvatbaarheid van dit museum. VVD en D66 legden dit in moties vast die door de wethouder werden overgenomen. Hij zegt toe dat Utrecht via de huur of steun geen cent aan de exploitatie zal bijdragen. Ook niet bij een faillissement.

Het nieuwe museum is een voortzetting van het Armando Museum dat in 2007 na de brand in de Elleboogkerk uit Amersfoort moest verdwijnen omdat een nieuw college om economische redenen eenzijdig een contract uit 1998 met Armando, zijn ex-echtgenote Tony de Meijere en de Stichting Armando verbrak. Toenmalig cultuurwethouder van Amersfoort Mirjam Barendregt belde wethouder Lintmeijer om hem over een alternatieve locatie te polsen. Ervoor en erna waren er allerlei sondaties, intenties, plannen en onderzoeken van een stevige lobby die parallel liep aan de besluitvorming van de Utrechtse raad. En deze feitelijk verving.

In het slotdebat hadden raadsleden de mond vol over ‘cultureel ondernemerschap‘ van een exploitant op afstand. Het CDA vergeleek het met een snackbar waarover de gemeente ook niets te zeggen heeft. Een rare vergelijking omdat Utrecht geen snackbars in eigendom heeft en Oud-Amelisweerd een rijksmonument is met zeldzaam 18de-eeuws behang. Het mooiste wat Utrecht te bieden heeft. De verwijzing naar ‘cultureel ondernemerschap‘ is dubbelzinnig omdat de raad er bij de wethouder nooit op heeft aangedrongen om actief ondernemers te interesseren. Vanaf eind 2010 was duidelijk dat het Armando Museum het moest worden.

De debatten over Oud-Amelisweerd hebben de kunstenaar Armando beschadigd. Hoewel betrokken bestuurders het ongetwijfeld goed bedoelden hadden ze zich zijn positie beter moeten beseffen toen ze met elkaar hun plannen bespraken. Er was sprake van een dubbele gijzeling. Armando werd gegijzeld door het Armando Museum en had geen behoefte om na Amersfoort nog een nieuwe stap te zetten. Tony de Meijere haalde in 2011 haar eigen collectie weg bij het Armando Museum en gaf het in bruikleen bij het Kröller-Müller Museum. Zijn ongenoegen liep zo hoog op dat Armando voorjaar 2011 ook zijn collectie weghaalde bij het Armando Museum. Dat betekende het einde aan alle plannen. Armando ging na druk uiteindelijk overstag. Vanuit die positie kon het Armando Museum als enige kandidaat de gemeente Utrecht gijzelen.

Kranten als NRC en de Volkskrant hebben nauwelijks aandacht besteed aan de huisvesting van de Armando Collectie. Toch een interessant cultuurpolitiek onderwerp. Alleen toen het om de poppetjes ging besteedde de Volkskrant aandacht aan de belangenverstrengeling tussen twee hoofdrolspelers en partners. Edwin Jacobs, de directeur van beheerder Centraal Museum en Yvonne Ploum, directeur Armando Museum. Het AD deed het beter door het te coveren vanuit het lokale nieuws. Het typeert waar het de politiek en media om gaat. Niet de zaak is van belang in publiciteit en gemeenteraad, maar de macht en de poppetjes. Cultuur is een bijzaak.

Foto: Armando (links) en Jan Cremer, 1960

Amersfoort blijft problemen Armando Museum van zich afschuiven

De raadsinformatiebrief 3912329 van 28 september van de gemeente Amersfoort geeft informatie over de lopende zaken binnen de cultuurportefeuille. Inclusief de voorgenomen verhuizing uit Amersfoort van het Armando Museum. Het college benadrukt in de brief nogmaals dat bezuinigingen de enige reden voor de voorgenomen verhuizing zijn:

