Trump kon verkiezingen winnen omdat Clinton ze verloren heeft

hillaryclinton_c0-184-4032-2534_s885x516

De meeste analyses over de winst van Donald Trump slaan de plank mis. Trumps winst wordt voorgesteld als een waterscheiding en intrede in een nieuw tijdperk. Waarin het populisme oprukt. Dat is deels zo, maar feiten wijzen ook op iets anders. Cijfers laten zien dat de Republikeinse kandidaat Mitt Romney in 2012 meer stemmen (60.933.504) behaalde dan Donald Trump in 2016 (60.116.240). Dat laatste aantal kan nog licht stijgen. Romney kreeg in 2012 47,2% en Trump in 2016 47,3% van het totaal aantal stemmen.

Dat is tamelijk constant. Gelijkmatiger dan de analyses doen vermoeden. Komende kiezersonderzoeken zullen er waarschijnlijk op duiden dat Trumps achterban is geradicaliseerd. Doordat gematigde Republikeinen thuisbleven of op Clinton stemden en de thuisblijvers en sociaal achtergestelden op Trump stemden. Maar door dat stuivertje wisselen werd het totaal aantal stemmen op de Republikeinse kandidaat er niet groter op.

Het verschil ziet hem in het aantal stemmen voor de Democraten. Vergeleken met de steun voor president Obama in 2012 nam dat in 2016 af met bijna 5,5 miljoen. Dat waren thuisblijvers die zich er niet toe konden zetten om op Clinton te stemmen. Onder wie veel jonge en progressieve kiezers die Clinton afstootte omdat ze een neoliberale koers voer en geen handreiking deed naar de linkervleugel van de partij. Waarschijnlijk ook niet mocht doen van haar sponsors. De teleurstelling in Obama kan trouwens ook een rol hebben gespeeld.

Hoe dan ook hebben de Democratische partij (DNC) en kandidaat Hillary Clinton een wanprestatie geleverd. Vooral door haar nominatie, maar ook door een campagne die de sterkte van Trump onvoldoende erkende. Dat kwam doordat Clinton al kort na 2012 de macht in de partij overnam -dus kaapte- en opponenten werden ontmoedigd. Of geen eerlijke strijd kregen door manipulatie van de partijleiding die tot een verlengstuk van Clintons campagne was geworden. Zoals uit de door WikiLeaks gelekte Podesta Emails blijkt.

De gematigde anti-establishment kandidaat Bernie Sanders werd daarvan het memorabele slachtoffer. Uit alle peilingen bleek dat hij een betere kans maakte om van Trump te winnen dan Clinton. Vooral omdat hij de witte, laagopgeleide kiezer in de oude industriegebieden beter aansprak dan Clinton. Deze groep kiezers bleek beslissend voor winst in het Electoral College. Mede omdat de marges in de swing states klein waren. Als per staat 1% niet had gekozen voor Trump maar voor Clinton, dan had dat tot winst van laatstgenoemde geleid, zoals Nate Silver voor FiveThirtyEight beredeneert. Trump won in gebieden van Clinton waar Sanders ook van haar had gewonnen. Sanders had ook de gematigde Democratische kiezers kunnen vasthouden.

Trump heeft de verkiezingen niet gewonnen, maar Clinton heeft ze verloren. Zij is er door kortzichtigheid en zelfoverschatting verantwoordelijk voor dat de VS en de wereld straks opgescheept zitten met een clowneske, ongekwalificeerde en onberekenbare president. Populisme en een sfeer van anti-establishment waren een factor in de verkiezingen, maar moeten niet overschat worden. Trump en Clinton verloren een deel van de traditionele achterban van hun partij. Deze twee historisch impopulaire kandidaten maakten de verkiezingen atypisch. De les is dat een radicale anti-establishment kandidaat als Trump beter bestreden kan worden met een gematigde anti-establishment kandidaat als Sanders, dan met een establishment kandidaat als Clinton.

De les voor partijen in andere landen die verkiezingen wachten is duidelijk. Mits de leiders mentaal de omslag kunnen maken en niet als konijnen gevangen zitten in de lampen van hun eigen partijpolitieke en persoonlijke belangen. Paradox van partijpolitiek is dat het continuïteit biedt die nodig is om de democratie te schragen, maar door partijbelangen onvoldoende flexibel is om op bedreigingen van buitenaf slagvaardig te reageren.

Foto: Hillary Clinton, 2015.

