Directeur Lustwarande Chris Driessen schopt wild om zich heen vanwege gemiste Brabantse subsidie

Schermafbeelding van deel artikelBuitenexpositie Lustwarande tussen hoop en vrees over voortbestaan‘ van Emmanuel Naaijkens op Brabant Cultureel, 3 mei 2024.

Dat de Tilburgse buitenexpositie Lustwarande onder de zaaglijn eindigde bij de toekenning van de vorige vierjaarlijkse Brabantse subsidie (2021-2024) verbaast Lustwarande-directeur Chris Driessen.

Dat kan. Maar zijn argumentatie is onheus. Daarnaast erkent Driessen een juridische procedure niet die in zijn nadeel is afgelopen. Wat wil hij nog bereiken door de publiciteit te zoeken? Had Brabant Cultureel er niet beter aan gedaan om Driessens onderstaande woorden niet te plaatsen?

Schermafbeelding van deel artikelBuitenexpositie Lustwarande tussen hoop en vrees over voortbestaan‘ van Emmanuel Naaijkens op Brabant Cultureel, 3 mei 2024.

Driessen gooit zijn eigen glazen in. Hij verpest de sfeer met zijn aantijgingen en strijkt velen tegen de haren in. Dat is geen strategisch slim opereren van een directeur. Indirect lijkt Driessen met zijn grote woorden duidelijk te maken waarom zijn aanvraag beneden de zaaglijn is geëindigd.

Het is altijd moeilijk om je verlies te nemen. Zeker als de Raad van State het laatste woord heeft. Het is verstandig van Driessen om alsnog te proberen geld los te krijgen van de provincie Noord-Brabant. Daar zit best ruimte. Maar richt je je daar dan op als organisatie. Ga voor harmonie en overleg om te redden wat er te redden valt. Niet voor rancune.

Driessen maakt niet hard waarom volgens hem de adviezen willekeurig zijn. Hij suggereert dat PARK en Kunstpodium-T door een onregelmatige procedure een hogere score kregen dan de Lustwarande. Het is echter goed mogelijk dat volgens de kunstcommissie de aanvraag van deze twee Tilburgse kunstinstellingen hoger werd aangeslagen omdat die beter was ingevuld. De aanvraag wordt beoordeeld, niet de beeldvorming over een instelling.

Dat er geen notulen zijn is verklaarbaar uit het feit dat een kunstcommissie met één mond spreekt en niet via individuen die deel uitmaken van de commissie. Er is een geanonimiseerd verslag van de beraadslagingen waarin argumenten staan opgesomd. De aanvrager kan verzoeken om feitelijke onjuistheden te corrigeren. Dat is de optimale transparantie die binnen de procedure gegeven kan worden. De Raad van State is met deze lijn akkoord gegaan.

Driessen gaat op de populistische toer als hij zegt: ‘Iedere burger moet in staat zijn om te controleren op welke wijze subsidies verdeeld worden‘. Net of de burger daar geïnteresseerd in zou zijn.

Het gaat echter om wat anders. Namelijk dat een kunstcommissie met adviseurs vakkundig, integer, bedachtzaam en controleerbaar handelt. Daar kan een kunstcommissie op afgerekend worden. Niet door een vooraf afgesproken procedure achteraf ter discussie te stellen.

Driessen zou er voor de Lustwarande verstandig om doen om niet meer in het verleden te blijven hangen en zich te richten op het heden. In Tilburg heeft hij er meer belang dat hij een goede dan slechte verstandhouding heeft met de provincie Noord-Brabant.

Natrappen schaadt altijd de eigen zaak. Het is veelzeggend dat Driessen dat blijkbaar niet begrijpt door nog in mei 2024 de publiciteit over deze zaak te zoeken. Hij zou er eens over moeten nadenken waarom zijn aanvraag beneden de zaaglijn is geëindigd.

NRC doet weifelend en oppervlakkig verslag over voortijdige sluiting door NMvW van Afrika Museum

Schermafbeelding van deel artikel Afrika Museum in Berg en Dal wil sluiten vanwege conflict over toekomst‘ van Hester van Santen in NRC, 22 augustus 2023.

Waarom haalt Hester van Santen in haar artikel over het conflict tussen het NMvW en de Congregatie van de Heilige Geest oude cliché’s van stal? Kan ze niet beter? Begrijpt ze niet wat er speelt?

Bijkomend probleem bij berichtgeving over het Afrika Museum is dat lezers niet uitgelegd krijgen wie nou voor wat wanneer verantwoordelijk is of is geweest, Congregatie of NMvW. Waarom de geschiedenis met een tijdlijn niet in een kader gezet?

De kop is onbegrijpelijk en onjuist: ‘Afrika Museum in Berg en Dal wil sluiten vanwege conflict over toekomst‘. Het gaat om een zakelijk conflict tussen huurder en verhuurder. De verhuurder heeft per 1 januari 2025 de huur opgezegd. Dat speelt in het verleden en in het heden, niet in de toekomst.

De reden waarom het NMvW het gehuurde Afrika Museum op 27 november 2023 sluit voor publiek wordt in de tekst niet beantwoord. Het ‘beter een punt willen zetten‘ van Van Bommel kan nauwelijks als verklaring voor de voortijdige sluiting worden gezien. Het zegt niks. Van Santen had door moeten vragen. En als ze geen antwoord had gekregen, dan had ze dat moeten optekenen.

Opnieuw opent het artikel in tekst en beeld met de ‘dorpjes’ die het NMvW ’te stereotiep’ vindt. Hoe vaak gaat NRC dat nog herhalen en napraten? Hoe journalistiek is het om te openen met de framing die door een van de betrokkenen aangedragen wordt?

Het was trouwens Omroep Gelderland die op 18 augustus als eerste met het bericht over de sluiting op 27 november 2023 kwam en niet de Gelderlander zoals NRC suggereert. Niet een ‘mogelijke‘ sluiting, NRC, maar een definitieve publiekssluiting op 27 november 2023. Waarom zo onzorgvuldig de feiten weergeven?

Is het de essentie dat de paters van de Congregatie het oneens zijn met de voortijdige publiekssluiting? Of gaat het erom dat ze willen dat het NMvW tot 1 januari 2025 het complex volgens de afspraken van de huurovereenkomst beheert? NRC legt vreemde accenten.

Marieke van Bommel geeft aan dat ze het goed wil afsluiten ‘voor onze collectie’. Bedoelt ze daarmee de bruiklenen van het Tropenmuseum of de collectie van het Afrika Museum? Van Santen vraagt niet door. Het is controversieel om dat ‘onze collectie‘ te noemen. Dat dient een journalist te nuanceren of te contextualiseren.

Volgens NRC gaat het om een landgoed. Ik denk dat het om een museum gaat dat in een parkachtige omgeving is gelegen en naast een binnenmuseum een buitenmuseum heeft. 

Waarom legt NRC dat allemaal niet uit? Ik ben vooral teleurgesteld in NRC omdat het opnieuw geen onderzoek heeft gedaan, maar plichtmatig wat quotes optekent die de pretentie van diepgang moeten hebben. Nadat Omroep Gelderland en de Gelderlander/AD vorige week donderdag al met het nieuws over de sluiting kwamen.