Op 31 mei j.l. heeft uw raad besloten dat de bezuiniging op de musea vanaf 2014 kan worden gerealiseerd door het Armandomuseum naar een plek buiten Amersfoort te verplaatsen. In november 2010 is naar aanleiding van een haalbaarheidsstudie het voorstel van verplaatsing naar Oud- Amelisweerd gedaan. Door alle betrokken partijen (gemeente Utrecht, gemeente Amersfoort, Amersfoort in C/Armando Museum, Provincie Utrecht, Centraal Museum en de Stichting Armando) is in december 2010 een intentieverklaring getekend. Daarmee is gestart met de gezamenlijke planontwikkeling. Conform de eerder getekende intentieverklaring wordt nu de definitiefase afgerond met een definitief ondernemingsplan en huisvestingsplan aan de hand waarvan een go/no go besluit kan worden genomen. Om het ondernemingsplan rond te krijgen is in bestuurlijk overleg door de gemeente Utrecht gevraagd om een bijdrage van de gemeente Amersfoort van 1 miljoen euro. Uitgangspunt voor ons is dat de bezuinigingsdoelstelling (vanaf 2014) moet worden behaald. Met de onderbrenging van de Armandocollectie in Oud-Amelisweerd kunnen we, ook gezien de verplichtingen die voortvloeien uit de overeenkomsten over de Armandocollectie*, aan deze bezuinigingsdoelstelling invulling geven. Op 14 juni is aan de raad toegezegd dat het college in september met een voorstel ter besluitvorming over de gevraagde bijdrage van 1 miljoen komt. Dit voorstel zal uitgaan van de fasering van de bezuiniging op de musea. De definitieve besluitvorming in uw raad rond de verhuizing van het Armandomuseum naar landhuis Oud-Amelisweerd is nu voorzien in oktober.

Stichting Armando en AiC hebben inmiddels aangekondigd dat op 27 november de laatste tentoonstelling wordt afgesloten en dat zij vanaf 2012 geen nieuwe activiteiten meer organiseren in het Rietveldpaviljoen. Daarmee is het Rietveldpaviljoen vanaf januari 2012 beschikbaar en gaan wij ons bezinnen op tijdelijke verhuur zo lang er nog geen definitieve besluiten zijn genomen over de budgetneutrale herontwikkeling van het Zonnehof-gebied.

Bij de asterix wordt het volgende gezegd: *Er zijn verschillende overeenkomsten waarin zaken rondom de Armandocollectie zijn geregeld waarvan de twee belangrijkste zijn de overeenkomst van 15 januari 1998 betreffende de kerncollectie en een overeenkomst van 7 december 1998 betreffende de omzetting van de bruikleen van de collectie van de Zonnehof naar de Stichting Armando. 

Raadsinformatiebrief 3640863 van 7 december 2010 vat de overeenkomst van 15 januari 1998 als volgt samen op p.8: Kortom, zolang de gemeente binnen haar mogelijkheden museaal verantwoorde expositieruimte biedt in Amersfoort, handelt zij juridisch in overeenstemming met bovengenoemde overeenkomsten. Dat ‘binnen haar mogelijkheden’ kan zo gelezen worden dat de gemeente Amersfoort aan het Armando Museum verantwoorde expositieruimte moet bieden tenzij het dat budgettair niet kan.

Bezuinigingen op cultuur en herschikking binnen het cultuurbudget duiden niet op een situatie van niet meer kunnen, maar eerder op niet meer willen. Daarom lijkt de eenzijdige verbreking van het convenant door de gemeente Amersfoort juridisch aanvechtbaar. Een direct gevolg van onbehoorlijk bestuur zoals de vorige directeur van Amersfoort-in-C over de niet doorgegane aanbesteding van het Armando Museum in de Elleboogkerk al stelde.

