Pleidooi voor herdefinitie en nieuwe afbakening van het begrip kunst

Alles kan kunst genoemd worden. Van het ontwerp van een ‘zeer bijzondere versie van de e-Golf’ door Volkswagen en McDonald’s in een artikel op Mixed Grill tot de ‘Nieuwetijds schilderijen‘ van de zelfbenoemde ‘new age art artist’ Ron Malestein uit Dordrecht in een aankondiging op Netsamen. Alles is kunst, kunst is alles. Kunst is een onbeschermde term en daarom vogelvrij. Kunst is een onduidelijk en verwarrend begrip geworden omdat iedereen er wat anders onder kan verstaan. Dat is ongewenst. De term ‘kunst’ is aan herdefinitie en en nieuwe afbakening toe. Dat begint trouwens al in de verwarring en uitwisseling met het bredere begrip ‘cultuur’. Tegenwoordig worden in beleidsnota’s en in de politiek de termen kunst en cultuur door elkaar gebruikt. Ook dat is ongewenst en aan herdefinitie en een nieuw afbakening toe. Kortom, kunst ligt van verschillende kanten (publiek, media, politiek) onder druk en wordt zelfs een eigen naam onthouden.

Iedere amateur kan zich kunstenaar noemen en dat gebeurt dan ook veelvuldig. De macramé-handwerker, de fotograaf die plaatjes schiet, de smart phone-filmer, de zanger in een amateurkoor, de gelegenheidsdichter, de violist in een vriendenkwartet, ze kunnen zich kunstenaar noemen en probleemloos claimen dat ze kunst maken. Hetzelfde geldt voor kunstveilingen of concertseries die tot deel van de entertainment-industrie zijn geworden waar kunst niet schuurt, maar pleziert en de status quo niet ter discussie stelt, maar bevestigt.

Kunst als hobby of vermaak en omweg voor het omploegen van investeringen heeft een andere functie dan de opvatting dat kunst op scherp stelt, het vanzelfsprekende bevraagt en mensen naast de werkelijkheid laat kijken en ze verrijkt. De voorzichtige conclusie is dat kunst die ertoe doet zich beweegt op het middenterrein waar de gevestigde orde kritisch wordt gevolgd. Tussen het hobbyisme van de amateurs, en de zakelijke en politieke kringen die de kunst in gijzeling hebben genomen en die niet als doel maar als middel gebruiken.

Paragnost, spiritueel schrijver en new age art artist Ron Malestein is maar een voorbeeld van iemand die kunst niet gebruikt om ons anders naar de wereld te laten kijken, maar kunst gebruikt om ons anders naar hem te laten kijken. Zijn voorbeeld kan op vele manieren uitgebreid worden tot een representatieve staalkaart. Hij zou bij een andere begripsafbakening van kunst zijn werk geen kunst meer moeten kunnen noemen. Zo zegt hij: ‘Ik ben erg sfeergevoelig en zeer gesteld op rust en harmonie. Maar juist levendigheid en een bepaalde sfeer met diverse kleuren wil ik in mijn kunstwerken leggen’. Professionele kunstenaars en instituten zouden in een gezamenlijke campagne over de grenzen van disciplines heen hun claim op het begrip kunst terug moeten veroveren en uit handen van ondernemers, beunhazen, amateurs en politieke zwendelaars moeten redden.

Wat dat oplevert? In elk geval de duidelijkheid wat de functie van kunst is of behoort te zijn zodat het debat erover scherper, omlijnder en inhoudelijker kan worden gevoerd doordat de ruis van hobbyisten en zakelijke en politieke ondernemers op afstand is gezet. Daarbij moet beseft worden dat belanghebbenden er belang bij hebben dat de begripsverwarring in stand blijft en de begrippen (kunst-cultuur en hobbyisme-kunst) door elkaar heen gebruikt worden. Vaagheid ontneemt kunst scherpte. Herdefinitie en nieuwe afbakening van het begrip kunst vergt economische en politieke strijd waarover het de vraag is of sectorinstituten en kunstenaars daartoe in staat zijn. Wellicht kunnen activisten als Jonas Staal of Nelle Boer een eerste voorzet geven.

Foto 1: Schermafbeelding van deel van aankondiging van ‘Nieuwetijds schilderijen / New Age art’ van Ron Malestein op de Spirituele Agenda van Netsamen, 16 november 2018.