NRC vergeet evenmin te vermelden dat rond 2012-2014 de enige reden voor de fusie een financiële was. Het werd door OCW opgelegd. Is 10 jaar later niet het moment aangebroken om die keuze van 2014 met alle betrokkenen te heroverwegen omdat er een nieuwe situatie is ontstaan? Namelijk het vertrek van het Afrika Museum uit het NMvW.

In april 2022 kwam NRC ook al met een halfslachtig artikel van Marit Willemsen over dit onderwerp. Waarom investeert NRC niet in onderzoek van deze kwestie? Wat is de belemmering van NRC om het NMvW dat jaarlijks 22 miljoen subsidie krijgt kritisch door te lichten? Ook bestuurlijk en op het gebied van het toezicht. Vriendjespolitiek? Angst voor autoriteit? Gebrek aan lef? Onvoldoende capaciteit?

Er tekent zich bij NRC over dit onderwerp een patroon af van plichtmatig verslag doen zonder werkelijke interesse te tonen en tot de essentie door te dringen. Daar neemt een kwaliteitskrant blijkbaar genoegen mee. Beter zou het dan nog zijn om er helemaal niks over te publiceren. Dat is oprechter dan valse pretentie.

Onderhoud van het Afrikaanse ‘dorp’ door het NMvW in het Afrika Museum. Eigen foto 21 juli 2023.

Voorstel voor toekomst Afrika Museum én NMvW. Nodig: onafhankelijke bemiddeling en verzoening

In het bericht (na 2’05”) van Omroep Gelderland over het Afrika Museum zijn slordigheden geslopen. Het gaat niet om een samenwerking tussen de Congregatie van de Heilige Geest en het NMvW, maar om een zakelijke verhuur van eerstgenoemde aan laatstgenoemde. Het NMvW is volgens een in 2014 wederzijds aangegane huurovereenkomst verantwoordelijk voor het onderhoud. Dat lijkt nu voortijdig eenzijdig te worden opgezegd door het NMvW.

Uit de reportage blijkt onvoldoende wat met het Afrika Museum bedoeld wordt. Huurder (NMvW) of eigenaar (Congregatie). Op dit moment is het NMvW als huurder sinds 2014 en tot 1 januari 2025 verantwoordelijk voor het Afrika Museum. De Congregatie is eigenaar van gebouwen, gronden en collectie. Ofschoon dat laatste door het NMvW betwist wordt en tot een rechtszaak heeft geleid.

Het bedrag dat het NMvW op dit moment via de zogenaamde BIS-subsidie ontvangt voor de locatie Berg en Dal is niet apart omschreven. In de periode 2013-2016 werd door de Raad voor Cultuur in 2012 (het laatste voor de zogenaamde ‘fusie’ van 2014) 1,59 miljoen euro toegekend aan het Afrika Museum van de Congregatie. Indexering van 13 jaar kan voor een separaat Afrika Museum in 2025 uitkomen op een jaarlijkse subsidie van ongeveer 1,8 miljoen euro.

In totaal ontving het NMvW in de beleidsperiode 2017-2021 voor het Afrika Museum, het Tropenmuseum, Museum Volkenkunde en samenwerkingspartner Wereldmuseum 15.165.545 euro subsidie. Dus meer dan 15 miljoen euro. De eerste drie musea via structurele subsidie van de landelijke overheid, het Wereldmuseum via de Rotterdamse Raad voor Cultuur

Uit de jaarrekening 2022 van de Stichting NMvW blijkt dat het NMvW in totaal aan structurele subsidie van OCW (20,964 miljoen euro), aan structurele subsidie gemeente (237.000 euro) en aan incidenteel publieke subsidie (554.000 euro) jaarlijks 21,755 miljoen subsidie ontvangt. Dat is bijna 22 miljoen euro per jaar.

Als de geoormerkte landelijke structurele subsidie voor de locatie Berg en Dal van het Afrika Museum geïndexeerd 1,8 miljoen euro bedraagt, dan is dat ongeveer 8% van de totale subsidie die het NMvW jaarlijks aan structurele- en projectsubsidie ontvangt. Wie dat bedrag in ogenschouw neemt vraagt zich af waarom het NMvW zou willen vasthouden aan deze subsidie van het Afrika Museum. Zonder die 1,8 miljoen euro houdt het NMvW jaarlijks nog ongeveer 20 miljoen euro aan structurele en incidentele subsidies over.

Op het commentaarImpressies van het Afrika Museum‘ van 22 juli 2023 reageerde op 1 augustus 2023 een tuinman van het Afrika Museum. Hij schreef: ‘De bezetting van het personeel in de tuin is teruggebracht naar anderhalf, wat veel werk met zich meebrengt, maar wat met veel plezier gedaan wordt‘.

De grote tuin van het Afrika Museum vraagt veel werk. De observatie van de tuinman van het Afrika Museum geeft aan dat het NMvW bezuinigt op de personeelskosten. Het is de vraag of het geld dat het NMvW voor het Afrika Museum ontvangt ook aan het Afrika Museum besteedt. Een vuistregel is dat 60% van de subsidie opgaat aan vaste kosten. Dat zal voor het Afrika Museum eerder meer dan minder zijn.

Uitgaande van 60% vaste kosten (onder meer personeel, onderhoud, nutsvoorzieningen, verzekering, belastingen) houdt de NMvW jaarlijks maximaal zo’n 600.000 euro over aan het Afrika Museum. Maar dat is gerekend buiten de programmerings- en tentoonstellingskosten. Per saldo zal het NMvW weinig overhouden aan het Afrika Museum.

Ingang Afrika Museum, eigen foto 21 juli 2023.

In het conflict over het Afrika Museum gaat het tot nu toe om drie betrokken partijen: 1) NMvW, 2) de Congregatie van de Heilige Geest die eigenaar is van het Afrika Museum en 3) het ministerie van OCW dat verantwoordelijk is voor het beheer van dat deel van de collectie van het Afrika Museum dat Rijkscollectie is. Op afstand van OCW is er de Raad voor Cultuur die advies geeft over de landelijke structurele subsidie.

Het lijkt er sterk op dat NMvW en Congregatie aarzelend en onzeker opereren over het Afrika Museum. Het is alsof ze niet weten wat ze met dit museum aan moeten. OCW is geen constructieve partij die helpt meezoeken naar een oplossing, maar onveranderlijk vast wil houden aan de status quo. De paradox is dat die status quo overhoop is gehaald doordat de Congregatie per 1 januari 2025 de huur heeft opgezegd. Nodig is nieuw denken, niet in het minst bij OCW.

Het is jammer dat dit conflict tussen NMvW en Congregatie is ontstaan, in de openbaarheid is gekomen en nog zeker tot in 2025 voort zal etteren. Daar is de Nederlandse museumsector niet mee gediend. In de komende tijd zal er naar verwachting negatief nieuws blijven stromen met woorden als ‘ruzie‘, ‘conflict‘ en ‘dieptepunt‘ die de museumsector als geheel beschadigen. In een politiek klimaat waar musea en kunsten toch al zo negatief worden benaderd. De museumsector moet vanuit eigenbelang met overheden in dit conflict ingrijpen om die negatieve publiciteit te stoppen. Bemiddeling tussen beide partijen is het middel daartoe.