Mevrouw de Meijere ondertekent mede in de Statutenwijziging Stichting De Zonnehof de omzetting van de bruikleen van Stichting De Zonnehof naar de Armando Stichting. Sinds zomer 2011 heeft ze echter haar deel van de collectie bij het Kröller-Müller Museum ondergebracht. Ook Armando deed hetzelfde met een vroeg werk en een aantal door hemzelf gemaakte tekeningen. Het jaarverslag 2010 stelt: Door de royale gebaren van de kunstenaar en zijn ex-vrouw beschikt het Kröller-Müller Museum over één van de mooiste verzamelingen van het werk van Armando. 

Opvallend is dat de brief zich niet uitspreekt over de inhoudelijke toetsing van de voorgenomen verhuizing. Een en ander suggereert dat een diepgaande inhoudelijke discussie over de verhuizing naar Oud-Amelisweerd nooit is gevoerd. Het haalbaarheidsrapport van november 2010 waarnaar verwezen wordt heeft een minimale conclusie: Op basis van bovenstaand concluderen wij dat de belangrijkste randvoorwaarden die landhuis- en landgoed Amelisweerd vragen niet strijdig zijn met de behoeften van het Armando Museum en haar collectie. Da’s zo ruim geformuleerd dat het op vele collecties van toepassing is.

Bestuurders die betrokken waren bij de besluitvorming over de verhuizing naar Oud-Amelisweerd hebben telkens een stap gezet en lijken zo een fuik te zijn ingelopen. Het is bestuurlijk minimalisme dat gaat over haalbaarheid, intenties, gezamenlijkheid, planontwikkeling en procesgang. Meer ambitie was het niet. Wellicht door de veelheid aan belangen en partijen die telkens over een streep getrokken moesten worden.

Gevolg is dat vragen over noodzaak, alternatieven, kosten en doelmatigheid op de achtergrond zijn gebleven. En behalve de betrokken bestuurders zijn de gemeenteraden van Bunnik, Amersfoort en Utrecht evenmin toegekomen aan inhoudelijke vragen en konden niet verder kijken dan de kosten. Zodat er bij alle betrokkenen, te weten Utrecht, Amersfoort, Bunnik, Amersfoort-in-C, provincie Utrecht en Centraal Museum geen enkele partij was die er belang bij had door te vragen naar de noodzaak van de verhuizing van de Armando collectie naar Oud-Amelisweerd.

Partijen die dat wel hadden zoals de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, de Nederlandse Museumvereniging, individuele deskundigen uit de museum- en erfgoedsector of betrokken van Buurtschap Amelisweerd en Vrienden van Amelisweerd werden op afstand  gehouden. Hun toelichtingen en adviezen werden waar mogelijk verwerkt en ingepast, maar ook zij konden geen inhoudelijke debat opstarten. Dus degenen die over de inhoud konden praten deden het niet en degenen die dat wel wilden mochten het niet.

Foto: ‘In oktober 2007 verwoestte een felle brand het Armando Museum in de negentiende-eeuwse Elleboogkerk in Amersfoort. Restauratiearchitect Verlaan & Bouwstra verzorgt samen met Marx en Steketee Architecten de wederopbouw van de historische kerk en realiseert daarin een nieuw museum met hedendaagse voorzieningen.’

Cultuurwethouder Barendregt van Amersfoort stapt op

Het ANP zegt: De Amersfoortse wethouder Mirjam Barendregt (D66, cultureel klimaat en stadshart) heeft besloten om haar functie neer te leggen. Ze stapt op omdat de bouw van cultureel centrum het Eemhuis miljoenen duurder uitvalt dan de geplande 45 miljoen euro.
Dat heeft ze vandaag bekendgemaakt. De realisatie van het Eemhuis zat in de portefeuille van Barendregt.