De les van Trumps populisme voor Nederlandse politieke partijen

krauze-populism

Een commentaar van George Ciccariello-Maher voor US Uncut. Het pleit voor progressieve politiek. Het is getiteld ‘Dear Neoliberal Democrats: This is Your Mess, Own It’ en zegt dat de Democraten het aan zichzelf te wijten hebben dat Trump tot president is gekozen. Samen met de establishment media die te dicht tegen het bedrijfsleven aanleunden. Ze prezen de schijnwereld van de Democraten als nastrevenswaardig aan. Maar dat was het niet.  Het samenspel van gevestigde media, bedrijfsleven, de Clinton machine en de partijleiding van de Democratische partij hield de kiezers een presidentschap van Clinton voor als een Potemkin-dorp dat niets met de realiteit te maken had. Het was een lege dop. Die leugen is doorgeprikt. Nu wacht de fascist Trump:

left

Het kan goed dat Clinton de popular vote heeft gewonnen en een meerderheid van kiezers achter zich heeft gekregen, maar daar gaat het in het Amerikaanse kiesstelsel niet om. De kiesmannen per staat tellen.

Trump is niet echt een anti-establishment kandidaat, maar heeft zich wel op die manier geprofileerd. En zo kiezers gemobiliseerd. Hij was hierin halfslachtig. Want hij hengelde wel naar de gunsten van de grote donors, maar kreeg die niet altijd. Zoals de Koch broers die hem links lieten liggen. Maar casinobaas Sheldon Adelson steunde hem daarentegen wel. Clinton is een 100% establishment kandidaat. Daarop wijzen haar ‘geheime’ toespraken voor Goldman Sachs en de tegendiensten die ze leverde voor donaties aan de Clinton Foundation. Handelen dat wettelijk is toegestaan, maar moreel verwerpelijk is. Dat was haar onmogelijke uitgangspositie.

Wat valt uit de foute opstelling van de Democratische partij te leren voor Nederlandse partijen?  Want dat de geest uit de fles is bewijzen de Brexit, de NEE-stem in het Oekraïne referendum en de winst van Trump. Populisme is niet per definitie slecht en een wisselwerking tussen politiek en burger. Ze richten zich naar elkaar. Kiezers volgen politici die hun ongenoegen het beste verwoorden. Of uitvergroten. De vergelijking tussen de beweging van Trump (of Bernie Sanders) die van onderop wordt gevoed en Clintons campagne die van bovenaf wordt gevoed maakt duidelijk wat het meeste perspectief heeft. De beweging van onderop.

Dat brengt politieke partijen in een moeilijk parket. Naar hun aard zijn ze gesloten en op eigen voortbestaan gericht. Maar om de beweging uit het volk in te sluiten moeten ze zich openen. Dat druist tegen hun natuur in. Nederlandse partijen doen er verstandig aan om voor de komende verkiezingen voor de Tweede Kamer op 15 maart 2017 goed de beweging van onderop te bestuderen. Klassieke campagnes die politieke programma’s centraal zetten zijn grotendeels uitgewerkt. De PvdA wacht een grote afstraffing als het meent dat Lodewijk Asscher en Diederik Samsom aantrekkingskracht hebben als ze onder elkaar voor partijleden het programma uitleggen. Burgemeester Ahmed Aboutaleb zou de schade kunnen beperken, maar weigert zich in de strijd te mengen. Geert Wilders volstond met een conceptprogramma op een A4-tje. Zo werkt het.

Partijen moeten de-professionaliseren door het zoeken van samenwerking tussen een kern van eigen professionals met deskundige buitenstaanders. Zo kunnen ze de ongenoegens van onrecht en miskenning die in de samenleving leven oppikken en insluiten. Partijen moeten niet vertrouwen op gevestigde media, zoals de NOS, RTL4, NRC, De Volkskrant of Trouw, maar er juist afstand van nemen. Deze media vormen een valkuil omdat veel kiezers vinden dat ze het establishment en de status quo vertegenwoordigen. Partijen moeten zich niet afzetten tegen het populisme, maar het juist voor zich laten werken door het in hun richting bij te buigen.

Partijen moeten buitenstaanders op hun kieslijsten zetten. Partijen moeten minder op hun eigen belang en voortbestaan gericht zijn. Partijvertegenwoordigers moeten hun eigen functie en carrière niet langer voorop zetten. Linkse partijen moeten krachtige standpunten innemen, zoals rechtse partijen ook doen. Partijen moeten het belang van Nederland en de burger centraal zetten en verbinden met hun gedachtegoed. Mooie woorden van president Obama die woorden blijven zijn niet het goede voorbeeld. Het gaat om actie. Partijen moeten werken aan de legitimatie en het draagvlak van de democratie door belastingontwijking te bestrijden en privileges af te schaffen. Zonder oppervlakkig te worden moeten partijen verbreden, niet verdiepen.