Negatieve publiciteit is evenmin in het belang van NMvW. Want het vestigt de aandacht op het NMvW dat tot nu toe op professionalisme nooit serieus is doorgelicht. Wie weet of de vraag niet opgeworpen wordt waar het jaarlijks 22 miljoen euro overheidssubsidie voor nodig heeft. Het NMvW doet er daarom verstandig aan om deze kwestie niet hoog op te spelen, maar te schikken. Door samenwerking te zoeken en de poging te staken om de 1,5 miljoen euro voor het Afrika Museum geoormerkte subsidie én de collectie van het Afrika Museum naar zich toe te trekken. Het NMvW heeft ook zonder de geoormerkte subsidie van het Afrika Museum nog een jaarlijkse subsidie van ongeveer 20 miljoen euro.

In een duurzaam voorstel moeten alle partijen voor het algemeen belang inleveren. De Congregatie zet zichzelf op afstand van het Afrika Museum en geeft het met behoud van het historisch verleden van de collectie ruimte om te functioneren als contemporain museum. Het NMvW geeft zijn plannen op om een zogenaamd Wereldmuseum Nijmegen op te tuigen en de collectie van het Afrika Museum te claimen. OCW stopt zijn machinaties achter de schermen en laat de besluitvorming voorlopig over aan onafhankelijke partijen die de belangen van de museumsector als geheel behartigen.

Een ideale situatie voor de nabije toekomst zou dan de volgende kunnen zijn:

  1. De Congregatie blijft formeel eigenaar van collectie en gebouwen, maar draagt het beheer over aan een aparte verzelfstandigde Stichting Afrika Museum. Vergelijkbaar met geprivatiseerde stadsmusea waar gemeenten eigenaar van gebouwen en collectie blijven;
  2. Het NMvW ziet af van het oprichten van een pseudo-Afrika Museum in Nijmegen om de 1,5 (of na indexatie 1,8) miljoen op te strijken en zoekt samenwerking met de Stichting Afrika Museum. Vooral de collecties van het Tropenmuseum en Afrika Museum vullen elkaar aan, zodat het voor de Collectie Nederland van belang is dat er actief bruikleenverkeer is tussen de Stichting Afrika Museum, het NMvW en andere musea;
  3. OCW stelt zich afzijdig en terughoudend op en mengt zich bestuurlijk niet in dit conflict tussen NMvW en Congregatie. Het laat de beslissing over aan onafhankelijke partijen. OCW laat externe museumexperts, Raad voor Cultuur en Museumvereniging een blauwdruk maken voor de rol, het profiel en de functie van een nieuw Afrika Museum. Met als vraagstelling hoe het optimaal in de Nederlandse museumsector kan functioneren. De Raad voor Cultuur adviseert om de Stichting Afrika Museum landelijke structurele subsidie te geven.

Omroep Gelderland brengt conflict Afrika Museum naar buiten. Met voortijdige sluiting op 27 november 2023 door NMvW

Schermafbeelding van artikelRuzie escaleert, Afrika Museum eerder dicht’ van Henri van Veen voor Omroep Gelderland, 18 augustus 2023.

Henri van Veen van Omroep Gelderland heeft vandaag bovenstaand stuk naar buiten gebracht. Dit is voor het eerst dat de voortijdige publiekssluiting van het Afrika Museum (NMvW) op 27 november 2023 in de publiciteit komt. Het NMvW lijkt op deze openbaarheid niet passend te kunnen reageren.

Het is opmerkelijk dat een woordvoerder van het NMvW deze publieksuiting niet volmondig erkent. Natuurlijk moet er na de publiekssluiting op 27 november 2023 nog uitgeruimd worden. Maar dat zal geen 13 maanden duren. De woordvoerder van het NMvW praat om de kwestie heen. Het is onduidelijk of de woordvoerder de sluiting ‘voorbarig‘ vindt of het bericht over de sluiting. Het is ook opmerkelijk dat het NMvW al sinds maart 2022 weet dat de huur per 1 januari 2025 is opgezegd en blijkbaar 1,5 jaar later nog aan het bekijken is hoe dat aangepakt moet worden. Wat zegt dat over het professionalisme van het NMvW?

De uitspraak van Carel Verdonschot over het museum als ontmoetingsplaats is ongelukkig, maar moet niet serieus opgevat worden. Dat hij dat zo verwoordt heeft waarschijnlijk met juridische complicaties en dreigende en lopende rechtszaken te maken. Wat hij zegt is onzin. Het museum en de collectie zijn de kern waar met een goed tentoonstellings- en nevenprogramma vanzelf een ontmoetingsplaats ontstaat. De kunstobjecten zijn de basis. Niet andersom. Het zou verstandig zijn als Verdonschot deze uitspraak nuanceert.

Het is goed dat Henri van Veen het ministerie van OCW om commentaar heeft gevraagd. Wat de woordvoerder zegt is veelzeggend. Door de sturende en partijdige rol kan het ministerie van OCW echter niet volhouden dat het een conflict tussen het NMvW en de Congregatie is. OCW is partij die voor het NMvW heeft gekozen. Voor de Congregatie heeft het geen enkele zin om in zo’n partijdige mediation te stappen omdat NMvW en OCW op één kussen slapen. OCW is niet oprecht door een beeld naar buiten te brengen dat het onpartijdig is. Dat is OCW niet.

Hoe gaat het verder? De Congregatie heeft moeite om financiering te vinden. De voor het gebouw, gronden en collectie van het Afrika Museum geoormerkte BIS-subsidie die na indexering jaarlijks ongeveer zo’n 1,8 tot 1,9 miljoen euro bedraagt zou de problemen oplossen. Maar het NMvW gunt de Congregatie geen doorstart. Het NMvW weet het OCW aan zijn kant en vertrouwt erop dat het met een dependance in Nijmegen die BIS-gelden krijgt toegewezen. Terwijl enkele kilometers verderop het Afrika Museum voor zijn voortbestaan moet vechten.

Als de BIS-subsidie naar die dependance van het NMvW gaat, dan wordt het geld vreemd verdeeld in de Nederlandse museumsector. Hopelijk hoeft het door de interventie van politici en bestuurders niet zover te komen. Het is tijd dat lokale en landelijke politici zich uitspreken over deze kwestie. In de kern is het geen ruzie tussen NMvW en Congregatie, maar een zakelijk conflict dat in overleg opgelost kan worden. Dat geeft hoop voor de toekomst. Waarom zouden NMvW en het Afrika Museum van de Congregatie als collega-musea niet collegiaal samen kunnen werken?

Misleiding door het NMvW in hoofdstuk ‘Geschiedenis Afrika Museum’

Schermafbeelding van deel ‘Geschiedenis Afrika Museum‘ van het NMvW. Zonder datum.

Het NMvW zegt op de door haar beheerde site van het Afrika Museum in het hoofdstukGeschiedenis Afrika Museum‘ dat het ‘tot 2025’ het Museum in Berg en Dal programmeert. Dus tot 1 januari 2025 als de huur- en (bruik)leenovereenkomst van het NMvW met de Congregatie van de Heilige Geest afloopt omdat die door laatstgenoemde is opgezegd. Dat is sinds maart 2022 publiekelijk bekend.

Hoe het NMvW praktisch gaat realiseren dat het op 31 december 2024 bij de Congregatie de sleutel inlevert van de locatie Berg en Dal en een dag later op 1 januari 2025 een nieuwe presentatieplek opent in de regio Nijmegen valt moeilijk in te zien. Het verhuizen van de delen van het museum die eigendom van het NMvW zijn kost meer dan een dag.