Dit is een interessante ontwikkeling die opnieuw tot vertraging kan leiden van de huisvesting van het Armando Museum buiten Amersfoort. Het is evenmin onmogelijk dat een nieuwe wethouder een andere visie ontwikkelt en andere voorwaarden stelt aan het Armando Museum Bureau en Amersfoort-in-C. Hoewel niet gezegd is dat de beleidslijnen in de gemeente Amersfoort van boven naar beneden lopen. Maar enige vertraging in de besluitvorming lijkt voorzienbaar. Mevrouw Barendregt presenteerde vandaag de volgende afscheidsbrief:

Geachte leden van de raad, inwoners, organisaties en instellingen van Amersfoort, relaties, medewerkers van de Gemeente Amersfoort en anderen, Vandaag heb ik het besluit genomen om mijn functie als wethouder in de gemeente Amersfoort neer te leggen. Een besluit dat ik niet licht heb genomen en ook een besluit dat mij zeer zwaar valt.

In deze brief zal ik ingaan op de aanleiding en mijn overwegingen die mij tot dit besluit hebben gebracht.

De aanleiding zijn de recent aan het college gepresenteerde overschrijdingen op het bouwbudget voor het Eemhuis. Overschrijdingen die, naar de inschatting van nu, in de miljoenen lopen op een bouwbudget van € 45 miljoen euro. Deze te verwachten overschrijding, die nog met veel onzekerheid is omkleed, is voor een belangrijk deel het gevolg van het besluit van 15 februari 2011 om KAdE in het Eemhuis te vestigen in plaats van Poppodium De Kelder en een uitvoeringszaal voor Scholen in de Kunst. Hoewel het college en de Raad op basis van het voorstel gebaseerd op gemaakte inschattingen en advies, ervan uit gingen en mochten gaan dat KAdE binnen budget en planning ingepast zou kunnen worden, blijkt dit niet haalbaar te zijn. Een ander deel van de overschrijding komt voort uit besluitvorming van voor die tijd.
Hoewel veel nog uitgezocht moet worden, er veel vragen te stellen zijn over zowel het proces, de sturing, gemaakte inschattingen, controle, advisering en informatievoorziening, vind ik dat ik naar mijn eigen maatstaven op dit dossier onvoldoende scherp heb geacteerd en onvoldoende kritische vragen heb gesteld. Ik neem dat mijzelf kwalijk en neem daarvoor mijn politieke verantwoordelijkheid. Ik vertrouw erop dat nader onderzoek nog zal plaatsvinden en dat ook lessen voor de toekomst kunnen worden getrokken.
Ik zie mijzelf als een verantwoordelijk en integer bestuurder met een doelgerichte en oplossingsgerichte manier van werken, maar ook een die kritisch op het eigen handelen van het politiek bestuur is. Dat nu maakt dat ik, met pijn in het hart, dit besluit voor mezelf heb moeten nemen. Ten tijde van de besluitvorming over de inpassing van KAdE in het Eemhuis, was het college geen enkel signaal bekend dat het niet binnen planning en budget zou kunnen en was er geen reden om aan het advies te twijfelen. De afgelopen maanden is beetje bij beetje de informatie boven tafel gekomen. Met een korte notitie van 6 juli, die met mij besproken is op 7 juli, kwamen de inschattingen van de mogelijke overschrijdingen boven tafel. Er was toen allerminst sprake van duidelijkheid of ook maar enige zekerheid over feiten en ontstaansgeschiedenis. Ik heb toen gevraagd om meer informatie en nader onderzoek. De eerste resultaten daarvan zijn met mij, direct na mijn vakantie, op 22 augustus gedeeld. Ik vind dat ik een inschattingsfout heb gemaakt door niet al direct na 7 juli de mij bekende informatie inclusief de opdracht tot nader onderzoek te delen binnen het college. Ondanks het reces, het feit dat velen op vakantie waren en het feit dat de informatie beperkt was en met veel onduidelijkheid was omgeven, had ik toen een andere inschatting moeten maken. Voor deze fout bied ik mijn excuses aan en deze maakt dat ik mijn politieke verantwoordelijkheid nu neem. Ik realiseer me dat ik hiermee de Raad de mogelijkheid ontneem om in een raadsvergadering hierover met mij het debat te voeren.