Foto 1: Cartoon.

Foto 2: Schermafbeelding van deel artikel ‘Dear Neoliberal Democrats: This is Your Mess, Own It’ van George Ciccariello-Maher voor US Uncut, 9 november 2016.

Bestuur Piratenpartij stapt over naar Forum voor Democratie. Partij is in rechtse richting bijgebogen. Hoe nu verder?

pir

Het schip van de Nederlandse Piratenpartij (PPNL) heeft ernstige averij opgelopen. De NOS bericht dat alle bestuursleden zijn overgestapt naar het Forum voor Democratie (FvD). Het vehikel dat Thierry Baudet rond zich opgetrokken heeft en nu meedoet aan de komende verkiezingen voor de Tweede Kamer. Het bevestigt mijn vermoeden dat de PPNL de afgelopen jaren in rechts vaarwater verzeild was geraakt. De overstap van leden van de in beginsel toch links-liberale of links-anarchistische PPNL naar de rechts-populistische FvD is een politieke oversprong die vrijdenkende Piraten het schaamrood naar de kaken jaagt. Of lijsttrekker Ancilla van de Leest die interviews afneemt voor Café Weltschmerz in politiek opzicht zoveel anders is betwijfel ik.

Op 15 juli 2012 maakte ik hier in een commentaar bekend dat ik lid was geworden van de PPNL. Tegen mijn natuur in omdat ik een natuurlijk wantrouwen heb jegens politieke partijen. Het was de toenmalige lijsttrekker Dirk Poot die me over de streep trok. Hij is een voormalig VVD-stemmer met een links-liberaal wereldbeeld. Iemand die als een wetenschapper bleef uitgaan van de feiten en geen complottheorieën optuigde door feiten te verdraaien. Vanaf 2013 analyseerde hij in de media scherp en deskundig de gebeurtenissen rond Edward Snowden en de NSA. Mij bleef het een raadsel waarom Poot met zijn genuanceerd beoordelingsvermogen en digitale expertise niet ingelijfd werd door de journalistiek of een NGO. Of door de overheid die liever met Bas Eenhoorn in zee ging. Maar bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer van 12 september 2012 had de PPNL niet meer dan een halve zetel gehaald. Mijn stem en steunbetuiging aan de partij hadden niet geholpen.

In 2014 en 2015 raakte de PPNL uit mijn gezichtsveld. Ik hield me verre van partijbijeenkomsten. De partij haalde nauwelijks de media nog. Tot ik in oktober 2015 een nieuwsbrief van de PPNL las en me doodschrok. Erin stond: ‘De opstelling van de PP t.o.v. de GeenPeil actie is besproken en er is besloten hieraan steun te verlenen omdat alle uitbreidingen van de democratische inspraakmogelijkheden welkom zijn.’ Dat was in de periode dat Geen Peil (voor het commercieel aanjagen van Geen Stijl) in de zomer van 2015 het Oekraïne-referendum had opgestart. Met partners zoals FvD. Naar nu achteraf valt te reconstrueren gebruikten de voormannen Jan Roos (Geen Stijl) en Baudet (FvD) dit referendum als carrière-opstapje naar de partijpolitiek.

Ik schreef op 30 oktober 2015 een brief naar het partijbestuur en vroeg om opheldering: ‘Deze opstelling van de PPNL treft me onaangenaam. Niet alleen omdat ik de campagne van GeenPeil als een conservatief en rechts-populistisch geluid inschat en de PPNL daartoe geen afstand houdt, maar juist omdat de PPNL het nog ondersteunt ook. De reden die wordt gegeven komt me eerlijk gezegd tamelijk naïef voor en doet me opnieuw twijfelen aan het politiek-strategisch inzicht van de leiding van de PPNL. Waar staat de PPNL nou eigenlijk voor als het steun geeft aan een conservatieve EU-scepticus als Thierry Baudet die de belangrijkste geestelijke vader van de campagne tegen het Associatieverdrag met Oekraïne is? (..)// Graag nodig ik het bestuur uit om duidelijk te maken wat de overwegingen waren van de PPNL om steun te verlenen aan genoemde campagne van GeenPeil. Van het antwoord laat ik mijn besluit afhangen of ik mijn lidmaatschap opzeg. Dit laatste bedoel ik niet als dreigement, maar eerder om aan te geven welk belang ik aan deze kwestie hecht. Een lidmaatschap van een politieke partij vat ik op als een afspraak van twee kanten. Ik meende in juli 2012 lid geworden te zijn van een links-liberaal-anarchistische beweging met mooie kernpunten over internetvrijheid, bestuurlijke transparantie, democratisering en andere onderwerpen die me aan het hart gaan en waarin ik me helemaal kan vinden. // Sinds 2012 bespeur ik weinig voortgang in de opbouw van de PPNL en het doordringen van het Piratengeluid in de publiciteit. Op een incidenteel optreden van Dirk Poot na waarvan het me trouwens meestal onduidelijk is of hij voor de partij of op eigen titel optreedt. Ik begrijp de organisatorische en financiële  problemen van de PPNL en wil daar niet te hard over vallen. Maar als de PPNL nu ook al steun verleent aan de campagne van GeenPeil dat ik inschat als een vehikel om de democratie en de EU te verzwakken dan voel ik me niet meer thuis bij zo’n PPNL. Ik zie het als een teken van het wegglijden van de PPNL in een richting die niet de mijne is. Hoe dat dan ook komt. Een halszaak is het allemaal niet. Zo gaat het nu eenmaal. Mensen ontmoeten elkaar en nemen weer afscheid. Vat dit schrijven dan ook niet op als kritiek, maar als een tussenbalans, als een teken van een buitenstaander die hoe dan ook constructief staat tegenover de PPNL.’ 