Aangenomen zou moeten kunnen worden dat het NMvW een serieuze organisatie is die zegt wat het doet en doet wat het zegt. Van het NMvW mag verwacht worden dat het haar pr en communicatie op orde heeft. Richting publiek, richting museumsector, richting Raad voor Cultuur en richting Ministerie van OCW.

Indien straks blijkt dat het NMvW de programmering van het Afrika Museum in Berg en Dal niet door laat lopen tot december 2024, dan kan niet anders dan geconstateerd worden dat het NMvW aan misleiding doet. Niet op haar woord geloofd kan worden.

Het NMvW zegt dat het de locatie Berg en Dal per 2025 verlaat en dat het ‘graag‘ zijn ‘relevante tentoonstellingen en programma’s‘ in ‘deze regio‘ wil blijven presenteren. Dat heeft niet zozeer te maken met het willen bereiken van het publiek en vertegenwoordiging buiten de Randstad, maar met de jaarlijkse overheidssubsidie die het NMvW nu krijgt voor de locatie Berg en Dal en wil behouden.

In het Advies Afrika Museum 2013-2016 van de Raad voor Cultuur (het laatste voor de fusie van 2014) werd 1,59 miljoen euro toegekend aan het Afrika Museum van de Congregatie. Indexering van 10 jaar kan voor een separaat Afrika Museum in 2025 uitkomen op een jaarlijkse subsidie van ongeveer 1,9 miljoen euro. Mogelijk meer door de inflatiecorrectie van het laatste jaar.

Het ministerie van OCW is op de hand van het NMvW en wil niet in gesprek gaan met de Congregatie over een doorstart van het Afrika Museum in 2025. Dat is merkwaardig omdat de BIS-subsidie is geoormerkt voor activiteiten in de locatie Berg en Dal en niet voor het NMvW. In een persbericht van 1 maart 2022 besteedt de Congregatie ruime aandacht aan de volgens haar niet constructieve opstelling van het Ministerie van OCW:

Schermafbeelding van deel persberichtBeëindiging huurcontract van de Congregatie van de Heilige Geest met het Museum voor Wereldculturen’ van de Congregatie van de Heilige Geest, 1 maart 2022.

Dat wijst op een een-tweetje tussen NMvW en hoge ambtenaren van het Ministerie van OCW, inclusief demissionair staatssecretaris Gunay Uslu die zich niet objectief opstelt. Mogelijk omdat ze door haar ambtenaren over dit dossier foutief wordt voorgelicht.

In het commentaarOCW wil geen aandacht voor eigen rol bij Afrika Museum en NMvW‘ van 14 april 2022 schreef ik het volgende:

Dat gaat zelfs zover dat de Directie Erfgoed en Kunsten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap het Afrika Museum uitsluit van een open gesprek over subsidie en meent dat het het belang van het NMvW moet dienen, terwijl het notabene claimt dat het onpartijdig is. Wat de adviserende rol van de Raad voor Cultuur dan nog kan zijn is onduidelijk. 

De komedie die het directoraat van OCW in dit dossier speelt is grotesk. Het wil de eigen rol uit de publiciteit houden. Die is sturend is en gaat verder dan het scheppen van voorwaarden voor musea uit de museumsector.

Schermafbeelding van deel ‘Geschiedenis Afrika Museum‘ van het NMvW. Zonder datum.

Het NMvW doet in het hoofdstuk ‘Geschiedenis Afrika Museum‘ nog op een andere plek aan bewuste misleiding als het zegt dat de Congregatie heeft aangekondigd ‘dat zij af wil van het museum en de grond‘. Het NMvW weet sinds 1 maart 2022 uit een persbericht van de Congregatie en uit informele contacten met vertegenwoordigers van de Congregatie voor deze datum dat dit onjuist is. Het klopt weliswaar dat de Congregatie eind 2019 het museum met collectie wilde verkopen, maar het is daar op teruggekomen.

Schermafbeelding van deel persberichtBeëindiging huurcontract van de Congregatie van de Heilige Geest met het Museum voor Wereldculturen’ van de Congregatie van de Heilige Geest, 1 maart 2022.

Het hoofdstukje ‘Geschiedenis Afrika Museum‘ kent toevoegingen van na 1 maart 2022. Het is geen belegen stuk dat in een hoekje van het internet vergeten is, maar een stuk dat steeds wordt gewijzigd als de actualiteit daarom vraagt. Zo is het bericht over de ‘nieuwe locatie per 2025‘ na maart 2022 toegevoegd.

Als een redacteur van het NMvW de onjuistheid laat staan over de Congregatie die museum en grond zou willen verkopen, terwijl het management van het NMvW weet dat dit onjuist is, dan getuigt dat niet van transparant en fair handelen van het NMvW. Het NMvW doet in de beeldvorming alles om de Congregatie zwak af te schilderen en in de gunst te blijven bij de hoge ambtenaren van OCW die adviseren over de bestemming van de overheidssubsidie van het Afrika Museum vanaf 2025.

Mogelijk referendum in Zoetermeer over subsidie Museum de Voorde. VVD claimt ten onrechte tegen referenda in het algemeen te zijn

In het commentaarJuridische twijfels of nieuwe coalitie Zoetermeer subsidie aan Museum De Voorde kan beëindigen‘ van 4 juni 2022 besteedde ik aandacht aan Museum de Voorde in Zoetermeer. Het nieuwe rechtse college wilde volgens het coalitieakkoord de subsidie aan dit stadsmuseum per 1 juli 2023 stoppen en het vrijkomende geld besteden aan een Nationaal Videogame Museum en het behoud van erfgoed.

Met velen vond ik dat niet alleen onverstandig, maar ook een plan dat niet goed doordacht en uitgewerkt was en het vermoeden liet bestaan dat de rechtse coalitiepartijen de betekenis van kunst en erfgoed onvoldoende begrijpen. Ze lijken het voornamelijk als een kostenpost te zien. Het college heeft nog steeds niet duidelijk gemaakt wat er met het erfgoed moet gebeuren. Dat is nog ‘in onderzoek’.

De oppositie tegen de plannen om het museum te sluiten liet het er niet bij zitten. Eerst waren er hoorzittingen waar museumdirecteur ad interim Hans van de Bunte als inspreker de bezwaren tegensluiting naar voren bracht. Hij stak de hand in eigen boezem door te bevestigen dat er in het verleden veel verkeerd was gelopen, maar dat er een nieuwe start in het museum was gemaakt die perspectief voor de toekomst gaf.

Opmerkelijk is een interview met Van de Bunte van 24 augustus 2022 in het Streekblad waarin hij verslag doet van een gesprek met de nieuw aangetreden wethouder Marijke van der Meer van de lokale partij Zo! Zoetermeer:

Als het citaat klopt wat Van de Bunte geeft van Van der Meers uitspraak, namelijk ‘dat museum zijn we al 10 jaar zat’ en dat het museum hoe dan ook dicht moet gaan, dan blijkt dat de rechtse coalitie zich laat leiden door emotie, rancune en vergelding. Met zulke uitspraken heeft het college de strijdbaarheid van de oppositie tegen de sluiting van het museum gevoed. Dat verzwakte het draagvlak voor de plannen van de coalitie om de subsidie te stoppen.