Ik heb de afgelopen bijna 1,5 jaar als wethouder met hart en ziel voor en in de stad gewerkt. Een stad die het waard is om met passie voor te werken. Een stad met een geweldig creatieve en energieke bevolking. Mensen die niet bij de pakken neer gaat zitten als er wordt bezuinigd, maar vooruitkijken en zoeken naar nieuwe mogelijkheden en kansen. Een stad waarin ik met zovelen heb mogen werken en waarin ik “De kracht van de stad” iedere dag mocht ervaren. Het enthousiasme dat ik in de stad ontmoette, in de wijken, bij organisaties en bedrijven, bij vrijwilligers, bij festivals en evenementen. Ik heb genoten van alle ontmoetingen en de vele uitnodigingen die ik kreeg om als wethouder aanwezig te zijn. Ik zal al die contacten en mensen ontzettend gaan missen.

Eigenlijk ben ik nog lang niet klaar. Ik had en heb nog zoveel wensen en ambities – samen met anderen – waar te maken. Veel van wat ik tot vandaag tot mijn portefeuille mocht rekenen staat in de steigers, is recent door de Raad vastgesteld of is opgepakt met partners in de stad. Ik denk aan het Beheer- en Inrichtingsplan voor Park Randenbroek inclusief het Bestemmingsplan, de Nieuwe Erfgoednota, de herijking van de Cultuurnota, het Programma en de Agenda Stadshart, de nieuwe Structuurvisie Amersfoort 2030, de herhuisvesting van De Kelder, de samenwerking tussen de podia, de noodzakelijke herziening van de verouderde bestemmingsplannen, de toekomstgerichte Media-agenda, GRID/Amersfoort Fotostad 2012 en de mogelijke titel “Hoofdstad van de Smaak”. Ongetwijfeld zouden er ook nog vele moeilijke besluiten voor mij en u gelegen hebben. Ik dank iedereen voor de samenwerking, ieders inbreng in vergaderingen en uw betrokkenheid, die ik steeds voelde, bij de belangrijke thema’s voor onze stad en inwoners.

Ik wil niet nalaten te vermelden dat ik tot op de dag van vandaag deel heb uitgemaakt van een fantastisch college met goede bestuurders. Collega’s met wie ik het uitstekend heb kunnen vinden en met wie ik uiterst plezierig heb samengewerkt. Ik zal die samenwerking en collegialiteit missen. Ik zal me ook in de toekomst op enigerlei wijze voor mijn stad in blijven inzetten. Dat zal niet veranderen.

Mirjam Barendregt
Amersfoort,
2 september 2011
mirjambarendregt@gmail.com

Foto: Open brief wethouder Mirjam Barendregt bij aftreden voorgelezen

Verplaatsing Armando Museum uit Amersfoort naar …

BMC-partner Marco van Vulpen wordt per 1 september 2011 de nieuwe directeur van Amersfoort-in-C. Hij volgt Gerard de Kleijn op die sinds 1 oktober 2010 directeur van museumgoudA is. Onduidelijk wordt of Van Vulpen de band met BMC definitief verbreekt. Op de site van Amersfoort-in-C is het persbericht over de benoeming niet te lezen. Onduidelijk blijft welke organisatie het persbericht de wereld in stuurt.

Da’s van belang omdat er een zinsnede in staat die een voorschot neemt op komende ontwikkelingen. Het zegt namelijk: Bij Amersfoort-in-C staat Marco van Vulpen voor de uitdaging om sturing te geven aan een herstructurering van de Amersfoortse musea, die onder andere voorziet in verplaatsing van het Armando Museum naar Utrecht, als onderdeel van een op te richten Museum Oud Amelisweerd. Maar da’s nog maar helemaal de vraag en afhankelijk van financiële haalbaarheid en randvoorwaarden van het behoud van de waarden van het monumentale ensemble.