Constructief was ik tot vandaag. Ik heb dit 11 maanden laten rusten. Maar nu het bestuur van de PPNL in zijn geheel overstapt naar het FvD en ik evenmin vertrouwen heb in de koers van de huidige lijsttrekker voel ik me niet meer gebonden om te zwijgen. De top van de partij heeft de eigen denkbeelden verloochend.

Op 21 december 2015 kreeg ik een mailtje van de nieuwbenoemde penningmeester als reactie op het mailtje waarin ik om opheldering vroeg. Het antwoord bevatte zinsneden die me tegen de haren in streken. Zoals ‘Wie denk jij wel dat je bent als jij de mening van zeer veel Nederlanders kan afdoen als populair of conservatief’ en ‘In een (politieke)discussie is er geen foute mening, maar vrijheid van mening’. Ik laat het hier maar bij, ik vond het niet van het niveau dat ik verwachtte van het hoofdbestuur van een politieke partij. Ik antwoordde op 21 december 2015: ‘Hierbij zeg ik per 1 januari 2016 mijn lidmaatschap op de PPNL op. Ik verzocht via de secretaris om een uitspraak van het bestuur en krijg een in mijn ogen kwalitatief bedenkelijk antwoord van de penningmeester dat naar mijn idee ook nog eens persoonlijke opmerkingen bevat. Dat alles was niet wat ik voor ogen had en verwacht van het landelijk bestuur van een politieke partij. Bestuurlijk en politiek-inhoudelijk voel ik me niet thuis bij de huidige PPNL.’ Ik heb nooit antwoord gekregen van het bestuur.

Foto: Schermafbeelding van deel artikel ‘Het rommelt binnen de Piratenpartij’ van de NOS, 26 september 2016.

Cenk Uygur (TYT) interviewt Bernie Sanders

Cenk Uygur van The Young Turks interviewt de Democratische presidentskandidaat Bernie Sanders, de senator van Vermont. De medewerkers van TYT bedrijven activistische politiek en steken dat niet onder stoelen of banken. Ze vinden dat Sanders de enige geloofwaardige kandidaat is die voorbijgaat aan de cultuurstrijd (immigranten, islam, abortus etc.) en serieus aandacht besteedt aan sociaal-economische programmapunten (inkomensverdeling, studieschuld, politieke macht van Wall Street) en daar uitgewerkte plannen over heeft.

Sanders doet het in de strijd tegen Hillary Clinton goed. Ondanks de vooringenomenheid van de gevestigde media (‘corporate media‘) die hem en zijn maatschappijkritiek (‘real issues‘) zo goed als negeren, hem stigmatiseren en niet eerlijk verslag doen van zijn resultaten en programma. Voor Amerikaanse begrippen is Sanders extreem, maar in Europa zou hij een gematigde sociaal-democraat genoemd worden. Cenk Uygur onderbouwt die kleuring van de media met voorbeelden en vraagt Sanders hierover diens mening hier. De vooringenomenheid van de media symboliseert de beslissende rol van het grote geld in de Amerikaanse politiek. Exact het hoofdonderwerp dat Sanders aan de orde stelt in zijn campagne en grondig wil aanpakken.

Sanders houdt de campagne vol om Clinton te dwingen progressieve programmapunten over te nemen. Maar hij vindt dat hij een reële kans op de nominatie maakt. Het verschil in het aantal behaalde gedelegeerden is nu volgens website FiveThirtyEight van Nate Silver 1233 voor Clinton en 929 voor Sanders. Alles is nog mogelijk. Vooral als het een eerlijke strijd zou zijn met media die objectief verslag doen. Maar dat is dus niet zo.