Foto 2: Ron Malestein, ‘schilderij op canvas’ op Kleurrijke schilderijen.

Oostenrijkse cabaretier Roland Düringer richt politieke partij op. Kansrijk?

Het is weer eens iets anders. Iets volkomen anders. Een acteur en cabaretier die een politieke partij begint. In Oostenrijk heeft Roland Düringer in video 272 op zijn blog aangekondigd mee te doen aan de komende nationale verkiezingen in 2017. En in video 273 staat hij op 21 september 2016 met zijn chef-plaatsvervanger voor het ministerie van Binnenlandse Zaken nadat zijn partij ‘Ab jetzt G!LTs’ is geregistreerd. Uw stem geldt in deze Anti-Oarschloch partij, zo drukt Düringer ons op het hart. Ofwel de anti-lullenpartij voor Oostenrijk.

In het commentaar van ZIB (Zeit im Bild) van publieke omroep Österreichischen Rundfunks wordt opgemerkt dat de oprichting van Düringers partij ook opgevat kan worden als kunstproject. Maar hoezo kunstproject? Omdat de initiatiefnemer een kunstenaar is? Wat dat betekent wordt niet duidelijk. Een partijprogramma is er nog niet. ZIB is sceptisch over ‘het spagaat tussen satire en politiek’. Maar door politicoloog Peter Filzmaier op te voeren redeneert het daarbij wel erg vanuit de oude politiek. Het meest actuele voorbeeld van een media-persoon die succesvol is in de politiek en weet hoe de media te bespelen laat ZIB liggen: Donald Trump.

Roland Düringer kan voor de Nederlandse situatie vergeleken worden met acteur George van Houts die zich met zijn dramaproject De Verleiders en de kritiek op de geldschepping door banken maatschappijkritisch opstelt. Kunstenaars en media-persoonlijkheden in de politiek zijn niet ongewoon. Dat loopt van Eva Perón, Ronald Reagan, Clint Eastwood, talloze Indiase filmsterren, André Malraux, Gilberto Gil en Beppe Grillo. Maar doorgaans sluiten ze zich aan bij een bestaande partij. Wat Düringer doet is anders. Het is afwachten of zijn stem gaat gelden in de politiek. Zijn voordeel is dat de geloofwaardigheid van de Oostenrijkse politiek zo laag is dat elke nieuwkomer een kans maakt. Maar wat zo’n politieke debutant weet toe te voegen is het raadsel.

Hoofd Klara wordt netmanager VRT. Waarom kan zoiets niet in Nederland?

cp

Zomaar een bericht in het Vlaamse nieuws. Deze keer niet over islamitische terreur en bomaanslagen in Brussel, maar over cultuur. Chantal Pattyn is netmanager van het Vlaamse Klara en wordt hoofd cultuur van de Vlaamse publieke omroep VRT.  Na de inkrimping en het bewust om zeep helpen om interne omroeppolitieke redenen in 2006 van de Nederlandse Concertzender en de infantilisering van Radio 4 is Klara nog de enige nationale culturele zender van niveau in het Nederlandse taalgebied die het beluisteren waard is.

Het cliché is waar, Vlamingen vinden cultuur belangrijk. Dat heeft met hun emancipatiestrijd te maken en het besef dat taal en kunst ertoe doen. En de overeenstemming over partijen heen dat het de nationale identiteit versterkt. In Nederland doen VVD en PVV die eveneens zeggen nationale identiteit belangrijk te vinden het omgekeerde: ze breken bewust de publieke omroep en de kunsten af. Maar ook in Vlaanderen moeten kunst en cultuur voor de poorten van de hel worden weggesleept. Ook daar moet telkens weer de liefde voor kunst op de politiek bevochten worden. Niets komt vanzelf. De loyaliteit van de bestuurders in de cultuursector lijkt het verschil te maken. De Vlaamse cultuurminister Sven Gatz (‘kunst dient nergens toe’) haalde in 2014 met terugwerkende kracht dezelfde shockdoctrine van cultuurbezuinigingen als Halbe Zijlstra uit de liberale kast.