Onduidelijk blijft wie verantwoordelijk is voor de uitspraak dat Amersfoort-in-C voorziet in verplaatsing van het Armando Museum naar Utrecht. Die wolligheid en indirecte, weinig transparante manier van communiceren is sinds november 2010 een constante in dit dossier. Verkenningen worden als intenties gepresenteerd. Intenties worden tot plannen. Plannen worden tot haalbare plannen. En haalbare plannen worden als feiten gepresenteerd zonder dat de afzenders zich bekend maken.

Van Vulpen suggereerde eerder op 3 juni 2011 in een interview met het AD dat het vertrek van het Armando Museum naar Oud-Amelisweerd zo goed als beslist is. Hij ging zelfs uit van een bedrijfsmodel van zo’n 30.000 bezoekers per jaar. Een volstrekt onhaalbare optie die niet samengaat met de status van een rijksmonument. Directeur Yvonne Ploum van het Armando Museum voegt zich in dezelfde vlucht vooruit met folders en perspectieven.

In Amersfoort is het afgelopen jaar het Armando Museum als zwartepiet doorgeschoven. De gemeente Utrecht lijkt het op te pakken en zegt voorwaarden te formuleren waarvan binnen enkele weken zal blijken hoeveel ze waard zijn. Gemeente Amersfoort wil bezuinigen door het Armando Museum naar een plek buiten Amersfoort te verplaatsen waardoor de structurele subsidierelatie met dit museum vervalt.

De kans dat dit lukt schat cultuurwethouder Barendregt in een overleg met de raad positief in. Maar wie is volgens de wethouder de ontvangende partij? Sinds november 2010 zijn er bestuurlijke plannen om het Armando Museum in landhuis Oud-Amelisweerd onder te brengen, maar da’s wat anders dan de verplaatsing van het Armando museum zoals wethouder Barendregt stelt. Of directeur Van Vulpen.

Een breed Museum Oud-Amelisweerd dat naast andere collecties een deel van de Armando collectie presenteert mist immers de samenhang, de presentatie, de organisatie en het inhoudelijk perspectief van een volwaardig Armando Museum. Zo is de Amersfoortse raad toegezegd. Het is opvallend dat Barendregt de formulering verplaatsing van het Armando museum naar een plek buiten Amersfoort gebruikt. En niet verplaatsing van de Armando collectie

De eigenaar van landhuis Oud-Amelisweerd, namelijk de gemeente Utrecht geeft tot nu toe naar buiten de indruk bestuurlijk zorgvuldig te werk te gaan. Het heeft de commissie Mens en Samenleving gevraagd om vóór 1 september 2011 met een advies te komen dat de museale functie en het cultuurhistorisch behoud in samenhang bekijkt. Ook de Toekomstvisie 2010-2030 Landgoederen Amelisweerd en Rhijnauwen beperkt de mogelijkheden van een middelgrote tot kleine museale bestemming in een rijksmonument.

Binnen twee weken weten we in welke vorm het Armando Museum buiten Amersfoort wordt ondergebracht en hoever de cultuurhistorische voorwaarden daartoe door het openbaar bestuur worden opgerekt. Hopelijk handelt de gemeente Utrecht zorgvuldig met respect voor zowel het rijksmonument Oud-Amelisweerd als de landgoederen. Anders gaat de volgende fase in van deze culturele soap met onzichtbare hoofdrolspelers.

Foto: Detail muurschildering ‘Hier werkt de elite’ van Moritz Ebinger in KAdE Amersfoort

Armando Museum en het bestuurlijk onvermogen

Op 13 december 2010 passeerden hier de plannen rond het Armando Museum in Onderzoek Armando Museum roept vragen op. Enkele dagen later werd op 15 december de door het secretariaat van gedeputeerde Anneke Raven toegestuurde en bijna integrale publieksversie van de rapportage haalbaarheidsonderzoek van de stichting Amersfoort in C in Rapport Armando Museum geplaatst. Opvallend is dat Raven op haar weblog niet ingaat op de verhuisplannen rond het Armando Museum. Deze geslotenheid is tekenend.