Na Super Tuesday: Race tussen Sanders en Clinton nog niet gelopen

Cenk Uygur van The Young Turks maakt er geen geheim van dat de Democratische presidentskandidaat Bernie Sanders zijn favoriet is. En Hillary Clinton met haar grotere naamsbekendheid en afhankelijkheid van het grote geld van Wall Street dat niet is. Sanders gaat voor verandering en Clinton doet alsof ze voor verandering gaat.

Naar verwachting zullen zowel Sanders als Clinton winnen van Trump als deze Republikeins kandidaat wordt. Een gecompliceerder scenario is als de onafhankelijke kandidaat, multimiljonair en oud-burgemeester van New York Mike Bloomberg in de race stapt om Trump af te stoppen. Hij zal dat minder snel doen als Clinton wint van Sanders. Het wordt nog gecompliceerder als Trump op een brokered’ conventie waar de stemmen staken -maar hij wel de meeste stemmen heeft- uit de Republikeinse partij stapt en zich eveneens presenteert als onafhankelijk kandidaat. Ted Cruz of Marco Rubio worden dan de officiële Republikeinse kandidaat. Zodat er presidentsverkiezingen volgen met vier kandidaten: Clinton of Sanders, Bloomberg, Trump, Cruz of Rubio.

Op Super Tuesday heeft Sanders volgens Uygur goed gepresteerd door te winnen in Oklahoma, Colorado en Minnesota. Naast zijn thuisstaat Vermont. Omdat de zuidelijke staten waar Clinton om niet geheel duidelijke redenen op de Afro-Amerikaanse stem kan rekenen voor het grootste deel achter de rug zijn zou haar perspectief voor het vervolg minder gunstig zijn dan het lijkt. En een commentaar in NRC niet geheel logisch voorspiegelt. In gedelegeerden ontlopen Clinton en Sanders elkaar weinig. Hoewel de ongebonden ‘supergedelegeerden’ onder wie verkozenen en partijleiders in overgrote meerderheid voor Clinton kiezen.

Naast die electorale race worden er nog twee races gehouden: de fondsenwerving en de opstelling van de media. Uygur merkt op dat Sanders goed presteert in de fondsenwerving. Dit betekent dat hij zijn campagne kan voortzetten. Niet zozeer om de nominatie te winnen, maar om veranderingen af te dwingen waar Clinton uit zichzelf niet mee komt. De gevestigde media zijn duidelijk op de hand van Hillary Clinton. Interessant is dat Uygur oproept om de strijd voor Sanders op internet voort te zetten. Maar ook als progressieve en jonge kiezers elkaar op sociale media weten te mobiliseren in hun steun voor Sanders schiet dat naar verwachting tekort om de macht van de gevestigde media te breken die nauw verbonden zijn aan het bedrijfsleven dat op de hand van Clinton is. Maar het is veelzeggend dat het internet als alternatief medium wordt gepresenteerd.

Cenk Uygur valt verdediger van Hillary Clinton aan en neemt het op voor Bernie Sanders

Wellicht zijn voor niet-Amerikanen niet alle details te volgen over de verkiezingsstrijd tussen Hillary Clinton en Bernie Sanders. Maar Cenk Uygur is geweldig in vorm en gaat tekeer tegen een column van de Afro-Amerikaanse Keli Goff voor het centrum-rechtse The Daily Beast. Met close reading ‘breekt hij het down‘. De achtergrond van de aanval van Uygur op Goff is dat het establishment via endorsements, superdelegates en de gevestigde media op oneigenlijke gronden Hillary Clinton bevoordeelt. Bernie Sanders wil net als Uygur –met burgercomité Wolf Pac– het grote geld uit de Amerikaanse politiek halen, terwijl Clinton door het grote geld van onder meer Wallstreet in het zadel geholpen wordt en zich met beloften verplicht aan de geldschieters die hun steun niet voor niks geven. Maakt Sanders door de tegenwerking van het establishment een kans op de Democratische nominatie? Waarschijnlijk niet, maar het feit dat Hillary Clinton al haar hulptroepen moet inzetten om Sanders af te stoppen geeft aan dat de strijd opener is dan ze wil toegeven. Grootse televisie.