Onlangs kwam het voormalige raadslid va D66 Peter Vergers met een inleidend verzoek voor een referendum. Het AD van 19 oktober 2022 zegt daarover in een bericht het volgende: ‘Nu is het eerst tijd voor de volgende stap naar een mogelijk referendum: een definitief verzoek. Dit verzoek moet binnen zes weken ondersteund worden door tenminste 5 procent van de kiesgerechtigden. Dat zijn 4964 Zoetermeerders.’

Dus als een kleine 5000 inwoners van Zoetermeer het verzoek tekenen, dan komt er een referendum waar alle inwoners hun mening kunnen geven over het stoppen van de subsidie aan het museum. Volgens Vergers is de stemming in Zoetermeer hierover 50/50 verdeeld, maar kunnen de voorstanders door een hogere opkomst winnen. Of dat realisme of wensdenken is valt te bezien.

Het raadslid Rob Duiven van de VVD Zoetermeer verklaart zich nu tegen het referendum. Dat is opmerkelijk omdat in maart 2022 Zoetermeer een referendum over het nieuwe afvalbeleid had, dat het uiteindelijk niet haalde. VVD Zoetermeer was toen voor het referendum, zoals blijkt uit een bericht van Zoetermeer Actief.

Op de site van VVD Zoetermeer verscheen op 7 maart 2021 bovenstaand bericht waarin Rob Duiven zich geen tegenstander van het referendum toont. Hij zegt over het referendum: ‘Als je het doet, dan moet je het goed doen‘. Nu zegt hij over het referendum over Museum de Voorde in een bericht: ‘De Zoetermeerse VVD is tegen het openhouden van De Voorde en overigens ook tegen referenda in het algemeen en dus ook tegen dit referendum in het bijzonder.

Duiven zegt dus dat de Zoetermeerse VVD tegen referenda in het algemeen is. Klopt dat?

Over het houden van een referendum over de subsidie aan Museum de Voorde neemt Duiven een standpunt in dat haaks staat op het referendum over het nieuwe afvalbeleid. Dat is opmerkelijk. Het lijkt er sterk op dat Duiven die namens de VVD Zoetermeer spreekt geen principieel standpunt heeft over het referendum als politiek middel, maar zijn houding over het referendum af laat hangen van wat hij er politiek mee kan bereiken. Maar in zijn uitspraken claimt hij nu een principieel standpunt over het referendum te hebben. Dat is ongeloofwaardig en toont opportunistisch.

Dat dubbelzinnige gedrag is waar ik in bovenstaande tweet Duiven op wijs: ‘Duiven verzet met zijn kritiek op het referendum halverwege de wedstrijd de doelpalen. Dat is bestuurlijk onzorgvuldig. En ook onsportief.’

Juridische twijfels of nieuwe coalitie Zoetermeer subsidie aan Museum De Voorde kan beëindigen

Schermafbeelding van deel van paragraaf 13. Vrije Tijd uit het coalitieakkoord 2022 -2026 van de gemeente Zoetermeer, 3 juni 2022.

Museum De Voorde in Zoetermeer vraagt om respect van de nieuwe coalitie die in het coalitieakkoord 2022 -2026 zegt de subsidie van dit stedelijk museum te zullen beëindigen. Het museum heeft volgens eigen opgave zes vaste medewerkers onder wie één conservator. Verder werkt het met vrijwilligers. Het museum heeft in een reactie op dit besluit gereageerd:

Schermafbeelding van deel verklaringReactie Museum De Voorde op coalitieakkoord‘, 3 juni 2022.

In Zoetermeer is op 3 juni 2022 het nieuwe coalitieakkoordSamen doen wat nodig is‘ gepresenteerd. De volgende zeven partijen vormen de nieuwe coalitie: VVD, Lijst Hilbrand Nawijn, Partij Democratie voor Zoetermeer, Zó! Zoetermeer, CDA Zoetermeer en ChristenUnie – SGP. Het profiel van deze partijen is centrum-rechts. De teneur van het coalitieakkoord valt te kenschetsen als rechts-populistisch. Daarbij past blijkbaar het beëindigen van de subsidie van Museum De Voorde.

In de jaarrekening 2020 wordt een bedrag van € 660.410 subsidie opgevoerd. Wat opvalt is dat het museum bij Bank BNG in 2018 een lening van € 900.000 euro is aangegaan die gedurende 15 jaar jaarlijks met een bedrag van € 66.174 euro wordt afgelost. Van de gemeente Zoetermeer ontving het museum over 2020 een subsidie van € 648.206 waar de renteaflossing aan Bank BNG is in inbegrepen.

Schermafbeelding van deel jaarrekening 2020 op p. 15 van Museum de Voorde.

De gemeente Zoetermeer heeft volgens de toelichting in de jaarrekening 2020 een borgstelling afgegeven voor de lening. Daarom is het de vraag of de nieuwe coalitie juridisch de subsidie aan Museum De Voorde kan beëindigen, zoals het in het akkoord stelt. Opvallend is dat dit aspect van de lening in de reactie van het museum niet wordt genoemd. Het voornemen van de nieuwe coalitie raakt aan onbezonnenheid en mogelijk onzorgvuldig bestuur. Het is de vraag of de gelouterde partijen VVD en CDA in de koehandel van het nieuwe akkoord bestuurlijk goed hebben opgelet.

De intenties van de nieuwe coalitie blijken uit het akkoord. Daarin ontbreekt een paragraaf kunst of cultuur. Het voornemen over de beëindiging van de subsidie van Museum de Voorde wordt genoemd in een paragraaf ‘Vrije tijd‘. Het woord ‘kunst’ komt in het akkoord niet voor. De jaarlijkse subsidie van zo’n € 650.000 zal volgens het nieuwe akkoord ‘worden ingezet voor een structurele subsidie van het Nationaal Videogame Museum en het behouden van het erfgoed‘. Welke organisatie het cultureel erfgoed moet gaan beheren maakt het coalitieakkoord niet duidelijk.

Het is de vraag waarom er geen budget in Zoetermeer is om zowel Museum De Voorde als het Nationaal Videogame Museum te subsidiëren. De PvdA pleitte daar in haar cultuurparagraaf in de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen van 17 maart 2022 voor: ‘Wat de PvdA betreft is er plaats genoeg voor twee musea in Zoetermeer: Museum De Voorde en het Nationaal Videogame Museum‘.

Wordt de pijn bij Museum De Voorde dubbel gevoeld omdat de subsidie gedeeltelijk wordt overgeheveld naar het Nationaal Videogame Museum? Museum De Voorde reageert er in de verklaring indirect op als het zegt ‘het enige officiële en geregistreerde museum van Zoetermeer‘ te zijn. Dat in het museumregister is opgenomen. Deze registratie kan een voorwaarde zijn voor verzekering van objecten, bruiklenen en het verkrijgen van subsidies.

Het hoeft geen keuze te zijn voor de een of de ander. Zoetermeer heeft met wat goede wil en compassie de financiële ruimte om beide instellingen te subsidiëren. Het Nationaal Videogame Museum heeft overigens nog een lange weg te gaan om de functies van een ‘officieel museum‘ waar te maken. Nu lijkt het vooral nog een plek voor beleving en vermaak zoals rechts-populistische partijen de functie van musea graag zien: vrije tijd. Het mag niet bijten, maar moet in de smaak vallen bij de belastingbetalers.