Kunst is kunst, maar ook een wapen waarmee de strijd tegen terreur die van buiten komt en onverschilligheid die van binnen komt gewonnen kan worden. Het is de strijd om de harten en geesten van de eigen bevolking die telt en een positieve impuls kan geven. Media kunnen daarin een opbouwende rol spelen. Niet omdat het educatief is of doelgroepen emancipeert, maar omdat het kunst als voorbeeld voorhoudt. Juist dat patroon is in Nederland uitzondering geworden. Onder het uitroepen van ‘zie ons eens aan kunst doen’ wordt kunst naar aparte reservaten verbannen of slachtoffer van popup en populariteitsdenken. Wat Nederland mist is die positieve, vanzelfsprekende grondhouding tegenover kunst en cultuur die in een samenleving tamelijk breed gedragen wordt. In elk geval in omroepkringen die een kunsthistoricus tot netmanager benoemen. Klasse. 

Foto: Schermafbeelding van bericht ‘Chantal Pattyn wordt manager Cultuur VRT’ in TVvisie, 21 maart 2016.

The Guardian zet de kaders: kunst en geld. Zucht. Anything else?

Wat zegt het filmpje? Is het bijzonder dat de marktwaarde van prijswinnende kunstenaars omhoog schiet? Van wie sommigen het extra goed doen, maar anderen nauwelijks. En klopt het dat een onbekende kunstenaar de Turner Prize kan winnen? Onbekend voor wie? Die bewering valt te betwijfelen. Het is niet te hopen dat kenners verrast worden door de genomineerden, laat staan door de prijswinnaars. De vorm van het filmpje is lekker bijdetijds, maar de inhoud schiet er bij in. Een kunstenaar oefent een beroep uit en heeft marktwaarde. Bijzonder is het niet, maar sommigen maken het graag bijzonder. Maar wij weten wel beter, toch? Toch? 

ElanArt en NewArts beschouwen amateurs als kunstenaars. Kunst als halfproduct voor maatschappelijke processen

kun

Er wringt iets bij het project #Identity door Stichting ElanArt en Platform NewArts uit Nijmegen. Het lijkt een kleinigheid, maar dat is het niet. Zoals uit bovenstaand artikel uit De Gelderlander blijkt is de opzet van het project dat 10 ‘kunstenaars’ met vluchtelingen een productie over het thema ‘identiteit’ maken. Maar wat bedoelen beide organiserende instellingen nou precies met ‘kunstenaars’? Het wordt er niet duidelijk op omdat ze allerlei begrippen door elkaar gebruiken, zoals ‘jongeren die in beweging komen’, ‘creatieve talenten‘, ‘jonge artistieke talenten’, ‘jong artistiek talent tot 30 jaar’ of ‘artistiek talent uit het hele land’.

Uit de presentatie blijkt dat ElanArt en NewArts jong artistiek talent zoekt dat past bij hun doelstelling op het gebied van amateurkunst en samenleving. Maar dat zeggen ze niet. Zo zorgen ze voor begripsverwarring. Ze hebben het over kunstenaars, maar bedoelen jongeren met creatief talent. Dat is een andere categorie. Kunstenaars zijn professionals met een beroepsopleiding en -praktijk die het stadium van het jonge creatieve talent gepasseerd zijn. Een kunstenaar heeft ervaring en een andere manier van werken, denken en handelen dan een amateur en bevindt zich op een ander niveau dan een in een kunstdiscipline geïnteresseerde jongere voor wie ‘de ruimte om jezelf te uiten en talentontwikkeling de belangrijkste doelstellingen zijn‘.

Is het erg dat ElanArt en NewArts de jonge talenten die ze werven ‘kunstenaar’ noemen? Ze zullen het niet kwaad bedoelen, maar doen wel mee aan het dedain van de politiek voor professionele kunstenaars. Dat staat voor een mentaliteit die kunst niet serieus neemt en een professionele kunstenaar als inwisselbaar beschouwt voor een jongere zonder noemenswaardige kunstopleiding of vaardigheden. Beide instellingen beschouwen kunst als halfproduct, als middel voor maatschappelijke processen. Het is het misverstand dat iemand die foto’s neemt een professionele fotograaf is, iemand die schildert een beeldend kunstenaar is of iemand die danst een professionele danser is. Maar amateurs die zich voor kunst interesseren zijn geen kunstenaars.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelJonge kunstenaars maken kunst met vluchtelingen’ in De Gelderlander, 2 december 2015.