Kamervragen van drie partijen over Russen, Amerikanen en Geen Peil. Een kwestie van perspectief

12716302665_afe59e540b_b

Drie partijen stelden vandaag kamervragen aan minister Bert Koenders van Buitenlandse Zaken of minister Ronald Plasterk van Binnenlandse Zaken naar aanleiding van een artikel in de Britse The Telegraph van afgelopen zaterdag 16 januari 2016. D66 aan Koenders, en SP en GrBvK aan Plasterk. Het gaat over de beschuldiging dat het Kremlin door geldelijke steun Europese politieke partijen zou beïnvloeden in haar richting. Amerikaanse veiligheidsdiensten zouden een onderzoek gestart zijn naar illegale partijfinanciering door de Russen in de afgelopen 10 jaar. De suggestie die uit het artikel spreekt is dat de EU-lidstaten blijkbaar deze Russische dreiging niet zien, er in elk geval geen onderzoek naar doen of tegen optreden.

Voor Nederland is de volgende passage interessant in het artikel van Peter Foster en Matthew Holehouse: ‘Russian influence has also been detected in a referendum in the Netherlands next April over whether to block the EU’s closer relations with Ukraine. Sources said arguments deployed in support of the referendum “closely resembled” known Russian propaganda.’ Dit klinkt vaag. Waaruit die Russische invloed zou bestaan wordt niet uitgelegd. Dat tegenstanders van de EU, NAVO en de VS die zich hebben verenigd in het NEE-kamp tegen de associatie-overeenkomst van de EU met Oekraïne op dezelfde argumenten uitkomen als het Kremlin ligt voor de hand. Dat de initiatiefnemers van GeenPeil op de loonlijst van het Kremlin staan wordt niet beweerd. Wel dat ze argumenten ‘lenen’ en dicht tegen de Russische propaganda aanschurken. Maar evengoed kan beweerd wordt dat de voorstanders argumenten gebruiken die ook in Washington of Londen gehanteerd worden. Dus?

De tweedeling in de kamervragen tussen enerzijds D66, en anderzijds SP en GrBvKl is opvallend. Kees Verhoeven en Sjoerd Sjoerdsma van D66 willen van minister Koenders weten of hij weet of het Kremlin pogingen doet om de Nederlandse politiek te beïnvloeden. Ze vragen of hij ‘over enige aanwijzing [beschikt] dat het aanstaande raadgevend referendum over het Associatieverdrag tussen Oekraïne en de Europese Unie op enige wijze, al dan niet financieel, is beïnvloed vanuit Rusland?’ Tevens willen ze weten of ‘er Nederlandse inlichtingendiensten betrokken [zijn] bij het onderzoek naar Russische beïnvloeding van Europese politieke partijen, zoals dat wordt uitgevoerd door autoriteiten in de VS?’ Met hun suggestie: een onderzoek in de VS.

SP’er Ronald van Raak benadert de kwestie vanuit het perspectief dat Amerikaanse veiligheidsdiensten in Nederland actief zijn en er politieke partijen doorlichten. Hij komt met een vraag waarbij hij als bron naar The Telegraph verwijst door de Amerikaanse veiligheidsdiensten iets in de mond te leggen wat ze niet beweren: ‘Deelt u de opvatting van de Amerikaanse geheime diensten dat het referendum in Nederland over de wet die strekt tot goedkeuring van de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en Oekraïne wordt georganiseerd op initiatief van de regering van Rusland.’ Van Raak chargeert. Joram van Klaveren en Louis Bontes blijven wel binnen de strekking van het Telegraph-artikel en vragen onder meer of minsiter Plasterk bereid is om bij de Amerikanen na te gaan ‘in hoeverre de initiatiefnemers van het referendum (GeenPeil) in de gaten worden gehouden door Amerikaanse inlichtingendiensten en op welke wijze dit gebeurt?

Drie reeksen kamervragen die verschillende kanten uitwijzen zijn gebaseerd op hetzelfde artikel in een Britse krant. Partijen lezen in de media wat ze erin willen lezen en leggen hun accenten. Het zijn net mensen met hun voorkeuren, kuren en waarheden. Politici geven zich bloot door hun vragen. Zijn het de Amerikanen, de Russen of de initiatiefnemers van Geen Peil die in Nederland over de schreef gaan? Wie weet. Het is allemaal mogelijk. Zo werkt de politiek. Het definitieve antwoord zullen we vermoedelijk nooit horen. Vragen staat vrij.

Foto: Het Kremlin in Moskou. Credits: Murat Sağlam.