Schermafbeelding van deel paragraafGameplay‘ van het Nationaal Videogame Museum in Zoetermeer.

Nagekomen bericht. Tweet van D66-fractievoorziter Zoetermeer Frank Schoonbeek in reactie op eigen tweet:

Waarom wijzigt eindredactie NRC achteraf kop bij artikel over Afrika Museum?

Schermafbeelding van deel artikel Met de collectie wordt ‘onzorgvuldig omgegaan: Wat gebeurt er straks met het Afrika Museum?‘ van 23 april 2022 in NRC met gewijzigde kop. In de browser staat ‘onenigheid-over-de-koers-bedreigt-afrika-museum‘.

Op 23 april 2022 plaatste ik het commentaarElementen voor een vervolg op een artikel in NRC over Afrika Museum‘ naar aanleiding van een artikel in NRC van die dag van Marit Willemsen over het Afrika Museum. Ik vond dat Marit Willemsen vele kansen had laten liggen en niet erg diep op dit onderwerp was ingegaan. In mijn commentaar beredeneerde ik wat zij ongenoemd had gelaten. Het commentaar sloot ik af met de volgende woorden:

Schermafbeelding van deel commentaarElementen voor een vervolg op een artikel in NRC over Afrika Museum‘ van George Knight, 23 april 2022.

Nu is de kop die op 23 april 2022 luidde ‘Onenigheid over de koers bedreigt Afrika Museum‘ veranderd in ‘Met de collectie wordt ‘onzorgvuldig omgegaan: Wat gebeurt er straks met het Afrika Museum?‘. De kop van de papieren versie van 25 april 2022 luidde weer anders: ‘Ruzie bedreigt het Afrika Museum‘.

De beslissende rol van de eindredactie van NRC valt op. Die doet meer dan het monteren van teksten, maar geeft daar ook kleuring aan. Die rol stopt blijkbaar niet op en kort voor 23 april 2022, maar gaat ook na publicatie in papier en online nog door.

Sleutelen achteraf aan koppen door eindredacties moet terughoudend gebeuren. Want de archieffunctie van een medium wordt erdoor verstoord. Wat was er volgens de eindredactie van NRC fout aan de eerste kop ‘Onenigheid over de koers bedreigt Afrika Museum‘? Is de hoofdredactie van NRC door een van de betrokkenen na publicatie van het artikel van Marit Willemsen aangesproken door een van de twee in het artikel genoemde betrokken organisaties en heeft die druk gezet om de kop te wijzigen? Het hoeft niet zo te zijn, maar de wijziging roept deze optie over zich af.

De wijziging van de kop roept de vraag op waarom er een nieuwe kop is gekomen. Werd achteraf de kop van 23 april 2022 niet goed bevonden door iemand die de eindredactie die de eerste kop maakte heeft teruggefloten? Het is moeilijk in te schatten omdat het niet bij het artikel met de nieuwe kop wordt gemeld. Zodat het lijkt alsof de tweede kop de oorspronkelijke kop was. Het melden van wijzigingen in een artikel is blijkbaar bij NRC geen gebruik. Bij veel Angelsaksische media is dat wel zo. Zij melden dit soort wijzigingen nauwgezet.

De tweede kop is dubbelzinnig en minder duidelijk dan de eerste kop. Verwarrender dus. Het woord ‘onzorgvuldig’ wordt tussen enkele aanhalingstekens geplaatst. Dat kan betekenen dat het om een citaat gaat. Maar het kan ook betekenen dat het om een gefingeerd citaat gaat. Van wie blijkt niet uit de kop.

Het lijkt er sterk op dat de eindredactie van NRC zelf behoefte heeft aan eindredactie. In elk geval legt de wijziging van de kop opnieuw de focus op de onenigheid tussen het NMVW en de Congregatie van de Heilige Geest over het Afrika Museum.

Schermafbeelding van deel artikel ”Onenigheid over de koers bedreigt Afrika Museum‘ in NRC, 23 april 2022. Met kop die achteraf door NRC is gewijzigd. Via commentaar van George Knight, 23 april 2022.

Elementen voor een vervolg op een artikel in NRC over Afrika Museum

NRC heeft geprobeerd om in een artikel over het Afrika Museum nuances aan te brengen en suggestieve opmerkingen achterwege te laten. Het geschil tussen het NMVW (Nationaal Museum van Wereldculturen) en de Congregatie van de Heilige Geest over het Afrika Museum in Berg en Dal ligt gevoelig. De Congregatie heeft de huurovereenkomst met het NMVW per 1 januari 2025 opgezegd. Tegen welke achtergrond speelt de controverse? Deze reactie probeert de basis voor een onderzoeksartikel te leggen dat oordeelt op basis van feiten en cruciale omstandigheden.

Schermafbeelding van deel artikelOnenigheid over de koers bedreigt Afrika Museum‘ van Marit Willemsen in NRC, 23 april 2022.

Moralisme

Het NMVW moraliseert. Dat is een prima verdedigingslinie om politiek en media op afstand te houden. Ze breken er niet doorheen of missen het besef dat dit een kwestie is. Gemoraliseer is een gevaar als het afleidt van het passende antwoord. Of liever gezegd van het stellen van de goede vragen. Daar gaat het artikel mank aan.

NRC-correspondent Oost-Nederland Marit Willemsen laat in haar artikelOnenigheid over de koers bedreigt Afrika Museum‘ van 23 april 2022 de woordvoerder van het NMVW praten en citeert geen antwoorden op scherpe vragen die ze hem stelt. Zodat men hieruit mag afleiden dat ze die vragen niet heeft gesteld.

Moralisme is niet waar het geschil over het Afrika Museum tussen het NMVW en de Congregatie over gaat. Het gaat over geld en macht.

Tussen de abstractie van mooie woorden die niet te verifiëren zijn en de macht van het geld dat zich grotendeels achter de ambtelijke en politieke schermen afspeelt kan een museum getoetst worden aan professionaliteit. Opvallend is dat beide partijen vinden dat het daar bij de ander aan schort. Kan het allebei waar zijn?

Gebrek aan professionalisme en strijd om geld

Het gebrek aan professionalisme van het NMVW dat in 2020 17,5 miljoen euro via regelingen van OCW ontving om een professionele museale organisatie op te bouwen zou door twee vragen die in het artikel onvoldoende aandacht krijgen bevraagd kunnen worden.

De eerste vraag is waarom het NMVW in het beleid mensen centraal stelt en objecten afwaardeert. Of attributen zoals toenmalig directeur Stijn Schoonderwoerd in 2019 zegt. Wat is de rol van de kunstobjecten in de collectie? Ze lopen het lot om tot een plaatje bij een praatje dat het NMVW wil verkondigen te verworden. Dat roept de vraag op waar de drie musea voor staan die samenwerken in de koepel NMVW en wat voor zelfbeeld degenen hebben die het beleid bepalen.