Kunst die niet aanscherpt is overbodig. En wordt marketing

com1

Wie googelt op ‘stichting com’ vindt bovenstaande verwijzing: ‘Componisten van Overbodige Muziek’. Bij doorklikken komt men op onderstaande pagina met het kopje ‘Componisten van Oorspronkelijke Muziek’.  Is hier sprake van een onderlinge tegenstelling of niet? Kunnen componisten van oorspronkelijke muziek ook componisten van overbodige muziek zijn, en omgekeerd? Het antwoord valt niet op voorhand te geven.

In de cultuursector is vaak onduidelijk of er sprake is van een gebrek aan overeenstemming die ontstaat door slordigheid of lui denken of aan gelaagdheid die er bewust in is gestopt. Als de God in de bijbel die als functie heeft alle onzin te legitimeren en te verbinden tot waarheid. Ambiguïteit dus, de 2-componentenlijm die zwart en wit, dun en dik, arm en rijk, overbodig en oorspronkelijk verbindt zonder dat er licht tussen zit.

Aldus ontstaat een gebrek aan scherpte. Want als zowel het een als het ander kan, hoe urgent is het dan nog? ‘Alles kan‘ is de vijand van aangescherpte kunst die puntigheid op het scherp van de snede inwisselt voor breedte. De behoefte om zoveel mogelijk te willen vangen onder een noemer die opgeblazen wordt tot een voertuig voor van alles en nog wat leidt tot culturele obesitas. Opblazen met uiteenlopende bedoelingen, intenties en gerichtheid op allerlei doelgroepen ontneemt kunst de eigenschap om verrassend veelzeggend te zijn. Zodat de kijker of toeschouwer de lege plek in het gras of de uitgestippelde, maar niet geopenbaarde weg om te bewandelen mist. Wat er te nadrukkelijk ingeweven is leidt tot een schreeuwerig patroon dat een en al structuur wordt en ophoudt kunst te zijn die aanscherpt om terloops ontdekt te worden. Overtekend. 

com2

Foto 1: Schermafbeelding van resultaat zoekterm ‘stichting com’ op Google, 6 september 2015.

Foto 2: Schermafbeelding van ‘stichting.com/COM/Start‘, 6 september 2015.

Anonieme beelden in anonieme openbare ruimte van Zoetermeer

Zo1

Kunst in de openbare ruimte is een terugkerend probleem. Voor ontwikkelaars die een open debat met de omwonenden niet aandurven omdat ze bevreesd zijn dat hun plannen het niet halen. En voor omwonenden die de kunst waarop ze niet zitten te wachten doorgaans niet pruimen. Gemeente Zoetermeer vraagt inwoners en winkeliers hun mening over een nieuw kunstwerk voor winkelcentrum Rokkeveen: een betonnen konijn (‘goeiige dikzak’), een snapper, een vogel (‘verklede steltloper’) of een DearHunter (dus: geen DeerHunter).

Er is 10.000 euro voor vrijgemaakt. De gemeente stelt zelfs dat men kan meedenken, maar dat meedenken blijft bij nader inzien te bestaan uit het plaatsen van een kruisje voor 31 juli en is in tegenspraak met het voornemen de bewoners erbij te betrekken. Opzet is dat het beeld in oktober 2015 wordt geplaatst. Opvallend is dat Zoetermeer de namen van de kunstenaars niet noemt. De reden daarvoor is onduidelijk, maar helpt opnieuw niet de inwoners erbij te betrekken. De reacties zijn voorspelbaar waarbij Albert Heijn in de herhaling schiet dat het beeld inderdaad bij het winkelcentrum komt te staan. Er is zelfs een petitie die ervoor pleit om maar helemaal geen kunstwerk te plaatsen en het geld aan iets anders te besteden. Bijvoorbeeld aan bankjes.