Kevin Levie stopt als voorzitter van SP Rotterdam. Waarom?

designprijs_STA501570191

Kevin Levie in zijn afscheidsbrief als voorzitter van SP afdeling Rotterdam: ‘En terwijl we onze mond hielden over vluchtelingen, besloot de partijraad ondertussen wel ‘voluit’ campagne te voeren voor het GeenPeil-referendum over Oekraïne. Ik vond en vind: zeker als je het één niet doet en het ander wel, verzaakt de SP wat je van een linkse volkspartij zou mogen verwachten. Dan duw je de maatschappij niet de goede kant op, dan sta je niet stil: dan duw je de verkéérde kant op.’ Levie blijft wel lid. Waarom de SP aansluiting zocht bij de door de conservatieve ideoloog Thierry Baudet en het rechts-populistische weblog Geen Stijl aangejaagde campagne tegen Oekraïne is een raadsel van de politiek als extremen elkaar raken. Het bestuur van de zich doorgaans als open, vrijdenkend en kritisch opstellende Piratenpartij sloot zich eveneens bij de campagne van Geen Peil aan, wat me er vorige maand toe bracht mijn lidmaatschap van deze partij op te zeggen.

Vooral in de buitenlandse politiek stelt de SP zich archaïsch op. Op onderwerpen over mensenrechten na waar het zich krachtig en principieel voorbeeldig uitspreekt. Als voormalig maoïstisch-leninistische partij verkeert het nog voor een groot deel geestelijk volop in de sfeer van de koude oorlog en richt het zich op oude vijandbeelden. Vaak neemt het standpunten in vanuit een slecht begrepen automatisme en de herinnering aan de oude nestgeur  zoals bleek uit mijn uitwisseling met de fractievoorzitter Dennis de Jong in het Europarlement. Hij stemde tegen een resolutie van de EU met de Russische Federatie zonder te weten waarom.

Levie vindt dat vooral op landelijk niveau de SP stilstaat en geen open intern debat kent: ‘De SP staat op dit moment volstrekt stil, heeft geen politieke strategie voor de komende jaren behalve ‘doen wat we altijd gedaan hebben’, en durft daar ook intern nog altijd nauwelijks over te praten.’ De SP zou hete hangijzers zoals het vluchtelingendebat uit de weg gaan. Een oud euvel waarop Levie wijst is het ontbreken van interne democratie binnen de SP, zelfs de verkiezing van een nieuwe partijvoorzitter was ingestoken: ‘Tegelijkertijd probeerde het oude partijbestuur extra krachtig de regie te houden: in de congresstukken werd de bestaande praktijk gecodificeerd, ging het nauwelijks over onze politieke strategie, en werd vrijwel ieder substantieel idee van onderop als onzinnig afgedaan.’ Kortom, de SP is geen partij van ideeën, verandering en democratie.

Levie ziet de grote waarde van de SP in de werkwijze en het activisme dat vooral op lokaal niveau goed tot zijn recht komt. In de marketing werkt dat op landelijk niveau volgens Levie tegen de SP: ‘Op landelijk niveau lijkt wat men ziet als de mening van de ‘massa’, echter steeds meer gereduceerd tot één homogene hypothetische voorstelling: hun eigen vermoeden van wat een blanke oude man in een Brabantse kroeg waarschijnlijk zou vinden. (..) En erger nog dan dat: de opvattingen die men toeschrijft aan een specifieke constructie van ‘de’ massa worden in de praktijk ook nog eens vaak gezien als onveranderlijk, in plaats van die te analyseren en het gesprek met mensen aan te gaan over hun zorgen en problemen en de oorzaken daarvan.’

Wat na lezing van Levie’s brief blijft hangen is de vraag of de SP een zuivere politieke partij is of een mix van een organisatie die in de inhoud kiest voor centralistisch politiek activisme en in de vorm voor een politieke partij. Zodat er een scheidslijn door de partij loopt die steeds voor teleurstelling, niet ingeloste verwachtingen en een gijzeling van de vorm door de inhoud zorgt. De SP is hierin niet uniek, want vele partijen zijn hybride. Zo staan de christelijke partijen met één voet in het georganiseerde christendom, de VVD in het bedrijfsleven en de PVV in de politieke marketing van peilingen en positionering om uitsluitend electorale redenen. Toch heeft de SP de potentie een krachtige en aantrekkelijke politieke partij te worden omdat het in tegenstelling tot andere partijen onderscheidend is op tal van sociale terreinen. Wellicht moet eerst de generatie Kox-Marijnissen-Van Heijningen van het toneel verdwijnen voordat de SP zich om kan vormen tot een partij die voorgoed de last van het verleden van zich afschudt. Als politieke partijen dan nog bestaansrecht hebben.

Foto: ‘Ontwerpbureau Thonik heeft de tweejaarlijkse, prestigieuze Designprijs van de stad Rotterdam gewonnen’, 2007.