Zijn het kunstmusea die uitgaan van de objecten of eerder historiserende musea die aan de hand van de objecten een verhaal vertellen? Vanzelfsprekend is de keuze voor het laatste niet. Integendeel. Buitenlandse etnografische musea als het Duitse Hombuld Forum zetten de objecten centraal in hun presentatie. Dat hoeft per definitie ook weer niet, maar aanvaardt het evenmin als vanzelfsprekendheid dat objecten niet centraal worden gesteld.

De andere vraag die niet gesteld wordt is of het NMVW standaard volgens de geldende museale normen werkt. Dat zou een vanzelfsprekendheid moeten zijn voor musea die zijn aangesloten bij het Museumregister en de Museumvereniging. Daarbij komt dat het NMVW een budget van 24 miljoen euro heeft (2020). Zo’n bedrag brengt verplichtingen over de verantwoording van de werkwijze en de besteding met zich mee. Aanleiding voor twijfel voor de juiste besteding van het budget zijn herhaaldelijk optredende onregelmatigheden met klimatisering, brandveiligheid en slordige behandeling van objecten. Dat moet in kaart gebracht worden.

Identiteit

Willemsen praat direct met de Engelssprekende Jamaicaan Wayne Modest over Afrika en vertegenwoordiger Carel Verdonschot van de Congregatie mag daar op reageren. Het is de vraag of dat een evenwichtige journalistieke opstelling is. Daarbij komt dat het lijkt alsof van Modest vanwege zijn persoonlijke achtergrond wordt gedacht dat hij meer recht van spreken heeft. Maar heeft hij daarover meer te vertellen dan de paters van de Congregatie die betrokken zijn bij het Afrika Museum? Terwijl de laatsten daar gewoond en gewerkt hebben en het nog maar de vraag is of Modest ooit in Afrika is geweest.

Dat is het mechanisme van identiteit waardoor het artikel uit het lood komt te staan. Door die oppervlakkige laag vernis over identiteit weten tot nu toe alle artikelen over het NMVW niet tot de kern door te dringen. Ze graven niet dieper, maar blijven aan de oppervlakte van de vernislaag hangen. Dat proberen te bewerkstelligen is een defensieve strategie van het NMVW.

Identiteit die ons reduceert tot een enkel hokje is een belediging voor ons denken. ‘We zijn méér dan man, vrouw, wit, zwart, lesbisch of hetero‘, zegt Kwame Anthony Appiah. Journalisten die er stilzwijgend van uitgaan dat een enkel hokje veel, zo niet alles verklaart bezondigen zich aan lui denken.

Huidskleur is precair om te benoemen en behoort in positief noch in negatief opzicht een verschil te maken over de inhoud. Het NMVW zet het via het optreden van Modest bewust in als joker en verbindt het direct met uitspraken over kolonialisme of slavernij die daarmee geabsolveerd worden en niet meer open ter discussie kunnen worden gesteld.

Journalisten zijn terecht huiverig om daar verdere vragen over te stellen omdat ze dan raken aan de identiteit van de woordvoerder. Hun kompas wordt stuk gemaakt. De roze olifant in de kamer is in dit geval zwart. Wat niet wordt gezegd over het NMVW wordt zo interessanter dan wat wel wordt gezegd.

Pure overtuiging

Het artikel is interessant vanwege de impliciete claim van het NMVW op de meest pure overtuiging. Dat is als vanouds het voorrecht van religieuze organisaties als de paters van de Congregatie. Dat voorrecht betwist het NMVW door er haar eigen ietsistisch moralisme tegenover te zetten.

Zo ontstaat een onuitgesproken ideeënstrijd tussen de spiritualiteit van het NMVW die een combinatie is van marketing, zingeving, linksige politiek en claims op eigentijdsheid en moderniteit, en de traditionele godsdienst van de Congregatie die in eeuwen binnen marges is vastgelegd.

Deze claims en verschillen voeden het onbegrip tussen beide partijen. De vaagheid van het NMVW geeft deze organisatie manoeuvreerruimte en onduidelijkheid, terwijl de fixatie van de Congregatie traditie en voorspelbaarheid geeft.

Het is verre van verwonderlijk dat het NMVW beter bij de tijdgeest aansluit en vertegenwoordigers van de media zich daar beter mee kunnen identificeren. Zonder het volledig te hoeven begrijpen. Dit wordt versterkt doordat het NMVW door de gezochte vaagheid van overtuiging die brede marges opzoekt en zo bijna iedereen een mentale plaats biedt, terwijl het katholicisme van de paters strikter bepaald is en die manoeuvreerruimte mist.

Door sluimerende misbruikschandalen binnen de katholieke kerken hebben katholieke organisaties ook nog eens een slechte pers gekregen. Wat uiteraard niets met deze kwestie te maken heeft. Maar het bepaalt de beeldvorming. Van publiek en journalistiek.

Schermafbeelding van deel paragraaf ‘Missiepartners‘ van het NMVW op site Afrika Museum. Met tekst: ‘Mission first. Wij zijn een missiegedreven organisatie. Ons doel is te inspireren tot een open blik op de wereld en bij te dragen aan wereldburgerschap. In Nederland en ook elders in de wereld. Wij vertalen die missie door in al onze activiteiten, ook zakelijk. Onze partners delen die visie. Ook voor hen geldt: mission first. Dat betekent dat samenwerking meer zal opleveren dan geld alleen.

Slag in de media

Het NMVW profileert zich in de media met linksig identitair denken en ietsistisch moralisme waarvan journalisten in hun achterhoofd denken dat ze het met goed fatsoen niet tegen kunnen spreken. Omdat dat ongepast is en omdat de overtuiging van het NMVW zo vaag is dat het weinig om het lijf heeft. Daarmee heeft het NMVW de slag in de media al gewonnen.

Die slag houdt in dat het niet meer over de inhoud gaat. Dat het niet concreet en verifieerbaar wordt. Dat het museale professionalisme van het NMVW niet ter discussie wordt gesteld. Dat de rol van de kunstobjecten niet centraal staat. Wat het NMVW beweert blijft vaag en abstract. Wereldburgerschap, eigentijdsheid. diversiteit, dekolonisatie. Vul maar in, het claimt van alles en zegt niks. Geen journalist die voldoende doorvraagt.

Achter die vaagheid zit een bewuste strategie van het NMVW dat jaarlijks dus 17,5 miljoen euro overheidssubsidie ontvangt en dat veilig wil stellen. Binnen het ministerie van OCW heeft het NMVW niet onpartijdige medestanders die de openbaarheid en verantwoording uit de weg gaan, maar zich wel vanachter de schermen in de kwestie blijven mengen. Is het een wonder dat de Congregatie door OCW niet wordt aanvaard als serieuze gesprekspartner?

Vervolg: een duurzaam artikel

Het Afrika Museum van voor de fusie van 2014 werd in de jaren daarvoor positief beoordeeld door de Raad voor Cultuur en visitatierapporten. Is het omgekeerde waar dat de huidige bedrijfsvoering van het Afrika Museum door het NMVW aan kwaliteit heeft ingeboet? Dat zou nader onderzocht moeten worden. Waarom begrijpt Modest niet dat hij met de verwijzing naar de in 2007 ingerichte ‘duistere’ eerste verdieping feitelijk zijn eigen NMVW een brevet van onvermogen geeft?

