
Update 9 februari 2017: Een opmerkelijk bericht van RTL Nieuws met een veelzeggende titel: ‘Twijfel aan geldigheid handtekeningen onder aanvraag Oekraïne-referendum’. Minister Plasterk schrijft op een WOB-verzoek dat er geen zekerheid bestaat over de geldigheid van de 427.000 ondersteuningsverklaringen die zijn opgehaald voor het Oekraïne-referendum. Politici reageren verrast, of suggereren dat ze verrast zijn. Maar dat kunnen ze in werkelijkheid niet zijn. De twijfel aan ‘de vereisten van toezicht en betrouwbaarheid’ over de wijze van indiening van verklaringen zoals artikel 31, lid 2 van de Wet Raadplegend Referendum die stelt werd al in april 2016 in de openbaarheid besproken. Jeroen de Kreek diende protest in, maar werd niet ontvankelijk verklaard omdat hij geen belanghebbende zou zijn. De procedure van de indiening van de verklaringen is nooit inhoudelijk getoetst. Dat is opmerkelijk, maar nogmaals, geen nieuw feit. Het was 10 maanden geleden al onderwerp van publiek debat. Inmiddels zijn de verklaringen vernietigd, zo zegt het bericht van RTL Nieuws. Onduidelijk is welke details er in het proces-verbaal staan dat volgens artikel 37 WRR moet worden opgemaakt. In de wettekst staat trouwens geen verplichting om de lijsten met ondersteuningsverklaringen te vernietigen als er een referendum komt. Integendeel volgens artikel 36 moeten de lijsten in een pak gedaan worden. Maar in artikel 39 wordt geen verplichting opgelegd voor de vernietiging van het pakket als het referendum doorgaat. Het is dan ook de vraag af artikel 39 WRR juridisch correct is toegepast. Zowel naar de letter als de geest van de wet. Wie heeft steken laten vallen? Minister Plasterk, de kamer, de Raad van State of de Kiesraad die had dienen toe te zien op de procedure, maar dat door onkunde of onverschilligheid naliet?
Het stof is neergedaald na de schermutselingen over het Oekraïne-referendum die vanaf augustus 2015 Nederland gijzelden. Vooral op sociale media. Tijd voor een evaluatie. Was het een succes of een mislukking?
De opkomst van 32,2 % wijst erop dat meer dan twee van elke drie kiezers is thuisgebleven. Van degenen die gingen stemmen was 61,1 % tegen, 38,1 % voor, stemde 0,8 % blanco en 0,9% ongeldig. Het referendum in 2005 over de Europese grondwet had een opkomst van 63,3%. Bijna tweemaal hoger dan bij het Oekraïne-referendum. Toen stemde iets meer dan nu tegen: 61,5%. In 2005 stemde drie dagen eerder ook Frankrijk tegen, nu staat Nederland alleen. Beide kampen kunnen hun gelijk claimen. Het was geldig en voldeed aan de in de referendumwet gestelde voorwaarden, maar was ook een mislukking omdat vele kiezers redeneerden in de trant van ‘het is me onduidelijk waar het nou echt over gaat’, ‘ik weiger fout te zijn in deze mediaoorlog’ of ‘een stem in een schertsvertoning wil ik per se vermijden’. Zo werd het zogenaamde feest van de democratie voor de tegenstemmers een zelfverklaard succes en voor anderen een mislukking bij gebrek aan democratie.
Beide kanten hebben fouten gemaakt. In het NEE-kamp lieten de bestuursleden van het Burgercomité EU in een geruchtmakend interview dat op 31 maart in NRC verscheen plompverloren weten: ‘Oekraïne kan ons niets schelen’. Het schept verwarring als een van de drie initiatiefnemers -naast weblog Geen Stijl en het Forum voor Democratie van Thierry Baudet- zegt dat een referendum over een associatie van Oekraïne met de EU niet over Oekraïne gaat. In een uitzending (vanaf 5’45’’) van Pauw kondigde advocaat Gerard Spong aan namens een cliënt te onderzoeken of er perspectief is voor een strafzaak op grond van artikel 98 van de Wet raadgevend referendum. Ondersteuningsverklaringen zouden onder valse voorwendselen zijn verzameld.