Deze kwestie leert dat het plaatsen van kunst in de openbare ruimte vraagt om toenadering, een slimme strategie en overtuigingskracht. Bewoners moeten overtuigd worden. Gezien de tegenstand is dat blijkbaar bij winkelcentrum Rokkeveen in Zoetermeer niet gelukt omdat de aanpak niet werkte. Hoewel tegenstand er altijd zal zijn en geen reden is om er niet aan te beginnen. Dat de gemeente niet eens de namen van de kunstenaars naar buiten brengt is merkwaardig. Zijn de kunstwerken geslaagd of lelijk? Ach, eerder wat voorspelbaar. Het konijn van Tom Claassen staat in brons al in het Rotterdamse Museumpark. Als Zoetermeer in samenspraak met Meerstede Vastgoed CV nou wat bankjes voor de oudere inwoners plaatst, dan is iedereen tevreden.

Zo2

Foto: Schermafbeeldingen van FB-pagina van Albert Heijn Rokkeveen, 14 juli 2015. 

Een schijnoplossing van GroenLinks: grenzen aan politieke kunst

VVD2

‘Politieke kunst wil de wereld niet alleen verbeelden; zij wil de wereld veranderen. Politieke kunst is daarom de natuurlijke bondgenoot van progressieve politiek. Politieke kunst wil nuttig zijn.’ aldus Erica Meijer in een redactioneel bij een themanummer van De Helling over politieke kunst. Hier te bestellen voor  € 9,50. Zij is hoofdredacteur van dit door GroenLinks uitgegeven tijdschrift. Voor Joop licht zij in een opinieartikel aan de hand van enkele voorbeelden (Zentrum für Politische Schönheit in Berlijn, Jonas Staal) toe wat ze bedoelt.

Beide stukken zijn in lijn met de politieke opstelling van Groen Links zoals in 2011 geformuleerd door toenmalig kamerlid Mariko Peters in reactie op de bezuinigingen op de cultuursubsidies door toenmalig staatssecretaris Halbe Zijlstra (VVD): ‘Dit voelt als een valse dolk in de rug van de cultuursector. Straks vullen alleen nog buitenlandse kunstenaars de Nederlandse podia en musea. Het kabinet houdt topinstellingen uit de wind, maar wat kunnen die zonder broedplaatsen?’ Afgelopen week publiceerde Rektoverso de resultaten van een online enquête onder 311 Vlaamse en Nederlandse kunstenaars waaruit onder meer blijkt dat 64% niet kan leven van het kunstenaarschap. Meer dan 50% heeft een jaarinkomen dat onder de 10.000 euro ligt.

Het is lovenswaardig dat GroenLinks een lans voor kunst breekt. Net als de SP dat bij monde van Jasper van Dijk vaak doet. Maar deze partijen hebben de cultuurbezuinigingen van de Rijksoverheid niet alleen niet kunnen voorkomen, maar hebben er sinds 2011 evenmin een halszaak van proberen te maken zich in een positie te manoeuvreren waarin ze teruggedraaid konden worden. Peters’ en Meijers woorden zijn eerder op te vatten als praten voor de bühne en het binden van de eigen achterban, dan als politiek speerpunt. Hoewel ze zeker programmatisch aansluiten bij de wereldvisie van GroenLinks en meer zijn dan politieke marketing.

Kunst kan per definitie geen natuurlijke bondgenoot van politiek zijn. Laat staan van progressieve politiek. Waarbij dat laatste in de opvatting van oud partijleider van GroenLinks Femke Halsema ‘internationalistisch, toekomstgericht, veranderingsgezind, anti-bureaucratisch en democratisch’ is. Kunst kan deels, toevallig en tijdelijk gelijk opgaan met een bepaalde politieke stroming, maar daar op straffe van verlies van eigenheid en bewegingsvrijheid nooit een natuurlijke bondgenoot van zijn. Kunstenaars die een alliantie sluiten met de politiek worden ingesloten en houden op kunstenaars te zijn die kunst maken die per definitie ongebonden is.

De woorden van Erica Meijer hebben hun waarde omdat ze kunst proberen te bevrijden uit de gevangenis van het rendementsdenken en de marktwerking, en het idee van topkunst als life style voor een maatschappelijke elite. Maar een nieuwe gevangenis die kunstenaars tot instrument maakt van de zogenaamde progressieve politiek is een slecht idee. Politieke partijen moeten werken aan het verbeteren van de voorwaarden waaronder kunstenaars kunnen functioneren. Daar houdt hun verantwoordelijkheid en aanspraak op de kunsten op.

Foto: Nelle Boer, VVD: dictators in eigen regio opvangen. Cartoon, 2014.