Het artikel vraagt óf om een antwoord met detaillering door een deskundige met kennis van zaken over het reilen en zeilen van het NMVW én het Afrika Museum óf om een vervolg dat het perspectief van de Congregatie beter doet uitkomen dan deze poging van Marit Willemsen. Ook de rol van OCW kan in zo’n artikel nader uitgewerkt worden.

Wellicht kan de onderzoeksredactie van NRC helpen om door factcheck de feiten en claims op moraliteit van NMVW en Congregatie op een rijtje te zetten voor de basis van een duurzaam artikel dat zich niet laat leiden door oppervlakkigheden die afleiden van de zaak. Niet in het minst over geld en macht. Hard geld gaat voor slappe praatjes. De lezer verdient beter dan een impressie.

Geschil tussen paters en het NMvW over Afrika Museum komt naar buiten. In de publiciteitsslag heeft het NMvW kortere lijnen naar politiek en media

Schermafbeelding van deel artikel ‘Sluiting dreigt voor Afrika Museum‘ van 9 april 2022 in De Gelderlander (achter betaalmuur).

De Gelderlander pakte afgelopen zaterdag 9 april 2022 uit met een artikel over de problemen bij het Afrika Museum in Berg en Dal. De journalisten spreken zelfs over een vechtscheiding tussen de eigenaren van gebouw en collectie, de paters en broeders van de Congregatie van de Heilige Geest en de huidige beheerder, het Nationaal Museum voor Wereldculturen (NMvW).

De paters hebben de huurovereenkomst met het NMvW opgezegd zodat het Afrika Museum per 1 januari 2025 uit dat samenwerkingsverband van drie musea stapt. Dat is een fikse financiële en publicitaire aderlating voor het NMvW. Het krijgt jaarlijks meer dan 10 miljoen euro overheidssubsidie die mede is berekend op basis van de deelname van het Afrika Museum. Dat valt na 2025 weg zodat de overhead die op het Afrika museum wordt verhaald ook wegvalt. Reden voor de scheiding is dat de paters het niet eens waren met de inhoudelijke koers van het Afrika Museum.

Maar op hun beurt dreigen de paters ook in financiële problemen te komen. Want het ministerie van OCW zou het nieuwe Afrika Museum geen subsidie mee willen geven. Als het door het ministerie al aanvaard wordt als serieuze gesprekspartner. Dat kan ook anders dan via de culturele basisinfrastructuur, de BIS.

Hierover schreef ik op 2 maart 2022 in een commentaar: ‘Zo goed heeft het NMvW het Afrika Museum afgelopen jaren niet beheerd. Wellicht wel in de papieren werkelijkheid die het NMvW het ministerie van OCW voorspiegelt, maar niet in de museale werkelijkheid. Het is de beurt aan Berg en Dalse, Nijmeegse en Gelderse raadsleden en bestuurders om hier bij het ministerie vragen over te stellen.’

Een en ander wijst op een slecht huwelijk tussen beide partners. Dat de onmin nu publiekelijk naar buiten komt is een verder teken van de slechte verhouding. Publicitair zijn de paters kansloos tegen het randstedelijke NMvW dat dicht zit op de macht van Raad voor Cultuur, ministerie van OCW, Haagse politiek en randstedelijke media.

Te vrezen valt dat landelijke media de komende tijd deze kwestie te eenzijdig zullen benadrukken en het een pro-NMvW perspectief geven dat het management van het NMvW in hun oor fluistert. Journalisten die breed inzetbaar en niet specialistisch zijn dreigen te vallen voor de mooie verhalen van het NMvW over Black Lives Matter, zwarte piet en slavernij die in de kern niets met dit geschil te maken hebben. Laat staan dat het direct te verbinden valt met de geschiedenis van de collectie.

Door afleiding wint het NMvW naar verwachting de slag om de publiciteit en weet het de populistische koers en het eigen gebrek aan museaal professionalisme weg te poetsen door dit te verbergen achter een façade van mooie woorden over wereldburgerschap en kolonisatie.

Katholieke paters hebben in Nederland de mentale wind tegen en worden weggezet in de hoek van ouderwets en selectief. Dat is niet altijd terecht. Hun lijnen naar de politiek zijn sinds de ontkerkelijking sterk afgeslankt. Pikant is dat Afrikaanse politieke activisten juist het NMvW van hetzelfde beschuldigen waar het NMvW de Congregatie van beschuldigt. Namelijk ouderwets en selectief te zijn. Als dat in de media genoemd zou worden, dan zal dat de beschuldigingen van het NMvW tegen de paters neutraliseren. Dit aspect ontbreekt in het artikel van De Gelderlander.

Wie rekent op een eerlijk verhaal over deze kwestie van journalisten die zich inlezen en de details niet kennen leeft in een fantasie. De ongelijke machtsverhouding tussen de paters en het NMvW dat bovenmatig inzet op marketing en publiciteit en daarvoor ruimschoots budget en medewerkers heeft zorgt ervoor dat de paters geen eerlijke kans hebben om hun zaak in de publiciteit en politiek te bepleiten.

Tekenend voor de machtsongelijkheid tussen paters en NMVW is het feit dat oud-directeur Irene Hübner van het Afrika Museum door het NMvW wordt verboden om met de paters mee te denken over een doorstart. Dat zou volgens het NMvW uit haar overeenkomt blijken die ze bij haar vertrek in 2014 tekende.

Zo’n verbod is buiten proportie. Het lijkt er sterk op dat het NMvW iets wil verhullen dat te maken heeft met de beheersovereenkomst uit 2014. Een passage uit het artikel van De Gelderlander doet vermoeden dat dit gaat over de collectie die volgens het NMvW niet en volgens de Congregatie wel buiten de beheersovereenkomst valt:

Passage over het spreekverbod van Irene Hübner door het NMVW in het artikel ‘Sluiting dreigt voor Afrika Museum‘ van 9 april 2022 in De Gelderlander (achter betaalmuur).

Dat machtsspel van het NMvW is tekenend. Het ziet het Afrika Museum van de Congregatie niet als partner of rivaal, maar als een concurrent die uitgeschakeld moet worden. Hiermee kiest het NMvW een offensieve houding die niet past binnen de collegiale Nederlandse museumsector. Dat zou zowel de media als het ministerie van OCW tot nadenken moeten stemmen.

De vraag die gesteld moet worden om tot begrip van dit geschil tussen musea te komen is niet zozeer wat de Congregatie is, maar wat het NMvW is.

Zie voor verder lezen over deze kwestie:

commentaar OCW wil geen aandacht voor eigen rol bij Afrika Museum en NMVW van 14 april 2022

commentaar Nogmaals het Afrika Museum en het disfunctioneren van het NMvW van 18 maart 2022

commentaar Afrika Museum stapt per januari 2025 uit het NMvW en zou geen rijkssubsidie meer ontvangen. Hoe logisch is dat? van 2 maart 2022

persbericht van de Congregatie van 1 maart 2022

commentaar Akwasi is zo vaag, politiek en algemeen in zijn kritiek op het Afrika Museum (NMVW), dat hij feitelijk aan het falen ervan niet toekomt van 25 oktober 2020

commentaar Bobiso Media Monde antiracisme activisten stelen Congolees grafbeeld uit Afrika Museum. En worden buiten gearresteerd van 11 september 2020

commentaar Afrika Museum staakt marketingcampagne na kritiek. Het toont de beperkte houdbaarheid van het management van het NMVW van 30 juli 2020