Daarnaast is er kritiek op ‘de vereisten van toezicht en betrouwbaarheid’ volgens artikel 31 van de Wet. Want weliswaar mogen met een algemene maatregel van bestuur handtekeningen elektronisch verzameld worden, maar slechts onder strikte voorwaarden. Jeroen de Kreek ging namens betrokkenen tegen het verzamelen van de ondersteuningsverklaringen in beroep omdat het onjuiste en onvolledige gegevens zou bevatten. Een persbericht van de Kiesraad zegt: ‘Zo zouden elektronische formulieren die via geenpeil.nl zijn ingevuld, geen geldige handtekeningen hebben’. Maar omdat De Kreek door de Raad van State niet ontvankelijk werd verklaard omdat hij geen belanghebbende zou zijn is het nooit tot een inhoudelijke toetsing gekomen van dit aspect. Michiel Trimpe concludeert in een commentaar: ‘Al met al blijkt dus dat dit referendum, dit ‘feest voor de democratie,’ tot stand is gekomen met dank aan stemfraude op grote schaal en een dubieuze rechter.’
Ook het JA-kamp maakte grote fouten. De VVD was bijna onzichtbaar in de campagne en liet D66 en enkele PvdA-ers de kolen uit het vuur slepen. Toen uit kiezersonderzoek van IPSOS bleek dat de VVD-achterban de enige kiezersgroep was die het standpunt van de eigen partij niet volgde en met 62% tegenstemde, riep dat de vraag op of de VVD uit angst voor de eigen achterban was weggedoken of dat het uit lamlendigheid niet eens was toegekomen aan het overtuigen van die achterban. Het past in een patroon want ook de werkgevers van VNO en MKB voerden terughoudender campagne dan gezien hun eigenbelang verwacht kon worden. Was het het korte termijn denken over de corruptie in Oekraïne die werkgevers ervan weerhield om zich ferm te uiten in het publieke debat? Achteraf huilde VNO-voorzitter Hans de Boer krokodillentranen. Dan was er nog de averechts werkende inmenging van EC-voorzitter Jean-Claude Juncker die waarschuwde voor ‘een grote continentale crisis’ bij een Nederlands nee. En allen die vanwege binnenlandse redenen zeiden dat het om een EU-lidmaatschap van Oekraïne ging en het zo de voorstanders van associatie in Nederland moeilijk maakten.
Wat heeft het referendum ons opgeleverd? Een hoop discussie met oneigenlijke argumenten. Het debat beperkte zich niet tot de associatie-overeenkomst met een Europees land, maar waaierde alle kanten uit. Bewust vanwege partijpolitieke doeleinden en onbewust vanwege gebrek aan politieke kennis en besef van democratie. Het ging over het functioneren van de EU, de vermeende agressie van president Putin in Oost-Europa, de populariteit van het kabinet Rutte en het ongenoegen van sociale achterblijvers in de samenleving die het referendum aangrepen om hun groeiende onvrede te uiten over wat ze als bedreiging zien, zoals hoogleraar Cok Vreeman samenvat: ‘de economische verschillen, de elite, Europa.’ Het referendum werd gekaapt door belanghebbenden voor eigen amusement en het tonen van onvrede, economisch of politiek belang. Het referendum ging overal en nergens over. Het was een succes en een mislukking. Het was zo pluriform als Nederland geworden is en werd tot een filmscherm waar iedereen eigen fragmenten op kon projecteren. Scherp stellen gaat niet meer bij die diversiteit aan meningen, intenties, emoties en agenda’s.
Foto: ‘Film projection unit in Hebei‘, China. 23 september 1955.
Vind ik leuk:
Like Laden...