De gezellige amateurkunst van het Shakespeare Theater Diever

Laatst sprak ik tijdens een treinreis met een professioneel fotograaf die beeldend kunstenaar is. We kregen het over het hardnekkige misverstand dat amateur en professional in zijn vak met hetzelfde bezig zouden zijn. Vanwege de uiterlijkheden ervan gaan de meeste amateurfotografen ervan uit dat dat zo is, maar de beroepsfotograaf ziet dat anders. Hij zag een wereld van verschil tussen wat amateurs en professionals doen.

De vermenging van amateur en professional is een misverstand. Ze hebben allebei bestaansrecht, maar zijn totaal verschillend. Vermenging komt het meest tot uiting als de uitoefening van het vak geen bijzondere ‘instap‘ vaardigheden vereist en daardoor laagdrempelig is. En dus iedereen kan gaan fotograferen, kleien, schilderen, gedichten schrijven, tekenen of toneelspelen. Maar ook zich een mening meent te kunnen vormen over voetbal, politiek, televisie, religie of welk academisch specialisme ook dat raakt aan het gewone leven.

Maakt het uit of in de kunsten amateurs en professionals in gescheiden werelden opereren? Amateurkunst gaat over het plezier ontlenen aan het beoefenen van een kunstdiscipline in de eigen vrije tijd zonder dat de kwaliteit vooropstaat. Beoefenaren en culturele amateur-instellingen vormen een maatschappelijk weefsel en een zinvol netwerk vormt. Het verslag van RTV Drenthe over het Shakespeare Theater Diever dat Romeo en Julia speelt laat in het midden of hier amateurs of professionals aan het werk zijn. Wellicht wordt voorkennis verondersteld over deze toneelverenging die al sinds 1946 optreedt. Hoe dan ook ontstaat ‘een heel gezellig sfeertje’. Professionele kunst gaat over het omgekeerde: aanscherpen, uitbenen en ter discussie stellen.

Promotiefilmpje cultuurbeleid Bussemaker klinkt kunstmatig vals

Het filmpje goochelt met contouren. In vorm en inhoud. Het dient vooral om het cultuurbeleid van het kabinet te verkopen. Maar tegenstrijdigheden die het gevolg zijn van het kabinetsbeleid poetst het er niet mee weg. Dynamiek wordt de culturele sector door de overheden opgelegd. Maar waar komt die dynamiek eigenlijk vandaan? Van instellingen, kunstenaars en makers of van de overheden? En is het ontregelende of gehoorzame dynamiek? Innoveren, profileren, samenwerken en experimenteren zoals de overheid het bepaalt.

Het filmpje klinkt vals als het zegt: ‘Als geen ander weet de culturele sector de samenleving van scherp commentaar te voorzien en de publieke opinie te beïnvloeden.’ Is het echt? Kan commentaar scherp zijn als dat op voorwaarden van de overheid dient te gebeuren? Of is het modieus scherp dat nooit de gevestigde macht fundamenteel ter discussie mag stellen? Het filmpje is een reclamespot voor het kabinet en minister Jet Bussemaker die prominenter in beeld komt dan alle Nederlandse kunstenaars en kunstinstellingen bij elkaar.

Door politici wordt Thorbecke van stal gehaald als ze het uitkomt om te onderstrepen dat de overheid geen beoordelaar van kunst is. Dat op afstand zetten kan als gevolg hebben dat initiatieven aan de markt worden overgelaten. Dit filmpje toont aan dat de contouren waarbinnen de gesubsidieerde kunst kan opereren door het kabinet bepaald worden. Jet Bussemaker versterkt haar grip op het kunstbeleid maar geeft dat niet toe. Ze probeert een beeld te schetsen dat ze alle ruimte geeft aan de cultuur. Ja, onder haar strikte voorwaarden.

Daarbij komt dat de minister een papieren werkelijkheid creëert van exploitatieresultaten, vlottende activa, inkomstpercentages en liquiditeit. De memo’s, quick scans en regelingen leggen een schil van cijferfetisjisme over instellingen en kunstenaars die kwantificeert wat gekwalificeerd zou moeten worden. Het Nederlandse cultuurbeleid is niet eens zo beroerd, maar pogingen het anders voor te stellen dan het is werken averechts.