Franse onderzoeksjournalistiek naar de invloed van het Kremlin op het Front National

Waarom is er toenadering tussen het Franse Front National van Marine Le Pen en het Kremlin? Waaruit bestaat die relatie precies? Onderzoeksjournalist Raphaël Tresanini zocht het uit voor het Franse Canal+ dat werd uitgezonden op 2 november 2015. Het spektakel in vorm moet de inhoud maskeren die echter interessant genoeg blijft als achtergrondinformatie. Het is het genre van auto’s met gierende remmen, draaiende camera die mensen achtervolgt, name dropping, schimmige beelden en spannende muziek. Is het Front National door de financiële afhankelijkheid definitief onder invloed gekomen van het Kremlin? In elk geval proberen de Russen en de Franse rechts-nationalisten hun relatie te verbergen en zijn ze er niet open over. Alleen Jean-Marie Le Pen is bereid tot een interview. Hij ziet president Vladimir Putin als een kans op vrede voor de wereld.

Frankrijk dat een altijd ambivalente houding tegenover de VS heeft -politiek en cultureel- is het grootste land in Europa dat ontvankelijk is voor Russische avances. Hoewel het niet altijd duidelijk is of dat gemeend is of een strategische zet is om de binnenlandse opponenten de pas af te snijden. Maar zo beïnvloedt de opstelling van het Front National ook de toenadering van president Hollande of ex-president Sarkozy tot Putin. Dat het Kremlin de EU wil destabiliseren door extreem-rechtse en in mindere mate extreem-linkse Europese politieke partijen te steunen is de afgelopen twee jaar in onderzoeken en journalistieke artikelen vastgelegd. Zie hier.

Frankrijk dat net als de Russische Federatie terugverlangt naar een roemrijk -en voorgoed voorbij- verleden en in een morele crisis verkeert door die onduidelijke identiteit is in de EU de zwakste schakel en vormt het grootste risico voor een eensgezinde opstelling tegenover de politiek van het Kremlin. Onder meer noodzakelijk vanwege de annexatie van de Krim in maart 2014 en de Russische steun en initiatieven voor de oorlog in Oost-Oekraïne die de Europese veiligheidspolitiek de afgelopen twee jaar in gevaar heeft gebracht.

De conclusie dat Alexander Doegin die tijdens een gesprek met de assistent van Jean-Marie Le Pen in de lobby van een Moskous hotel wordt gefilmd een naaste (un proche) van Putin is valt te betwijfelen. Daartoe is de rechts-nationalistische Dugin te ver van de hoofdstroom van de Russische politiek afgedwaald. Hoe radicaal-nationalistisch deze sinds 2012 ook geworden is. Doegin, Konstantin Malofeev en Jean-Marie Le Pen zijn outsiders in hun omgeving van wie het de vraag is wie ze vertegenwoordigen. Vraag is dan ook of  Raphaël Tresanini wel het hoofdspoor volgt en zich niet te veel verdiept in de bijfiguren, en geen direct bewijs voor de band tussen het Front National en het Kremlin levert. Als inleiding in het onderwerp voldoet de reportage wel.

Dirk Poot legt uit waar de Piratenpartij voor staat. Something cool?

Als kritisch lid op afstand van de Piratenpartij sta ik positief tegenover de woorden van de beoogd lijsttrekker Dirk Poot. Erik de Vlieger praat open met hem voor Café Weltschmerz. Poot positioneert de Piratenpartij als een partij die de macht van het parlement wil herstellen. Tegen regeringsakkoorden, Brussel en de macht van de multinationals in. Een goed idee dat bij nieuwkomers past, maar hoe gaat Poot dat realiseren? Hij komt overtuigend over als vrijdenker die een prima vertegenwoordiger is van de progressief-liberale stroming in de Nederlandse politiek. Ongenoemd in het gesprek blijft de krakkemikkige organisatie van de Piratenpartij.

00:00 Het kerkzakje door Bram Bakker (NL TRIO 0390 4379 13)
00:38 Introductie
01:55 Waarom stemmen op de Piratenpartij?
02:55 Kernpunten (Copyright)
05:10 Boekdruk-monopoly’s
06:39 Disney en Presley
09:00 Muziekrechten
10:15 Politieke vertaling
10:55 Evenwicht naar een open informatie samenleving
14:10 Piraten zijn de enige partij die de komst van de digitale wereld in hun politieke programma verwerken
18:09 Andere politieke issues?
19:00 Piratenpartij komt voort uit een criminele organisatie?
24:05 Kernenergie versus thoriumreactoren
28:55 Bootvluchtelingen
30:30 Nagesprek: Privacy, Facebook, Stasi, doneren!
36:53 Doneren (NL TRIO 0390 4379 13)

Zie hier voor blogpostings over de Piratenpartij.