Feiten maken duidelijk dat het ooit in de Amersfoortse Elleboogkerk gevestigde Armando Museum na een brand niet opnieuw in de kerk gehuisvest wordt. Afspraken van het vorige college worden met een beroep op bezuinigingen door het huidige college gebroken. Een vorige directeur van Amersfoort in C betitelt dat als onbehoorlijk bestuur.

Vanuit  zes besturen, te weten de gemeenten Amersfoort en Utrecht, provincie Utrecht en de culturele instellingen Amersfoort in C, Armando Museum en het Utrechtse Centraal Museum wordt vervolgens geopperd om het Armando Museum te verplaatsen naar Oud-Amelisweerd. Een zomerverblijf uit 1770 met uniek antiek Chinees behang en een kwetsbaar klimaat in het natuurgebied Amelisweerd aan de rand van Utrecht. Oud-Amelisweerd is eigendom van de gemeente Utrecht en wordt gehuurd en beheerd door het Centraal Museum. De restauratie van landhuis en antiek behang is in volle gang.

Opvallend is dat een kleine kern aan onzichtbaar blijvende bestuurders een intentie uitspreekt, die weg in de media als voldongen feit presenteert en bewust voorbijgaat aan de consultatie van zowel cultureel erfgoed-museale specialisten als politieke betrokkenen.

Vraag is of het inhuren van managers als Hein Reedijk en Peter Berns daarin verandering brengt of het bestuurlijk accent alleen nog maar versterkt. De tweet van Reedijk: Ik ga het Armandomuseum helpen in om een bedrijfsplan de consequenties van een eventuele verhuizing naar Oud Amelisweerd in kaart te brengen stemt niet hoopvol voor een open discussie zonder tunnelvisie. De uitkomst staat met deze opdracht al vast. Onbegrijpelijk is waarom Reedijk en Berns niet gevraagd wordt om ruimer dan Oud-Amelisweerd te kijken, bijvoorbeeld naar Kamp Amersfoort of welke locatie dan ook in de provincie Utrecht.

In de media spreken twee betrokkenen uit de Amersfoortse politiek zich kritisch uit over de verhuizing van het Armando Museum uit Amersfoort en de procedure die de raad buitenspel zet: Hiske Land van GroenLinks en Simone Kennedy van de ChristenUnie. Deze laatste stelt dat er buiten de gemeenteraad om onomkeerbare stappen gezet [leken] te worden zonder vooroverleg met de gemeenteraad.

Simone Kennedy verbaast zich ook over de lauwe reacties: Hoe kun je eerst zoveel investeren in dit museum en daarna zo passief toezien als dit museum aan de bezuinigingen ten onder gaat? Zij pleit voor verhuizing van het Armando Museum naar Kamp Amersfoort, maar haar blijkt in november 2010 dat er door Amersfoort in C niet eens met de directeur van Kamp Amersfoort gesproken is. Wethouder Barendregt doet de plannen af als niet reëel.

Lid adviescommissie erfgoed bij het Fonds Cultuurparticipatie en raadslid GroenLinks Hiske Land concludeert dat de gemeenteraad nog weinig te vertellen heeft over de op afstand gezette culturele instellingen: De ontwikkeling van afgelopen jaren naar cultureel ondernemerschap bij de instellingen betekent in de praktijk dat je als gemeente amper meer zeggenschap hebt over je culturele profiel als stad. Dat realiseert lang niet iedereen zich. Prestatieafspraken tussen gemeente en instellingen bieden weinig houvast – ze volgen eerder de lijn van de instelling dan dat ze sturen. 

Uit de notitie van Hiske Land, het weblog van Simone Kennedy en een NRC-artikel van Lucette ter Borg van 28 december 2010 wordt nog iets anders duidelijk, namelijk dat de positie van het Armando Museum nauw samenhangt met de positie van Kunsthal KAdE. Artistiek verantwoordelijke Robbert Roos zegt: Voor ons presentatie-instellingen is meteen duidelijk geweest dat de kaasschaaf niet bruikbaar is, gezien de omvang van deze bezuinigingen. Daarom hebben we besloten één van ons te offeren. Het historisch stadsmuseum Flehite is in Amersfoort onaantastbaar; het Mondriaanhuis is te klein. Blijven over ‘mijn eigen’ Kunsthal KAdE of het Armando Museum. Roos reageert op afstand op Hiske Land. Hij bevestigt het beeld dat de culturele instellingen zelf de beslissingen nemen en niet de Amersfoortse politiekWe hebben besloten één van ons te offeren.

Omdat KAdE lijkt vast te zitten aan een huisvestingscontract van 30 jaar en er blijkbaar over de huisvesting van het Armando Museum geen juridische verplichtingen met derden waren aangegaan is de som snel gemaakt. In kleine kring ontstaat het plan om KAdE te sparen en het Armando Museum elders onder te brengen. Onaardig gezegd, om de Amersfoortse problemen bij anderen op de stoep te leggen. Vraag is wie er intrapt, of aardiger gezegd, wie er instapt.

In Amersfoort regeert het toeval. Zoals Hiske Land zegt: Ik pleit voor een brede blik op het museale aanbod, in plaats van te focussen op één instelling zoals nu gebeurt. De bezuinigingen zijn wat mij betreft alleen de aanleiding om ernaar te kijken. Wat willen we voor de stad? Welke betekenis heeft iedere instelling daarin? Amersfoortse raad en openbaar bestuur die zichzelf serieus nemen pakken deze vraag op om integraal beleid te ontwikkelen dat voortaan niet langer achter de feiten aanloopt.

Na de presentatie begin december 2010 van het haalbaarheidsrapport om het Armando Museum in Oud-Amelisweeerd te vestigen is het niet meer stil in de media. Koppen variëren van Armando Museum naar Bunnik tot Onderzoek Armando Museum dubieus op Kunstbeeld.nl. Dat laatste zegt: Volgens Volkskrant-blogger George Knight is dit echter een dubieus rapport ‘dat vragen oproept’. Het rapport zou te optimistisch zijn over de mogelijke huisvesting in Oud Amelisweerd en bovendien zou er sprake zijn van belangenverstrengeling. Bovendien is onduidelijk door wie het ‘haalbaarheidsonderzoek’ precies is uitgevoerd.

Wat resteert in deze kwestie is het beeld van onzorgvuldig bestuur en een passieve gemeenteraad in Amersfoort, op afstand gezette culturele instellingen en culturele ondernemers die in naam van de politiek besluiten nemen, belangenverstrengeling en hechte persoonlijke relaties tussen hoofdrolspelers, het uit de wind houden van KAdE, bovengemiddelde korting op cultuur, een kleine kern van bestuurders die het ene noodverband aan het andere koppelt, een tunnelvisie van deze bestuurders die slechts focussen op een specifieke locatie en een beperkte onderzoeksopdracht verlenen, en een kwetsbaar en cultureel waardevol zomerverblijf Oud-Amelisweerd dat opgeofferd dreigt te worden met voorbijgaan aan normale museale en politieke toetsing.

Hopelijk komt het zover niet en overwinnen uiteindelijk het verstand en de zorgvuldigheid. Dat moet onder redelijke mensen mogelijk zijn. Dan kan deze episode van het Armando Museum dienen als lesmateriaal voor de Bestuursacademie. In het hoofdstuk hoe het niet moet. Om Pirandello te parafraseren: Zes bestuurders op zoek naar zorgvuldigheid.

Foto: Museum De Zonnehof, Amersfoort, circa 1958; architect Gerrit Rietveld